Page 177 of 328

175
C4-cactus_nl_Chap09_info-pratiques_ed02-2014
Controle / aanpassen
bandenspanning
u kunt de compressor, zonder inspuiting van
h et afdichtmiddel, ook gebruiken om:
-
u
w bandenspanning te controleren of uw
banden op spanning te brengen,
-
a
ndere opblaasbare voor werpen op te
pompen (ballen, fietsbanden…).
F
D
raai de schakelaar A in de
stand "
op
spanning brengen".
F
r
o
l de zwarte slang H volledig
uit. F
sl uit de stekker van de compressor aan op
de 12V-aansluiting van de auto.
F
s
t
art de auto en laat de motor draaien.
F
b
r
eng de band op spanning met behulp
van de compressor (op spanning brengen:
schakelaar B in stand "I" ; leeg laten lopen:
schakelaar B in stand "O" en druk op de
knop C ), zoals staat aangegeven op de
bandenspanningssticker van de auto of het
opblaasbare voorwerp.
F
V
er wijder de set en berg deze op.Als de spanning van een of meer banden is
aangepast, moet het controlesysteem van
de bandenspanning worden gereset.
Zie de rubriek
"bandenspanningscontrole".
F
s
l
uit de zwarte slang aan op het ventiel van
de band of van de accessoire.
b
r
eng indien nodig eerst een van de
meegeleverde verloopstukken aan.
9
Praktische informatie
Page 178 of 328

176
C4-cactus_nl_Chap09_info-pratiques_ed02-2014
Wiel verwisselen
Het gereedschap bevindt zich onder de vloer
van de bagageruimte of kan zich, volgens
uitvoering, onder de voorpassagiersstoel
bevinden.
Toegang tot het gereedschap
Beschikbaar gereedschap
Dit gereedschap is specifiek voor uw auto
en kan, afhankelijk van de uitvoering van uw
auto, verschillen. Gebruik het niet voor andere
doeleinden.
1.
Wielsleutel.
H
iermee kunt u de wieldop ver wijderen en
de wielbouten losdraaien.
2.
k
r
ik met geïntegreerde slinger.
H
iermee kunt u de auto opkrikken.
3.
G
ereedschap voor het ver wijderen van
sierdoppen.
H
iermee kunt u bij lichtmetalen velgen
de sierdoppen van de wielbouten of de
naafdop (volgens uitvoering) verwijderen.
4.
A
fneembaar sleepoog.
ra
adpleeg de rubriek "
sle
pen".
In het geval van een lekke band kunt u het wiel met het bij de auto geleverde gereedschap ver wisselen volgens de onderstaande procedure.
Wiel met wieldop
Monteren:
plaats de wieldop, begin bij de
ventielopening en druk de wieldop rondom met
de hand vast.
Praktische informatie
Page 179 of 328
177
C4-cactus_nl_Chap09_info-pratiques_ed02-2014
F trek de gereedschapskist los. Het reservewiel bevindt zich onder de vloer van
de bagageruimte.
Reservewiel (volgens uitvoering)
Verwijderen van het reservewiel
F Draai de gele centrale bout los.
F ti l het reservewiel aan de achterzijde op
en trek het naar u toe.
F
V
er wijder het wiel uit de bagageruimte.
Terugplaatsen van het reservewiel
F Leg het reservewiel in de reservewielbak.
F D raai de gele centrale bout een aantal
omwentelingen los en plaats de bout in het
hart van het reservewiel.
F
D
raai de centrale bout vast tot deze klikt en
het reservewiel goed vastzit.
F
b
e
vestig de gereedschapskist.
9
Praktische informatie
Page 180 of 328

178
C4-cactus_nl_Chap09_info-pratiques_ed02-2014
Demonteren van het wiel
Stilzetten van de auto
Zet de auto op een plaats waar het
verkeer niet gehinderd wordt en zorg
ervoor dat de auto op een horizontale,
stabiele en stroeve ondergrond staat.
tr
ek de parkeerrem aan, zet het contact
af en schakel de eerste versnelling in
om de wielen te blokkeren.
Controleer of de verklikkerlampjes
van de parkeerrem op het
instrumentenpaneel branden.
Controleer of de inzittenden de auto
hebben verlaten en zich op een veilige
plaats bevinden.
Zorg ervoor dat de krik goed op één van
de daarvoor bestemde plaatsen wordt
gezet.
Als de krik verkeerd wordt gebruikt,
wordt de auto niet voldoende
ondersteund en kan deze vallen.
Ga nooit onder een auto liggen die alleen
op de krik steunt; gebruik een bok.
Procedure
F Verwijder de sierdop(pen) met het gereedschap 3 (volgens uitvoering).
F
D
raai de wielbouten een omwenteling los
met alleen de wielsleutel 1 . Gebruik:
-
d
e krik uitsluitend voor het
opkrikken van de auto,
-
g
een andere krik dan de door de
fabrikant geleverde krik.
Praktische informatie
Page 181 of 328
179
C4-cactus_nl_Chap09_info-pratiques_ed02-2014
F Plaats het voetstuk van de krik 2 op de
grond en controleer of deze zich loodrecht
onder het steunpunt A aan de voorzijde of
het steunpunt B aan de achterzijde bevindt.
Gebruik het steunpunt dat zich het dichtste
bij het te verwisselen wiel bevindt. F
V ouw de krik 2 uit tot de kop van de krik tegen het steunpunt A of B aan komt: het steunpunt A
of B moet goed in het centrale gedeelte van de kop van de krik steken.
F
k
r
ik de auto op tot er voldoende ruimte tussen het wiel en de grond is om het (niet lekke)
reservewiel te monteren.
Zorg ervoor dat de krik stabiel staat.
o
p e
en gladde of zachte ondergrond kan de krik
wegschuiven of wegzakken: kans op letsel!
Plaats de krik uitsluitend onder de steunpunten A of B onder de auto en controleer of het
contactvlak van het steunpunt correct in de kop van de krik steekt. Zo niet, dan kan de auto
beschadigd raken en/of de krik wegzakken: kans op letsel!
9
Praktische informatie
Page 182 of 328
180
C4-cactus_nl_Chap09_info-pratiques_ed02-2014
Monteren van het wiel
Bevestiging van het reservewiel
Indien uw auto is voorzien van
lichtmetalen velgen is het normaal dat
bij het monteren van het reservewiel de
ringen van de bouten de velg niet raken.
Als de bouten volledig zijn aangedraaid,
zorgt het conische draagvlak van de
bouten voor de bevestiging van het
reservewiel.
Na het verwisselen van het wiel
Laat zo snel mogelijk het
aanhaalmoment van de wielbouten en
de bandenspanning van het reservewiel
controleren door het CI
t
ro
Ën-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Laat de lekke band zo spoedig mogelijk
repareren en verwissel hem met het
reservewiel.
F
V
er wijder de wielbouten en leg ze op een
schone plaats weg.
F
V
erwijder het wiel.
Praktische informatie
Page 183 of 328
181
C4-cactus_nl_Chap09_info-pratiques_ed02-2014
Procedure
F Plaats het wiel op de naaf.
F D raai de wielbouten met de hand vast.
F
D
raai de wielbouten enigszins vast met
alleen de wielsleutel 1 . F
L aat de krik zakken.
F V ouw de krik 2 op en verwijder hem.F
D raai de wielbouten uitsluitend vast met de
wielsleutel 1 .
F
b evestig de sierdop(pen) (volgens
uitvoering).
9
Praktische informatie
Page 184 of 328

182
C4-cactus_nl_Chap09_info-pratiques_ed02-2014
sneeuwkettingen
onder winterse omstandigheden verbeteren sneeuwkettingen de tractie en het remgedrag van de
auto.Gebruik uitsluitend kettingen die geschikt zijn
voor het type velg van uw auto:
Maat van de af
fabriek gemonteerde banden Maximale afmeting
van de schakels
195/65
r1
59
mm
205/55
r1
6
205/50
r1
7sneeuwkettingen niet
mogelijk
ne
em voor meer informatie over
sneeuwkettingen contact op met het
CI
t
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Montagetips
F Als u onder weg sneeuwkettingen moet monteren, zet de auto dan langs de kant
van de weg stil op een vlakke ondergrond.
F
t
r
ek de handrem aan en plaats eventueel
wielblokken voor of achter de wielen om te
voorkomen dat de auto wegglijdt.
F
M
onteer de sneeuwkettingen, volg daarbij
de aanwijzingen van de fabrikant.
F
r
i
jd langzaam weg en rijd een klein stukje
met een snelheid van maximaal 50
km/h.
F
Z
et de auto stil en controleer of de
kettingen correct gespannen zijn.
Houd u altijd aan de ter plekke
geldende regelgeving over het gebruik
van sneeuwkettingen en de maximaal
toegestane snelheid.
ui
tsluitend de voor wielen mogen van
sneeuwkettingen worden voorzien. ee
n noodreservewiel mag niet worden
voorzien van een sneeuwketting.
ri
jd niet met sneeuwkettingen op een
sneeuwvrij gemaakte weg om schade
aan de banden en het wegdek te
voorkomen. Als uw auto is voorzien van
lichtmetalen velgen, controleer dan of
de ketting en de bevestigingen de velg
niet raken.
Het is bijzonder raadzaam voor vertrek
het monteren van de sneeuwkettingen
te oefenen; doe dit op een vlakke en
droge ondergrond.
Praktische informatie