Page 105 of 328

103
C4-cactus_nl_Chap05_conduite_ed02-2014
Park Assist
Dit systeem assisteert u actief bij het parkeren door een parkeerplek te detecteren en vervolgens het sturen van u over te nemen bij het inparkeren.
Het systeem bedient de stuurinrichting ter wijl de bestuurder het gaspedaal, het rempedaal, de versnellingsbak en de koppeling (handgeschakelde
versnellingsbak) bedient. t
i
jdens het in- en uitparkeren informeert het systeem de bestuurder met beelden op het scherm en geluidssignalen, zodat hij
erop kan toezien dat de manoeuvre veilig wordt uitgevoerd.
b
i
j het parkeren kan het noodzakelijk zijn dat u enkele keren moet steken.
Het Park Assist-systeem is een
hulpmiddel voor de bestuurder die
desondanks waakzaam moet blijven.
De bestuurder moet ervoor zorgen dat de
auto tijdens de manoeuvre onder controle
blijft en geen obstakels kan raken.
ond
er bepaalde omstandigheden
detecteren de sensoren mogelijk geen
kleine obstakels die zich in hun dode
hoeken bevinden.
Als de gemonteerde banden een
andere maat hebben dan de originele
banden (extra brede banden,
winterbanden enz.), kan de werking
van het parkeerhulpsysteem negatief
worden beïnvloed.
ti
jdens de manoeuvres draait het
stuur wiel snel rond: houd daarom het
stuur wiel niet tegen, steek niet uw
handen tussen de spaken en zorg dat
ook uw kleding, uw sjaal, een handtas
en dergelijke niet tussen de spaken
terechtkomen.
u
z
ou hierdoor letsel
kunnen oplopen. Het systeem meet bij het fileparkeren
geen parkeerruimtes op waarvan de
afmetingen aanmerkelijk groter of kleiner
zijn dan het model van de auto.
De functie "Parkeerhulp" wordt tijdens de
manoeuvres automatisch geactiveerd.
Het is dus mogelijk dat in combinatie met
een geluidssignaal een pictogram op het
scherm verschijnt, wat geen gevolgen
heeft voor de parkeermanoeuvre.
Door het type parkeermanoeuvre te
selecteren (fileparkeren: inparkeren of
uitparkeren) gaat het
s
t
op & s
t
art-
systeem niet over op de
sto
P
-stand.
In de
sto
P
-stand wordt bij deze
selectie de motor weer gestart.
De bestuurder kan op elk gewenst moment het stuur zelf weer overnemen.
Het systeem assisteert u bij het fileparkeren,
zowel bij inparkeren als bij uitparkeren.
5
rijden
Page 106 of 328

104
C4-cactus_nl_Chap05_conduite_ed02-2014
Fileparkeren - inparkeren
F Verminder als u een lege parkeerplek ziet uw snelheid tot maximaal 20 km/h.
F
Z
et uw auto stil vóór de lege parkeerplek. Activeren van het Park Assist-systeem:
o
F
er v
erschijnt een melding op het scherm.
F
s
e
lecteer de functie voor het inparkeren in
een fileparkeervak.
H
et lampje van de schakelaar gaat
branden. F
s
c
hakel de richtingaanwijzer in om aan te
geven aan welke zijde u gaat parkeren.
F
r
i
jd langs de parkeerplek met een snelheid
lager dan 20
km/h om de beschikbare
ruimte te meten en zorg er daarbij voor
dat u een afstand van 0,5
tot 1,5 meter
tussen de geparkeerde auto's en uw auto
aanhoudt.
Zodra de meting voltooid is en de gemeten
ruimte voldoende groot is, geeft een melding
aan dat de parkeermanoeuvre kan beginnen.
F
s
e
lecteer het menu
" Rijhulpsysteem " van het
touchscreen tablet.
F
D
ruk op de secundaire pagina op
" Park Assist ".
F
D
ruk op deze schakelaar.
Het lampje van de schakelaar blijft uit.
rijden
Page 107 of 328
105
C4-cactus_nl_Chap05_conduite_ed02-2014
De geassisteerde inparkeermanoeuvre is nu
begonnen.
ri
jd stapvoets (max. 8 km/h) en ga door met
de manoeuvre op basis van de aanwijzingen
van de functie "Parkeerhulp" tot er een melding
verschijnt die aangeeft dat de manoeuvre is
voltooid.
Het lampje van de schakelaar gaat uit en er
klinkt een geluidssignaal. De bestuurder kan nu het stuur weer
overnemen.
F
ri
jd vooruit tot een nieuwe melding
verschijnt.
F
Z
et de auto in de achteruitversnelling en
laat het stuurwiel los.
5
rijden
Page 108 of 328

106
C4-cactus_nl_Chap05_conduite_ed02-2014
Fileparkeren - uitparkeren
Activeren van het Park Assist-systeem,
bij stilstaande auto: F s
t
art de motor wanneer u de parkeerplek
wilt verlaten.
De geassisteerde uitparkeermanoeuvre is nu
begonnen.
ri
jd stapvoets (max. 5 km/h) en ga door met de
manoeuvre op basis van de aanwijzingen van de
functie "Parkeerhulp" tot er een melding verschijnt
die aangeeft dat de manoeuvre is voltooid.
De manoeuvre is voltooid zodra de voor wielen van
de auto zich buiten de parkeerplek bevinden.
Het lampje van de schakelaar gaat uit en er klinkt
een geluidssignaal.
De bestuurder moet nu het stuur weer
overnemen.
o
F
er v
erschijnt een melding op het scherm. F
s
e
lecteer de functie voor het uitparkeren
uit een fileparkeervak.
H
et lampje van de schakelaar gaat
branden.
F s
c
hakel de richtingaanwijzer in om aan te
geven dat u de parkeerplek gaat verlaten.
H
et verklikkerlampje van de
richtingaanwijzer blijft gedurende
de manoeuvre knipperen op het
instrumentenpaneel, ongeacht de stand
van de hendel.
F sc hakel de 1e versnelling of de
achteruitversnelling in en laat het stuur wiel
vervolgens los.
F
s
e
lecteer het menu
" Rijhulpsysteem " van het
touchscreen tablet.
F
D
ruk op de secundaire pagina
op " Park Assist ".
F
D
ruk op deze schakelaar.
Het lampje van de schakelaar blijft uit.
rijden
Page 109 of 328

107
C4-cactus_nl_Chap05_conduite_ed02-2014
Controleer bij slecht weer en bij winterse
omstandigheden of de sensoren niet
worden bedekt met vuil, rijp of sneeuw.
Laat in het geval van een storing
het systeem controleren door het
CI
t
ro
Ën-
netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Als het systeem tijdens een manoeuvre
wordt gedeactiveerd, moet de
bestuurder het systeem weer activeren
om de meting voort te zetten. Als de ruimte tussen uw auto en de
parkeerplek te groot is, kan het systeem
mogelijk de beschikbare ruimte niet meten.
ob
jecten die groter zijn dan de
afmetingen van de auto, worden bij een
manoeuvre niet gedetecteerd door het
Park Assist-systeem.
Deactiveren
er verschijnt een melding op het scherm.
De bestuurder moet nu het stuur weer
overnemen.u
kunt het systeem deactiveren door op de
schakelaar van de Park Assist te drukken (of op
de toets Park Assist in het menu
" Rijhulpsysteem " van de touchscreen tablet),
Het systeem wordt automatisch gedeactiveerd:
-
a ls het contact wordt afgezet,
-
a
ls de motor afslaat,
-
a
ls er binnen 5 minuten na het selecteren van
het type manoeuvre niet wordt gestart met een
manoeuvre,
-
a
ls de auto tijdens de manoeuvre langdurig blijft
stilstaan,
-
a
ls de antispinregeling (A
s
r
) i
n werking treedt,
-
a
ls de maximale wagensnelheid wordt
overschreden,
-
a
ls de bestuurder het stuur wiel tegenhoudt,
- als de bestuurder de schakelaar van het Park Assist-systeem indrukt (of op de toets
Park Assist in het menu "Rijhulpsysteem"
van het touchscreen tablet),
- als het niet mogelijk is om de auto correct in te parkeren (te veel manoeuvres nodig voor het
in- of uitparkeren),
-
a
ls het bestuurdersportier wordt geopend,
-
a
ls één van de voor wielen op een ob stakel stuit.
Uitschakelen
Het systeem wordt automatisch uitgeschakeld:
-
b ij het trekken van een aanhangwagen,
-
a
ls het bestuurdersportier wordt geopend,
-
b
ij een wagensnelheid vanaf 70 km/h.
ra
adpleeg om het systeem voor langere duur
te laten uitschakelen het CI
t
ro
Ën-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Storing
In het geval van een storing in het
systeem gaat het pictogram van de
toets (op de touchscreen tablet )
over op de waarschuwingsmodus en
knippert het lampje even, waarna het
uitgaat.
ra
adpleeg het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
5
rijden
Page 110 of 328

108
C4-cactus_nl_Chap06_visibilite_ed02-2014
LichtschakelaarMet de lichtschakelaar kunt u de verlichting van de auto selecteren en inschakelen.
Hoofdverlichting
De lichtschakelaar heeft verschillende standen
om de zichtbaarheid van de auto en het zicht
van de bestuurder aan te passen aan de
omgeving:
-
p
arkeerlicht: om gezien te worden,
-
d
imlicht: voor een optimaal zicht zonder
medeweggebruikers te verblinden,
-
g
rootlicht: voor een optimaal zicht
op wegen waar het omgevingslicht
onvoldoende is.
Aanvullende verlichting
uw auto is voorzien van aanvullende verlichting
voor specifieke rijomstandigheden:
-
e
en mistachterlicht,
-
m
istlampen vóór met statische
bochtverlichting,
-
d
agrijverlichting: voor een betere
zichtbaarheid van uw auto overdag,
-
f
ollow me home-verlichting voor een beter
zicht na het uitstappen,
-
p
arkeerlichten om de zijkant van de auto te
markeren als u in het donker parkeert.
Als één of meer lampen defect zijn, geeft
een melding aan dat u de desbetreffende
lamp(en) moet controleren.
Zicht
Page 111 of 328
109
C4-cactus_nl_Chap06_visibilite_ed02-2014
Uitvoering zonder automatische
inschakeling
Uitvoering met automatische
inschakeling Ring voor de selectie van de
stand van de hoofdverlichting
Draai aan de ring om het symbool van de
gewenste stand tegenover het merkteken te
zetten.Lichten uit / Verlichting overdag.
Automatische verlichting.
Alleen parkeerlicht.
Dimlicht of grootlicht.
Grootlichtschakelaar
trek de hendel naar u toe om over te schakelen
van dim- naar grootlicht en terug.
Als de verlichting is uitgeschakeld of wanneer
alleen de parkeerlichten zijn ingeschakeld, kunt
u een lichtsignaal geven door de hendel naar u
toe te trekken.
Verklikkerlampjes
een verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel geeft aan dat de
geselecteerde verlichting is ingeschakeld.
6
Zicht
Page 112 of 328

110
C4-cactus_nl_Chap06_visibilite_ed02-2014
Ring voor de selectie van de mistverlichting
De mistverlichting werkt in combinatie met het dimlicht en het grootlicht.
Mistlampen vóór en
mistachterlicht
Als de verlichting automatisch wordt
uitgeschakeld (uitvoeringen met automatische
verlichting) of als het dimlicht handmatig wordt
uitgeschakeld, blijven de mistverlichting en de
parkeerlichten branden.
F
D
raai de ring naar achteren om de
mistverlichting uit te schakelen.
De parkeerlichten worden dan ook
uitgeschakeld.
Uitsluitend één
mistachterlicht
F Draai de ring naar voren om het mistachterlicht in te schakelen.
Wanneer de verlichting automatisch wordt
uitgeschakeld (uitvoeringen met de stand
A
u
to
)
, blijven het mistachterlicht en het
dimlicht branden.
F
D
raai de ring naar achteren om het
mistachterlicht uit te schakelen. Verdraai de ring:
F
é én stand naar voren om de mistlampen
vóór in te schakelen,
F
t
wee standen naar voren om het
mistachterlicht in te schakelen,
F
é
én stand naar achteren om het
mistachterlicht uit te schakelen,
F
t
wee standen naar achteren om de
mistlampen vóór uit te schakelen.
Zicht