Page 89 of 280

BELANGRIJK
48)Werkzaamheden die leiden tot stoten,
trillingen of plaatselijke verhitting (meer
dan 100°C gedurende ten hoogste zes
uur) in de zone rondom de gordelspanners
kunnen de gordelspanners beschadigen
of in werking doen treden. Neem contact
op met een dealer van het Fiat
Servicenetwerk voor eventuele
werkzaamheden aan deze componenten.
KINDERZITJES
KINDEREN VEILIG
VERVOEREN
75) 76) 77) 78) 79) 80) 81)
Om een optimale bescherming bij een
ongeval te kunnen garanderen, moeten
alle inzittenden zitten en gebruik maken
van goedgekeurde
beveiligingssystemen, ook
pasgeborenen en kinderen! Dit is een
wettelijke verplichting in alle EU-landen,
conform de Europese richtlijn
2003/20/EG.
Kinderen met een lengte van minder
dan 1,50 meter en tot de leeftijd van 12
jaar moeten beschermd worden door
geschikte kinderzitjes en moeten op de
achterbank zitten.
Statistieken over ongevallen tonen aan
dat de achterbank een betere
bescherming biedt voor kinderen.Vergeleken met een volwassene, is het
hoofd van kleine kinderen in verhouding
tot de rest van het lichaam groter en
zwaarder, maar de spieren en de
botstructuur van kinderen zijn nog niet
volledig ontwikkeld. Daarom zijn
correcte beveiligingssystemen, naast
veiligheidsgordels voor volwassenen,
noodzakelijk om het gevaar van letsel in
geval van een aanrijding, remmen of
plotselinge manoeuvres, zo veel
mogelijk te beperken.
Kinderen moeten veilig en comfortabel
zitten. Afhankelijk van de
eigenschappen van de gebruikte
kinderzitjes, wordt geadviseerd om
kinderzitjes zo lang mogelijk tegen de
rijrichting in te monteren (tot het kind
minstens 3–4 jaar oud is), omdat die
stand bij een ongeval de meeste
bescherming biedt.
87
Page 90 of 280

De keuze van het meest geschikte
kinderzitje is afhankelijk van het gewicht
en de lengte van het kind. Er zijn
verschillende types kinderzitjes, die in
de auto gemonteerd kunnen worden
met behulp van de veiligheidsgordels of
met de ISOFIX/i-Size-
bevestigingspunten. Het wordt
geadviseerd altijd het voor het kind
meest geschikte kinderzitje te kiezen;
raadpleeg daarom altijd de
Gebruiksaanwijzing die bij het
kinderzitje geleverd is, om er zeker van
te zijn dat dit het juiste type is voor
de kinderen waarvoor het is bedoeld.
In Europa vallen de eigenschappen van
kinderzitjes onder de norm ECE-R44,
die ze in vijf gewichtsgroepen indeelt:
Groep Gewichtsgroep
Groep 0 tot 10 kg
Groep 0+ tot 13 kg
Groep 1 9 - 18 kg
Groep 2 15 - 25 kg
Groep 3 22 - 36 kg
De ECE-R44-norm werd recent
aangevuld met de ECE R-129-norm,
waarin de eigenschappen van de
nieuwe i-Size-kinderzitjes gedefinieerd
zijn (zie de paragraaf "Geschiktheid van
passagiersstoelen voor gebruik van
i-Size-kinderzitje" voor nadere
informatie).
Alle beveiligingssystemen moeten
voorzien zijn van de
typegoedkeuringsgegevens en het
keurmerk op een label dat stevig
bevestigd moet zijn op het kinderzitje
en dat absoluut niet verwijderd mag
worden.
In het Lineaccessori MOPAR
®assortiment zijn kinderzitjes voor elke
gewichtsgroep opgenomen. Deze
kinderzitjes worden aanbevolen,
aangezien ze speciaal voor Fiat
voertuigen ontworpen zijn.
500L PRO-versie
BELANGRIJK De
wegenverkeerswetgeving verbiedt het
vervoeren van kinderen in deze versie,
ongeacht het kinderveiligheidssysteem:
stoel, ISOFIX/i-Size-kinderzitje en
veiligheidsgordels. Deze beperking
geldt ook voor de achterstoelen.EEN KINDERZITJE
MONTEREN MET BEHULP
VA N D E
VEILIGHEIDSGORDELS
De Universele kinderzitjes die
gemonteerd worden met de
veiligheidsgordels zijn alleen
goedgekeurd op basis van de ECE R44
norm en zijn ingedeeld in verschillende
gewichtsgroepen.
500L WAGON-versies
Alleen in de rijrichting gemonteerde
kinderzitjes voor Groep 1, 2, 3 kunnen
op de achterstoelen van de derde rij
gemonteerd worden.
BELANGRIJK De afbeeldingen zijn
alleen bedoeld als voorbeeld voor de
montage. Monteer het kinderzitje
overeenkomstig de aanwijzingen, die
bijgesloten moeten zijn.
Groep 0 en 0+
Baby's tot 13 kg moeten in kinderzitjes
worden vervoerd die tegen de rijrichting
in worden geplaatst, zoals afgebeeld
in fig. 75; hierbij wordt het achterhoofd
gesteund en wordt bij abrupte
vertragingen de nek niet belast.
88
VEILIGHEID
Page 91 of 280
Het kinderzitje wordt op zijn plaats
gehouden door de veiligheidsgordels
van het voertuig, zoals getoond in
de figuur, en moet het kind beschermen
met de eigen gordels.
Groep 1
Kinderen met een gewicht van 9 tot 18
kg mogen in een in de rijrichting
gemonteerd kinderzitje vervoerd
worden fig. 76.Groep 2
Kinderen met een gewicht tussen 15 en
25 kg mogen rechtstreeks de
veiligheidsgordels van het voertuig
gebruiken fig. 77.Groep 3
Voor kinderen met een gewicht van 22
tot 36 kg zijn er voorzieningen
waardoor de veiligheidsgordels correct
geplaatst kunnen worden.
In de fig. 78 afbeelding is de juiste
plaatsing van het kinderzitje op
de achterstoel weergegeven.
Kinderen langer dan 1,50 m kunnen de
veiligheidsgordels net zoals
volwassenen dragen.
75F0Y0703C
76F0Y0704C
77F0Y0705C
78F0Y0706C
89
Page 92 of 280

GESCHIKTHEID VAN DE PASSAGIERSSTOELEN VOOR HET GEBRUIK VAN
UNIVERSELE KINDERZITJES
In overeenstemming met de Europese Richtlijn 2000/3/EG is de geschiktheid van elke passagiersstoel voor de montage van
universele kinderzitjes in de volgende tabellen weergegeven:
versies met 5 zitplaatsen
“Universeel” kinderzitje monteren
Groep GewichtsgroepVoorpassagier (*)
Passagier achterin
in het middenPassagiers
achterin aan de
zijkanten Airbag
ingeschakeldAirbag
uitgeschakeld
Groep 0, 0+ tot 13 kg X U X U
Groep 1 9 - 18 kg X U X U
Groep 2 15 - 25 kg U U X U
Groep 3 22 - 36 kg U U X U
X = Kinderzitje ongeschikt voor kinderen in deze gewichtscategorie.
U = Geschikt voor kinderzitjes van de "Universele" categorie overeenkomstig de Europese ECE/R44-norm voor de aangegeven
"Groepen".
(*) BELANGRIJK Plaats NOOIT kinderzitjes achterstevoren op de voorstoel met een ingeschakelde airbag aan de
passagierszijde. Als u een achterstevoren geplaatst kinderzitje op de voorstoel wilt plaatsen, deactiveer dan eerst de
betreffende airbag (zie instructies in de paragraaf “Aanvullend veiligheidssysteem (SRS) - Airbag”).
90
VEILIGHEID
Page 93 of 280

versies met 7 zitplaatsen
“Universeel” kinderzitje monteren
Groep GewichtsgroepVoorpassagier (*)
Achterpassagiermidden 2e rijAchterpassagierszijkanten 2e rijAchter
passagiers
zijkanten 3e rij
(**) Airbag
ingeschakeldAirbag
uitgeschakeld
Groep 0, 0+ tot 13 kg X U X U X
Groep 1 9 - 18 kg X U X U UF (***)
Groep 2 15 - 25 kg U U X U UF (***)
Groep 3 22 - 36 kg U U X U UF (***)
X = Kinderzitje ongeschikt voor kinderen in deze gewichtscategorie.
U = Geschikt voor kinderzitjes van de "Universele" categorie overeenkomstig de Europese ECE/R44-norm voor de aangegeven
"Groepen".
U = Geschikt voor in de rijrichting gemonteerde "Universele" kinderzitjes overeenkomstig de Europese EEG-R44-norm voor de
aangegeven "Groepen".
(*) BELANGRIJK Plaats NOOIT kinderzitjes achterstevoren op de voorstoel met een ingeschakelde airbag aan de
passagierszijde. Als u een achterstevoren geplaatst kinderzitje op de voorstoel wilt plaatsen, deactiveer dan eerst de
betreffende airbag (zie instructies in de paragraaf “Aanvullend veiligheidssysteem (SRS) - Airbag”).
(**) Voor bepaalde versies/markten.
(***) De stoel op de 2e rij moet afgesteld worden.
91
Page 94 of 280

EEN ISOFIX-KINDERZITJE
MONTEREN
82) 83) 84) 85)
Het voertuig is uitgerust met ISOFIX-
bevestigingsbeugels, een nieuwe
standaard die het monteren van een
kinderzitje snel, eenvoudig en veilig
maakt.
Met het ISOFIX-systeem kunt u het
ISOFIX-kinderzitje monteren zonder
gebruik van de veiligheidsgordels van
de auto maar door dit rechtstreeks vast
te maken aan de stoel met behulp
van de drie bevestigingspunten in de
auto. ISOFIX-kinderzitjes en
conventionele kinderzitjes kunnen in
hetzelfde voertuig op verschillende
stoelen worden gemonteerd.
Om een ISOFIX-kinderzitje te monteren,
het kinderzitje vastmaken aan de twee
metalen verankeringen A fig. 79 die
tussen de rugleuning en de zitting van
de achterstoel zitten, daarna de
bovenste gordel (geleverd bij het
kinderzitje) vastmaken aan het speciale
bevestigingspunt B fig. 80 dat zich
onderaan achter de rugleuning bevindt.
500L Natural Power-versies: als de
verankering van het kinderzitje niet
onmiddellijk zichtbaar is, wordt
geadviseerd de laadvloer te
verwijderen.Als voorbeeld is in fig. 81 een ISOFIX
Universeel kinderzitje voor
gewichtsgroep 1 afgebeeld.
79F0Y0088C
80F0Y0089C81F0Y0707C
92
VEILIGHEID
BELANGRIJK De fig. 81 is indicatief en
dient slechts ter illustratie van de
montage. Monteer het kinderzitje
overeenkomstig de aanwijzingen, die
bijgesloten moeten zijn.
Page 95 of 280
OPMERKING Wanneer een universeel
ISOFIX-kinderzitje wordt gebruikt,
kunnen alleen ECE R44 "ISOFIX
Universal” (R44/03 of latere updates)
typegoedgekeurde kinderzitjes gebruikt
worden fig. 82.
82F0Y0677C
93
Page 96 of 280

GESCHIKTHEID VAN PASSAGIERSSTOELEN VOOR GEBRUIK VAN
ISOFIX-KINDERZITJES
In de onderstaande tabel worden, in overeenstemming met de Europese norm ECE 16, de verschillende
montagemogelijkheden getoond voor ISOFIX-kinderzitjes op stoelen die zijn uitgerust met specifieke bevestigingen.
Gewichtsgroep Plaats kinderzitje Klasse Isofix-formaatPassagiers achterin aan de
zijkanten
Groep 0 tot 10 kg Tegen de rijrichting in EIL
Groep 0+ (tot 13 kg)Tegen de rijrichting in E
IL
Tegen de rijrichting in DIL
Tegen de rijrichting in CIL (*)
Groep 1 (van 9 kg tot 18 kg)Tegen de rijrichting in D
IL
Tegen de rijrichting in CIL (*)
In de rijrichting BIUF
In de rijrichting B1IUF
In de rijrichting AIUF
IL Geschikt voor ISOFIX kinderzitjes van de categorieën "Specifiek voor het voertuig", "Beperkt", of "Semi-universeel", goedgekeurd voor dit typevoertuig.
(*) : het Isofix-kinderzitje kan worden geinstalleerd door de stand van de voorstoel te verstellen.
IUF: geschikt voor in de rijrichting geplaatste Isofix kinderzitjes in de Universele categorie en typegoedgekeurd voor gebruik voor de gewichtsgroep.
OPMERKING: Voor andere gewichtsgroepen zijn specifieke ISOFIX-kinderzitjes voorzien, die alleen gebruikt kunnen worden als
ze speciaal voor deze auto zijn ontworpen (zie overzicht auto’s met bijbehorend kinderzitje).
94
VEILIGHEID