Page 217 of 328
215
C4-cactus_nl_Chap10_verifications_ed02-2014
totAL & CItroËn
Partners in prestaties en
respect voor het milieu
Innovatie voor nog betere
prestaties
sinds meer dan 40 jaar ontwikkelen de re
search & Development-teams van totA L voor
CI
t
ro
Ën
smeermiddelen die geschikt zijn voor
de nieuwste technologieën die in auto’s van het
merk CI
t
ro
Ën
worden toegepast, zowel voor
wedstrijddoeleinden als gebruik in het dagelijkse leven.
Zo kunt u rekenen op de beste prestaties van de motor.
Een optimale bescherming
van uw motor
Het gebruik van totA L smeermiddelen
bij het onderhoud van uw CIt roËn
zorgt voor een langere levensduur en
betere prestaties van de motor, waarbij
tevens het milieu wordt gerespecteerd.
prefereert
10
onderhoud
Page 218 of 328

216
C4-cactus_nl_Chap10_verifications_ed02-2014
Motorkap
F open het linker voorportier.Door de plaats van de hendel kan de
motorkap niet worden geopend zolang
het linker voorportier is gesloten.
Wees bij warme motor voorzichtig met
het bedienen van de veiligheidshaak
en de motorkapsteun (kans op
brandwonden). Gebruik de beschermde
zone.
Zorg ervoor dat u bij geopende motorkap
niet tegen de hendel aan stoot.
F
D
uw de hendel omhoog en til de
motorkap op. F
n
e
em de motorkapsteun uit de houder
en bevestig deze in de uitsparing om de
motorkap geopend te houden.
Openen
F trek de hendel aan de onderzijde van het portierkader naar u toe.
De koelventilator kan ook nog gaan
draaien nadat de motor is afgezet:
houd daarom voor werpen en kleding
uit de buur t van de ventilator.
op
en de motorkap niet als het hard
waait.
Sluiten
F Haal de motorkapsteun uit de uitsparing.
F b evestig de motorkapsteun in de houder.
F
L
aat de motorkap voorzichtig zakken en
laat deze aan het einde van de slag in het
slot vallen.
F
t
r
ek aan de motorkap om te controleren of
deze goed vergrendeld is.
In verband met de aanwezigheid
van elektrische uitrustingen in de
motorruimte wordt geadviseerd om
blootstelling aan water (regen,
wassen, ...) te beperken.
sc
hakel het s
t
op&
st
art-systeem
altijd uit als u handelingen onder de
motorkap wilt uitvoeren, om letsel
door het automatisch activeren van de s tAr t- stand te voorkomen.
onderhoud
Page 219 of 328
217
C4-cactus_nl_Chap10_verifications_ed02-2014
1. reservoir ruitensproeiervloeistof.
2. re servoir koelvloeistof.
3.
r
e
servoir remvloeistof.
4.
A
ccu.
5.
Zekeringkast.
6.
Luchtfilter.
7.
ol
iepeilstok.
8.
M
otorolie (bij)vullen.
benzinemotoren
10
onderhoud
Page 220 of 328
218
C4-cactus_nl_Chap10_verifications_ed02-2014
1. reservoir ruitensproeiervloeistof.
2. re servoir koelvloeistof.
3.
r
e
servoir remvloeistof.
4.
A
ccu.
5.
Zekeringkast.
6.
Luchtfilter.
7.
ol
iepeilstok.
8.
M
otorolie (bij)vullen.
9.
Handopvoerpomp*.
Dieselmotoren
* Volgens motoruitvoering.
onderhoud
Page 221 of 328

219
C4-cactus_nl_Chap10_verifications_ed02-2014
niveaus controleren
Let bij werkzaamheden onder de motorkap goed op, want bepaalde delen van de motor kunnen zeer heet zijn (kans op brandwonden) en de
motorventilateur kan ieder moment aanslaan (zelfs bij afgezet contact).
Motorolieniveau
Het motorolieniveau kan bij aangezet
contact worden gecontroleerd
via de motorolieniveaumeter op
het instrumentenpaneel (volgens
uitvoering) of met de oliepeilstok.Controle met de oliepeilstok
raadpleeg de rubriek "benzinemotor" of
"Dieselmotor" om te zien waar de oliepeilstok
zich bevindt in de motorruimte van uw auto.
F
t
r
ek aan het gekleurde uiteinde om de
oliepeilstok volledig uit de schacht te
trekken.
F
V
eeg de peilstok af met een schone, niet
pluizende doek.
F
s
t
eek de oliepeilstok weer volledig in de
schacht en trek hem er weer uit om het
oliepeil te controleren: het oliepeil is correct
als het tussen de merktekens A en B ligt.
Controleer deze niveaus regelmatig en respecteer de voor waarden zoals vermeld in het onderhoudsschema van de fabrikant. Vul indien nodig bij, tenzij
anders aangegeven.
Laat in het geval van een sterk gedaald niveau het desbetreffende circuit controleren door het CI
t
ro
Ën-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Als u ziet dat het oliepeil boven het merkteken
A of onder het merkteken B ligt, star t de
motor dan niet .
-
A
ls het oliepeil boven het merkteken MAXI
ligt (kans op motorschade), neem dan
contact op met het CI
t
ro
Ën-
netwerk of
met een gekwalificeerde werkplaats.
-
A
ls het oliepeil lager is dan het merkteken
MINI , vul dan altijd motorolie bij. A = MA XI
B = MI
nI
D
e controle van het motorolieniveau is
alleen betrouwbaar als de auto op een
horizontale ondergrond staat en de
motor ten minste 30
minuten niet heeft
gedraaid.
Het is normaal dat u tussen twee
onderhoudsbeurten door olie moet bijvullen.
CI
t
ro
Ën
adviseert u om elke 5000
km het
olieniveau te controleren en, indien nodig,
olie bij te vullen.
10
onderhoud
Page 222 of 328

220
C4-cactus_nl_Chap10_verifications_ed02-2014
na het bijvullen zal de olieniveaumeter
op het dashboard bij het aanzetten van
het contact na 30 minuten de juiste
waarde aangeven.Eigenschappen van de olie
Controleer voordat u olie bijvult of ververst of
de motorolie die u wilt gebruiken overeenkomt
met de door de fabrikant aanbevolen motorolie
voor uw auto en motoruitvoering.
Motorolie bijvullen
raadpleeg de rubriek "be nzinemotor" of
"Dieselmotor" om te zien waar de olievuldop
zich bevindt in de motorruimte van uw auto.
F
D
raai de dop van de vulopening.
F
G
iet de olie voorzichtig in de opening om
morsen op motoronderdelen te voorkomen
(dit kan brand veroorzaken).
F
W
acht enkele minuten en controleer
vervolgens nogmaals het oliepeil met de
peilstok.
F
V
ul indien nodig nog olie bij.
F
D
raai nadat u het oliepeil nogmaals hebt
gecontroleerd de dop zorgvuldig op de
vulopening en steek de peilstok weer in de
schacht.
Olie ver versen
raadpleeg het onderhoudsschema van de
f abrikant voor het verversingsinterval voor uw
auto.
Maak om een verminderde betrouwbaarheid
van de motor en de emissieregeling te
voorkomen nooit gebruik van additieven in de
motorolie.
onderhoud
Page 223 of 328

221
C4-cactus_nl_Chap10_verifications_ed02-2014
Koelvloeistofniveau
Het koelvloeistofniveau dient zich
zo dicht mogelijk bij het merkteken
"MA XI" te bevinden, maar mag
beslist niet hoger zijn.
Wacht bovendien alvorens werkzaamheden
aan het koelsysteem uit te voeren ten minste
1
uur nadat de motor gedraaid heeft, omdat het
koelsysteem onder druk staat.
Draai om brandwonden te voorkomen de dop
eerst 2
omwentelingen los om de druk te laten
dalen. Ver wijder, als de druk eenmaal gedaald
is, de dop en vul koelvloeistof bij.Aftappen van het systeem
Deze koelvloeistof hoeft niet ververst te
worden.
Het remvloeistofniveau dient zich
zo dicht mogelijk bij het merkteken
"MA XI" te bevinden. Controleer
indien dit niet het geval is of de
remblokken van uw auto zijn
versleten.
Remvloeistofniveau
Remvloeistof ver versen
raadpleeg het onderhoudsschema van
d e fabrikant voor het voorgeschreven
verversingsinterval.
Type remvloeistof
Gebruik de door de fabrikant voorgeschreven
remvloeistof. De koelventilator kan ook nog gaan draaien
nadat de motor is afgezet: houd daarom
voor werpen en kleding uit de buur t van de
ventilator. Als de motor warm is, wordt de temperatuur van
de koelvloeistof geregeld door de koelventilator.
Type koelvloeistof
Gebruik de door de fabrikant voorgeschreven
koelvloeistof.
10
onderhoud
Page 224 of 328

222
C4-cactus_nl_Chap10_verifications_ed02-2014
Vermijd langdurig huidcontact met
afgewerkte olie en andere vloeistoffen.
De meeste van deze vloeistoffen zijn
bijtend en schadelijk voor de gezondheid.
Gooi afgewerkte olie en andere
vloeistoffen niet in het riool, in het water
of op de grond.
Deponeer afgewerkte olie in de
daarvoor bestemde containers
bij het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Afgewerkte producten
Bijvullen
Het reservoir moet snel worden bijgevuld
door het CIt
roËn- netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Brandstofadditiefniveau
(dieseluitvoering met
roetfilter)
Het minimumniveau van het
additief wordt aangegeven door
het permanent branden van dit
verklikkerlampje in combinatie met
een geluidssignaal en een melding
met betrekking tot een te laag
additiefniveau van het roetfilter.
Type vloeistof
Voor een optimale reiniging en om het
bevriezen van de sproeiers te voorkomen,
wordt het (bij)vullen van het reservoir met water
afgeraden.
Gebruik onder winterse omstandigheden
vloeistof op ethanol- of methanolbasis.
Niveau
ruitensproeiervloeistof
Vul het reservoir bij wanneer dit nodig is.
onderhoud