Page 81 of 328
79
C4-cactus_nl_Chap05_conduite_ed02-2014
starten - afzetten van de motor
Het contactslot heeft 3 standen:
- stand 1
(Stop): sleutel in het contactslot
steken en uit het contactslot verwijderen,
stuurslot vergrendeld,
-
stand 2
(Contact): stuurslot ontgrendeld,
aanzetten van het contact, voorgloeien
dieselmotor, draaien van de motor,
-
stand 3
(Star ten).
Contactslot
bij het afzetten van de motor is de
rembekrachtiging niet meer actief.
Stand Contact (2)
In deze stand werkt de elektrische uitrusting
van de auto en kan externe apparatuur worden
opgeladen.
Als het laadniveau van de accu een bepaalde
minimale grenswaarde heeft bereikt,
schakelt het systeem over op de eco-mode:
de elektrische voeding wordt automatisch
uitgeschakeld zodat de accu voldoende
opgeladen blijft. Hang geen zware voor werpen aan de
sleutel: dit kan namelijk storingen aan
het contactslot veroorzaken.
5
rijden
Page 82 of 328

80
C4-cactus_nl_Chap05_conduite_ed02-2014
Starten
Zorg ervoor dat de handrem is
aangetrokken.
F
Z
et bij een handgeschakelde
versnellingsbak de versnellingshendel in
de neutraalstand en trap vervolgens het
koppelingspedaal volledig in.
F
s
e
lecteer bij een elektronisch gestuurde
versnellingsbak de stand N en trap
vervolgens het rempedaal volledig in.
F
s
t
eek de sleutel in het contactslot; het
systeem herkent de code.
In bepaalde gevallen is veel kracht
nodig bij het draaien aan het stuur wiel
(bijvoorbeeld als de wielen niet rechtuit
st a a n).
F
A
uto's met een benzinemotor: activeer de
startmotor door de sleutel in de stand 3
te
houden tot de motor is aangeslagen. Geef
hierbij geen gas. Laat de sleutel los zodra
de motor draait. F
A uto's met een dieselmotor: draai de
sleutel in de stand 2
(aanzetten van het
contact) om de motor te laten voorgloeien.
Wacht tot dit verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel dooft en activeer
vervolgens de startmotor door de
sleutel in de stand 3
te houden tot de
motor is aangeslagen. Geef hierbij
geen gas. Laat de sleutel los zodra
de motor draait.
ond
er winterse omstandigheden blijft
het verklikkerlampje langer branden.
Als de motor warm is, gaat het
verklikkerlampje niet branden. Laat de motor bij gematigde
temperaturen niet stationair
warmdraaien, maar rijd zo snel mogelijk
weg zonder de motor veel toeren te
laten draaien.
Laat de motor nooit draaien in een
onvoldoende geventileerde, afgesloten
ruimte: verbrandingsmotoren
stoten gevaarlijke gassen, zoals
koolmonoxide, uit.
k ans op vergiftiging
met dodelijke afloop.
Laat onder extreem koude
omstandigheden (temperaturen lager
dan -23°C) de motor gedurende
4
minuten stationair draaien alvorens
weg te rijden. Deze handelswijze komt
de goede werking en de duurzaamheid
van de mechanische onderdelen van
de auto, motor en versnellingsbak ten
goede.
Als de motor niet direct start, zet dan
het contact af. Wacht even alvorens
opnieuw te starten. Als de motor ook
na een aantal pogingen niet aanslaat,
probeer dan niet langer de motor te
starten: de startmotor en de motor
zouden beschadigd kunnen raken.
ne
em contact op met het CI
t
ro
Ën-
n
etwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
F
o
n
tgrendel het stuurslot door tegelijkertijd
aan het stuur wiel en aan de contactsleutel
te draaien.
rijden
Page 83 of 328

81
C4-cactus_nl_Chap05_conduite_ed02-2014
Sleutel vergeten
Als de sleutel onbedoeld in de stand
2 (Contact) van het contactslot blijft
staan, zal het contact na een uur
automatisch worden afgezet.
Draai de sleutel in de stand 1
(Stop)
en vervolgens opnieuw in de stand
2
(Contact) om het contact weer aan
te zetten.
Zet nooit het contact af voordat de auto
volledig tot stilstand is gekomen.
Als de motor wordt afgezet, worden
ook de rembekrachtiging en de
stuurbekrachtiging uitgeschakeld: u zou
dan de controle over de auto kunnen
verliezen.
Als u de auto verlaat, neem dan de
sleutel mee en vergrendel de auto. Zet de voor wielen in de rechtuitstand
alvorens de motor af te zetten.Dit
vergemakkelijkt het ontgrendelen van
het stuurslot.
Afzetten
F breng de auto tot stilstand.
F D raai, ter wijl de motor stationair draait, de
sleutel in de stand 1 .
F
V
er wijder de sleutel uit het contactslot.
F
D
raai om het stuurslot te vergrendelen aan
het stuur wiel tot het blokkeert.
F
C
ontroleer of de handrem correct is
aangetrokken, met name als de auto op
een helling staat.
ra
adpleeg voor meer informatie de
rubriek "
ec
o-mode".Eco-mode
na het afzetten van de motor (stand 1- Stop)
kunt u nog gedurende maximaal dertig minuten
gebruikmaken van een aantal functies,
zoals het audio- en telematicasysteem, de
ruitenwissers, het dimlicht en de plafonniers.
5
rijden
Page 84 of 328
82
C4-cactus_nl_Chap05_conduite_ed02-2014
Parkeerrem
AantrekkenVrijzetten
Draai bij het parkeren van de auto op
een helling de wielen vast tegen het
trottoir, trek de parkeerrem aan, schakel
een versnelling in en zet het contact uit.Als tijdens het rijden dit
verklikkerlampje en het
verklikkerlampje STOP
branden in
combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display, geeft
dit aan dat de parkeerrem nog (iets)
is aangetrokken.
F
t
r
ek de parkeerremhefboom aan om uw
auto stil te zetten. F
t
rek
de parkeerremhefboom licht omhoog,
druk de ontgrendelknop in en duw de
hefboom geheel omlaag.
rijden
Page 85 of 328
83
C4-cactus_nl_Chap05_conduite_ed02-2014
Handgeschakelde 5-versnellingsbak
Inschakelen van de
achteruitversnelling
F trap het koppelingspedaal volledig in.
F be weeg de versnellingshendel helemaal
naar rechts en vervolgens naar achteren.
sc
hakel de achteruitversnelling alleen
in als de auto stilstaat en de motor
stationair draait.
Voor uw veiligheid en om het starten
van de motor te vergemakkelijken:
-
z
et de versnellingshendel altijd in
de neutraalstand,
-
t
rap het koppelingspedaal in.
5
rijden
Page 86 of 328

84
C4-cactus_nl_Chap05_conduite_ed02-2014
Werking
schakelindicator
om het brandstofverbruik te verminderen adviseert dit systeem bij auto's met een handgeschakelde versnellingsbak een hogere versnelling in te schakelen.Het systeem past het schakeladvies
aan de rijomstandigheden (helling,
belading van de auto, ...) en de rijstijl
van de bestuurder (veel vermogen
nodig, accelereren, remmen, ...) aan.
Het systeem zal u nooit adviseren om:
-
d
e eerste versnelling in te
schakelen,
-
d
e achteruitversnelling in te
schakelen,
-
t
erug te schakelen.
Voorbeeld:
-
u rijdt in de derde versnelling.
Afhankelijk van de rijomstandigheden en de
uitrusting van uw auto kan het systeem u
adviseren één of meer versnellingen op te
schakelen.
u kunt deze aanwijzingen opvolgen
zonder de tussenliggende versnellingen in te
hoeven schakelen.
-
u trapt het gaspedaal in.
-
H
et systeem kan u adviseren een hogere
versnelling in te schakelen.
De informatie wordt in de vorm van een
pijl in combinatie met het nummer van
de geadviseerde versnelling op het
instrumentenpaneel weergegeven.
bij bepaalde dieseluitvoeringen met
handgeschakelde versnellingsbak
kan het systeem u onder bepaalde
rijomstandigheden verzoeken om de
versnellingsbak in de neutraalstand te
zetten (weergave van de letter N op het
instrumentenpaneel), om het tijdelijk
afzetten van de motor mogelijk te maken
(
s
to
P
-fase van het s
t
op & s
t
art-systeem).
Het is niet verplicht om de aanbevolen
versnellingen ook daadwerkelijk in te
schakelen. De keuze van de optimale
versnelling hangt namelijk altijd af van de
situatie op de weg, de verkeersdrukte en
de veiligheid. De bestuurder blijft derhalve
altijd zelf verantwoordelijk voor het al dan
niet opvolgen van een schakeladvies van het
systeem.
De functie kan niet worden uitgeschakeld.
rijden
Page 87 of 328

85
C4-cactus_nl_Chap05_conduite_ed02-2014
elektronisch gestuurde versnellingsbak (etG )
N neutraal: houd het rempedaal ingetrapt en
druk op deze toets om de versnellingsbak
in de neutraalstand te zetten en de motor
te kunnen starten.
D
V
ooruit: druk op deze toets om vooruit
te rijden, waarbij automatisch wordt
geschakeld.
R
A
chteruit: houd het rempedaal
ingetrapt en druk op deze toets om de
achteruitversnelling in te schakelen.
Bedieningsmodule
F Druk op de achterzijde van de flipper rechts om op te
schakelen .
Flippers
Het selecteren van de neutraalstand
en het in- en uitschakelen van de
achteruitversnelling is niet mogelijk met
de flippers.
De elektronisch gestuurde versnellingsbak met vijf of zes versnellingen biedt u het comfort van automatisch schakelen.
u
kunt op ieder moment zelf schakelen met de flippers aan de stuurkolom, bijvoorbeeld voor een inhaalmanoeuvre.
F
D
ruk op de achterzijde van
de flipper links om terug te
schakelen .
Weergave op het
instrumentenpaneel
F Trap het rempedaal in als dit
pictogram knippert.
N
n
eu
tral (neutraalstand).
D en 1
2
3 4 5 / 6
D
rive (vooruit) en de
ingeschakelde versnelling.
R
r
e
verse (achteruitversnelling).
5
rijden
Page 88 of 328

86
C4-cactus_nl_Chap05_conduite_ed02-2014
De aanduiding N op het display knippert
in combinatie met een geluidssignaal en
een melding als u de motor probeert te
starten zonder dat de toets N is ingedrukt.
Druk op de toets N om de neutraalstand
te selecteren.
Starten van de auto
F Zet het contact aan.
F se lecteer de neutraalstand (toets N ).
H
et lampje van de toets gaat branden.
F
H
oud het rempedaal volledig ingetrapt.
F
s
t
art de motor. De aanduiding N wordt weergegeven
op het instrumentenpaneel.
F
s
e
lecteer de stand voorruit (toets D) of
achteruit (toets R ).
H
et desbetreffende lampje gaat branden
op de bedieningsmodule.
De aanduiding D + 1
of R
wordt weergegeven op het
instrumentenpaneel.Werking van de kruipfunctie
Door deze functie is de auto wendbaarder bij
lage snelheden (inparkeren, files, ...)
na
dat u de toets D of R hebt ingedrukt, begint
de auto zodra u het rempedaal loslaat te
rijden , waarbij de motor stationair draait.
De kruipfunctie kan tijdelijk niet
beschikbaar zijn als de koppeling te
warm is geworden of als de helling te
steil is. Laat bij draaiende motor nooit kinderen
alleen achter in de auto.
Houd bij het starten van de motor altijd
het rempedaal ingetrapt.
Het verklikkerlampje " Voet op het
rempedaal" op het instrumentenpaneel
en het desbetreffende lampje op de
bedieningsmodule knipperen als
het rempedaal niet ingetrapt wordt
gehouden tijdens het starten van de
motor.
Houd het rempedaal steviger ingetrapt.
F
Z
et de parkeerrem vrij.
F
L
aat geleidelijk het rempedaal los.
D
e auto begint direct te rijden.
rijden