Page 201 of 328
199
C4-cactus_nl_Chap09_info-pratiques_ed02-2014
Forceer de hendel niet bij het
omlaagduwen, aangezien de
accupoolklem niet kan worden
vergrendeld als deze niet correct is
geplaatst; herhaal de procedure.
Loskoppelen van de pluspool (+)
F trek de hendel D zo ver mogelijk omhoog om de accupoolklem E te ontgrendelen.
Weer aansluiten van de pluspool (+)
F Plaats de geopende accupoolklem E op de pluspool (+) van de accu.
F
D
ruk verticaal op de accupoolklem E om
hem goed tegen de accu aan te drukken.
F
Z
et de accupoolklem vast door de pasnok
opzij te bewegen en vervolgens de hendel D
omlaag te duwen.
9
Praktische informatie
Page 202 of 328

200
C4-cactus_nl_Chap09_info-pratiques_ed02-2014
Als de accu van uw auto ontladen is, kan
de motor worden gestart met een hulpaccu
(externe accu of een accu van een andere
auto) en startkabels.
Starten van de motor met
een hulpaccu en startkabels
F stel de startmotor in werking van de auto met de lege accu en laat de motor draaien.
A
ls de motor niet direct start, zet dan het
contact af en wacht even alvorens een
nieuwe poging te doen.
F
V
erwijder, indien uw auto hiermee is uitgerust,
het kunststof kapje van de pluspool (+).
F
s
l
uit de rode kabel aan op de pluspool (+)
van de ontladen accu A en vervolgens op
de pluspool (+) van de hulpaccu B .
F
s
l
uit de groene of zwarte kabel aan op de
minpool (-) van de hulpaccu B (of op het
massapunt van de auto met de hulpaccu).
F
s
l
uit het andere uiteinde van de groene of
zwarte kabel aan op het massapunt C van de
auto met de lege accu (of op de motorsteun).
F
s
t
art de motor van de auto met de
hulpaccu en laat deze gedurende enkele
minuten draaien. Controleer eerst of de nominale
spanning van de hulpaccu 12
V
bedraagt en of de capaciteit van de
hulpaccu minimaal gelijk is aan die van
de ontladen accu.
st
art de motor niet door een acculader
aan te sluiten.
ko
ppel de pluspool (+) van de accu niet
los ter wijl de motor draait.
Vóór het loskoppelen van de
accukabels
Wacht 2 minuten na het afzetten van het
c ontact.
sl
uit de ruiten en de voorportieren voordat u de
accukabels loskoppelt.
Na het weer aansluiten van de
accukabels
Zet het contact aan en wacht 1 minuut alvorens
d e motor te starten, zodat de elektronische
systemen geïnitialiseerd kunnen worden.
ra
adpleeg het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als er zich na deze
handeling toch nog problemen voordoen.
ra
adpleeg de desbetreffende rubriek voor het
zelf opnieuw initialiseren van de elektronische
systemen (afhankelijk van de uitvoering):
-
d
e sleutel met afstandsbediening,
-
…
F
W
acht tot de motor stationair draait en
neem dan de kabels in omgekeerde
volgorde los.
F
b
r
eng, indien uw auto hiermee is uitgerust,
het kunststof kapje aan op de pluspool (+).
Praktische informatie
Page 203 of 328

201
C4-cactus_nl_Chap09_info-pratiques_ed02-2014
Accu's bevatten schadelijke stoffen,
zoals zwavelzuur en lood. Accu's
moeten volgens de wettelijke
voorschriften worden afgevoerd en
mogen in geen geval bij het huisvuil
terechtkomen.
Lever lege batterijen en accu's in bij een
speciaal afvalstoffendepot.bescherm uw ogen en gezicht voordat u
handelingen aan de accu uitvoert.
Voer ingrepen aan de accu uitsluitend
uit in een goed geventileerde ruimte, ver
van open vuur of vonken veroorzakende
bronnen, om elk risico van brand- of
explosiegevaar uit te sluiten.
Probeer niet een bevroren accu op
te laden: de accu moet eerst worden
ontdooid om explosiegevaar uit te sluiten.
Als de accu bevroren is geweest, laat
deze dan eerst controleren, voordat u hem
laat opladen door het CI
t
ro
Ën-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats. Zij
controleren of de inwendige componenten
zijn beschadigd en of de behuizing
scheuren vertoont, waardoor giftige
en corrosie-veroorzakende accuzuren
zouden kunnen weglekken.
ke
er de polariteiten niet om en gebruik
uitluitend een 12-volt accu.
Maak de accupoolklemmen niet los bij
draaiende motor.
Laad de accu niet op zonder de
accupoolklemmen los te nemen.
Was uw handen als de werkzaamheden
beëindigd zijn.
Het is raadzaam de accu los te
koppelen als uw auto langer dan een
maand buiten gebruik is.
Als uw auto is uitgerust met een
elektronisch gestuurde versnellingsbak,
is het aanduwen van de auto om de
motor te starten niet toegestaan.Laden met behulp van een
acculader
F Maak de accupoolklemmen los.
F V olg de aanwijzingen van de fabrikant van
de acculader.
F
s
l
uit de accukabels weer aan, te beginnen
met de (-) kabel.
F
C
ontroleer of de accupolen en de klemmen
schoon zijn. Indien ze bedekt zijn met een
(witte of groene) oxidatielaag, neem dan
de accukabels los en reinig de polen en
klemmen.
bi
j auto's met het s
t
op & s
t
art-systeem
hoeven de accukabels tijdens het
opladen niet losgenomen te worden.
9
Praktische informatie
Page 204 of 328

202
C4-cactus_nl_Chap09_info-pratiques_ed02-2014
spaarfase
De spaar fase stuurt de elektrische functies van
de auto aan om het ontladen van de accu te
voorkomen.
ti
jdens het rijden kunnen in verband met de
laadtoestand van de accu enkele functies
(airconditioning, achterruitverwarming,
…)
tijdelijk worden uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch
ingeschakeld zodra de laadtoestand van de
accu dit toelaat. De eco-mode bepaalt de maximale
gebruiksduur van een aantal functies om te
voorkomen dat de accu ontladen raakt.
na
dat de motor is afgezet, kunt u een
aantal elektrische functies zoals het audio-
en telematicasysteem, de ruitenwissers,
dimlichten, plafonniers, … nog in totaal
maximaal 40
minuten gebruiken.
eco-mode
Inschakelen van de
eco-mode
Vervolgens geeft een melding op het display
van het instrumentenpaneel aan dat de eco-
mode is ingeschakeld en worden de actieve
functies in de ruststand gezet.
Als u op het moment dat de eco-mode wordt
ingeschakeld aan het telefoneren bent, kan het
gesprek nog gedurende ongeveer 10 minuten
worden voortgezet via de handsfree set van uw
autoradio.
Uitschakelen van de
eco-mode
De functies worden automatisch weer
ingeschakeld als de motor gestart wordt.
st
art om de functies direct weer te kunnen
gebruiken de motor en laat deze draaien:
-
m
inder dan tien minuten om de functies
ongeveer vijf minuten te kunnen gebruiken,
-
m
eer dan tien minuten om de functies
ongeveer dertig minuten te kunnen
gebruiken.
ne
em de tijd die nodig is voor het starten van
de motor in acht om een juiste lading van de
accu te garanderen.
Vermijd het herhaaldelijk en continu starten van
de motor om de accu bij te laden.
Als de accu ontladen is, kan de motor
niet gestart worden (zie de rubriek
"Ac cu").
Praktische informatie
Page 205 of 328
203
C4-cactus_nl_Chap09_info-pratiques_ed02-2014
Wisserbladen vervangen
F bedien de ruitenwisserschakelaar binnen één minuut na het afzetten van het contact
om de ruitenwissers in de verticale positie
te plaatsen.
Demonteren
F til de desbetreffende ruitenwisserarm op.
F tr ek de ruitensproeierslang los van de
sproeierkop (op het wisserblad).
F
M
aak het wisserblad los en verwijder het.
Monteren
F breng het nieuwe wisserblad aan en klik het vast.
F
s
l
uit de ruitensproeierslang aan op de
sproeierkop van het wisserblad.
F
Z
et de ruitenwisserarm voorzichtig terug.
Na het monteren van een
wisserblad vóór
F Zet het contact aan.
F be dien nogmaals de
ruitenwisserschakelaar om de
ruitenwissers in de ruststand te zetten.
Voordat u een wisserblad
demonteert
9
Praktische informatie
Page 206 of 328

204
C4-cactus_nl_Chap09_info-pratiques_ed02-2014
slepen
Algemene aanwijzingen
Volg de huidige wetgeving in uw land op.
Controleer of het gewicht van de trekkende auto hoger is dan van de auto die wordt gesleept.
er m
oet iemand achter het stuur van de gesleepte auto blijven zitten. Deze persoon moet
beschikken over een geldig rijbewijs.
Gebruik bij het slepen met 4
wielen op de grond altijd een goedgekeurde sleepstang;
touwen en riemen zijn verboden.
De bestuurder van de slepende auto moet voorzichtig wegrijden.
bi
j het slepen van de auto met stilstaande motor zijn de rem- en stuurbekrachtiging uitgeschakeld.
Laat uw auto in de volgende gevallen slepen door een professioneel bergingsbedrijf :
-
a
ls de auto is gestrand op de autosnelweg,
-
b
ij auto's met vier wielaandrijving,
-
a
ls het niet mogelijk is de versnellingsbak in de neutraalstand te zetten, het stuurslot te
ontgrendelen of de handrem los te zetten,
-
b
ij takelen met slechts twee wielen op de grond,
-
bij
het ontbreken van een goedgekeurde sleepstang…
u
kunt uw auto laten slepen door een andere auto of een andere auto slepen met behulp van het sleepoog.
Het sleepoog bevindt zich onder de vloerplaat
van de bagageruimte of, volgens uitvoering,
onder de voorpassagiersstoel.
Praktische informatie
Page 207 of 328

205
C4-cactus_nl_Chap09_info-pratiques_ed02-2014
Slepen van een andere
auto
F Druk op de onderzijde van het klepje in de achterbumper om het los te maken.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
b evestig de sleepstang.
F
s
c
hakel de alarmknipperlichten van beide
auto's in.
F
r
i
jd voorzichtig weg, rijd met lage snelheid
en houd de afstand waarover de auto wordt
gesleept beperkt.
F
D
ruk op de onderzijde van het klepje in de
voorbumper om het los te maken.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
b
evestig de sleepstang.
F
Z
et de versnellingshendel in de
neutraalstand (of selecteer de stand N
bij een elektronisch gestuurde
versnellingsbak).
Slepen van uw auto
Het niet opvolgen van dit voorschrift
kan er toe leiden dat bepaalde
componenten (remsysteem,
transmissie…) beschadigd raken en
dat de rembekrachtiger na het starten
mogelijk niet meer werkt. F
o
n
tgrendel het stuurslot door de
contactsleutel één stand naar rechts te
draaien en zet de parkeerrem vrij.
F s
c
hakel de alarmknipperlichten van beide
auto's in.
F r
i
jd voorzichtig weg, rijd met lage snelheid
en houd de afstand waarover de auto wordt
gesleept beperkt.
9
Praktische informatie
Page 208 of 328
206
C4-cactus_nl_Chap09_info-pratiques_ed02-2014
trekken van een aanhanger
Wij raden u aan gebruik te maken van
een speciaal door CItroËn geteste
en goedgekeurde trekhaak inclusief
bedrading en deze door het CI
t
ro
Ën-
n
etwerk of een gekwalificeerde
werkplaats te laten monteren.
Als de trekhaak wordt gemonteerd door
een bedrijf dat niet tot het CI
t
ro
Ën-
n
etwerk behoort, moet de montage
altijd volgens de voorschriften van de
fabrikant worden uitgevoerd.uw a
uto is hoofdzakelijk bedoeld voor het
vervoer van personen en bagage, maar is
tevens geschikt voor het trekken van een
aanhanger. Het rijden met een aanhanger heeft
veel invloed op het rijgedrag van de
auto en vergt daarom extra aandacht
van de bestuurder.
Praktische informatie