Page 81 of 416

79
308_nl_Chap03_confort_ed01-2015
Stuurwielverstelling
F Zorg dat de auto stilstaat en duw de hendel omlaag om het stuur wiel te
ontgrendelen.
F
V
erstel het stuur wiel in hoogte en diepte
voor een optimale zithouding.
F
T
rek aan de hendel om het stuur wiel te
vergrendelen.
Voer deze handelingen om
veiligheidsredenen uitsluitend uit bij
stilstaande auto.
PEUGEOT i-Cockpit
Stel alvorens te gaan rijden en om optimaal
te profiteren van de specifieke ergonomie van
de PEUGEOT i- Cockpit uw zitpositie af in de
volgende volgorde:
-
d
e hoogte van de hoofdsteun,
-
d
e hoek van de rugleuning,
-
d
e hoogte van de zitting van de stoel,
-
d
e positie in lengterichting van de stoel,
-
d
e diepte en vervolgens de hoogte van het
stuurwiel.
-
d
e buitenspiegels en binnenspiegel. Controleer vervolgens of u een
goed zicht hebt op het "head-up"
instrumentenpaneel boven het kleine
stuurwiel.
Zorg er bij het verstellen van de stoel naar achteren voor dat het schuiven van de stoel niet
wordt verhinderd door personen of hinderlijke voor werpen op de vloer achter de stoel om te
voorkomen dat de stoel wordt geblokkeerd. Onderbreek het schuiven van de stoel meteen
als dit het geval is.
3
Comfort
Page 82 of 416
80
308_nl_Chap03_confort_ed01-2015
Handmatig verstelbare voorstoelen
F Til de beugel op en schuif de stoel in de gewenste stand. F
T rek de hendel omhoog of duw deze
omlaag tot de gewenste stand bereikt is. F
D raai aan de draaiknop om de rugleuning
te verstellen.
Verstelling in lengterichting HoogteverstellingRugleuningverstelling
Uit veiligheidsoverwegingen mogen de stoelen uitsluitend bij stilstaande auto worden versteld.
F
D
raai aan de knop om de lendensteun in
de gewenste stand te zetten.
Lendensteun
Comfort
Page 83 of 416
81
308_nl_Chap03_confort_ed01-2015
Elektrisch verstelbare bestuurdersstoel
In lengterichtingRugleuninghoekHoogte en hoek zitting
Voer deze elektrische verstellingen
alleen bij draaiende motor uit om te
voorkomen dat de accu leegraakt.
F
D
uw de schakelaar naar voren of naar
achteren om de gewenste stand te
verkrijgen. F
D
uw de schakelaar naar voren of naar
achteren om de gewenste hoek te
verkrijgen. F
B
eweeg de achterzijde van de schakelaar
omhoog of omlaag om de gewenste hoogte
in te stellen.
F
B
eweeg de voorzijde van de schakelaar
omhoog of omlaag om de gewenste hoek
van de zitting in te stellen.
3
Comfort
Page 84 of 416

82
308_nl_Chap03_confort_ed01-2015
Dit systeem slaat de elektrische instellingen
van de bestuurdersstoel op. U kunt twee
standen opslaan en later oproepen met de
toetsen aan de zijkant van de bestuurdersstoel.
Opslaan van zitposities in
het geheugen
Opslaan van een zitpositie
Met de toetsen M / 1 / 2
F Zet het contact aan.
F Z et uw stoel en de buitenspiegels in de
gewenste stand.
F
D
ruk op de toets M en vervolgens binnen
4
seconden op de toets 1 of 2.
E
en geluidssignaal geeft aan dat de
zitpositie is opgeslagen.
Het opslaan van een andere stand annuleert de
vorige, in het geheugen opgeslagen stand.
Oproepen van een opgeslagen
zitpositie
Contact aan of draaiende motor
F Druk op de toets 1 of 2 om de
desbetreffende zitpositie op te roepen.
E
en geluidssignaal geeft aan dat de
opgeslagen zitpositie is ingenomen.
U kunt de beweging onderbreken door op de
toets M , 1
of 2 te drukken of door een van
de schakelaars van de stoelverstelling te
bedienen.
U kunt een zitpositie niet oproepen tijdens het
rijden.
Het opvragen van een opgeslagen zitpositie is
tot 45
seconden na het afzetten van het contact
mogelijk.
Comfort
Page 85 of 416

83
308_nl_Chap03_confort_ed01-2015
Bediening stoelverwarming
0: Uit. 1: L
aag.
2:
Gemiddeld.
3:
Hoog.
F
M
et de draaiknop kan de stoelver warming
ingeschakeld worden en kan een
verwarmingsstand worden geselecteerd:
Bij draaiende motor is de stoelver warming voor
beide voorstoelen afzonderlijk regelbaar.
F
T
rek de hoofdsteun omhoog om hem hoger
te zetten.
F
D
ruk op de pal A en trek de hoofdsteun
omhoog om hem te verwijderen.
F
S
teek om de hoofdsteun terug te zetten
de pennen van de hoofdsteun recht in
de openingen van de rugleuning tot de
hoofdsteun op zijn plaats blijft.
F
D
ruk gelijktijdig op de pal A en op de
hoofdsteun om deze lager te zetten. Voor de veiligheid is het frame van de
hoofdsteun gekarteld om te voorkomen
dat de hoofdsteun zakt in het geval van
een aanrijding.
De juiste stand van de hoofdsteun is
als de bovenzijde van de hoofdsteun
zich ter hoogte van de bovenzijde
van het hoofd bevindt.
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn
verwijderd. De hoofdsteunen moeten
zijn geplaatst en correct zijn afgesteld.
Hoogte van de hoofdsteun
Aanvullende instellingen
3
Comfort
Page 86 of 416

84
308_nl_Chap03_confort_ed01-2015
Elektrisch verstelbare lendensteun
U kunt de massagefunctie op elk
gewenst moment uitschakelen
door op deze knop te drukken, het
controlelampje gaat dan uit.
Uitschakelen
Inschakelen
Massagefunctie
Deze functie zorgt voor een massage ter hoogte van de
lendenen van de bestuurder en de voorpassagier. De
functie werkt alleen bij draaiende motor en als de
STOP-stand van het Stop & Start-systeem is geactiveerd.
F Druk op deze knop.
Het controlelampje van de functie gaat branden
en de massagefunctie wordt voor een tijdsduur
van 1
uur ingeschakeld.
Gedurende deze tijdsduur wordt de massage
in 6
cycli van 10 minuten uitgevoerd (6 minuten
massage worden gevolgd door 4
minuten rust).
Na een uur wordt de functie uitgeschakeld, het
controlelampje gaat dan uit.
Intensiteit instellen
Druk op deze knop om de intensiteit
van de massage in te stellen.
U hebt de keuze uit twee standen
voor de intensiteit van de massage.
F
D
ruk de schakelaar in om de lendensteun
naar wens in te stellen.
Comfort
Page 87 of 416

85
308_nl_Chap03_confort_ed01-2015
Achterbank (Berline)
F Schuif de desbetreffende voorstoel indien nodig naar voren.
F
H
oud de desbetreffende buitenste
veiligheidsgordel tegen de rugleuning en
maak deze vast.
F
Z
et de hoofdsteunen in de laagste stand. F
Z et de rugleuning 2 rechtop en vergrendel
deze.
F
C
ontroleer of de rode markering bij de
knop 1
niet meer zichtbaar is.
F
M
aak de buitenste veiligheidsgordel los en
plaats deze naast de rugleuning.
Bij het neerklappen van de rugleuning
mag de middelste veiligheidsgordel niet
worden vastgemaakt, deze moet plat
tegen de rugleuning worden gelegd.
F
D uw op de knop 1 om de rugleuning 2 te
ontgrendelen.
F
K
lap de rugleuning 2 op de zitting 3.
Neerklappen van de rugleuningTerugplaatsen van de rugleuning
U kunt het linkerdeel (2/3) en/of het rechterdeel (1/3) van de rugleuning van de achterbank neerklappen om de bagageruimte te vergroten. De zitting bestaat uit één deel en kan niet opgeklapt worden.
Om de inhoud van de bagageruimte te
vergroten kunt u uitsluitend de rugleuningen
van de achterbank neerklappen; de zitting
kan niet worden opgeklapt.
Let erop dat bij het terugplaatsen van
de rugleuning van de achterbank de
veiligheidsgordels niet klem komen te zitten.
3
Comfort
Page 88 of 416

86
308_nl_Chap03_confort_ed01-2015
Achterbank (SW)
U kunt het linkerdeel (1/3) en/of het rechterdeel (2/3) van de achterbank neerklappen om de bagageruimte te vergroten.
Elk gedeelte van de achterbank (1/3 of 2/3) is voorzien van een afzonderlijk
ontgrendelingsmechanisme om de rugleuning vanuit de bagageruimte neer te klappen.
Neerklappen van de achterbank
vanuit de bagageruimte
F Zorg ervoor dat de rugleuning ongehinderd kan worden neergeklapt
(veiligheidsgordels, ...) en er zowel boven
als onder de achterbank niets in de weg zit.
F
Z
et de hoofdsteunen in de laagste stand. F
T rek vanuit de bagageruimte aan de
ontgrendeling, zodat de rugleuning op de
zitting kantelt.
Neerklappen van de
achterbank via de achterzijde
F Zorg ervoor dat de rugleuning ongehinderd kan worden neergeklapt
(veiligheidsgordels, ...) en er zowel boven
als onder de achterbank niets in de weg zit.
F
S
chuif de voorstoel indien nodig naar
voren.
F
C
ontroleer of de veiligheidsgordel langs de
rand van de rugleuning loopt.
F
Z
et de hoofdsteunen in de laagste stand.
Comfort