Page 7 of 292
5
Presentatie
Jumper_nl_Chap01_vue-ensemble_ed01-2016
MIddeNCONSOle
1. Autoradio / navigatiesysteem.
2. V erwarming / airconditioning.
3.
Opbergvak / verplaatsbare asbak.
4.
12V
-aansluiting (max. 180 W).
5.
USB-aansluiting / aansteker
.6.
Dynamische stabiliteitscontrole (CDS/
ASR) / Intelligent
Traction Control.
7.
Hill Descent Control.
8.
Lane Departure W
arning System.
9.
Alarmknipperlichten.10.
Centrale vergrendeling / verklikkerlampje
vergrendeling.
11
.
V
erwarming / ontwaseming.
12.
V
ersnellingshendel.
1
OVERZICHT
Page 11 of 292
9
lokalisatie
Jumper_nl_Chap01_vue-ensemble_ed01-2016
Lane Departure Warning System 1 11-114
Hill Descent Control
1
10
Intelligent Traction Control
109
ASR, CDS
107-108
Configuratie van de auto
96-97
T
ijd instellen
97
Achteruitrijcamera
101
Audio-/telematicasysteem met touchscreen
219-266
Audiosysteem
267-283
Tachograaf
99
Indeling cabine
81-85
●
aansteker
,
●
dashboardkastje (gekoeld),
●
opbergvak boven voorruit,
●
verplaatsbare asbak,
●
plafonniers,
●
12V
-aansluiting/USB-aansluiting,
●
schrijftafel/multifunctionele
houder
,
●
opbergvak.
V
ersnellingsbak
38-39
Parkeerhulp
100-101
Ontdooien/ontwasemen
64
Centrale vergrendeling
22
V
erklikkerlampje vergrendeling
2
2
Alarmknipperlichten
104 V
entilatie, verwarming,
airconditioning
65-67, 68-69
●
handbediende airconditioning,
●
automatische airconditioning
met centrale regeling,
●
luchtrecirculatie.
1
OVERZICHT
Page 30 of 292

28
Jumper_nl_Chap02_Pret-a-Partir_ed01-2016
Verklikkerlampjestatussignaleert Wat te doen
CDS/ASR knippert.
de werking van het systeem. Het systeem verbetert de tractie en zorgt ervoor dat de
auto beter bestuurbaar blijft.
brandt, in
combinatie
met een
geluidssignaal
en een melding
op het display. een storing in het systeem of in
de Hill Start Assist.
Neem contact op met het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Rubriek "Veiligheid - Veilig rijden".
brandt. een storing in de Intelligent
Traction Control.
Roetfilter brandt. de regeneratie van het roetfilter.Het is raadzaam de motor te laten draaien tot het
lampje dooft, om er zeker van te zijn dat de regeneratie
is voltooid.
Rubriek "Onderhoud - Niveaus en controles".
Zelfdiagnose
motor brandt. een storing in de motor of de
emissieregeling. Laat het systeem zo snel mogelijk controleren door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Bandenspannings-
controlesysteem
brandt.
een band met een te lage
bandenspanning of een lekke band. Zet de auto stil en zet het contact af.
Verwissel of repareer het wiel.
brandt in
combinatie met het
verklikkerlampje
Service.
een defecte sensor.
Laat het systeem controleren door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Cockpit
Page 111 of 292

109
Veiligheid tijdens het rijden
Jumper_nl_Chap05_Securite_ed01-2016
Intelligent Traction Control
Systeem dat zorgt voor extra tractie in
situaties met weinig grip (sneeuw, ijzel,
modder...).
Dit systeem signaleert situaties met weinig
grip en zorgt ervoor dat u onder deze
omstandigheden kunt wegrijden en kunt
blijven rijden.
In dergelijke omstandigheden neemt de
Intelligent Traction Control het over van
het ASR-systeem door de aandrijfkracht
over te brengen op het wiel met de
meeste grip, waardoor de tractie en de
bestuurbaarheid optimaal zijn. Inschakelen
Bij het starten van de auto is dit systeem
uitgeschakeld.
Druk op deze knop in het midden van het
dashboard om het systeem in te schakelen;
het lampje van de knop gaat branden.
Het systeem blijft actief tot ongeveer
30
km/h.
Zodra u sneller rijdt dan 30
km/h, wordt het
systeem automatisch uitgeschakeld, maar
blijft het lampje van de knop branden.
Het systeem wordt automatisch weer
ingeschakeld zodra u weer langzamer dan
30
km/h rijdt.Uitschakelen
Druk op deze knop in het midden van het
dashboard om het systeem uit te schakelen.
Het lampje van de knop gaat uit en de ASR
is weer actief.
Storing
Bij een storing in de Intelligent
Traction Control gaat dit lampje
branden.
Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
5
VEILIGHEID
Page 114 of 292

11 2
Jumper_nl_Chap05_Securite_ed01-2016
detectie
Bij een koersafwijking wordt u gewaarschuwd
door het branden van een verklikkerlampje op
het instrumentenpaneel en een geluidssignaal:
Storing
Bij een storing gaat dit
verklikkerlampje branden in
combinatie met een geluidssignaal
en een melding ter bevestiging op
het display.
Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
-
knipperen van het linker
verklikkerlampje bij een
afwijking naar links,
Als de richtingaanwijzer is ingeschakeld,
en ongeveer 20
seconden nadat deze
is uitgeschakeld, wordt er geen enkele
waarschuwing gegeven.
Het is mogelijk dat een waarschuwing wordt
gegeven bij het overschrijden van een pijl op
de weg of een niet-officiële markering (bijv.
graffiti).
Er kunnen storingen in de detectie optreden:
-
als de rijstrookmarkeringen weggesleten
zijn,
-
als er weinig contrast is tussen het
wegdek en de markeringen. -
knipperen van het rechter
verklikkerlampje bij een
afwijking naar rechts.
Inschakelen
-
Druk
op deze knop om het systeem weer
in te schakelen; het verklikkerlampje van
de knop gaat uit.
De twee verklikkerlampjes op het
instrumentenpaneel blijven branden tot
60
km/h.
Uitschakelen
-
Druk op deze knop om het systeem uit
te schakelen; het lampje van de knop
gaat branden.
De status van het systeem blijft na het
afzetten van het contact in het geheugen
opgeslagen. Er kunnen storingen in de werking van
het systeem optreden:
-
Als de auto zwaar is geladen (vooral als
het gewicht slecht is verdeeld).
-
Bij slecht zicht (regen, mist, sneeuw
,
enz.).
-
Bij te veel of te weinig licht (verblindend
zonlicht, duisternis, enz.).
-
Als de voorruit vuil of beschadigd is ter
hoogte van de camera.
-
Als de systemen
ABS, CDS, ASR
of Intelligent Traction Control buiten
werking zijn.
Het systeem wordt automatisch
uitgeschakeld als de Stop-stand van de
Stop & Start-functie wordt geactiveerd.
Het systeem wordt weer ingeschakeld
en controleert opnieuw of aan de
werkingsvoorwaarden wordt voldaan als de
auto weer wordt gestart.
Veiligheid tijdens het rijden