Page 57 of 416

55
308_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
Noodbediening
Bestuurdersportier
F Steek de sleutel in het slot om het portier te vergrendelen of ontgrendelen.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt niet
in-/uitgeschakeld als u de auto met de sleutel
vergrendelt/ontgrendelt.
Het alarm wordt geactiveerd als een portier
wordt geopend en kan worden uitgeschakeld
door het contact aan te zetten.
Overige portieren
F Controleer bij de achterportieren of de kinderbeveiliging is uitgeschakeld.
F
S
teek de geïntegreerde sleutel in het slot
op de zijkant van het portier en draai de
sleutel een achtste omwenteling rechtsom
(rechter portier) of linksom (linker portier).
F
S
luit de portieren en controleer van
buitenaf of de auto correct is vergrendeld.
Hiermee kunt u de portieren mechanisch
vergrendelen en ontgrendelen in het geval van
een storing in de centrale vergrendeling of van
de accu.
Het alarmsysteem (indien aanwezig)
wordt niet in-/uitgeschakeld als u de auto
met de sleutel vergrendelt/ontgrendelt.
Het alarm wordt geactiveerd als een portier
wordt geopend en kan worden uitgeschakeld
door het contact aan te zetten.
2
Toegang tot de auto
Page 58 of 416

56
308_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
Batterij vervangen
Gooi de lege batterijen van de
afstandsbediening niet weg: ze bevatten
metalen die schadelijk zijn voor het milieu.
Lever lege batterijen in bij een speciaal
verzamelpunt.Als de batterij van de
afstandsbediening leeg is, wordt
u gewaarschuwd door dit lampje op het
dashboard, een geluidssignaal, en een melding
op het display.
F
W
ip het deksel los door een kleine
schroevendraaier in de uitsparing te steken.
F
T
il de deksel op.
F
V
erwijder de lege batterij.
F
P
laats de nieuwe batterij in de juiste
richting.
F
K
lik het deksel vast.
Storing afstandsbediening
Synchroniseren
F Zet het contact af.
F
Z et de sleutel in de stand 2 (Contact).
F
D
ruk zo snel mogelijk gedurende enkele
seconden op de vergrendelknop (gesloten
hangslot) van de afstandsbediening.
F
Z
et het contact af en ver wijder de sleutel
uit het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer.
Na het losnemen en weer aansluiten van de
accukabels, het vervangen van de batterij
van de afstandsbediening of een storing in de
afstandsbediening kan de auto niet meer met
de afstandsbediening ontgrendeld, vergrendeld
en gelokaliseerd worden.
F
O
ntgrendel of vergrendel de auto eerst met
de sleutel in het slot.
F
S
ynchroniseer vervolgens de
afstandsbediening.
Raadpleeg zo snel mogelijk het
PEUGEOT-netwerk als de storing niet is
verholpen. Batterij ref.: CR1620 / 3 V.
Toegang tot de auto
Page 59 of 416

57
308_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
"Keyless entry and start" met afstandsbediening
Volledig ontgrendelen Selectief ontgrendelenU kunt om de auto te ontgrendelen of vergrendelen
de centrale vergrendeling bedienen met de sleutel
in het portierslot of met de afstandsbediening. De
sleutel met afstandsbediening dient tevens voor
de lokalisatie en het starten van de auto en maakt
deel uit van de diefstalbeveiliging.
Standaard is de volledige ontgrendeling geactiveerd.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door
het gedurende twee seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering worden
gelijktijdig de buitenspiegels uitgeklapt.
Bovendien wordt het inbraakalarm
uitgeschakeld (indien aanwezig). F
D
ruk om uitsluitend het
bestuurdersportier te
ontgrendelen één keer op de
toets met het geopende hangslot.
F
D
ruk op het geopende hangslot
om de auto te ontgrendelen.
F
D
ruk nogmaals op de toets met het
geopende hangslot om de overige
portieren te ontgrendelen en de achterklep
te openen.
Deze functie kan worden ingesteld via het
menu "Rijhulpsysteem"
en vervolgens
"Configuratie auto" en "Toegang auto".
Druk op deze toets om aanvullende
informatie weer te geven.
2
Toegang tot de auto
Page 60 of 416

58
308_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
Vergrendelen
Het vergrendelen wordt bevestigd
door het gedurende enkele seconden
branden van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto
worden de buitenspiegels ingeklapt en
wordt het inbraakalarm ingeschakeld.F
D
ruk op de toets met het
gesloten hangslot om de auto
volledig te vergrendelen.
H
oud deze toets ingedrukt tot de
ruiten volledig gesloten zijn. Met deze functie kunt u uw auto
op afstand lokaliseren, wat vooral
praktisch is bij weinig licht. De auto
dient hiervoor wel vergrendeld te zijn.
Lokaliseren van de auto
F Druk op het gesloten hangslot op de
afstandsbediening.
Hierna zullen gedurende ongeveer tien
seconden de plafonniers gaan branden en de
richtingaanwijzers gaan knipperen.
Als de portieren vergrendeld zijn,
kunnen de hulpdiensten in geval van
nood mogelijkerwijs moeilijker toegang
krijgen tot het interieur.
Zorg ervoor dat kinderen zich tijdens
het bedienen van de ruiten niet kunnen
bezeren. Verlaat om veiligheidsredenen
(kinderen in de auto) de auto nooit,
zelfs niet voor een korte tijd, zonder de
sleutel van het Keyless entry and
start-systeem mee te nemen.
Wees bedacht op diefstal als de sleutel
van het Keyless entry and start-
systeem zich binnen het detectiebereik
bevindt ter wijl uw auto ontgrendeld is.
Om te voorkomen dat de batterij van
de elektronische sleutel ontladen raakt,
gaan de "Keyless entry"-functies over
in de waakfase als de auto langer dan
21
dagen niet is gebruikt. Om de functies
weer te activeren, dient u op een van de
knoppen van de afstandsbediening te
drukken of de motor te starten met de
elektronische sleutel in de lezer.
Als een portier of de achterklep niet
goed is gesloten, zal bij draaiende
motor of als de auto sneller dan
10
km/h rijdt gedurende enkele
seconden een melding worden
weergegeven.
Toegang tot de auto
Page 61 of 416

59
308_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
Volledig ontgrendelen
"Keyless entry and start" met de elektronische sleutel op zak
Systeem waarmee de auto geopend, gesloten en
gestart kan worden zonder dat u de elektronische
sleutel tevoorschijn hoeft te halen.F
A
ls u de elektronische sleutel op zak
hebt binnen de detectiezone A , kunt u
de auto ontgrendelen door uw hand op
de achterzijde van een voorportiergreep
te leggen. Trek vervolgens aan de
portiergreep om het portier te openen.
De centrale vergrendeling werkt niet:
-
a
ls het contact is aangezet,
-
a
ls een van de portieren of de achterklep nog geopend is,
-
a
ls een sleutel van het Keyless entry and start-systeem zich nog in de auto bevindt.
Als de auto is vergrendeld en per ongeluk wordt ontgrendeld zonder dat binnen ongeveer
30
seconden een van de portieren wordt geopend, wordt de auto automatisch weer
vergrendeld.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt in dat geval niet meer ingeschakeld.
Het in- en uitklappen van de buitenspiegels met de afstandsbediening kan worden
uitgeschakeld door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Selectief ontgrendelen
Als de selectieve ontgrendeling van het
bestuurdersportier is geactiveerd:
F
W
anneer de elektronische sleutel zich in
de detectiezone aan de bestuurderszijde
bevindt, legt u uw hand achter de
portiergreep van het bestuurdersportier
om alleen het bestuurdersportier te
ontgrendelen. Trek vervolgens aan de
portiergreep om het portier te openen.
F Wanneer de elektronische sleutel zich in de detectiezone zich aan de passagierszijde
bevindt en u uw hand achter de portiergreep van
het voorportier aan passagierszijde legt, wordt
de gehele auto ontgrendeld. Trek vervolgens
aan de portiergreep om het portier te openen.
Standaard is de volledige ontgrendeling geselecteerd.Deze instelling kan worden uitgevoerd via
het menu "Rijhulpsysteem" en vervolgens
"Configuratie auto" en "Toegang auto".
Druk op deze toets om aanvullende
informatie weer te geven.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door
het gedurende enkele seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering van
uw auto worden de buitenspiegels
uitgeklapt en wordt het inbraakalarm
uitgeschakeld.
2
Toegang tot de auto
Page 62 of 416

60
308_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
Vergrendelen
F Druk, als de sleutel zich binnen het detectiegebied A bevindt, met een van uw
vingers op een van de voorportiergrepen
(bij de merktekens) om de auto te
vergrendelen.
H
oud uw vinger op de portiergreep tot de
ruiten volledig gesloten zijn.
Het vergrendelen wordt bevestigd
door het gedurende enkele seconden
branden van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels ingeklapt en wordt het
inbraakalarm ingeschakeld.Let erop dat niemand het correcte
sluiten van de ruiten in de weg staat.
Zorg ervoor dat kinderen zich tijdens
het bedienen van de ruit niet kunnen
bezeren.
Omwille van de veiligheid en ter
voorkoming van diefstal: laat nooit de
elektronische sleutel in de auto achter,
ook niet wanneer u in de buurt bent.
Het is raadzaam de sleutel bij u te
houden.
Als een portier of de achterklep niet
goed is gesloten, zal met draaiende
motor of als de auto sneller dan
10
km/h rijdt gedurende enkele
seconden een melding worden
weergegeven. F
D ruk, als de sleutel zich in de
detectiezone A bevindt, op de
vergrendelingsknop van de achterklep
om de auto te vergrendelen.
Toegang tot de auto
Page 63 of 416

61
308_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
Supervergrendeling
De supervergrendeling blokkeert het
van buitenaf en van binnenuit openen
van de portieren.
Als de supervergrendeling
is ingeschakeld, is ook de
vergrendelingsschakelaar in het
interieur buiten werking.
Schakel daarom nooit de
supervergrendeling in als er zich
iemand in de auto bevindt.
Met de afstandsbediening
F Druk op het gesloten hangslot om de auto volledig te
vergrendelen.
H
oud het hangslot ingedrukt om
de ramen te sluiten.
Met het Keyless entry and start-systeem
Via de portieren:
F D ruk, als de elektronische sleutel zich in de
detectiezone A bevindt, met een vinger op
de portiergreep (bij de merktekens) om de
auto te vergrendelen.
F
D
ruk binnen vijf seconden nogmaals op de
portiergreep om de supervergrendeling in
te schakelen.
Zorg ervoor dat het correct sluiten van
de ramen niet gehinderd wordt door
personen.
Let op in de auto aanwezige kinderen
wanneer u de ramen sluit.
F
D
ruk binnen 5
seconden nogmaals
op het gesloten hangslot om de
supervergrendeling van de auto in te
schakelen.
Vuil (vocht, stof, modder, zout, ...) op de binnenzijde van de portiergreep kan de detectie
negatief beïnvloeden.
Als na het reinigen van de binnenzijde van de portiergreep met een doek de detectie niet
verbetert, raadpleeg dan het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Plotseling contact met water (waterstraal, hogedrukspuit, ...) kan door het systeem worden
beschouwd als een verzoek om ontgrendelen van de auto.Via de achterklep:
F
D ruk, als de sleutel zich in de detectiezone
A bevindt, op de vergrendelingsknop van
de achterklep om de auto te vergrendelen.
F
D
ruk binnen vijf seconden nogmaals op de
vergrendelingsknop van de achterklep om
de supervergrendeling van de auto in te
schakelen.
2
Toegang tot de auto
Page 64 of 416
62
308_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
Achterklep
F Ontgrendel de auto met de afstandsbediening, druk op de
schakelaar voor het openen en
open de achterklep.
Openen met de "Keyless entry and start"-
afstandsbediening
F Druk op deze knop; de auto
wordt ontgrendeld.
Openen met de sleutel
Standaard wordt de auto volledig ontgrendeld.
Deze instelling kan worden uitgevoerd via
het menu " Rijhulpsysteem " en vervolgens
" Configuratie auto " en "Toegang auto ".
Volledig ontgrendelen Selectief ontgrendelen
F Druk op deze knop; de
achterklep wordt ontgrendeld.
Druk op deze toets om aanvullende
informatie weer te geven.
F
D
ruk op de schakelaar voor het openen en
open de achterklep.
F
D
ruk op de schakelaar voor het openen en
open de achterklep.
Toegang tot de auto