96
Selecteren van een opgeslagen snelheid:
F H oud de toets " +" of " -" even ingedrukt;
het systeem stopt bij de dichtstbijzijnde
opgeslagen snelheid.
F
H
oud de toets " +" of " -" nogmaals even
ingedrukt om een andere opgeslagen
snelheid te kiezen.
Op het instrumentenpaneel wordt de
snelheid en de status van het systeem (in-/
uitgeschakeld) weergegeven.
Selecteren
Active City Brake
vóór de auto stilstaat.
Het doel van de functie is het voorkomen van
een aanrijding of het verminderen van de
aanrijdingssnelheid.
Dit systeem is ontworpen om de veiligheid
tijdens het rijden te vergroten.
De bestuurder moet zelf altijd het verkeer in
de gaten blijven houden en de afstand tot en
de snelheid van andere weggebruikers blijven
inschatten.
Active City Brake is een hulpmiddel voor de
bestuurder die desondanks waakzaam moet blijven.
Als uw auto te dicht bij de voorligger komt of
de voorligger te snel nadert, remt het systeem
de auto automatisch af om een aanrijding te
voorkomen. Tijdens het automatisch remmen:
-
w
ordt een melding weergegeven.
-
ga
an de remlichten branden.
Het automatische noodremsysteem remt
pas in laatste instantie af en alleen als de
bestuurder het rempedaal helemaal niet of met
onvoldoende kracht intrapt en evenmin op de
situatie reageert met een uitwijkmanoeuvre.
De laserstraal is onzichtbaar. Kijk nooit in
de lasersensor met een optisch instrument
(vergrootglas, microscoop enz.): kans op
oogletsel.
Voorwaarden voor de activering:
-
E
r rijdt een voertuig op dezelfde rijstrook.
-
U
w auto en uw voorligger rijden niet in een
te scherpe bocht.
-
D
e snelheid van uw auto moet tussen 5 en
30 km/h liggen.
-
D
e remfunctieregelsystemen (ABS, EBD,
NRA) functioneren.
-
D
e stabiliteitscontrolesystemen (ASR, DSC)
functioneren en zijn niet uitgeschakeld.
-
D
e functie Active City Brake is de afgelopen
10
seconden niet geactiveerd.
Preventieve rijhulpfunctie die aan de hand van
signalen van de lasersensor aan de bovenzijde
van de voorruit de auto automatisch afremt als
een voorligger sterk afremt, tot stilstand komt of Als het automatisch remmen wordt geactiveerd:
-
k
an dit nog efficiënter werken als de
bestuurder het rempedaal nog steviger
intrapt,
-
k
an de auto tot stilstand komen, waarna
nog ongeveer 1,5
seconde remdruk wordt
uitgeoefend zodat de bestuurder de tijd
Rijden
97
heeft om de controle over de auto weer over te
nemen,
-
k
an de motor afslaan,
-
k
an een pompend geluid worden waargenomen
doordat het remcircuit op druk wordt gebracht.
De aanrijding kan automatisch worden
voorkomen als het snelheidsverschil tussen
uw auto en uw voorligger maximaal 15
km/h is.
Is het verschil groter, dan probeert het
systeem een aanrijding te voorkomen of de
kracht van de botsing te beperken door de
auto af te remmen.
Inschakelen/uitschakelen
Het Active City Brake-systeem
kan worden ingeschakeld of
uitgeschakeld via het menu Rijden/
Auto .
De systeemstatus blijft na het afzetten van het
contact opgeslagen in het geheugen.
Elke keer na het aanzetten van het contact,
als het automatische noodremsysteem is
uitgeschakeld, wordt om dit aan te geven
tijdelijk een melding weergegeven als de
auto een bepaalde snelheidslimiet (10 km/h)
overschrijdt. Schakel de Active City Brake uit:
-
N
a een klap tegen de voorruit dicht bij
de detectiecamera,
-
B
ij het trekken van een aanhanger,
-
A
ls de auto wordt gesleept,
-
B
ij het naderen van een tolpoort,
-
B
ij het wassen van de auto in een
automatische wasstraat.
Grenzen van het systeem
Het systeem detecteert geen:
- v oetgangers, dieren, motorfietsen en
fietsen.
-
s
tilstaande, niet-reflecterende objecten
(karton, muur enz.).
-
v
oertuigen die in een andere richting rijden.
Dit systeem wordt niet geactiveerd en grijpt niet
in als de bestuurder:
-
h
et gaspedaal diep intrapt,
-
o
f een plotselinge stuurbeweging maakt
(uitwijkmanoeuvre).
Storing
Ver wijder vuil, vocht of voor werpen (stickers,
bladeren,…) van de bovenzijde van de voorruit
die de laser kunnen belemmeren. Laat in de volgende gevallen de functie
controleren door het PEUGEOT-netwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats:
-
a
ls de melding "
Storing automatisch
noodremsysteem " wordt weergegeven
in combinatie met een geluidssignaal:
er is dan een storing in het systeem
gedetecteerd.
-
n
a een aanrijding wordt het systeem
automatisch uitgeschakeld; het werkt
dan niet meer. Het systeem detecteert de
activering van airbags.
Ver wijder de sensor niet, stel de sensor niet af
en test de sensor niet.
Werkzaamheden aan de sensor mogen
alleen door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats worden uitgevoerd.
Een beslagen voorruit of op de motorkap
opgehoopte sneeuw kan de werking van de
lasersensor verstoren. Als het gezichtsveld van
de lasersensor wordt geblokkeerd, wordt er een
melding weergegeven.
Ontwasem de voorruit en reinig regelmatig het
gedeelte van de voorruit voor de sensor.
Rijd voorzichtig onder zeer slechte
weersomstandigheden (zware regenval,
hagel, mist, sneeuw enz.). De remweg neemt
dan toe ter wijl het systeem met dezelfde
rekenparameters voor de meting blijft werken.
6
Rijden