Page 9 of 292
7
lokalisatie
Jumper_nl_Chap01_vue-ensemble_ed01-2016
Veiligheidsgordels 118-120
Airbags 122-124
Passagiersairbag voor, uitschakelen
123, 126-128
Handrem
104
V
oorstoelen, verstellen
76-77
Stoel met demping
77
T
weezitsbank
78 Kinderzitjes
125-128, 131-132
12V
-aansluiting,
USB-aansluiting
84, 86-87 Accu (+), opladen,
starten 41, 156-158
Massapunt (-) 140, 156
Zekeringen passagierszijde 159, 161
INTeRIeUR
Stoelen/banken
achter 79-80
Verwarming/
airconditioning achter
70-71
Schuifdeur
20
Uitklapbare treeplank
89
Zijschuifruiten
88 Binnenspiegel
90
Lane Departure W
arning System
1
11-114
Verkeersbordherkenning
1
15-117
Automatisch grootlicht
50-51
Plafonnier cabine
85, 166
Lamp plafonnier cabine, vervangen
163, 166
ISOFIX- bevestigingen
129-130 Gereedschap, krik
81, 170
Accessoires
136
Laadruimte
86-88
●
sjorogen,
●
schot,
●
binnenimperiaal,
●
zijbekleding,
●
12V
-aansluiting,
●
plafonnier
.
Zaklamp
88
1
OVERZICHT
Page 10 of 292
8
lokalisatie
Jumper_nl_Chap01_vue-ensemble_ed01-2016
COCkPIT
Instrumentenpaneel, displays, tellers 23-24
V
erklikkerlampjes
25-32
Meters
33, 36-37
Opschakelindicator
38-39
Lichtschakelaar
48-49
Automatische verlichting
49
Automatisch grootlicht
50-51
Follow me home-verlichting
49
Parkeerlichten
52
Motorkap openen
139
Zekeringen dashboard
159-160
Configuratie van de auto
92-95
T
ijd instellen
93
Koplampverstelling
52
Mistlampen voor
, mistachterlicht
4
8
Luchtvering
102-103
Stop & Start-systeem
43-45 Ruitenwissers voor/achter
53
Ruiten-/koplampsproeiers
53
Boordcomputer - MODE
98
Starten, contactslot
40-41
Hill
Start Assist
42
Snelheidsregelaars
54-56, 57-59
Snelheidsbegrenzer
60-62
V
aste snelheidsbegrenzer
63
Cockpit
4-5
Stuurwiel in diepte verstellen
39
Claxon
105
Stuurkolomschakelaars autoradio
222, 269
Buitenspiegels, ruitbediening
90-91
V
ergrendeling laadruimte
22
Aanvullende verwarmingssystemen,
airconditioning achter
70-71
Programmeerbare standkachel
72-75
Page 11 of 292
9
lokalisatie
Jumper_nl_Chap01_vue-ensemble_ed01-2016
Lane Departure Warning System 1 11-114
Hill Descent Control
1
10
Intelligent Traction Control
109
ASR, CDS
107-108
Configuratie van de auto
96-97
T
ijd instellen
97
Achteruitrijcamera
101
Audio-/telematicasysteem met touchscreen
219-266
Audiosysteem
267-283
Tachograaf
99
Indeling cabine
81-85
●
aansteker
,
●
dashboardkastje (gekoeld),
●
opbergvak boven voorruit,
●
verplaatsbare asbak,
●
plafonniers,
●
12V
-aansluiting/USB-aansluiting,
●
schrijftafel/multifunctionele
houder
,
●
opbergvak.
V
ersnellingsbak
38-39
Parkeerhulp
100-101
Ontdooien/ontwasemen
64
Centrale vergrendeling
22
V
erklikkerlampje vergrendeling
2
2
Alarmknipperlichten
104 V
entilatie, verwarming,
airconditioning
65-67, 68-69
●
handbediende airconditioning,
●
automatische airconditioning
met centrale regeling,
●
luchtrecirculatie.
1
OVERZICHT
Page 12 of 292
10
lokalisatie
Jumper_nl_Chap01_vue-ensemble_ed01-2016
Ruitenwisserbladen vervangen 169
Lampen, verlichting, lampen vervangen
163-168
Bescherming tegen extreme koude
89
Motorkap openen, motorkapsteun
139
Onder de motorkap
140
Stickers/
voorzorgsmaatregelen
182-185
Motoren
191-192
Identificatie, serienummer, kleurcode van de lak,
bandenspanning
196
Niveaus
141-143
●
oliepeilstok,
●
remvloeistof,
●
ruitensproeier-/
koplampsproeiervloeistof
●
stuurbekrachtigingsvloeistof,
●
koelvloeistof. Aftappen water uit brandstoffilter
1
45
Roetfilter
146
Emissieregeling
34, 153
Controles
144-146
●
accu,
●
luchtfilter/interieurfilter
,
●
oliefilter
,
●
handgeschakelde
versnellingsbak,
●
handrem,
●
remschijven en remblokken.
TeCHNISCHe gegeVeNS - ONdeRHOUd
Afmetingen 186-190, 200-203, 206-207
Gewichten
193-195Zekeringen motorruimte
159, 162
Page 13 of 292
11
Auto & Milieu
Jumper_nl_Chap01_vue-ensemble_ed01-2016
MIlIeU
Samen met u draagt CITROËN zorg voor de
bescherming van het milieu.
Raadpleeg de site www.citroen.com.U kunt zelf ook een bijdrage leveren aan
de bescherming van het milieu door de
volgende gebruiksadviezen op te volgen:
-
hanteer een anticiperende rijstijl en
vermijd onnodig snel optrekken en
plotseling afremmen,
-
laat het onderhoud volgens het
onderhoudsschema uitvoeren door
het CITROËN-netwerk waar accu's en
afgewerkte vloeistof
fen ingezameld
kunnen worden,
-
gebruik geen additieven in de motorolie.
Deze kunnen schade toebrengen aan de
motor en de emissieregeling. Raadpleeg de adviezen over het eco-
rijden aan het einde van deze rubriek.
1
OVERZICHT
Page 14 of 292

12
Auto & Milieu
Jumper_nl_Chap01_vue-ensemble_ed01-2016
eCO-RIJdeN
Maak optimaal gebruik van de
versnellingsbak
Als uw auto is voorzien van een
handgeschakelde versnellingsbak, rijd dan
rustig weg en schakel zo snel mogelijk
de tweede versnelling in. Schakel bij het
accelereren snel over naar een hogere
versnelling. De schakelindicator (indien
aanwezig) adviseert u de versnelling
in te schakelen die het best geschikt is
voor de rijomstandigheden: volg het op
het instrumentenpaneel weergegeven
schakeladvies zo snel mogelijk op.
kies voor een soepele rijstijl
Houd afstand van de auto's voor u, rem
bij voorkeur af op de motor in plaats
van het rempedaal te gebruiken en
trap het gaspedaal geleidelijk in. Als u
deze aanwijzingen naleeft, neemt het
brandstofverbruik en de CO
2-uitstoot af en
wordt de geluidsoverlast door het verkeer
beperkt.
Als het verkeer goed doorstroomt, gebruik
dan vanaf een snelheid van ongeveer
30
km/h de snelheidsregelaar (indien
aanwezig).
gebruik op slimme wijze de
elektrische voorzieningen
Als bij het instappen blijkt dat de
temperatuur in de auto hoog is
opgelopen, open dan alle ruiten en
de ventilatieroosters alvorens de
airconditioning in te schakelen.
Sluit vanaf een snelheid van 50
km/h de
ruiten, maar laat de ventilatieroosters
geopend.
Gebruik de voorzieningen in het interieur
die de temperatuurstijging kunnen
beperken. Schakel de verlichting en de mistlampen
uit als de omstandigheden voldoende veilig
zijn.
Door in de dagelijkse praktijk een aantal
aanwijzingen op te volgen kunt u het
brandstofverbruik en de CO
2-uitstoot van
uw auto verminderen.
Laat de motor vooral 's winters na het
starten niet stationair warmdraaien, maar
rijd zo snel mogelijk weg: uw auto warmt
sneller op als u rijdt.
Koppel externe apparatuur los als u de
auto verlaat.Schakel de airconditioning uit zodra
de gewenste temperatuur is bereikt
(behalve bij auto's met een automatische
airconditioning).
Schakel de achterruitverwarming en de
ontwaseming uit zodra deze niet meer
nodig zijn als deze niet automatisch
worden aangestuurd.
Schakel de stoelverwarming zo snel
mogelijk uit.
Page 15 of 292

13
Auto & Milieu
Jumper_nl_Chap01_vue-ensemble_ed01-2016
Beperk de oorzaken van een hoger
brandstofverbruik
Verdeel het gewicht evenwichtig over de
auto.
Beperk de belading en de luchtweerstand
(dakdragers, imperiaal, aanhanger, enz.)
van uw auto.
Vervang na de winter zo snel mogelijk de
winterbanden door zomerbanden.
Houd u aan de
onderhoudsvoorschriften
Controleer regelmatig de bandenspanning
(bij koude banden), houd u daarbij aan
de bandenspanning die staat vermeld
op de sticker op de portiersponning aan
bestuurderszijde.
Controleer de bandenspanning met name:
-
voor een lange rit,
-
bij de wisseling van de seizoenen,
-
als de auto gedurende langere tijd niet is
gebruikt.
V
ergeet niet de bandenspanning van
het reservewiel en van de wielen van de
aanhanger of de caravan te controleren.
Laat uw auto regelmatig onderhouden (olie
verversen, oliefilter, lucht- en interieurfilter
vervangen, enz.) en houd u daarbij aan het
in het onderhoudsschema van de fabrikant
voorgeschreven interval. Uitvoeringen met een BlueHDi-dieselmotor:
bij een storing in het SCR-systeem stoot
de auto schadelijke stoffen uit. Ga zo
spoedig mogelijk naar het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
om de uitstoot van stikstofoxiden terug te
brengen tot onder de wettelijke normen.
Laat bij het tanken het vulpistool niet meer
dan drie keer afslaan; zo voorkomt u dat
brandstof uit de tank stroomt.
U zult bij een nieuwe auto merken
dat pas na 3000
km het gemiddelde
brandstofverbruik zich stabiliseert.
1
OVERZICHT
Page 16 of 292

14
Toegang tot de auto
Jumper_nl_Chap02_Pret-a-Partir_ed01-2016
AFSTANdSBedIeNINg MeT 3 kNOPPeN
Ontgrendelen van de cabine
Druk op deze knop om de cabine
van uw auto te ontgrendelen.
De plafonnier gaat kort branden
en de richtingaanwijzers
knipperen twee keer.
Het verklikkerlampje van de knop van de
centrale vergrendeling op het dashboard
gaat uit.
Ontgrendelen van
de laadruimte
Druk op deze knop om de
schuifdeur en de achterdeuren
van de laadruimte te
ontgrendelen.
De richtingaanwijzers knipperen twee keer.
Als u op deze knop drukt, wordt het alarm
(indien aanwezig) uitgeschakeld.
Centrale vergrendeling
Druk op deze knop om alle
toegangen tot uw auto, zowel
van de cabine als de laadruimte,
te vergrendelen. Als één van de
portieren of deuren is geopend of niet goed is
gesloten, werkt de centrale vergrendeling niet.
Het vergrendelen wordt bevestigd door het
één keer knipperen van de richtingaanwijzers.
Als u op deze knop drukt, wordt het alarm
(indien aanwezig) ingeschakeld.
Het verklikkerlampje van de knop
van de centrale vergrendeling op
het dashboard gaat branden en
vervolgens knipperen.