Page 25 of 240

23
Actieradius kleiner dan 100 km (1,5 BlueHDi
E uro 6.2)
Tijdens het rijden worden het geluidssignaal en
de melding elke 10 km weergegeven zolang er
geen AdBlue is bijgevuld.
Vul zo snel mogelijk vloeistof bij om te
voorkomen dat het reservoir helemaal leeg
raakt en de motor niet meer gestart kan worden.
Star ten geblokkeerd vanwege te weinig
AdBlue®
Het AdBlue®-reser voir is leeg: het starten van
de motor wordt geblokkeerd door het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem. Vul zo snel mogelijk vloeistof bij om te
voorkomen dat het reservoir helemaal leeg
raakt en de motor niet meer gestart kan
worden.
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het lampje
knipperen in combinatie met een geluidssignaal
(1
pieptoon) en een melding (bijvoorbeeld " Vul
AdBlue bij: starten onmogelijk over x km") die
aangeeft hoeveel kilometer of mijl u
nog kunt
rijden met de resterende hoeveelheid vloeistof.
Als het contact wordt aangezet, gaat dit lampje
knipperen in combinatie met een geluidssignaal
en de melding " Vul AdBlue bij: Starten
onmogelijk". Om de motor weer te kunnen starten moet
het reser voir met minimaal 5
liter AdBlue
®
worden gevuld.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
® (BlueHDi-
motoren) , in het bijzonder met betrekking
tot het bijvullen.
Als een storing in het SCR-
emissieregelsysteem wordt
gedetecteerd
Er wordt automatisch een
startblokkeringssysteem geactiveerd als
meer dan 1100
km is gereden nadat de
storing in het SCR-systeem is bevestigd.
Laat het systeem zo snel mogelijk
controleren door het PEUGEOT-netwerk
of door een gekwalificeerde werkplaats.
Als een storing wordt gedetecteerd In het geval van een tijdelijke
storing verdwijnt de waarschuwing
tijdens de volgende rit na controle
van de zelfdiagnose van het SCR-
emissieregelsysteem.
Tijdens de toegestane rijfase (tussen
1100 en 0 km)
Deze lampjes gaan branden in combinatie met
een geluidssignaal en de melding "Storing
emissieregeling".
De waarschuwing wordt tijdens het rijden
gegeven zodra de storing voor de eerste keer wordt gedetecteerd en ver volgens steeds bij
het aanzetten van het contact zolang de storing
niet is verholpen.
Als een storing in het SCR-systeem is bevestigd
(na 50
km) en de storingsmelding permanent
wordt weergegeven, gaan deze lampjes branden
en knippert het lampje AdBlue in combinatie
met een geluidssignaal en een melding
(bijvoorbeeld: "Storing emissieregeling:starten
onmogelijk over 300
km") die aangeeft hoeveel
kilometer u
nog kunt rijden met de resterende
hoeveelheid additief.
Tijdens het rijden wordt de melding elke 30 seconden
w eergegeven zolang de storing in de SCR-
emissieregeling niet is verholpen.
De waarschuwing wordt opnieuw weergegeven zodra
het contact wordt aangezet.
Neem zo snel mogelijk contact op met het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Als u
dit niet doet, kan de motor niet meer worden
gestart.
1
Instrumentenpaneel
Page 26 of 240

24
Starten geblokkeerd
U hebt de limiet van de toegestane rijfase
overschreden: het startblokkeringssysteem
voorkomt dat de motor kan worden gestart.
Om de motor weer te kunnen starten, is het
noodzakelijk dat u contact opneemt met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats. Elke keer dat het contact wordt aangezet, gaan
deze lampjes branden en knippert het lampje
AdBlue in combinatie met een geluidssignaal
en de melding "Storing emissieregeling: starten
geblokkeerd".
Boordcomputer
Display instrumentenpaneel
F Druk herhaaldelijk op de toets op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar
om de verschillende gegevens weer te
geven. -
W
eergave van traject 1
:
•
de
gemiddelde snelheid,
•
he
t gemiddelde brandstofverbruik,
•
d
e afgelegde afstand,
tijdens het eerste traject.
-
W
eergave van traject 2
:
•
de
gemiddelde snelheid,
•
he
t gemiddelde brandstofverbruik,
•
d
e afgelegde afstand,
tijdens het tweede traject.
-
A
ctuele informatie:
•
d
e actieradius,
•
h
et actuele brandstofverbruik,
•
d
e teller van het Stop & Start-systeem.
Met touchscreen
De gegevens zijn toegankelijk via
het menu Rijden/Auto
.
Traject resetten
F Druk zodra het gewenste traject wordt
weergegeven de toets langer dan
2
seconden in of gebruik de linker rolknop
op het stuurwiel.
De trajecten 1
en 2 zijn onafhankelijk en
hebben dezelfde eigenschappen.
Traject 1
kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor
een dagelijks verbruik en traject 2
voor een
maandelijks verbruik.
Weergave van informatie op het
touchscreen
Instrumentenpaneel
Page 27 of 240

25
Permanente weergave:
F S electeer het menu " Applicaties",
vervolgens het tabblad " Voertuigapps" en
dan " Boordcomputer ".
De informatie van de boordcomputer wordt
weergegeven op tabbladen.
F
D
ruk op een van de toetsen om het
gewenste tabblad te bekijken.
Tijdelijke weergave in een specifiek
venster:
F
D
ruk op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar om de informatie
te bekijken en de verschillende tabbladen
weer te geven.
Het tabblad "actuele informatie" met:
-
D
e actieradius.
-
H
et actuele brandstofverbruik.
-
D
e teller van het Stop & Start-systeem.
Het tabblad "Traject 1 " met:
-
D
e gemiddelde snelheid voor het eerste
traject.
-
H
et gemiddelde brandstofverbruik.
-
D
e afgelegde afstand.
Het tabblad "Traject 2 " met:
-
D
e gemiddelde snelheid voor het tweede
traject.
-
H
et gemiddelde brandstofverbruik.
-
D
e afgelegde afstand.Traject resetten
F Druk, zodra het gewenste traject wordt weergegeven, op de toets voor
het resetten of op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar.
Traject "1 " en "2" zijn onafhankelijk en kunnen
op dezelfde manier worden gebruikt.
Traject "1 " kan bijvoorbeeld worden gebruikt
voor het berekenen van het dagelijkse verbruik
en traject " 2" voor het maandelijkse verbruik.
Enkele definities
Actieradius
(km of mijl)
Aantal kilometers dat u nog met de
resterende hoeveelheid brandstof
kunt rijden (berekend op basis van
het gemiddelde verbruik over de
laatste afgelegde kilometers).
Deze waarde kan schommelen door
een gewijzigde rijstijl of het rijden op
een helling, waardoor het actuele
brandstofverbruik aanzienlijk kan wijzigen.
Als de actieradius minder dan 30
km bedraagt,
verschijnen streepjes op het display.
Na het tanken van minimaal 5
liter brandstof
wordt de actieradius opnieuw berekend en
weergegeven als deze meer dan 100
km
bedraagt.
Wanneer tijdens het rijden streepjes in plaats van waarden
worden weergegeven, dient u contact met een PEUGEOT-
dealer of gekwalificeerde werkplaats op te nemen.
Actueel brandstofverbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
B erekend over de laatste seconden.
1
Instrumentenpaneel
Page 28 of 240

26
Deze functie wordt alleen weergegeven bij
snelheden vanaf 30 km/h.
Gemiddeld brandstofverbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
B erekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Afgelegde afstand
(km of miles)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph) Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Totale tijd in de STOP-stand
(minuten/seconden of uren/minuten)
Als uw auto is uitgerust met het Stop & Start-
systeem, houdt een teller bij hoelang de STOP-
stand tijdens een rit is geactiveerd.
De teller wordt elke keer als u
het contact
aanzet weer op nul gezet.
Datum en tijd instellen
Instrumentenpaneel
F Druk deze toets herhaaldelijk in om de volgende parameters weer te geven:
-
uren,
-
minuten,
-
t
ijdsaanduiding in 12 of 24 uur.
Met PEUGEOT Connect
Radio
F Selecteer het menu Instellingen in de bovenste
menubalk van het touchscreen.
F
Sel
ecteer " Systeemconfiguratie ".
F
Sel
ecteer " Datum en tijd ".
F
Sel
ecteer " Datum" of "Tijd".
F
S
electeer het formaat van de weergave.
F
W
ijzig de datum en/of de tijd met het
numerieke toetsenbord.
F
Be
vestig met " OK".
Met PEUGEOT Connect Nav
Het instellen van de datum en tijd is alleen
mogelijk als de GPS-synchronisatie is
uitgeschakeld.
F
S
electeer het menu
" Instellingen ".
F
D
ruk op de toets " OPTIES" om de
secundaire pagina te openen.
F
Sel
ecteer "Instellen tijd-
datum ".
F
S
electeer het tabblad " Datum" of "Tijd".
F
S
tel de datum en/of tijd in met behulp van
het numerieke toetsenbord.
F
D
ruk ter bevestiging in het
geselecteerde tabblad op deze
toets.
Andere instellingen
U kunt:
- d e datumnotatie wijzigen (DD/MM/JJJJ,
JJJJ/MM/DD, …)
-
d
e tijdsaanduiding wijzigen (12h/24h).
-
de
tijdzone wijzigen.
-
d
e synchronisatie met het GPS (UTC) in- of
uitschakelen.
Instrumentenpaneel
Page 29 of 240

27
Het systeem schakelt niet automatisch
over op zomertijd/wintertijd (afhankelijk
van het land).
Overschakelen naar zomer- of wintertijd is
mogelijk door de tijdzone te wijzigen.
Dimmer dashboardverlichting
U kunt de lichtsterkte van de verlichting van
het dashboard en het touchscreen handmatig
aanpassen aan het licht van de omgeving.
Met twee knoppen
Verlichting ingeschakeld:F
D
ruk op deze knop om de
lichtsterkte te verhogen.
F
D
ruk op deze knop om
deze te verlagen.
Laat de knop los zodra de gewenste lichtsterkte
is bereikt.
Met één knop
F Druk op deze knop om de lichtsterkte af te stellen.
F
L
aat de knop los zodra de gewenste
lichtsterkte is bereikt.
De lichtsterkteregeling werkt niet als de
verlichting van de auto uitgeschakeld is of in de
dagstand staat (dagrijverlichting ingeschakeld).
Met touchscreen
De lichtsterkte kan verschillend worden
afgesteld voor de dag (lichtschakelaar in
de stand " 0") en nacht (lichtschakelaar in
iedere andere stand).
F
S
electeer in het menu Instellingen de
optie " Lichtsterkte ".
F
S
tel de lichtsterkte af door op de pijlen te
drukken of de cursor te bewegen.
1
Instrumentenpaneel
Page 30 of 240

28
Sleutel met afstandsbediening
Systeem om de auto centraal te ontgrendelen
en te vergrendelen met de sleutel in het
portierslot of met de afstandsbediening.
Met dit systeem kan de auto bovendien
worden gelokaliseerd en de motor worden
gestart. Daarnaast ver vult het een rol in de
diefstalbeveiliging.
A.Uitklappen/inklappen.
B. Ontgrendelen.
Alarm uitschakelen.
C. Vergrendelen.
Lokaliseren.
Alarm inschakelen.
D. Follow me home-verlichting.
Uitklappen/inklappen van
de sleutel
F Druk op knop A om de sleutel uit of in te
klappen. Wanneer u
deze knop niet indrukt, kan de
afstandsbediening beschadigd raken.
Ontgrendelen van de auto
Met de sleutel
F Draai de sleutel in het slot van het bestuurdersportier richting de voorzijde
van de auto om deze te ontgrendelen.
Met de afstandsbediening
F Druk op deze knop om de auto te ontgrendelen.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door het
gedurende enkele seconden snel knipperen
van de richtingaanwijzers. De buitenspiegels
worden uitgeklapt en de instapverlichting wordt
ingeschakeld (afhankelijk van de uitvoering).
Het inbraakalarm wordt niet uitgeschakeld als
de auto met de sleutel wordt ontgrendeld.
Selectieve ontgrendeling van het
bestuurdersportier
Standaard is de volledige ontgrendeling
geactiveerd. De selectieve ontgrendeling kan in-
of uitgeschakeld worden met behulp
van het touchscreen via het menu
Rijden/Auto .
F Druk op deze knop om alleen het
bestuurdersportier te ontgrendelen.
Druk twee keer kort achter elkaar
op de knop om de overige portieren
en de achterklep te ontgrendelen.
Vergrendelen van de auto
Met de sleutel
F Draai de sleutel in het slot van het bestuurdersportier naar de achterzijde
van de auto om deze te vergrendelen.
Controleer of de portieren en de
achterklep goed zijn gesloten.
Met de afstandsbediening
F Druk op deze knop om de auto te vergrendelen.
Het vergrendelen wordt bevestigd door het
gedurende ongeveer twee seconden branden
van de richtingaanwijzers. De buitenspiegels
worden ingeklapt (afhankelijk van de
uitvoering).
Als een van de portieren of de achterklep
geopend is, werkt de centrale vergrendeling
niet: u hoort de sloten dan direct na het
vergrendelen weer openspringen.
Toegang tot de auto
Page 31 of 240

29
Als de auto is vergrendeld en wordt
ontgrendeld zonder dat een portier of
de achterklep wordt geopend, wordt
deze na 30 seconden automatisch weer
vergrendeld.
Lokaliseren van de auto
F Bij het indrukken van deze toets gaan de plafonniers branden en
knipperen de richtingaanwijzers
gedurende enkele seconden,
zodat u
uw geparkeerde auto
kunt terugvinden.
Follow me home-verlichting
Houd deze toets ingedrukt om
de follow me home-verlichting te
activeren (inschakelen van het
parkeerlicht, het dimlicht en de
kentekenplaatverlichting).
Door de toets een tweede keer in te drukken
ter wijl de verlichting nog brandt, wordt de follow
me home-verlichting weer uitgeschakeld.
Supervergrendeling
De supervergrendeling schakelt de buiten-
en binnenportiergrepen uit en de knop
voor de centrale vergrendeling op het
dashboard.
Schakel daarom nooit de
supervergrendeling in als er zich iemand
in de auto bevindt.
Met de sleutel
F Draai de sleutel in het slot van het bestuurdersportier richting de achterzijde van de auto.
F
D
raai binnen 5 seconden de sleutel nogmaals
richting de achterzijde van de auto om de
super vergrendeling van de auto in te schakelen.
Met de afstandsbediening
F Druk één keer op deze knop om de auto volledig te vergrendelen.
F
D
ruk binnen 5 seconden
nogmaals op deze knop om de
supervergrendeling van de auto
in te schakelen.
Het inschakelen van de supervergrendeling
wordt bevestigd door het gedurende ongeveer
2
seconden branden van de richtingaanwijzers.
Tegelijkertijd worden, afhankelijk van de
uitvoering van de auto, de buitenspiegels
elektrisch ingeklapt.
Adviezen
Afstandsbediening
De radiografische afstandsbediening is een systeem
met een groot bereik. Het is raadzaam om niet met
de knop van de afstandsbediening te spelen, om te
voorkomen dat de portieren per ongeluk ontgrendeld
worden.
Druk nooit op de knoppen van uw afstandsbediening
buiten het bereik en het zicht van uw auto. De
afstandsbediening kan dan onbruikbaar worden.
In dat geval moet de afstandsbediening opnieuw
worden gesynchroniseerd.
De afstandsbediening werkt niet als de sleutel in het
contactslot zit, zelfs niet als het contact is afgezet.
Diefstalbeveiliging
Breng geen wijzigingen aan in de
elektronische startblokkering; dit kan tot
storingen leiden.
Vergeet bij uitvoeringen met contactslot
niet om de sleutel te ver wijderen en aan
het stuur wiel te draaien om het stuurslot
te activeren.
Het automatisch inklappen en uitklappen
van de buitenspiegels bij het vergrendelen
en ontgrendelen kan worden uitgeschakeld
via het configuratiemenu van de auto.
2
Toegang tot de auto
Page 32 of 240

30
Centrale vergrendeling
Handmatig
F Druk op deze knop om de centrale vergrendeling van de auto (portieren en achterklep) vanuit het
interieur te bedienen. Het verklikkerlampje van
de toets gaat branden.
F
D
ruk nogmaals op de knop om de auto volledig
te ontgrendelen. Het lampje van de knop gaat uit.
Dit verklikkerlampje gaat ook uit als één of meer te
openen carrosseriedelen afzonderlijk worden ontgrendeld.
De centrale vergrendeling werkt niet als
een van de portieren is geopend.
Automatisch (beveiliging
tegen agressie)
De portieren en de achterklep kunnen tijdens
het rijden automatisch worden vergrendeld (bij
een snelheid hoger dan 10
km/h).
Om deze functie, die standaard is
ingeschakeld, in of uit te schakelen:
F Druk op de knop tot er een geluidssignaal klinkt en/of een melding
op het scherm wordt weergegeven.
Noodprocedures
De auto volledig ontgrendelen/
vergrendelen met de sleutel
Gebruik in de volgende situaties deze
procedures:
-
l
ege batterij van de afstandsbediening;
-
s
toring van de afstandsbediening;
-
a
uto is in een gebied met sterke
elektromagnetische straling.
In het eerste geval moet u
de batterij van de
afstandsbediening vervangen.
In het tweede geval kunt u
het probleem
mogelijk verhelpen door de afstandsbediening
te synchroniseren.
Raadpleeg de desbetreffende rubrieken.
Vergrendelen van de auto
Het rijden met vergrendelde portieren kan in
noodgevallen de toegang tot het interieur voor de
hulpdiensten bemoeilijken.
Neem uit veiligheidsoverwegingen (kinderen in de
auto) de sleutel met afstandsbediening mee als
u
de auto verlaat, zelfs al is dit voor korte duur.
Sleutels of afstandsbediening verloren
Ga met het kentekenbewijs van de auto,
uw legitimatiebewijs en indien mogelijk
de sticker met de sleutelcode naar een
PEUGEOT-dealer.
Het PEUGEOT-netwerk kan de speciale
code van de sleutel en de transponder
opzoeken en een nieuwe bestellen.
Bij het aanschaffen van een gebruikte auto
Laat uw sleutels door het PEUGEOT-netwerk
in het elektronische geheugen van de auto
opslaan, zodat u er zeker van kunt zijn dat
de in uw bezit zijnde sleutels de enige zijn
waarmee de auto kan worden gestart.
Als de auto van buitenaf is vergrendeld of als de
super vergrendeling van buitenaf is ingeschakeld, is de
knop buiten werking. Als de super vergrendeling niet is
ingeschakeld gebruik dan de afstandsbediening om de
auto te ontgrendelen of trek aan de binnenportiergreep
om het portier te openen.
F Steek de sleutel in het portierslot.
F D raai de sleutel in de richting van
de voorzijde van de auto om deze te
ontgrendelen, of in de richting van de
achterzijde om de auto te vergrendelen.
Toegang tot de auto