Page 153 of 240

3
Bevestig met OK.
Selecteer "Aan" of " Uit" om de RDS-
functie te activeren of te deactiveren.
Bevestig met OK.
Verkeersinformatie ontvangen
De functie TA (Traffic Announcement) geeft
voorrang aan TA-waarschuwingsmeldingen.
Om te worden geactiveerd moet deze functie
een radiozender die deze berichten uitzendt,
goed kunnen ontvangen. Zodra er een bericht
wordt uitgezonden, wordt de geluidsbron die
op dat moment wordt weergegeven (radio,
CD, …) automatisch onderbroken en wordt
de TA-melding doorgegeven. Zodra het
bericht is afgelopen, wordt de oorspronkelijke
weergave weer hervat.
Druk op MENU .
Selecteer " Radio".
Bevestig met OK.
Selecteer " Trafic TA".
Bevestig met OK. Selecteer "
On" of " Off" om het
uitzenden van verkeersmeldingen te
activeren of te deactiveren.
Bevestig met OK.
Tekstberichten weergeven
Tekstberichten worden door een
radiozender tijdens het luisteren naar de
muziek meegestuurd.
Druk op MENU .
Selecteer " Radio".
Bevestig met OK.
Selecteer " INFO TEXT ".
Bevestig met OK.
Selecteer " Aan" of " Uit" om de
weergave van tekstberichten te
activeren of te deactiveren.
Bevestig met OK.
Media
AUX- aansluiting (AUX)
Sluit het externe apparaat (MP3 -speler enz.)
met een audiokabel (niet meegeleverd) aan op
de AUX-aansluiting.
Druk herhaaldelijk op de toets SRC/
BAND tot de bron " AUX" wordt
weergegeven.
Stel eerst het volume van het externe apparaat
af (hoog geluidsniveau). Stel ver volgens het
volume van het audiosysteem af. De bediening
gebeurt via het externe apparaat.
CD-speler
Plaats een CD in de CD-speler; deze zal de CD
automatisch afspelen.
Plaats een MP3 - CD in de CD-speler.
Het audiosysteem scant de CD tot alle
nummers zijn gevonden, hierdoor kan het
enkele tot enkele tientallen seconden duren
voordat het afspelen begint.
.
Audiosysteem
Page 154 of 240

4
Druk herhaalde malen op de toets
SRC/BAND om "CD" te selecteren.
Druk op een van deze toetsen om
naar het vorige/volgende nummer
te gaan.
Druk op een van deze toetsen om
de vorige of volgende afspeellijst te
selecteren.
Houd een van de toetsen ingedrukt
om snel vooruit of terug te spelen.
Een MP3-CD afspelen
Druk op LIST om de
mappenstructuur van de afspeellijst
weer te geven.
Selecteer een regel in de lijst.
Bevestig met " OK ".
Een pagina overslaan.
Selecteer een map/afspeellijst.
Start het afspelen van het gekozen
nummer. Omhoog in de menustructuur.
Ga terug naar het hoogste niveau om de
indeling te kiezen:
- Op
mappen : alle mappen met audio-
bestanden worden in een algemeen
overzicht en alfabetisch geordend
weergegeven, zonder dat daarbij rekening
is gehouden met de mappenstructuur.
- Op
afspeellijst : conform de opgeslagen
afspeellijsten.
Afspeelmethode
Druk op MENU .
Selecteer " Media".
Bevestig met OK.
Kies de gewenste afspeelmethode.
Bevestig met OK om de wijzigingen
op te slaan. Er zijn verschillende afspeelmethodes:
-
N
ormaal: de nummers worden in
de normale volgorde volgens de
afspeellijst afgespeeld.
-
R
andom: de nummers van een album
of een map worden in een willekeurige
volgorde afgespeeld.
-
A
lle random: alle nummers van
alle mediaspelers worden in een
willekeurige volgorde afgespeeld.
-
H
erhaling: alleen de nummers
van dit album of deze map worden
afgespeeld.Informatie en tips
De autoradio speelt uitsluitend bestanden met
de extensie ".mp3", ".wma", ".wav".
Om problemen tijdens het afspelen of de
weergave te voorkomen, is het raadzaam om
bestandsnamen aan te maken met minder dan
20
tekens en zonder speciale tekens (bijv.: " ?.; ù).
Om een opgenomen CD-R of CD-RW te kunnen
afspelen, moet u bij voorkeur bij het opnemen
van een CD de standaard ISO
9660 niveau 1,
2
of Joliet selecteren.
Als de disc met een andere standaard is
gebrand, kan deze mogelijk niet correct worden
afgespeeld.
Het is raadzaam om voor één CD niet meer dan
één standaard voor het branden te gebruiken.
Stel de laagst mogelijke snelheid (maximaal 4x)
in voor een optimale geluidskwaliteit.
Audiosysteem
Page 155 of 240

5
Gebruik bij een multisessie- CD altijd de
standaard Joliet.
Afspeellijsten moeten van het type.m3u of.pls zijn.
Het maximaal aantal herkende bestanden
is 5000 verdeeld over 500 afspeellijsten op
maximaal 8
niveaus.
Op één CD kunt u maximaal 255 MP3 -
b estanden zetten, verdeeld over maximaal
8
niveaus. Wij raden echter aan om ze over
hooguit 2
niveaus te verdelen om de duur van
het lezen van de CD beperkt te houden.
Bij het afspelen wordt geen rekening gehouden
met de mappenstructuur.
Audio-instellingen
Druk op ¯ om het menu Audio-
instellingen weer te geven.
De volgende instellingen zijn mogelijk:
-
GELUIDSSFEER,
-
L
AGE TONEN,
-
H
OGE TONEN,
-
LOUDNESS,
-
BALANS,
-
A
UTOMATISCHE VOLUMEREGELING. Kies de te wijzigen instelling.
Bevestig met OK. Pas de instelling aan.
Bevestig met OK.
De audio-instellingen GELUIDSSFEER, HOGE TONEN
en LAGE TONEN zijn afzonderlijke instellingen, die
u
voor elke geluidsbron apart kunt verrichten.
Veelgestelde vragen
Hieronder vindt u de antwoorden op de meest
ge stelde vragen over uw audiosysteem.
.
Audiosysteem
Page 156 of 240

6
VR A AGANTWOORDOPLOSSING
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussen de
verschillende geluidsbronnen (radio, CD…). Voor een optimaal luistergenot kunt u
de audio-
instellingen (volume, lage tonen, hoge tonen,
geluidssfeer, loudness) voor elke geluidsbron
afzonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij
het selecteren van een andere geluidsbron
(radio, CD…) verschillen in de geluidskwaliteit
hoorbaar zijn.
Controleer of de audio-instellingen (volume, lage
tonen, hoge tonen, geluidssfeer, loudness) zijn
afgestemd op de verschillende geluidsbronnen.
Het is raadzaam de audiofuncties (lage tonen,
hoge tonen, geluidsverdeling voor/achter, balans
links/rechts) in de middelste stand te zetten,
de geluidssfeer "Geen" te selecteren en de
functie Loudness in de stand "Actief " te zetten
als de CD-speler is geselecteerd en in de stand
"Inactief " te zetten als de radio is geselecteerd.
Bij het veranderen van de lage tonen en
hoge tonen wordt de gekozen geluidssfeer
uitgeschakeld.
Bij het veranderen van de geluidssfeer worden
de lage tonen en de hoge tonen op 0
gezet.Bij het selecteren van een andere geluidssfeer
worden ook de lage en hoge tonen opnieuw
ingesteld. Ze afzonderlijk van elkaar instellen is
niet mogelijk.
Stel de lage tonen en hoge tonen of de
geluidssfeer naar eigen wens in.
De ontvangstkwaliteit van de beluisterde
radiozender neemt geleidelijk af of de
voorkeuzezenders kunnen niet worden
ontvangen (geen geluid, 87,5
Mhz wordt
weergegeven…). De auto bevindt zich te ver van de zender van
het beluisterde radiostation of er bevindt zich
geen zender in het gebied waarin de auto zich
bevindt.
Activeer de RDS-functie en zoek nogmaals
naar de radiozender, zodat het systeem kan
controleren of er een sterkere zender in het
gebied beschikbaar is.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden
door obstakels in de omgeving (bergen,
gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.), ook
als de RDS-functie is ingeschakeld. Dit is een normaal verschijnsel en duidt niet op
een storing in het audiosysteem.
De antenne is niet aanwezig of is
beschadigd (bijvoorbeeld in een wasstraat of
parkeergarage). Laat de antenne controleren door een
PEUGEOT-dealer.
Audiosysteem
Page 157 of 240

7
Het geluid van de radio valt 1 tot 2 seconden
we g. Het RDS zoekt tijdens deze korte onderbreking
van het geluid naar een eventuele sterkere
zender voor een betere ontvangst van het
station. Schakel de RDS-functie uit als dit verschijnsel
zich te vaak en steeds op hetzelfde traject
voordoet.
De functie TA (verkeersinformatie) wordt
getoond. Ik ontvang geen verkeersinformatie. Stem af op een zender die wel
verkeersinformatie uitzendt.Stem af op een radiozender die wel
verkeersinformatie uitzendt.
De voorkeuzezenders kunnen niet worden
ontvangen (geen geluid, 87,5
Mhz wordt
weergegeven…). Het verkeerde golfbereik is geselecteerd.
Druk op de toets SRC om het golfbereik
(AM, FM1, FM2
) te vinden waarin de
voorkeuzezenders zijn opgeslagen.
De CD wordt steeds uitgeworpen of kan niet
worden afgespeeld. De CD is ondersteboven in de speler
geplaatst, kan niet worden gelezen, bevat geen
audiobestanden of bevat audiobestanden die
niet door het audiosysteem worden herkend.
De CD is voorzien van een beveiligingssysteem
dat niet door het audiosysteem wordt herkend.
- Controleer of de CD met de juiste zijde boven in de
speler is geplaatst.
-
C
ontroleer de staat van de CD: de CD kan niet
worden gelezen als deze te veel is beschadigd.
-
C
ontroleer de inhoud van de CD als deze zelf is
gebrand: raadpleeg de tips in het hoofdstuk "Audio".
-
D
e kwaliteit van sommige zelfgebrande CD's is
onvoldoende om deze door de autoradio te laten
afspelen.
-
W
anneer er sprake is van een slechte kwaliteit
kunnen sommige zelfgebrande CD's niet door het
audiosysteem worden afgespeeld.
De geluidskwaliteit van de CD is slecht. De gebruikte CD is bekrast of van slechte kwaliteit.Gebruik alleen CD's van goede kwaliteit en berg
ze zorgvuldig op.
De audio-instellingen (lage tonen, hoge
tonen, geluidssfeer) zijn niet op de CD-speler
afgestemd. Zet het geluidsniveau van de lage en hoge
tonen op 0, zonder een geluidssfeer te
selecteren.
.
Audiosysteem
Page 158 of 240
8
Bij het afspelen tijdens "Shuffle uitgebreid"
worden sommige nummers overgeslagen.De functie "Shuffle uitgebreid" kan maximaal
999
nummers lezen.
Na het afzetten van de motor wordt de radio na
enkele minuten automatisch uitgeschakeld. Als de motor is afgezet, blijft de radio nog
werken zolang de laadtoestand van de accu dat
toestaat.
Het automatisch uitschakelen duidt erop dat de
eco-mode van de autoradio is geactiveerd om
te voorkomen dat de accu van de auto ontladen
raakt.Start de motor van de auto om de laadtoestand
van de accu te verhogen.
De melding "het audiosysteem is over verhit"
verschijnt op het display. Om het audiosysteem te beschermen tegen
een te hoge omgevingstemperatuur, activeert
de autoradio automatisch een thermische
beveiliging die het geluidsvolume verlaagt of de
CD-speler uitschakelt.Schakel het audiosysteem enkele minuten uit
om het systeem te laten afkoelen.
Audiosysteem
Page 159 of 240

1
Audiosysteem/Bluetooth®
Inhoud
De eerste stappen
1
St
uurkolomschakelaars
2
R
adio
2
M
edia
3
T
elefoon
6
A
udio-instellingen
8
C
onfiguratie
9
V
eelgestelde vragen
9
O
m veiligheidsredenen mag de bestuurder
handelingen die zijn volledige aandacht
vragen uitsluitend uitvoeren bij stilstaande
auto.
Als de motor is afgezet, schakelt het
systeem zichzelf, na het inschakelen van
de eco-mode, uit om te voorkomen dat de
accu ontladen raakt.De eerste stappen
Aan/uit, volumeregeling.
Wijzigen van de audio-opties:
geluidssfeer, hoge tonen, lage
tonen, loudness, verdeling, balans
links/rechts, balans voor/achter,
automatische volumeregeling.
Automatisch zoeken naar zenders in
aflopende volgorde.
Selecteren van het vorige nummer
van de CD, USB.
Navigeren in een lijst.
Ingedrukt houden: terugspoelen. Weergave van de lijst met
radiozenders, de nummers van een
CD/USB.
Ingedrukt houden: bijwerken van de
lijst met radiozenders.
Ongedaan maken van de huidige bewerking.
Eén niveau omhooggaan in een structuur
(menu of map).
Automatisch zoeken naar zenders in oplopende
volgorde.
Selecteren van het volgende nummer van de CD, USB.
Navigeren in een lijst.
Ingedrukt houden: vooruitspoelen.
Toegang tot het hoofdmenu.
Selecteren van een
voorkeuzezender.
Radio, ingedrukt houden: een zender
in het geheugen opslaan.
Andere geluidsbron: zie de
desbetreffende hoofdstukken.
Uitwerpen van de CD.
Selecteren van de geluidsbron:
Radio: FM1, FM2, AM, CD, USB,
AUX, Streaming.
Telefoon: een inkomend gesprek
aannemen.
Telefoon, ingedrukt houden:
beëindigen van een telefoongesprek,
toegang tot het gesprekkenlogboek
van de gekoppelde telefoon.
.
Bluetooth®-autoradio
Page 160 of 240

2
Stuurkolomschakelaars
Radio: selecteren van vorige/
volgende voorkeuzezender.
CD/USB: selecteren van het genre/
de artiest /de map/de afspeellijst uit
de lijst, afhankelijk van de indeling.
Selecteren van het vorige/volgende
item van een menu.
Radio: automatisch zoeken naar
zenders in oplopende volgorde.
CD/MP3/USB: selecteren van het
volgende nummer.
CD/USB: ingedrukt houden:
vooruitspoelen.
Wijzigen van de audiobron.
Een selectie bevestigen.
Telefoon: gesprek aannemen/gesprek
beëindigen.
Ingedrukt houden: toegang tot de gesprekkenlijst.
Radio: automatisch zoeken naar
zenders in aflopende volgorde.
CD/MP3/USB: selecteren van het
vorige nummer.
CD/USB: ingedrukt houden:
terugspoelen.
Verhogen van het geluidsvolume.
Verlagen van het geluidsvolume.Mute-functie inschakelen: geluid
onderbreken door gelijktijdig
indrukken van de volumetoetsen.
Mute-functie uitschakelen: druk op
één van de twee volumetoetsen.
Radio
Een radiozender opslaan
Druk een paar keer achter elkaar op
SRC/TEL
om het golfbereik FM1,
FM2
of AM te selecteren.
Houd een toets ingedrukt om de zender
waarnaar u luistert op te slaan. De naam
van de radiozender wordt weergegeven
en er klinkt een geluidssignaal om te
bevestigen dat de zender is opgeslagen.
Er kunnen storingen in de ontvangst
optreden door obstakels in de
omgeving (bergen, gebouwen, tunnels,
parkeergarages, enz.), ook als de RDS-
functie is ingeschakeld. Dit is een normaal
verschijnsel en heeft niets te maken met
een storing in het audiosysteem.
Een radiozender selecteren
Druk op een toets om de
desbetreffende opgeslagen zender
te beluisteren.
Een lijst beheren
Druk op LIST om de lijst met
opgeslagen zenders in alfabetische
volgorde weer te geven.
Selecteer met een van de toetsen de
gewenste zender.
Bevestig met " OK ".
Druk kort op een van de toetsen om
naar de volgende of vorige letter te
gaan.
Houd LIST even ingedrukt om de
lijst met zenders samen te stellen
of bij te werken; de radio-ontvangst
wordt dan tijdelijk onderbroken.
Een frequentie invoeren
Druk op MENU .
Selecteer " Radio".
Selecteer " Invoer freq. ".
Druk op + ,
of druk op - om de gewenste frequentie
te selecteren.
Bevestig met " OK ".
Bluetooth®-autoradio