Page 65 of 292
63
Stuurkolomschakelaars
Jumper_nl_Chap03_Ergo-et-confort_ed01-2016
VASTe SN el H e I d SB eg R e NZ e R
De vaste snelheidsbegrenzer (volgens
uitvoering) begrenst de maximumsnelheid
van de auto op 90
of 100 km/h.
Deze maximumsnelheid staat aangegeven
op een sticker in het interieur.
Deze vaste snelheidsbegrenzer werkt
niet volgens het principe van een
snelheidsregelaar. De functie kan niet tijdens
het rijden worden in- en uitgeschakeld.
De maximumsnelheid is af fabriek
ingesteld op basis van de regelgeving
in het verkoopland.
Deze maximumsnelheid kan niet door de
bestuurder worden gewijzigd.
Als u de maximumsnelheid wilt wijzigen,
neem dan contact op met het CITROËN-
netwerk.
3
eRgONOMIe eN COMFORT
Page 66 of 292

64
Jumper_nl_Chap03_Ergo-et-confort_ed01-2016
ONTdOOIeN eN ONTWASeMeN
HandbedieningZet de schakelaar van de
luchtverdeling in deze stand.
Snel ontdooien en ontwasemen
van de voorruit: Achterruitverwarming en verwarming
buitenspiegels
Druk de schakelaar bij
draaiende motor in om de
achterruitverwarming en de
verwarming van de buitenspiegels
in te schakelen.
Deze functie wordt automatisch uitgeschakeld
om onnodig stroomverbruik te voorkomen. Als
de functie wordt uitgeschakeld door de motor
af te zetten, wordt deze opnieuw ingeschakeld
als de motor weer wordt gestart.
Druk op deze toets om de functie uit te
schakelen.
-
zet de aanjager in de hoogste stand, Zet de schakelaar zodra de
omstandigheden dit toelaten
weer in de stand toevoer
buitenlucht om de lucht in het
interieur te verversen.
Voorruit en zijruiten
De uitstroomopeningen aan de onderzijde
van de voorruit en de zijventilatieroosters
zorgen voor een snelle ontwaseming
van de voorruit en zijruiten. Dek deze
uitstroomopeningen daarom niet af.
Het pollenfilter zorgt voor een constante
en krachtige filtering van stofdeeltjes uit de
luchttoevoer.
De luchtrecirculatie in het interieur kan
worden ingeschakeld door de bestuurder of
voorpassagier en dient om de toevoer van
buitenlucht af te sluiten.
Gebruik deze stand echter niet langer
dan nodig is; zet de schakelaar zodra de
omstandigheden dit toelaten weer in de
stand toevoer buitenlucht.
-
zet de schakelaar van de
luchttoevoer tijdelijk in de
luchtrecirculatiestand.
Bij auto's met een Stop & Start-
systeem geldt dat zolang de
achterruitverwarming in werking is, de
STOP-stand niet beschikbaar is.
Ventilatie
Page 67 of 292

Ventilatie
65
Jumper_nl_Chap03_Ergo-et-confort_ed01-2016
geBRUIkSVOORSCHRIFT VOOR de AIRCONd ITIONIN gDe airconditioning kan tijdens alle seizoenen
effectief gebruikt worden, omdat het
systeem de lucht ontvochtigt en aanslag van
de ruiten verwijdert.
Condensvorming in de airconditioning kan
ertoe leiden dat er zich een klein plasje
water onder de auto vormt, dit is een
normaal verschijnsel. Laat de airconditioning minimaal
één keer per maand 5
à 10 minuten
functioneren om het systeem in perfecte
staat te houden.
De filterelementen (luchtfilter en
interieurfilter) dienen periodiek te worden
vervangen. Laat de filterelementen
twee keer zo vaak vervangen als de
omstandigheden dit vereisen.
Gebruik de airconditioning niet als deze
niet koelt en laat het systeem in dat geval
controleren door het CITROËN-netwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats.
Type koudemiddel
Bevat gefluoreerde broeikasgassen R134A.
Let erop dat, voor een goede verdeling
van de lucht, het luchtinlaatrooster onder
de voorruit, de zijventilatieroosters, de
luchtopeningen onder de voorstoelen en de
afzuiging in de bagageruimte niet afgedekt
zijn.
Voor een doeltreffende werking van de
airconditioning moeten de ruiten gesloten
zijn. Maar, als de auto langdurig in de zon
heeft gestaan en de temperatuur in het
interieur zeer hoog blijft, kunnen de ruiten
wel even geopend worden om de ventilatie
te bevorderen.
Ventilatieroosters
Houd de ventilatieroosters altijd geopend
Voor een optimale verdeling van de
lucht over het interieur hebt u de
beschikking over: 4
kantelbare middelste
ventilatieroosters, waarvan er 2
naar links
of rechts en naar het bovenlichaam van de
voorste inzittenden gedraaid kunnen worden
en 4
kantelbare zijventilatieroosters voor
luchttoevoer naar de achterpassagiers.
Uitstroomopeningen naar de beenruimte in
de auto completeren het geheel.
3
eRgONOMIe eN COMFORT
Page 68 of 292

66
Jumper_nl_Chap03_Ergo-et-confort_ed01-2016
VeRWARMINg/HANdBedIeNde AIRCONd ITIONIN g
Het bedieningspaneel van de handbediende
airconditioning (volgens uitvoering) bevindt
zich op de middenconsole.
Instellen van de comfortwaarde
l
uchtopbrengst
De kracht van de luchttoevoer
via de ventilatieroosters varieert
van 1
tot 4. Zet de knop in
de gewenste stand voor een
optimaal comfort. Zet de knop in de stand
0
om de aanjager uit te schakelen.
Airconditioning
De airconditioning werkt uitsluitend bij
draaiende motor. De aanjager moet minimaal op
stand 1
staan.
Druk op de toets om de
airconditioning in te schakelen;
het lampje gaat branden. Druk nogmaals
op de toets om de airconditioning uit te
schakelen; het lampje gaat uit.
luchtverdeling
Draai de knop in de gewenste stand om de
luchtstroom te verdelen naar:
de zijventilatieroosters en
middelste ventilatieroosters,
de zijventilatieroosters, de
middelste ventilatieroosters en de
beenruimte,
de beenruimte,
de voorruit, de beenruimte en de
zijruiten,
de voorruit en de zijruiten.
-
van blauw (toevoer van
koude lucht),
-
naar rood (toevoer van warme
lucht).
Zet de knop in de gewenste stand:
Ventilatie
Page 69 of 292

Ventilatie
67
Jumper_nl_Chap03_Ergo-et-confort_ed01-2016
Toevoer van buitenluchtTips voor het instellen van de handbediende airconditioning
Voor een optimale werking van dit systeem is het raadzaam de volgende instellingen te gebruiken:
luchtrecirculatie in het interieur
Gebruik de luchtrecirculatie niet
langer dan nodig is.
Als deze stand gebruikt wordt
terwijl de airconditioning en de
aanjager (stand 1
t/m 4) zijn ingeschakeld,
wordt de capaciteit van de verwarming
(knop temperatuurregeling naar rood) of de
airconditioning (knop temperatuurregeling naar
blauw) vergroot.
Deze stand dient bovendien om de toevoer van
buitenlucht bij stank en stofoverlast af te sluiten. Gewenste
werking Luchtverdeling
TemperatuurLuchtopbrengstLuchtrecirculatieA/C
Warm -
Koud
Ontdooien
Ontwasemen
Schakel zodra de omstandigheden dit
toelaten de toevoer van buitenlucht weer in
om de lucht in het interieur te verversen en
de ruiten te kunnen ontwasemen. Gebruik
deze stand zo veel mogelijk.
Gebruik deze stand zo veel mogelijk.
3
eRgONOMIe eN COMFORT
Page 70 of 292

68
Jumper_nl_Chap03_Ergo-et-confort_ed01-2016
AUTOMATISCHe AIRCONdITIONINg - Ce NTRA le R egel IN g
Het bedieningspaneel van de automatische
airconditioning (volgens uitvoering) bevindt
zich op de middenconsole.
Stand AUTO
Inschakelen van de stand FUll
AUT O: druk op de schakelaar
AUTO om alle functies van
het systeem in te schakelen.
Dit wordt bevestigd door de
weergave van FU
ll
AUT
O. Dit is de
normale gebruiksstand van de automatische
airconditioning.
Stel met de draaiknop om de toets AUTO de
temperatuur naar wens in tussen:
-
HI (High tot ≈ 32) en
-
LO (Low tot ≈ 16).
Het systeem regelt aan de hand van de
temperatuurinstelling de luchtverdeling, de
luchtopbrengst en de luchttoevoer om het
comfort en de luchtcirculatie in het interieur
optimaal te houden.
U hoeft het systeem niet meer zelf bij te regelen.
Weergave van de instellingen van de
automatische airconditioning op het display.
Instelbare stand AUTO
Als de stand AUTO is
geselecteerd, kunnen
verschillende instellingen
worden gewijzigd: luchtverdeling,
luchtopbrengst, airconditioning en
luchttoevoer/luchtrecirculatie.
Op het display wordt in plaats van de
melding FU
ll
AUT
O de melding AUTO
weergegeven.
Druk nogmaals op deze toets om terug te
keren naar de volautomatische werking. Op
het bedieningspaneel verschijnt in plaats van
de melding AUTO de melding FU
ll
AUT
O.
Als na het handmatig instellen het systeem
de ingestelde temperatuur niet kan
vasthouden, zal de melding AUTO knipperen
en vervolgens verdwijnen. Druk op AUTO
om terug te keren naar de automatische
regeling.
Airconditioning onderbreken
Druk op deze toets om de
werking van de airconditioning te
onderbreken. De sneeuwvlok op
het display verdwijnt.
Volledig uitschakelen
Druk op deze schakelaar om het
systeem uit te schakelen. Het
verklikkerlampje en het display
worden uitgeschakeld.
Bij draaiende motor en ingeschakelde
airconditioning worden dit symbool en
de melding FU
ll AUT
O weergegeven
op het display.
De overige aanduidingen zijn afhankelijk van
de instellingen van de gebruiker.
Ventilatie
Page 71 of 292

Ventilatie
69
Jumper_nl_Chap03_Ergo-et-confort_ed01-2016
draaiknop instellen comfortwaarde
De waarde kan worden ingesteld tussen:
-
een maximale waarde van 32
in de
stand HI (High), waarbij de toegevoerde
lucht wordt opgewarmd.
-
een minimale waarde van 16
in de stand
LO (Low), waarbij de toegevoerde lucht
wordt afgekoeld.
luchtverdeling
Druk op deze toetsen (de desbetreffende
lampjes gaan branden) om de luchtstroom
te verdelen naar:
de uitstroomopeningen voor het
ontwasemen/ontdooien van de
voorruit en de zijruiten vóór,
de middelste ventilatieroosters
en zijventilatieroosters (borst en
hoofd),
de uitstroomopeningen voor en
achter (voetenruimten).
Combineer de toetsen voor een optimale
luchtverdeling.
luchtopbrengst
Druk herhaaldelijk op deze
toets om de luchtopbrengst te
vergroten (+) of te verkleinen (-).
Toevoer van buitenlucht/
luchtrecirculatie in het interieur
Als het verklikkerlampje brandt,
circuleert de lucht in het interieur
en is de toevoer van buitenlucht afgesloten
om stank en stofoverlast in het interieur
tegen te gaan. Gebruik deze stand niet
langer dan nodig is.
Druk op de toets om het verklikkerlampje uit
te schakelen en de toevoer van buitenlucht
te hervatten.
Wanneer u op de toets AUTO drukt,
wordt de toevoer van buitenlucht weer
ingeschakeld. Deze stand maakt het
mogelijk de lucht in het interieur te
verversen en de ruiten te ontwasemen. Druk
nogmaals op de toets AUTO om de functie
FU
ll
AUT
O weer in te schakelen.
Snel ontwasemen/ontdooien
Druk op deze toets om de ruiten
snel condens- en ijsvrij te krijgen.
Het lampje gaat branden.
Het systeem zorgt voor een optimale
regeling van de airconditioning, de
luchtopbrengst en luchttoevoer, de
achterruitverwarming en de luchtverdeling
naar de voorruit en zijruiten.
Schakel wanneer uw auto is voorzien van
een extra verwarming dit systeem uit om
de ruiten snel te kunnen ontwasemen/
ontdooien.
exTRA V e NTI l ATI e ACHT e R
De bediening van dit systeem, als aanvulling
op de standaard ventilatie in het interieur,
bevindt zich op het onderste gedeelte van
het dashboard, naast het stuurwiel.
Uitstroom van lucht
Door op deze schakelaar te drukken
wordt de lucht naar buiten geblazen,
het lampje gaat branden. Door opnieuw
op de schakelaar te drukken wordt dit
uitgeschakeld en gaat het lampje uit.
Toevoer van buitenlucht
Door op deze schakelaar te
drukken wordt de lucht van buitenaf
toegevoerd in het interieur, het lampje
gaat branden. Door opnieuw op
de schakelaar te drukken wordt dit
uitgeschakeld en gaat het lampje uit.
3
eRgONOMIe eN COMFORT
Page 72 of 292

70
Jumper_nl_Chap03_Ergo-et-confort_ed01-2016
exTRA V e RWARMIN g SS y ST e M e N
e xtra verwarmingsunit
Bij de uitvoering met 2-3 zitplaatsen bevindt
deze zich onder de bestuurdersstoel en
wordt de lucht naar voren geblazen.
VeRWARMINg eN/OF AIRCON d ITIONIN g ACHT e R
Afhankelijk van de uitvoering kan
uw auto zijn voorzien van een extra
airconditioningsunit achter in de auto: het
luchtverdelingskanaal in het dak en de
afzonderlijke uitstroomopeningen zorgen
voor een perfecte regeling van de verdeling
van koele lucht in de auto.
De over de vloer verspreide warme lucht
wordt vanuit de airconditiningsunit vóór
verdeeld ter hoogte van de voetenruimte van
de passagiers op zitrij 2
en 3.
Op de wielkast links achter bevindt zich een
uitstroomopening voor de verwarming van de
voetenruimte van de passagiers op zitrij 3.
extra verwarming
Dit is een extra verwarming van het interieur
als aanvulling op de standaarduitrusting.
De werking is onafhankelijk van de motor.
Standkachel of aanvullende
programmeerbare verwarming
Dit is een aanvullend, programmeerbaar
en afzonderlijk systeem dat het korte
koelvloeistofcircuit van de dieselmotor
opwarmt om het starten te vergemakkelijken.
Het systeem verbetert de prestaties van
het ontdooien, ontwasemen en (volgens
uitvoering) de stoelverwarming.
Het opwarmen van het interieur kan sneller
plaatsvinden.
Het systeem kan geprogrammeerd worden om te
worden ingeschakeld voordat u in de auto stapt. Bij de uitvoering met 5-9
zitplaatsen
bevindt deze zich achter in de auto.
Afhankelijk van de uitvoering wordt
de lucht rechtstreeks vanaf de
verwarmingsunit of via de uitstroomopeningen
onder de twee zitrijen het interieur in geblazen.
Druk op deze schakelaar om de
verwarming in of uit te schakelen.
Het lampje brandt als de
verwarming is ingeschakeld.
Zet de schakelaar uit wanneer u de ruiten
snel wilt ontdooien of ontwasemen.
Automatische aanvullende
verwarming
Dit aanvullende systeem wordt automatisch
ingeschakeld bij het aanzetten van het
contact. De verwarming wordt afhankelijk
van de buitentemperatuur en de temperatuur
in de auto geactiveerd.
Hij wordt automatisch uitgeschakeld zodra de
verwarming handmatig wordt ingeschakeld.
Ventilatie