Page 121 of 240

119
Als het AdBlue-reser voir leeg is, hetgeen
bevestigd wordt door de melding " Vul
AdBlue bij: starten onmogelijk", moet
u
minimaal 5
liter bijvullen.
Giet nooit AdBlue
® in de brandstoftank.
Raadpleeg de uitgebreide beschrijvingen
verderop in dit document voor meer
informatie over de toegang tot het AdBlue-
reser voir (via de bagageruimte of via de
brandstofvulklep).
Als er AdBlue® op de zijkant van de auto of
op een andere plaats is gemorst, spoel het
additief dan onmiddellijk weg met koud water
of veeg het weg met een vochtige doek.
Gekristalliseerde vloeistof moet worden
ver wijderd met een spons en warm water.
Belangrijk: als u AdBlue hebt bijgevuld
n adat het AdBlue-reser voir leeg is
geraakt , dient u
ongeveer 5 minuten
te wachten voordat u
het contact weer
aanzet, zonder het bestuurderspor tier
te openen, de auto te ontgrendelen en
de sleutel in het contactslot te steken .
Zet ver volgens het contact aan en start na
10
seconden wachten de motor. F
Z
et het contact af en ver wijder de sleutel uit
het contactslot om de motor af te zetten.
Toegang tot de bagageruimte
(1.6 BlueHDi Euro 6.1)
F Til de vloerbekleding van de bagageruimte
op en verwijder vervolgens het reservewiel
en/of de opbergbak (afhankelijk van de
uitvoering).
F
D
raai de zwarte dop een kwartslag linksom
zonder er druk op uit te oefenen en
verwijder deze.
F
D
raai de blauwe dop een zesde
omwenteling linksom.
F
V
erwijder de dop.
Toegang via de brandstofvulklep
(1.5 BlueHDi Euro 6.2)
Vullen
F Neem een AdBlue®-flacon of -fles.
Controleer de houdbaarheidsdatum
en lees ver volgens aandachtig de
gebruiksaanwijzing op het etiket voordat
u
de inhoud van de flacon of fles in het
AdBlue-reser voir van uw auto giet.
Of F
Z
org dat de auto is ontgrendeld en open de
brandstofvulklep. Draai de blauwe vuldop
van het AdBlue
®-reser voir een zesde
omwenteling linksom.
F
V
er wijder de blauwe dop.
F
S
teek het vulpistool van de AdBlue
®-pomp
in de vulopening van het reser voir en vul bij
tot het vulpistool automatisch afslaat.
7
Praktische informatie
Page 122 of 240

120
Toegang via de brandstofvulklep
(1.5 BlueHDi Euro 6.2)
F Breng de blauwe dop aan op de vulopening
en draai de dop een zesde omwenteling
rechtsom, tot de aanslag.
F
S
luit de brandstofvulklep.
Voer de lege AdBlue
®-flacons of
-jerrycans niet als huisvuil af.
Deponeer ze in de daartoe bestemde
containers of breng de flacons naar uw
verkooppunt.
F
L
eg het reser vewiel en/of de opbergbak
(afhankelijk van de uitvoering) terug op de
bodem van de bagageruimte.
F
P
laats de vloerbekleding van de
bagageruimte terug en sluit de achterklep.
Belangrijk:
-
O
m er voor te zorgen dat het AdBlue
®-
reser voir niet overstroomt, wordt
aanbevolen:
•
O
m 10
tot 13
liter bij te vullen met
behulp van de AdBlue
®-fles.
Of
•
O
m bij een tankstation bij te vullen
tot het vulpistool voor de eerste keer
automatisch afslaat.
-
A
ls het AdBlue
®-reser voir van uw auto
helemaal leeg is (dit wordt aangegeven
door de waarschuwingsmeldingen en
u
kunt in dat geval de motor niet meer
starten), moet u
het reser voir vullen
met minimaal 5
liter additief.
Na het vullen
Toegang via de bagageruimte
(1.6 BlueHDi Euro 6.1)
F Breng de blauwe dop aan op de vulopening
en draai de dop een zesde omwenteling
rechtsom, tot de aanslag.
F
B
reng de zwarte dop aan en draai deze een
kwartslag rechtsom zonder er druk op uit
te oefenen. Zorg er voor dat het merkteken
op de dop in lijn staat met merkteken op de
steun.
Praktische informatie
Page 123 of 240

121
Gevarendriehoek
Voordat u uit de auto stapt om de
g evarendriehoek uit te vouwen en te plaatsen,
moet u
de alarmknipperlichten inschakelen en
uw reflecterende veiligheidsvest aantrekken.
Raadpleeg voor het gebruiken van de gevarendriehoek
de gebruiksaanwijzing van de fabrikant.
Op de weg plaatsen van de
gevarendriehoek
F Plaats de gevarendriehoek achter de auto en houd u aan de ter plaatse geldende
wettelijke voorschriften.
De gevarendriehoek is als accessoire
leverbaar, raadpleeg uw PEUGEOT-dealer
of een gekwalificeerde werkplaats.
Brandstoftank leeg
(diesel)
Bij auto's met HDi-motor is het in het geval van
een lege brandstoftank noodzakelijk om het
brandstofsysteem te ontluchten.
Raadpleeg voor uitvoeringen met een
handopvoerpomp de afbeelding van de
motorruimte.
Zie de desbetreffende rubriek als de tank van
uw auto is voorzien van een tankbeveiliging .
Als de motor niet direct aanslaat, beëindig
dan uw startpoging en herhaal de
procedure.
1.5 BlueHDi-motor (Euro 6.2)
F Vul de brandstoftank met minimaal 5 liter
diesel.
F
Z
et het contact aan (zonder de motor te
st a r te n).
F
W
acht ongeveer 1 minuut en zet het
contact af.
F
B
edien de startmotor om de motor te
starten.
Als de motor niet wil starten, voer dan de
procedure nogmaals uit.
1.6 BlueHDi-motor (Euro 6.1)
F Vul de brandstoftank met minimaal 5 liter
diesel.
F
Z
et het contact aan (zonder de motor te
st a r te n).
F
W
acht ongeveer 6 seconden en zet het
contact af.
F
H
erhaal de handelingen 10
keer.
F
B
edien de startmotor om de motor te
starten.
Overige motoren
F Vul de brandstoftank met minimaal 5 liter
diesel.
F
O
pen de motorkap.
F
M
aak indien nodig de sierkap los om de
handopvoerpomp te kunnen bereiken.
F
B
edien de handopvoerpomp totdat
u
weerstand voelt (de eerste keer
indrukken kan zwaar zijn).
F
B
edien de startmotor om de motor te starten
(als de motor niet gelijk aanslaat, wacht dan
ongeveer 15
seconden en start de motor
opnieuw).
F
A
ls de motor na meerdere pogingen niet
aanslaat, bedien dan de handopvoerpomp
en ver volgens de startmotor opnieuw.
F
B
reng de sierkap van de motor aan en klem
deze vast.
F
S
luit de motorkap.
8
In geval van pech
Page 124 of 240

122
Bandenreparatieset
Scan de QR-code op pagina 3 om
v erklarende video's te bekijken.
De bandenreparatieset bestaat uit een
compressor en een flacon met afdichtmiddel.
Hiermee kunt u
de band tijdelijk repareren ,
zodat u
de dichtstbijzijnde garage kunt
bereiken.
Met deze reparatieset kunnen de meeste lekke
banden worden gerepareerd, als het lek zich in
het loopvlak of de hiel van de band bevindt.
Toegang tot de set
Deze set bevindt zich in de opbergruimte
onder de vloer, onder de vloerplaat van de
bagageruimte.
De elektrische installatie van de auto biedt de
mogelijkheid een compressor aan te sluiten en
te gebruiken voor de duur die nodig is om een
gerepareerde lekke band op spanning te brengen.
Samenstelling van de set
1. 12V-compressor, met geïntegreerde
manometer.
2. Flacon met afdichtmiddel, met
geïntegreerde slang.
3. Sticker met snelheidslimiet.
Reparatiemethode
F Parkeer de auto zonder het verkeer te
belemmeren en trek de parkeerrem aan.
F
V
olg de veiligheidsinstructies
(alarmknipperlichten, gevarendriehoek,
dragen van een reflecterend veiligheidsvest,
enz.) conform de regels die gelden in het
land waar u
zich bevindt.
F
Z
et het contact af. F
R
ol de slang uit die onder de compressor is
opgeborgen.
Ver wijder niet het voor werp dat het lek
heeft veroorzaakt uit de band.
F
S
luit de slang van de compressor aan op de
flacon met afdichtmiddel.
F
K
eer de flacon met afdichtmiddel om en
bevestig deze aan de desbetreffende
uitsparing van de compressor.
In geval van pech
Page 125 of 240

123
F Haal het dopje van het ventiel van de lekke band en bewaar het op een schone plaats.
F
C
ontroleer of de schakelaar van de
compressor in stand " O" staat.
F
R
ol de elektrische kabel, die onder de
compressor is opgeborgen, volledig uit.
F
S
luit de stekker van de compressor aan op
de 12V-aansluiting van de auto.
F
Be
vestig de sticker met
snelheidslimiet.
De sticker met snelheidslimiet moet in
het interieur, in het gezichtsveld van de
bestuurder, worden geplakt om hem/haar
te herinneren aan het feit dat de band
tijdelijk is gerepareerd. F
Z
et het contact aan.
Als na ongeveer 7
minuten de spanning
niet 2
bar is, is de band niet te repareren;
neem contact op met een PEUGEOT-
dealer of een gekwalificeerde werkplaats
om u
verder te helpen.
F
S
luit de slang van de flacon met
afdichtmiddel aan op het ventiel van de
lekke band en zet hem stevig vast. Op deze sticker staat de bandenspanning
aangegeven.
F
A
ctiveer de compressor door de schakelaar
in stand " l" te zetten tot de bandenspanning
2,0
bar bedraagt. Het afdichtmiddel wordt
onder druk in de band gespoten; neem
gedurende deze handeling de slang niet los
van de aansluiting (kans op spatten). F
Ze t de schakelaar in stand "
O".
F O ntkoppel de stekker van de compressor
van de 12V-aansluiting in de auto.
F
P
laats de dop op het ventiel.
F
V
erwijder de set.
F
V
er wijder de flacon met afdichtmiddel en
berg deze op.
Let op: het afdichtmiddel is schadelijk bij
inname en irriterend voor de ogen.
Houd het middel buiten het bereik van
kinderen.
De uiterste gebruiksdatum van het middel
is op de flacon vermeld.
Gooi de flacon na gebruik niet weg, maar
lever deze in bij het PEUGEOT-netwerk of
een officieel inzamelpunt.
Vergeet niet om bij het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats een
nieuwe flacon met afdichtmiddel te kopen.
8
In geval van pech
Page 126 of 240

124
Rijd na het repareren van een band met
de bandenreparatieset niet sneller dan
80
km/h.
Bandenspanning
controleren/aanpassen
U kunt de compressor, zonder inspuiting
van het afdichtmiddel, ook gebruiken om
de bandenspanning te controleren of de
banden op spanning te brengen.
F
V
er wijder het dopje van het ventiel van de
band en bewaar het op een schone plaats.
F
R
ol de slang uit die onder de compressor is
opgeborgen. F
C
ontroleer of de schakelaar van de
compressor in stand " O" staat.
F R ol de elektrische kabel, die onder de
compressor is opgeborgen, volledig uit.
F
S
luit de stekker van de compressor aan op
de 12V-aansluiting van de auto.
F
Z
et het contact aan.Als na 7
minuten de spanning niet 2 bar is,
is de band niet te repareren; neem contact
op met een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats om u
verder
te helpen.
F
Z
et, zodra de gewenste spanning is bereikt,
de schakelaar in stand " O".
F
V
er wijder de set en berg deze op.
F
G
a onmiddellijk ongeveer vijf kilometer bij
lage snelheid (tussen 20 en 60 km/h) rijden,
zodat het afdichtmiddel het lek kan dichten.
F
Z
et de auto stil, controleer de reparatie en
meet de bandenspanning met de set.
F
S
luit de slang aan op het ventiel en zet hem
stevig vast.
Op deze sticker staat de bandenspanning
aangegeven. F
S
chakel de compressor in door de
schakelaar in stand " I" te zetten en breng
de band op de spanning die is aangegeven
op de bandenspanningssticker van de
auto. Om de bandenspanning te verlagen:
druk op de zwarte knop op de slang van
de compressor, bij de aansluiting op het
ventiel.
In geval van pech
Page 127 of 240

125
Rijd met een gerepareerde band niet meer
dan 200 km; neem contact op met een
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats om de band te ver vangen.
Bandenspanningscontrolesysteem
Als de spanning van één of meer
banden is aangepast, moet het
bandenspanningscontrolesysteem worden
gereset.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem .
Het lampje voor te lage
bandenspanning zal na het
repareren van een wiel blijven
branden tot het systeem is
gereset.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem .Reservewiel
Scan de QR-code op pagina 3 om
v erklarende video's te bekijken.
In het geval van een lekke band kunt u het wiel
m et het bij de auto geleverde gereedschap
verwisselen volgens de onderstaande procedure.
Toegang tot het gereedschap
Beschikbaar gereedschap
1. Wielsleutel.
Hiermee kan de wieldop worden ver wijderd
en kunnen de wielbouten worden
losgedraaid.
2. Krik met geïntegreerde slinger.
Hiermee kan de auto worden opgekrikt.
3. Gereedschap voor het ver wijderen van
sierdoppen.
Hiermee kunnen bij lichtmetalen velgen
de sierdoppen van de wielbouten worden
verwijderd.
4. Dop voor het verwijderen van slotbouten
Hiermee kunnen met behulp van de
wielsleutel de speciale slotbouten worden
verwijderd.
5. Sleepoog.
Zie de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het slepen .
Het gereedschap bevindt zich onder de vloer
van de bagageruimte.
Voor toegang:
F
o
pen de achterklep,
F
t
il de vloerplaat op en ver wijder deze,
F
h
aal de houder met het gereedschap er uit.
8
In geval van pech
Page 128 of 240

126
Wiel met wieldop
Monteren: plaats de wieldop met de
uitsparing over het ventiel en druk de
wieldop vervolgens rondom met de hand
vast.
Al het gereedschap is specifiek bestemd voor uw
auto. Van welk gereedschap uw auto is voorzien,
is afhankelijk van de uitvoering van de auto.
Gebruik het niet voor andere doeleinden.
De krik mag uitsluitend worden gebruikt
voor het ver wisselen van een wiel.
Gebruik niet een andere krik dan de door
de fabrikant geleverde krik.
Als de auto niet is voorzien van de
originele krik, neem dan contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats, om de door de fabrikant
voorgeschreven krik aan te schaffen.
De krik voldoet aan de Europese
regelgeving zoals deze is vastgelegd in de
Richtlijn 2006/42/EG over machines.
De krik is onderhoudsvrij.
Toegang tot het reservewiel
Verwijderen van het wiel
F Til het reser vewiel aan de achterzijde op en trek het naar u toe.
F
N
eem het wiel uit de bagageruimte.
Terugplaatsen van het wiel
F Leg het wiel in de reser vewielbak.
F Draai de moer op de bout een aantal omwentelingen los.
F
P
laats het bevestigingssysteem (moer en
bout) in het midden van het wiel.
F
D
raai de centrale moer vast tot deze klikt en
het wiel goed vastzit.
F
P
laats de houder met het gereedschap in het
hart van het wiel en maak de houder vast.
Als er geen wiel in de reser vewielbak ligt,
kan het bevestigingssysteem (moer en
bout) niet teruggeplaatst worden.
Het reser vewiel bevindt zich onder de vloer van de bagageruimte.
Afhankelijk van het land van bestemming, is er een stalen
reservewiel, een lichtmetalen reservewiel of een noodreservewiel
aanwezig.
F Draai de centrale moer los.
F V erwijder het bevestigingssysteem (moer en
bout).
In geval van pech