
3
Inhoud
Jumper_nl_Chap00a_Sommaire_ed01-2016
INHOU
dSOP
gAV
e
VeIlIgHeId5.ACC
e SSOIR e S
6.
ON
de RHOU d
7.SN
el W ee R OP W eg8.
T
e CHNISCH e
gege
V e NS
9.
Handrem 104
Alarmknipperlichten 104
Claxon
105
Hulpsystemen bij
het remmen
105
Stabiliteitscontrolesystemen
107
Lane Departure Warning System
111
Verkeersbordherkenning
1
15
Veiligheidsgordels
1
18
Airbags
122
Uitschakelen airbag vóór
aan passagierszijde
123
Kinderzitjes
125
ISOFIX-kinderzitjes
129Trekken van een
aanhanger
133
Dakstangen en imperiaals
135
Overige accessoires
136
Sneeuwkettingen
137
Motorkap openen
139
Onder de motorkap
140
Niveaus
141
Controles
144
Brandstof
147
BlueHDi en AdBlue
® 150 Accu
156
Zekeringen vervangen
159
Lampen vervangen
163
Ruitenwisserblad
vervangen 169
Wiel verwisselen
170
Bandenreparatieset
175
Slepen van de auto
177
V
erwijderbare
trekhaakkogel
178
T
eksten op de stickers
182
Afmetingen
186
Motoren 191
Gewichten 193
Identificatie 196
AUdIO en
d
ATACOMMUNICATI e11.BIJZON de RH ede N
10.
Verdiepte cabine 197
Chassis Cabine /
Plateau Cabine
199
Dubbele cabine
204
Kiepbak
208
Audio-/telematicasysteem
met touchscreen
219
Audiosysteem
267
Veiligheidsgordels
achter. Kinderzitjes/
ISOFIX-bevestigingen
op de achterzitplaatsen.

7
lokalisatie
Jumper_nl_Chap01_vue-ensemble_ed01-2016
Veiligheidsgordels 118-120
Airbags 122-124
Passagiersairbag voor, uitschakelen
123, 126-128
Handrem
104
V
oorstoelen, verstellen
76-77
Stoel met demping
77
T
weezitsbank
78 Kinderzitjes
125-128, 131-132
12V
-aansluiting,
USB-aansluiting
84, 86-87 Accu (+), opladen,
starten 41, 156-158
Massapunt (-) 140, 156
Zekeringen passagierszijde 159, 161
INTeRIeUR
Stoelen/banken
achter 79-80
Verwarming/
airconditioning achter
70-71
Schuifdeur
20
Uitklapbare treeplank
89
Zijschuifruiten
88 Binnenspiegel
90
Lane Departure W
arning System
1
11-114
Verkeersbordherkenning
1
15-117
Automatisch grootlicht
50-51
Plafonnier cabine
85, 166
Lamp plafonnier cabine, vervangen
163, 166
ISOFIX- bevestigingen
129-130 Gereedschap, krik
81, 170
Accessoires
136
Laadruimte
86-88
●
sjorogen,
●
schot,
●
binnenimperiaal,
●
zijbekleding,
●
12V
-aansluiting,
●
plafonnier
.
Zaklamp
88
1
OVERZICHT

125
kinderen aan boord
Jumper_nl_Chap05_Securite_ed01-2016
AlgeMeNe INFORMATIe MeT Be TR ekk IN g TOT k IN de RZITJ e S
Hoewel CITROËN bij het ontwerp van uw
auto veel aandacht heeft besteed aan
veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen,
is hun veiligheid natuurlijk ook afhankelijk
van uzelf.
Volg voor een optimale veiligheid de
volgende adviezen op:
-
kinderen jonger dan 12
jaar of kleiner
dan 1,50
meter dienen in goedgekeurde,
aan het lichaamsgewicht aangepaste
kinderzitjes op met veiligheidsgordels
of ISOFIX-bevestigingen uitgeruste
plaatsen te worden vervoerd,
-
de veiligste plaats voor het vervoeren
van een kind is volgens de statistieken
een plaats op de achterbank van
uw auto,
-
kinderen tot 9
kg moeten zowel voor-
als achterin met de rug in de rijrichting
worden vervoerd,
-
een kind mag nooit op de schoot van
een passagier worden vervoerd.
Bevestiging van een kinderzitje voorin
"Met de rug in de rijrichting"
Wanneer een kinderzitje met
de rug in de rijrichting op de
passagiersstoel vóór wordt
geplaatst, moet de airbag vóór
aan passagierszijde zijn uitgeschakeld.
Anders kan het kind bij het afgaan van de
airbag levensgevaarlijk gewond raken. "Met het gezicht in de rijrichting"
W
anneer een kinderzitje met
het gezicht in de rijrichting op
de passagiersstoel vóór wordt
geplaatst, mag de airbag vóór
aan passagierszijde niet worden
uitgeschakeld.
CITROËN
beveelt u aan kinderen op
de achterzitplaatsen van uw auto te
vervoeren:
-
met de rug in de rijrichting tot 3 jaar,
- met het gezicht in de rijrichting vanaf 3 jaar.
De procedure voor kinderzitjes en de
functie uitschakelen van de airbag vóór
aan passagierszijde zijn gelijk voor het hele
CITROËN-gamma.
Als de airbag vóór aan passagierszijde niet
kan worden uitgeschakeld, is het absoluut
verboden een kinderzitje "met de rug in de
rijrichting" op de zitplaatsen voor te bevestigen.
5
VEILIGHEID

126
Jumper_nl_Chap05_Securite_ed01-2016
UITSCHAkeleN VAN de AIRBAg VOOR
AAN P ASSA g I e RSZIJ de
De regels voor het vervoeren van
kinderen zijn per land verschillend.
Raadpleeg hiervoor de wetgeving in uw land.
Raadpleeg de lijst met de voor uw land
goedgekeurde kinderzitjes. De aanwezigheid
van ISOFIX-bevestigingen, achterzitplaatsen
en een (uitschakelbare) passagiersairbag is
afhankelijk van de uitvoering.
Bevestigen van een
kinderzitje achterin
"Rug in de rijrichting"
Schuif als u een kinderzitje "met
de rug in de rijrichting" achterin
plaatst de voorstoel naar voren
en zet de rugleuning van de
voorstoel rechtop, zodat het kinderzitje de
voorstoel niet raakt.
"
g ezicht in de rijrichting" Schuif als u een kinderzitje "met
het gezicht in de rijrichting"
achterin plaatst de voorstoel
naar voren en zet de rugleuning
van de voorstoel rechtop, zodat de benen
van het kind de voorstoel niet raken.
Controleer of de veiligheidsgordel goed
is aangetrokken.
Controleer bij kinderzitjes met een steun of
deze steun stabiel op de vloer staat. Verzet
indien nodig de voorstoel van de auto. Zie de rubriek "Veiligheid - Airbags".
Plaats nooit een kinderzitje "met de rug
in de rijrichting" op een zitplaats die door
een ingeschakelde airbag voor wordt beveiligd.
Het kind kan in dat geval bij het opblazen van
de airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Op de aan beide zijden van de zonneklep
aan passagierszijde aangebrachte
waarschuwingssticker is dezelfde
waarschuwing vermeld. Conform de
regelgeving vindt u in de volgende
overzichten deze waarschuwing in alle
vereiste talen. Het uitschakelen van de airbag voor aan
passagierszijde (volgens uitvoering) moet
worden geconfigureerd met de toets MO
de .
Airbag passagierszijde OFF
Kinderen aan boord

129
kinderen aan boord
Jumper_nl_Chap05_Securite_ed01-2016
ISOFIx-BeVeSTIgINgeN
Uw auto voldoet aan de nieuwste
ISOFIX-normen.De ISOFIX-kinderzitjes beschikken over
twee sloten die eenvoudig aan de twee
bevestigingsringen voor kunnen worden
verankerd.
Sommige kinderzitjes zijn bovendien voorzien
van een bovenste bevestigingsriem die kan
worden vastgemaakt aan de bevestigingsring
achter.
Om de bovenste bevestigingsriem vast te
maken moet u eerst de hoofdsteun verwijderen
en opbergen alvorens het kinderzitje op de
desbetreffende zitplaats aan te brengen
(monteer de hoofdsteun weer zodra het
kinderzitje is verwijderd). Bevestig vervolgens
de haak aan de bevestigingsring achter en trek
de riem aan.
De plaats van de voorgeschreven ISOFIX-
bevestigingen (volgens uitvoering) wordt
aangegeven met labels.
Elke zitplaats is voorzien van drie
bevestigingsringen:
-
twee bevestigingsringen vóór
, die zich
tussen de rugleuning en de zitting van de
zitplaats bevinden, aangegeven door een
sticker,
-
één bevestigingsring achter
, voor de
bevestiging van de bovenste riem, de TOP
TETHER-bevestiging, aangegeven door
een ander label.
De ISOFIX-bevestigingen zorgen voor een
veilige, degelijke en snelle montage van het
kinderzitje in uw auto.
Bij een onjuist geplaatst kinderzitje
kan het kind bij een aanrijding
ernstig letsel oplopen.
Raadpleeg het overzicht voor de bevestiging
van ISOFIX-kinderzitjes in uw auto, waarin
staat vermeld welke ISOFIX-kinderzitjes in
uw auto kunnen worden geplaatst.
5
VEILIGHEID

130
Jumper_nl_Chap05_Securite_ed01-2016
OVeRZICHT BeVeSTIgINg ISOFIx-kINdeRZITJeS
Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft het overzicht de mogelijkhede\
n aan voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een
plaats in de auto voorzien van ISOFIX-bevestigingen.
Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-ma\
at op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven met een
letter (A t/m
g
). To
t
10
kg
(groep 0)
Tot ca.
6
maandenTot 10
kg
(groep 0)
Tot 13
kg
(groep 0+)
Tot ca. 1
jaarVan 9
tot 18 kg
(groep 1)
1
tot ca. 3 jaar
Type ISOFI
x -kinderzitje Reiswieg"rug in de rijrichting" "gezicht in de rijrichting"
ISOFI
x -maat F
gCdeCdAB1
Buitenste zitplaatsen achter 2e zitrij
met individuele stoelen op 1e zitrij IUF
IUF IUF
Buitenste zitplaatsen achter 2e zitrij
met 2-zitsbank op 1e zitrij IUF
xIUFxIUF
IUF:
Zitplaats geschikt voor het bevestigen
van een universeel gehomologeerd
ISOFIX-kinderzitje met het gezicht
in de rijrichting en een riem aan
de bovenzijde, waarmee het zitje
wordt bevestigd aan de bovenste
bevestigingsring van de zitplaatsen van
de auto met ISOFIX-bevestigingen.
x
:
Zitplaats niet geschikt voor het
bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje
voor de aangegeven gewichtsklasse. Verwijder de hoofdsteun en berg
deze op alvorens een kinderzitje
met rugleuning op een passagiersstoel te
plaatsen.
Monteer de hoofdsteun weer zodra het
kinderzitje is verwijderd.
Kinderen aan boord