Page 169 of 292

167
defecte lamp
Jumper_nl_Chap08_Aide-Rapide_ed01-2016
Achterlichten
Voer het monteren uit in omgekeerde
volgorde.
1.
Remlichten
T
ype B, P21W - 21 W
2.
Remlichten/achterlichten
T
ype B, P21/5W - 21 W en 5 W
3.
Richtingaanwijzers
T
ype B, PY21W - 21 W
4.
Achteruitrijlichten
T
ype A, W16W - 16 W
5.
Mistachterlicht
T
ype A, W16W - 16 W-
Bepaal de plaats van de defecte lamp
en open de achterdeuren.
-
V
erwijder de desbetreffende afdekklep
door de zeven bevestigingsbouten los te
draaien (bestelwagen) of
V
erwijder de desbetreffende afdekklep
door de klep met de handgreep los te
trekken (combi).
-
Neem de stekker los door op de centrale
lip te drukken.
-
V
erwijder de twee bevestigingsmoeren
van de lampunit.
-
T
rek aan de buitenzijde de lampunit los.-
V
erwijder de zes bevestigingsbouten
van de lamphouder.
-
Maak de drie klemmen los en haal de
lamphouder uit de behuizing.
-
V
ervang de lamp.
Raadpleeg voor meer informatie
over de lampen het overzicht "Typen
lampen".
SNEL WEER OP WEG
8
Page 170 of 292
168
Jumper_nl_Chap08_Aide-Rapide_ed01-2016
derde remlicht
Type A, W5W - 5W (x 4)
-
V
erwijder de twee bevestigingsbouten
van de lampunit.
-
T
rek de lampunit naar u toe om hem te
verwijderen.
kentekenplaatverlichting
Type C, C5W - 5W
-
Druk het lampglas op het door de pijl
aangegeven punt los en verwijder het.
-
Druk de twee contacten uit elkaar en
verwijder de defecte lamp.
-
Controleer na het vervangen van de
lamp of de nieuwe lamp goed tussen
de contacten vastzit.
-
Breng het lampglas aan en druk het
vast. -
Druk de twee borglippen naar binnen en
verwijder de lamphouder.
- T rek aan de defecte lamp om hem te
verwijderen.
-
V
ervang de lamp.
Defecte lamp
Page 171 of 292
169
Ruitenwisserbladen versleten
Jumper_nl_Chap08_Aide-Rapide_ed01-2016
RUITeNWISSeRBlAd
V
e RVAN ge N
Voor een gemakkelijke toegang tot de
ruitenwissers en de ruitensproeierkoppen
kunt u in de uitsparingen van de voorbumper
gaan staan.Vervangen van een wisserblad
vóór
Til de ruitenwisserarm op.
Maak het wisserblad los door de knop in
te drukken en verwijder het door het naar
buiten te trekken.
Monteer het nieuwe wisserblad en controleer
of deze goed vastzit.
Zet de ruitenwisserarm terug.
Controleer of de ruitensproeierkoppen
niet verstopt zitten.
SNEL WEER OP WEG
8
Page 172 of 292

170
Jumper_nl_Chap08_Aide-Rapide_ed01-2016
Plaatsen van de auto
Zet de auto voor zover mogelijk op een
horizontale, stabiele en stroeve ondergrond.
Trek de handrem aan, zet het contact af en
schakel de eerste versnelling in.
Trek een veiligheidsvest aan en plaats de
gevarendriehoek.
Zorg ervoor dat de inzittenden de auto
hebben verlaten en zich op een veilige plek
bevinden.
gereedschap
Het gereedschap bevindt zich in een kist onder
de zitting van de voorpassagiersstoel.
-
Draai de knop een kwart omwenteling en
trek aan de kist.
-
Druk na gebruik van het gereedschap
op de knop en draai deze een kwart
omwenteling om de kist vast te zetten.
A.
V
erlengstuk wielsleutel.
B.
Staaf.
C.
Krik.
d
. Wielsleutel.
e
.
Schroevendraaier (met verwisselbare bits).
F.
Afneembaar sleepoog.
g
.
V
ulpijp voor het (bij)vullen van olie.
WIel VeRWISSeleNluchtvering
Als uw auto is voorzien van luchtvering,
moet u eerst de modus voor het opkrikken
van de auto activeren.
Druk gelijktijdig op de twee schakelaars en
houd ze minimaal 5
seconden ingedrukt; de
verklikkerlampjes van de schakelaars gaan
permanent branden.
Als u na het verwisselen van het het wiel
sneller dan 5
km/h rijdt, wordt deze modus
automatisch uitgeschakeld.
De krik en het gereedschap behoren bij
uw auto. Gebruik ze niet voor andere
doeleinden.
Ga nooit onder een auto liggen die alleen op
de krik steunt (gebruik bokken).
Lekke band
Page 173 of 292
171
lekke band
Jumper_nl_Chap08_Aide-Rapide_ed01-2016
● Verwijder bij uitvoeringen met lichtmetalen velgen de drie
bevestigingsbouten J van de beugel
k
.
●
V
erwijder het geheel van het binnenste
gedeelte van de lichtmetalen velg.
Reservewiel
De bevestigingsbout van het reservewiel
bevindt zich rechts onder de achterbumper.
-
Monteer het verlengstuk
A, de
wielsleutel
d en de staaf
B op de
bevestigingsbout.
-
Draai het geheel linksom om het wiel te
laten zakken.
-
Draai totdat de beweging blokkeert, tot
aan het zogenaamde zware punt.
-
Haal, nadat de kabel volledig is
uitgerold, het reservewiel onder de auto
vandaan. ●
Draai bij uitvoeringen met stalen velgen
de handgreep H los.
●
V
erwijder de steun I van het buitenste
gedeelte van de stalen velg.
-
Maak het reservewiel los en plaats het
bij het te verwisselen wiel.
-
Plaats indien mogelijk een wielblok
bij het wiel kruislings tegenover het te
verwisselen wiel.
SNEL WEER OP WEG
8
Page 174 of 292
172
Jumper_nl_Chap08_Aide-Rapide_ed01-2016
- Draai de krik uit met behulp van de
wielsleutel
d en de staaf
B tot het
wiel enkele centimeters van de grond
verwijderd is.
-
Draai de bouten volledig los en verwijder
het te repareren wiel.
-
Plaats de krik
C
onder één van de vier
steunpunten aan de onderzijde (bij het
te verwisselen wiel).
Plaats als uw auto is voorzien van een
wegklapbare treeplank de krik onder een
hoek van 45°.
Verwijderen van het te repareren wiel
- Wip de wieldop (volgens uitvoering) los
met de schroevendraaier e
en verwijder
hem.
-
Draai de bouten iets los met de
wielsleutel
d en de staaf
B.
Lekke band
Page 175 of 292
173
lekke band
Jumper_nl_Chap08_Aide-Rapide_ed01-2016
Monteren van het reservewiel Opbergen van het wiel
- Plaats het reservewiel op de naaf en
breng de wielbouten met de hand aan.
-
Draai de wielbouten iets aan met de
wielsleutel
d en de staaf
B.
-
Laat de krik
C volledig zakken en
verwijder deze vervolgens.
-
Draai de bouten nogmaals aan met de
wielsleutel
d en de staaf
B (zonder te
forceren). U moet altijd het wiel met de lekke band of
het reservewiel onder de auto terug plaatsen
om het liersysteem te vergrendelen.
-
Plaats het wiel bij de achterzijde van de
auto.
●
Bevestig bij uitvoeringen met
stalen
velgen de steun I op het buitenste
gedeelte.
●
Draai de handgreep
H vast om de steun
vast te zetten op de stalen velg. ●
Plaats bij uitvoeringen met lichtmetalen
velgen de beugel k
op het binnenste
gedeelte.
●
Draai de drie bevestigingsbouten
J van
de beugel vast op de lichtmetalen velg.
SNEL WEER OP WEG
8
Page 176 of 292

174
Jumper_nl_Chap08_Aide-Rapide_ed01-2016
Zie de rubriek "Technische gegevens -
Identificatie" voor de plaats van de
bandenspanningssticker.
-
Plaats het verlengstuk
A
, de wielsleutel
d
en de staaf B op de bevestigingsbout.
-
Draai het geheel rechtsom om de kabel
volledig op te rollen en het wiel tegen de
bodem van de auto vast te zetten.
-
Controleer of het wiel horizontaal tegen
de bodem van de auto aanligt en of de
uitsparing van het liersysteem zichtbaar
is.
-
Berg het gereedschap en de wieldop
(volgens uitvoering) op.
Monteren van het gerepareerde
wiel
Volg voor het monteren van het
gerepareerde wiel dezelfde procedure als
voor het monteren van het reservewiel.
Vergeet niet de wieldop te bevestigen.
Het reservewiel is niet geschikt voor het
afleggen van lange afstanden. Laat zo
snel mogelijk het aanhaalmoment van de
wielbouten en de bandenspanning van het
reservewiel door het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats controleren.
Laat bovendien de lekke band zo spoedig
mogelijk repareren en het oorspronkelijke
wiel in de plaats van het reservewiel
monteren door het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Lekke band