Page 57 of 288

Als knop A fig. 56 nogmaals langer dan
een halve seconde wordt ingedrukt,
wordt het dak automatisch tot de
eindaanslag gebracht. Het voorste
glazen paneel kan in een tussenstand
worden stopgezet door nogmaals
op knop A te drukken.
3)
22)
Het schuifdak sluiten
Druk vanaf de compleet geopende
stand langer dan een halve seconde op
knop B fig. 56: als de knop langer dan
een halve seconde wordt ingedrukt,
wordt het glazen paneel automatisch in
de tussenstand staan (“Comfort”-
stand).Als de knop nogmaals langer dan een
halve seconde wordt ingedrukt, wordt
het schuifdak in de spoilerstand
gebracht. Tenslotte, als nogmaals op
de sluitknop B wordt gedrukt, wordt het
schuifdak in de volledig gesloten stand
gebracht.
KNELBEVEILIGING
Het schuifdak is uitgerust met een
knelbeveiliging die tijdens het sluiten
van het dak een eventueel obstakel kan
herkennen; wanneer dit gebeurt,
onderbreekt het systeem de beweging
en keert de beweging van de voorste
ruitpaneel onmiddellijk om.
ZONNESCHERMEN
Om de zonneschermen te openen, trek
het handvat A fig. 57 in de richting
van de pijl tot de gewenste stand wordt
bekomen.Ga in omgekeerde volgorde te werk om
de zonneschermen te sluiten.
INITIALISATIEPROCEDURE
Als de accu werd losgekoppeld of als
een zekering is doorgebrand, dan moet
de werking van het schuifdak opnieuw
worden geïnitialiseerd.
Ga als volgt te werk:
❒houd knop B fig. 56 ingedrukt tot het
schuifdak helemaal gesloten is. Laat
daarna de knop los;
❒druk op knop B en houd deze
minstens 10 seconden ingedrukt
en/of tot het glazen paneel vooruit
vastklikt. Laat de knop vervolgens
los;
❒druk binnen 5 seconden na de vorige
bediening opnieuw op knop B en
houd deze ingedrukt: het voorste
ruitpaneel zal een volledige cyclus
openen en sluiten uitvoeren. Laat de
knop pas na afloop van deze cyclus
los.
56A0K0576
57A0K0577
53
Page 58 of 288

ONDERHOUD/
NOODBEDIENING
In geval van nood of onderhoud, kan
het schuifdak handmatig worden
versteld wanneer er geen stroom
aanwezig is (voorste ruitpaneel
openen/sluiten) door de volgende
werkzaamheden uit te voeren:
❒verwijder de beschermdop A fig. 58
op de binnenbekleding, tussen de
twee zonneschermen;
❒neem de meegeleverde Allen sleutel
B uit het dashboardkastje of uit de
gereedschapshouder in de
bagageruimte;
❒steek de betreffende sleutel in de
zitting C en draai hem rechtsom
om het schuifdak te openen of
linksom om het schuifdak te sluiten.
BELANGRIJK
3) Open het schuifdak niet als er
sneeuw of ijs op ligt: risico op
beschadiging.
BELANGRIJK
22) Verwijder altijd de sleutel uit het
contactslot als de auto wordt
verlaten om het risico op letsel te
voorkomen als het schuifdak
per ongeluk wordt bediend.
Oneigenlijk gebruik van het
schuifdak kan gevaarlijk zijn.
Controleer voor en tijdens het
bedienen altijd of iemand kan
worden verwond door het
bewegende schuifdak of door
voorwerpen die door het
mechanisme worden meegesleept
of geraakt.
PORTIEREN
CENTRALE
PORTIERVERGRENDELING
De portieren
vergrendelen van
buitenaf
Druk bij gesloten portieren op de knop
van de afstandsbediening (of op
het dashboard fig. 59) of steek en draai
de metalen baard (in de sleutel) in het
slot van het bestuurdersportier.
De portiervergrendeling werkt:
❒als alle portieren gesloten zijn;
❒als alle portieren gesloten zijn en de
achterklep open is:
58A0K0578
59A0K0588
54
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 59 of 288

De portieren
ontgrendelen van
buitenaf
Druk op de knop
van de
afstandsbediening of steek en draai de
metalen baard (in de sleutel) in het
slot van de bestuurdersportier.
De portieren ver-/
ontgrendelen van
binnenuit
Druk op de knop
fig. 59 op het
dashboard.
BELANGRIJK Bij ingeschakelde
centrale portiervergrendeling, kan het
portier aan passagierzijde worden
ontgrendeld door aan de binnenste
handgreep te trekken. Als aan de
binnenste handgreep van het
bestuurdersportier wordt getrokken,
worden alle portieren ontgrendeld.
BELANGRIJK De achterportieren
kunnen niet van binnenuit worden
geopend als het kinderslot is
ingeschakeld.
Als er geen stroomtoevoer is
(doorgebrande zekering, losgekoppelde
accu, enz.) kunnen de portieren nog
steeds met de hand worden
vergrendeld.KINDERSLOT
Deze voorziening zorgt ervoor dat de
achterportieren van binnenuit niet
geopend kunnen worden.
Het kinderslot A fig. 60 kan alleen bij
geopende portieren worden
ingeschakeld:
❒stand 1 - kinderslot ingeschakeld
(portier vergrendeld);
❒stand 2 - kinderslot uitgeschakeld
(portier kan van binnenuit worden
geopend).De voorziening blijft ook ingeschakeld
wanneer de portieren centraal
ontgrendeld worden.
4) 5)
BELANGRIJK De achterportieren
kunnen niet van binnenuit worden
geopend als het kinderslot is
ingeschakeld.
NOODVERGRENDELING
PORTIEREN
Voorportier aan
passagierszijde
De voorportier aan passagierszijde is
voorzien van een
vergrendelingssysteem wanneer er
geen stroom aanwezig is.
Om de vergrendeling in te schakelen,
steek de metalen baard van de sleutel
in de opening A fig. 61 en trek hem
omhoog.
Achterportieren
De achterportieren zijn voorzien van een
noodsysteem waarmee de portieren
kunnen worden vergrendeld wanneer er
geen stroom aanwezig is.
In dit geval moet men als volgt te werk
gaan:
60A0K0579
55
❒steek de metalen baard van de
contactsleutel in de zitting B;
❒draai de sleutel linksom en verwijder
hem uit de zitting B.
Page 60 of 288

Ga als volgt te werk om het knopje van
het slot weer in dezelfde stand te zetten
(alleen wanneer de acculading hersteld
is):
❒druk op knop
van de sleutel;
❒druk op de knop
voor
vergrendeling/ontgrendeling op het
dashboard;
❒open het voorportier door de sleutel
in het slot te steken;
❒trek aan de binnenhandgreep van het
portier.
6)
Initialisatie open-/
sluitmechanisme
Als de accu is losgekoppeld of als een
zekering is doorgebrand, dan moet
het open-/sluitmechanisme als volgt
opnieuw geïnitialiseerd worden:
❒sluit alle portieren;
❒druk op de knop
van de sleutel of
op de knop
op het dashboard;
❒druk op de knop
van de sleutel of
op de knop
op het dashboard.
BELANGRIJK
4) Gebruik dit mechanisme altijd
wanneer kinderen worden
vervoerd.
5) Controleer na bediening van dit
mechanisme op bij beide
achterportieren of het
daadwerkelijk is ingeschakeld
door aan de handgreep aan de
binnenzijde van de portieren te
trekken.6) Als bij ingeschakeld kinderslot en
de eerder beschreven
vergrendelingswijze de
binnenhandgreep van een
achterportier wordt bediend, lukt
het niet om het portier te openen
en komt alleen het knopje van
de sloten omhoog. Om het portier
te openen, moet de buitenste
handgreep worden bediend. Bij
inschakeling van de
noodvergrendeling wordt de knop
van de centrale
portiervergrendeling
niet buiten
werking gesteld.
61A0K0580
56
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 61 of 288

ELEKTRISCHE
RUITBEDIENING
Deze werkt met de contactsleutel in de
stand MAR en gedurende circa 3
minuten nadat de contactsleutel naar
de stand STOP is gedraaid of
verwijderd is als een van de
voorportieren geopend is.
De bedieningsknoppen bevinden zich
op de portierpanelen fig. 62 (vanaf
het paneel van het bestuurdersportier
kunnen alle ruiten bediend worden).
Er is een knelbeveiliging aanwezig die
tijdens het sluiten van de voor- en
achterruiten werkt.
23)
BEDIENINGSELEMENTEN
Bestuurdersportier
❒A: openen/sluiten zijruit linksvoor;
"continue automatische" werking
tijdens openen/sluiten ruit;
❒B: openen/sluiten zijruit rechtsvoor;
"continue automatische" werking
tijdens openen/sluiten ruit;
❒C: inschakeling/uitschakeling
bediening achterste zijruiten;❒D: openen/sluiten zijruit linksachter
(bij bepaalde versies/markten);
"continue automatische" werking
tijdens openen/sluiten ruit;
❒E: openen/sluiten zijruit rechtsachter
(bij bepaalde versies/markten);
"continue automatische" werking
tijdens openen/sluiten ruit;Ruit openen
Druk op de toetsen om de gewenste
ruit te openen.
Wanneer een van de twee knoppen
kort wordt ingedrukt, beweegt de ruit in
"stappen"; als de knop ingedrukt
wordt gehouden, wordt de "continue
automatische" werking geactiveerd.
Als opnieuw op de bedieningsknop
wordt gedrukt, stopt de ruit in de
gewenste positie. Als de knop enkele
seconden ingedrukt wordt gehouden,
gaat de ruit automatisch open of dicht
(alleen met de contactsleutel in de
stand MAR).
Ruit sluiten
Trek de knoppen omhoog om de
gewenste ruit te sluiten.
Bij het sluiten van de ruit wordt dezelfde
werkingslogica als bij het openen
gebruikt.
Voorportier aan
passagierszijde en
achterportieren
(bij bepaalde versies/markten)
Op het portierpaneel aan passagierzijde
en bij sommige versies op de
achterportieren, zijn knoppen F fig. 62
aanwezig om de betreffende ruiten
te bedienen.
62A0K0581
57
fig.62
Page 62 of 288

Knelbeveiliging
De auto is uitgerust met een
knelbeveiliging die tijdens het sluiten
van de zijruiten voor en achter actief is.
Dit veiligheidssysteem detecteert de
aanwezigheid van een obstakel tijdens
het sluiten van de ruit en grijpt in door
de slag van de ruit te stoppen en,
afhankelijk van de positie van de ruit,
om te keren. Deze voorziening is ook
nuttig als de ruiten per ongeluk worden
bediend door kinderen aan boord.
De knelbeveiliging is zowel tijdens de
handmatige als de automatische
bediening van de ruit actief. Wanneer
de knelbeveiliging geactiveerd wordt,
wordt de beweging van de ruit
onmiddellijk gestopt en omgekeerd.
Tijdens de omkering van de beweging
kan de ruit op geen enkele manier
bediend worden.
BELANGRIJK Als de knelbeveiliging
binnen één minuut 5 keer achter elkaar
ingrijpt of defect is, wordt het
automatische sluiten van de ruit
geblokkeerd, en alleen in stappen van
een halve seconde toegestaan; hierbij
moet de knop losgelaten worden voor
de volgende manoeuvre.
Om de correcte werking van het
systeem te herstellen, moet de
betreffende ruit geopend worden.BELANGRIJK Als de contactsleutel in
de stand STOP staat of verwijderd
is, dan kunnen de ruiten nog ongeveer
3 minuten worden bediend. Het
systeem wordt echter uitgeschakeld als
een van de portieren wordt geopend.
BELANGRIJK Daar waar de
knelbeveiliging aanwezig is, zorgt
bediening van de knop
op de
afstandsbediening langer dan
2 seconden voor het openen van de
ruiten zolang de knop ingedrukt wordt
gehouden. Als de knop
langer dan
2 seconden ingedrukt wordt gehouden,
worden de ruiten gesloten.
BELANGRIJK
7) Het systeem voldoet aan de
2000/4/EG richtlijn inzake de
bescherming van de inzittenden
die uit het
inzittendencompartiment leunen.
BELANGRIJK
23) Oneigenlijk gebruik van de
elektrische ruitbediening kan
gevaarlijk zijn. Controleer voor en
tijdens het bedienen van de ruit
altijd of de passagiers niet kunnen
worden verwond door de
bewegende ruit of door
voorwerpen die door de ruit
worden meegesleept of geraakt.
Verwijder altijd de sleutel uit het
contactslot als de auto wordt
verlaten om te voorkomen dat
onverwachtse bediening van de
elektrische ruitbediening gevaar
oplevert voor de achtergebleven
passagiers.
58
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 63 of 288

❒houd, nadat de ruit de eindaanslag
heeft bereikt, de knop "naar boven"
minstens 1 seconde ingedrukt.
Voor bepaalde versies/markten, na een
stroomonderbreking van de
regeleenheden (accu vervangen of
losgekoppeld of zekeringen van de
regeleenheden voor elektrische
ruitbediening vervangen), moet de
automatische ruitbediening opnieuw
geïnitialiseerd worden.De initialisatieprocedure moet met
gesloten portieren uitgevoerd worden,
zoals hieronder beschreven:
❒open de ruit van het
bestuurdersportier volledig en houd
de bedieningstoets minstens drie
seconden ingedrukt nadat de
(onderste) eindaanslag bereikt is;
❒sluit de ruit van het
bestuurdersportier helemaal en houd,
nadat de ruit het einde van de
opwaartse slag heeft bereikt, de
bedieningsknop minstens 3
seconden ingedrukt;
❒ga vervolgens op dezelfde wijze te
werk zoals beschreven onder punten
1 en 2 voor de ruit van het
passagiersportier;
❒controleer na afronding van de
initialisatieprocedure of de
automatische ruitbediening goed
werkt.
BAGAGERUIMTE
De ontgrendeling van de bagageruimte
gebeurt elektrisch en is uitgeschakeld
wanneer de auto rijdt.
OPENEN
Indien ontgrendeld, kan de
bagageruimte van buitenaf geopend
worden met het elektrische embleem
fig. 63 tot de klik van het ontgrendelen
wordt gehoord of met behulp van de
knop op de afstandsbediening.
Wanneer de achterklep wordt geopend,
knipperen de richtingaanwijzers twee
keer en gaat de
bagageruimteverlichting branden.
Wanneer de achterklep wordt gesloten,
gaat de verlichting automatisch uit.
De verlichting gaat ook uit wanneer de
bagageruimte een paar minuten open
wordt gelaten.
63A0K0068
59
Initialisatie elektrische
ruitbediening
Als de accu werd losgekoppeld of als
de zekering van de knelbeveiliging is
doorgebrand, moet het systeem
opnieuw worden geïnitialiseerd.
Initialisatieprocedure:
❒sluit de ruit volledig om handmatig te
initialiseren;
Page 64 of 288

Achterklep van
binnenuit openen in
geval van nood
On de achterklep in geval van nood te
openen: verwijder de achterste
hoofdsteunen, klap de zittingen volledig
om (zie de paragraaf "Bagageruimte
uitbreiden") en druk op hendel A fig. 64.
SLUITEN
Laat de achterklep zakken en druk in
de buurt van het slot totdat het
vastklikt.
Op de binnenkant van de achterklep
zijn hendels A fig. 65 voorzien waarmee
de achterklep makkelijk kan worden
gesloten.BELANGRIJK Controleer of u in het
bezit van de sleutels bent voordat de
achterklep wordt gesloten. De
achterklep wordt namelijk automatisch
vergrendeld.
INITIALISATIE
BAGAGERUIMTE
BELANGRIJK Als de accu is
losgekoppeld of een zekering is
doorgebrand, dan moet de
vergrendeling van de achterklep
opnieuw worden geïnitialiseerd. Ga
hiervoor als volgt te werk:
❒sluit alle portieren en de achterklep;
❒Druk op knop
van de sleutel;
❒Druk op knop
van de sleutel.BAGAGERUIMTE
UITBREIDEN
De bagageruimte kan gedeeltelijk (1/3
of 2/3) of volledig worden uitgebreid
door de achterbank te scheiden.
Zie voor het uitbreiden van de
bagageruimte de beschrijvingen in de
paragrafen “Hoedenplank verwijderen”
en “Achterbank neerklappen”.
Hoedenplank
verwijderen
Ga als volgt te werk:
❒maak de uiteinden van de twee
trekkoorden A fig. 66 van de
hoedenplank los door de oogjes C uit
de steunpennen te verwijderen;
❒maak de pennen A fig. 67 buiten de
hoedenplank vrij en verwijder de
hoedenplank B door hem naar buiten
te trekken;
64A0K0583
65A0K0584
67A0K0585
60
WEGWIJS IN UW AUTO