Page 57 of 328
55
C4-cactus_nl_Chap03_confort_ed02-2014
Binnenspiegel
Verstelbare spiegel voor het zicht recht achter
de auto.
De binnenspiegel is voorzien van een
antiverblindingsstand waardoor de spiegel
donkerder wordt en de bestuurder minder
hinder ondervindt van bijvoorbeeld de zon
en van de koplampen van achteropkomend
verkeer.
Verstellen
F stel de spiegel af als deze in de dagstand staat.
Dag-/nachtstand
F trek aan het hendeltje om de spiegel in de nachtstand te zetten.
F
D
uw het hendeltje naar voren om de
spiegel terug te zetten in de dagstand.
3
Comfort
Page 58 of 328
56
C4-cactus_nl_Chap03_confort_ed02-2014
stuurwielverstelling
F Zorg dat de auto stilstaat en duw de hendel A omlaag om het stuur wiel te
ontgrendelen.
F
V
erstel het stuur wiel in hoogte voor een
optimale zithouding.
F
D
uw de hendel A omhoog om het stuur wiel
te vergrendelen.
Voer deze handelingen om
veiligheidsredenen uitsluitend uit bij
stilstaande auto.
Juiste zitpositie
stel alvorens te gaan rijden en om te profiteren
van de ergonomie van de cockpit uw zitpositie
af in de volgende volgorde:
-
d
e hoogte van de hoofdsteun,
-
d
e hoek van de rugleuning,
-
d
e hoogte van de zitting van de stoel,
-
d
e verstelling in lengterichting van de
zitting,
-
d
e hoogte van het stuur wiel.
-
d
e buitenspiegels en binnenspiegel.
Controleer vervolgens of u vanuit uw
zitpositie een goed zicht hebt op het
instrumentenpaneel.
Comfort
Page 59 of 328

57
C4-cactus_nl_Chap03_confort_ed02-2014
Ventilatie
Luchttoevoer
De lucht in het interieur, die overigens wordt
gefilterd, wordt van buitenaf toegevoerd via het
luchtrooster onder de voorruit, of is lucht die in
het interieur wordt gerecirculeerd.
Luchtgeleiding
De lucht kan afhankelijk van de instellingen van
de bestuurder via verschillende circuits worden
toegevoerd:
-
r
echtstreekse toevoer naar het interieur
(toevoer van buitenlucht),
-
t
oevoer via het verwarmingscircuit,
-
t
oevoer via het circuit van de
airconditioning.
Bedieningspaneel
1. u itstroomopeningen voor het ontdooien of
ontwasemen van de voorruit.
2.
u itstroomopeningen voor het ontdooien of
ontwasemen van de zijruiten vóór.
3.
A
fsluitbaar en verstelbaar
zijventilatierooster (uitsluitend aan
bestuurderszijde). 4. A
fsluitbare en verstelbare middelste
ventilatieroosters.
5.
u itstroomopeningen beenruimte
voorpassagiers.
6.
u itstroomopeningen beenruimte
achterpassagiers.
Luchtverdeling
Dit systeem wordt bediend via het
menu " Airconditioning " van het
touchscreen tablet A .
De toetsen voor de ontwaseming/ontdooiing
van de voorruit en van de achteruitver warming
bevinden zich onder het touchscreen tablet.
3
Comfort
Page 60 of 328

58
C4-cactus_nl_Chap03_confort_ed02-2014
neem voor een optimale werking van de ver warming, ventilatie en airconditioning de
volgende gebruiksadviezen in acht:
F
L
et erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur de
uitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, ventilatieroosters
en overige uitstroomopeningen alsmede de ventilatieopening in de bagageruimte vrij
blijven.
F
L
et erop dat de zonnesensor op het dashboard niet wordt afgedekt. Deze sensor dient
voor de regeling van de automatische airconditioning.
F
Z
et de airconditioning minstens één tot twee keer per maand vijf tot tien minuten aan
om het systeem in per fecte staat te houden.
F
C
ontroleer regelmatig de staat van het interieur filter en laat de filterelementen periodiek
vervangen.
W
ij raden u een gecombineerd interieur filter aan. Dankzij het toegevoegde speciale
actieve middel draagt het bij tot een gezuiverde lucht voor de inzittenden en een schoon
interieur (vermindering van allergische reacties, stank en vetaanslag).
F
L
aat om de per fecte werking van de airconditioning te garanderen het systeem
regelmatig controleren zoals voorgeschreven in het garantie- en onderhoudsboekje.
F
G
ebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en raadpleeg het CI
t
ro
Ën-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning
Als de auto lange tijd in de zon heeft
gestaan en de temperatuur in het
interieur hoog is opgelopen, zet dan de
ruiten enige tijd open.
Zorg ervoor dat de aanjagersnelheid
voldoende hoog is ingesteld, zodat de
lucht in het interieur goed ververst wordt.
Het airconditioningssysteem is chloorvrij
en is niet schadelijk voor de ozonlaag.
Condensvorming in de airconditioning
kan ertoe leiden dat zich een klein
plasje water onder de auto vormt. Dit is
een normaal verschijnsel.
bi
j een zware belasting van de motor (trekken van een aanhanger op een steile helling bij
een hoge buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld voor een
optimale trekkracht van de motor.
Stop & Start-systeem
De ver warming en de airconditioning
werken uitsluitend bij draaiende motor.
Als u het thermische comfort in de
auto op het door u gewenste niveau
wilt houden, kunt u tijdelijk de functie
st
op & s
t
art uitschakelen (zie de
desbetreffende rubriek).
Comfort
Page 61 of 328
59
C4-cactus_nl_Chap03_confort_ed02-2014
Verwarming
Temperatuurregeling
F Druk op een van deze toetsen of verplaats de cursor van blauw
(koud) naar rood (warm) om de
temperatuur naar uw wens in te
stellen.
Regeling luchtopbrengst
F Druk op een van deze toetsen om de luchtopbrengst te
verhogen of te verlagen.
ri
jd niet te lang met uitgeschakelde
aanjager om te voorkomen dat de ruiten
beslaan en de luchtkwaliteit vermindert.
De verwarming werkt uitsluitend bij draaiende motor.
Het symbool van de luchtopbrengst (ventilator)
wordt geleidelijk opgevuld, afhankelijk van de
gewenste aanjagersnelheid.
Door de aanjagersnelheid in de laagst
mogelijke stand te zetten wordt de aanjager
volledig uitgeschakeld.
F
s
e
lecteer het menu
" Airconditioning " op het
touchscreen tablet om de pagina
met de bedieningstoetsen van
het systeem weer te geven.
3
Comfort
Page 62 of 328

60
C4-cactus_nl_Chap03_confort_ed02-2014
Luchtverdeling
De toevoer van buitenlucht voorkomt het
beslaan van de voorruit en de zijruiten.
De luchtrecirculatie dient om de toevoer van
buitenlucht bij stank en stofoverlast af te
sluiten.
Luchtstroom naar de voorruit.
Middelste ventilatieroosters en
zijventilatieroosters.
Luchtstroom naar de beenruimte.
Door een toets in te drukken wordt de functie
in- of uitgeschakeld.
Toevoer van buitenlucht/
luchtrecirculatie
F Druk op deze toets om de lucht in het interieur te laten recirculeren.
F
D
ruk nogmaals op deze toets om de
toevoer van buitenlucht weer in te
schakelen. Deze functie kan ook tijdelijk worden
gebruikt om de lucht in het interieur
sneller op te warmen.
sc
hakel zo snel mogelijk de toevoer van
buitenlucht weer in om te voorkomen
dat de luchtkwaliteit in het interieur
achteruitgaat en de ruiten beslaan.
Met deze drie toetsen kunt u de luchtverdeling
in het interieur instellen.
Voor een gelijkmatige verdeling van de
lucht over het interieur kunnen de drie
toetsen gelijktijdig zijn geactiveerd.
Comfort
Page 63 of 328
61
C4-cactus_nl_Chap03_confort_ed02-2014
Handbediende airconditioning
Temperatuurregeling
F Druk op een van deze toetsen of beweeg de cursor naar het
blauwe gedeelte (koud) of het
rode gedeelte (warm) om de
temperatuur naar eigen wens in
te stellen.
De handbediende airconditioning werkt bij draaiende motor.
Luchtopbrengstregeling
F Druk op een van deze toetsen
om de luchtopbrengst te
verhogen of te verlagen.
Het symbool van de luchtopbrengst (ventilator)
wordt geleidelijk opgevuld, afhankelijk van de
gewenste aanjagersnelheid.
Door de aanjagersnelheid in de laagst
mogelijke stand te zetten wordt de aanjager
volledig uitgeschakeld.
ri
jd niet te lang met uitgeschakelde
aanjager om te voorkomen dat de ruiten
beslaan en de luchtkwaliteit vermindert.
F
s
e
lecteer het menu
" Airconditioning " op het
touchscreen tablet om de pagina
met de bedieningstoetsen van
het systeem weer te geven.
3
Comfort
Page 64 of 328

62
C4-cactus_nl_Chap03_confort_ed02-2014
Toevoer van buitenlucht /
Luchtrecirculatie
De toevoer van buitenlucht voorkomt het
beslaan van de voorruit en zijruiten.
De luchtrecirculatie dient om de toevoer
van buitenlucht bij stank (bijvoorbeeld van
uitlaatgassen) af te sluiten.F
D
ruk op deze toets om de lucht in
het interieur te laten recirculeren. De airconditioning werkt doeltreffend in elk
jaargetijde, mits de ruiten zijn gesloten.
Het systeem stelt u in staat:
Airconditioning aan/uit
Aan
Uit
De airconditioning werkt niet als de
regeling voor de luchtopbrengst is
uitgeschakeld.
F
D
ruk op deze toets om de
airconditioning in te schakelen.
sc
hakel zo snel mogelijk de toevoer van
buitenlucht weer in om te voorkomen
dat de luchtkwaliteit in het interieur
achteruitgaat en de ruiten beslaan.
Deze functie kunt u tijdelijk gebruiken
om de lucht in het interieur sneller te
ver warmen of te koelen.
-
d
e temperatuur in het interieur 's zomers te
verlagen,
-
i
n de winter bij temperaturen boven 3°C
beslagen ruiten snel te ontwasemen.
F
D
ruk nogmaals op deze toets
om de airconditioning uit te
schakelen.
Luchtverdeling
Met deze drie toetsen kunt u de luchtverdeling
in het interieur regelen.
Voorruit.
bi
j het indrukken van een toets wordt de
desbetreffende functie in- of uitgeschakeld.
be
enruimte.
Middelste ventilatieroosters en
zijventilatieroosters.
F
D
ruk nogmaals op deze toets om de
toevoer van buitenlucht weer in te
schakelen.
Voor een gelijkmatige verdeling van de
lucht over het interieur kunnen de drie
toetsen gelijktijdig zijn geactiveerd.
Comfort