KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
In dit deel van het instructieboek vindt u
alle informatie die u nodig hebt om het
instrumentenpaneel goed te begrijpen,
te interpreteren en te gebruiken.DISPLAY ......................................... 90
MENUOPTIES ................................. 93
INSTRUMENTENPANEEL ...............101
TRIP COMPUTER ...........................103
LAMPJES EN BERICHTEN .............107
- LAAG REMVLOEISTOFNIVEAU/
HANDREM AANGETROKKEN ............. 108
- STORING EBD .................................. 108
- STORING AIRBAG ............................ 109
- VEILIGHEIDSGORDELS NIET
VASTGEMAAKT .................................. 109
- STORING DYNAMO .......................... 109
- MOTOROLIEDRUK TE LAAG ............ 111
-UITGEWERKTE MOTOROLIE (voor
bepaalde versies/markten) .................. 112
- TE HOGE
KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR ....... 114
- STORING ALFA TCT ......................... 115
-PORTIEREN NIET GOED
GESLOTEN ......................................... 115
-SNELHEIDSLIMIET
OVERSCHREDEN ............................... 116
- STORING DUAL PINION
STUURBEKRACHTIGING .................... 116
- STORING ALFA ROMEO CODE
SYSTEEM/STORING ALARM .............. 117
- BRANDSTOFRESERVE/BEPERKTE
ACTIERADIUS ..................................... 117
- ALGEMENE STORING ...................... 118
- ALGEMENE STORING ...................... 119
-MISTACHTERLICHTEN ...................... 120
- STORING ABS .................................. 121
-REMBLOKSLIJTAGE ......................... 121
- PASSAGIERSAIRBAG
UITGESCHAKELD ............................... 121
- STORING
INSPUIT-/EOBD-SYSTEEM ................. 122- STORING VOORGLOEIBOUGIES/
VOORGLOEISYSTEEM
(dieselmotoren) .................................... 123
-WATER IN DIESELFILTER
(dieselversies) ..................................... 123
- REINIGING DPF (roetfilter) bezig
(alleen dieselversies met DPF) .............. 125
- iTPMS-SYSTEEM .............................. 127
- ELEKTRONISCHE
STABILITEITSREGELING (ESC) ........... 129
- ELEKTRONISCHE
STABILITEITSREGELING (ESC) ........... 130
- CRUISE CONTROL (voor bepaalde
uitvoeringen/markten) ......................... 131
- STADSLICHT .................................... 131
- FOLLOW ME HOME ......................... 131
- DIMLICHT ......................................... 131
- MISTLAMPEN VOOR ........................ 132
- LINKER RICHTINGAANWIJZER ....... 132
- RECHTER RICHTINGAANWIJZER ... 132
- GROOTLICHT ................................... 132
-AFSLUITER VAN DE
BRANDSTOFTOEVOER ..................... 133
- MOGELIJKE IJSVORMING OP
WEGDEK............................................. 133
- STORING REMLICHTEN ................... 133
- STORING SCHEMERSENSOR.......... 133
- STORING REGENSENSOR ............... 134
- STORING PARKEERSENSOR ........... 134
-INSCHAKELING/UITSCHAKELING
START&STOP-SYSTEEM (voor
bepaalde versies/markten) .................. 135
-STORING START&STOP .................... 135
- WEERGAVE VAN GEKOZEN
RIJMODUS (“Alfa DNA”-systeem) ........ 136
89
❒druk kortstondig op de SET/
knop, op het display begint het
eerder ingestelde
gevoeligheidsniveau te knipperen;
❒druk op de toets
ofom
de instelling uit te voeren;
❒druk kort op de SET/
knop om
terug te keren naar het menuscherm
of druk langdurig op de knop om
terug te keren naar het
standaardscherm zonder op te slaan.
Activering trip
B/gegevens (Trip B
inschakelen)
Met deze optie kan de weergave van
Trip B (dagteller) ingeschakeld (On)
of uitgeschakeld (Off) worden. Zie voor
meer informatie "Trip computer".
Ga als volgt te werk om deze functie in-
en uit te schakelen:
❒druk kortstondig op de SET/
knop om "On" of "Off" op het display
te doen knipperen in functie van
wat eerder is ingesteld;
❒druk op
ofom uw keuze
te maken;
❒druk kort op de SET/
knop om
terug te keren naar het menuscherm
of druk langdurig op de knop om
terug te keren naar het
standaardscherm zonder op te slaan.Tijd instellen (Klok
instellen)
Met deze functie kan de klok ingesteld
worden via twee submenu’s: "Tijd"
en "Formaat".
Ga als volgt te werk om in te stellen:
❒druk kort op de SET/
knop
en de twee submenu's ("Uur" en
"Formaat") worden weergegeven;
❒druk op de toets
ofom
tussen de submenu's om te
schakelen;
❒druk na selectie van het te wijzigen
submenu kort op SET/
;
❒als het submenu "Tijd" is gekozen en
er wordt kort op de knop SET/
gedrukt, dan knipperen de uren
op de display.
❒druk op de toets
ofom
de instelling uit te voeren;
❒druk kortstondig op de SET/
knop, op het display knippert
"minuten";
❒druk op de toets
ofom
de instelling uit te voeren;BELANGRIJK Met elke druk op de
toets
ofwordt de waarde
één eenheid verhoogd of verlaagd.
Houd de toets ingedrukt om de waarde
automatisch snel te verhogen/verlagen.
Wanneer de gewenste waarde wordt
bereikt, kan de instelling afgerond
worden door de toets een paar keer
kort in te drukken.
❒Bij selectie van het submenu
"Formaat": door kort te drukken op
de knop SET/
geeft het display
op knipperende wijze de
weergavemodus aan;
❒druk op de toets
ofom
“24h” of “12h” te selecteren.
Wanneer de gewenste instellingen zijn
uitgevoerd, druk kortstondig op de
SET/
knop om terug te keren naar
het menuscherm of druk langdurig
op de knop om terug te keren naar het
hoofdmenu zonder op te slaan.
Druk nogmaals langdurig op de SET/
knop om terug te keren naar
het standaardscherm of het hoofdmenu
in functie van waar men zich bevindt.
95
SNELHEIDSMETER
Geeft de snelheid van de auto aan.
TOERENTELLER
Geeft het motortoerental aan.
BRANDSTOFMETER
Geeft de hoeveelheid brandstof in de
tank aan.
Het reservelampje op de meter gaat
branden wanneer er nog8à10liter
brandstof in de tank is; tank in dat geval
brandstof bij zodra dit mogelijk is.
Rijd niet met een bijna lege tank: een
onregelmatige brandstoftoevoer kan de
katalysator schade toebrengen.KOELVLOEISTOF
De wijzer geeft de
koelvloeistoftemperatuur aan en meldt
de gebruiker wanneer de
koelvloeistoftemperatuur hoger is dan
circa 50°C.
Onder normale omstandigheden kan de
wijzer op verschillende standen staan,
afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden.
Het waarschuwingslampje gaat
branden wanneer de
koelvloeistoftemperatuur te hoog is. Zet
in dit geval de motor af en neem
contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.TRIP COMPUTER
IN HET KORT
De Trip computer geeft informatie
over de werking van het voertuig
weer op de display, wanneer de
contactsleutel in de stand MAR staat.
Met deze functie kunnen twee
afzonderlijke reizen worden
aangemaakt, “Trip A” en Trip B”
genaamd, waarmee "volledige reizen"
van de auto worden bewaakt. Beide
functies werken onafhankelijk van
elkaar.
Beide geheugens kunnen gereset
worden: reset - begin van een nieuwe
rit.
“Trip A” geeft informatie over:
❒Actieradius
❒Afgelegde afstand
❒Gemiddeld brandstofverbruik
❒Huidig brandstofverbruik
❒Gemiddelde snelheid
❒Reistijd.
“Trip B” geeft informatie over:
❒Afgelegde afstand B
103
TEMPERATUURMETER
Ruitensproeiers van achterruit ........ 230
Ruitensproeiers voorruit ................. 230
Ruitensproeier/-wisser voorruit ....... 40
– Automatische
wis-/wasfunctie ......................... 41
Ruitenwissers/achterruitwisser
– wisserbladen ............................. 228
Ruitenwissers
– wisserbladen vervangen ............ 228
Safe Lock (systeem) ...................... 13
SBR-systeem (Seat Belt
Reminder) .................................... 139
Schemersensor .............................. 38
Schuifdak ....................................... 52
Setup-menu ................................... 92
Skiluik ............................................ 50
Slepen van de auto ........................ 206
– Montage van het sleepoog ........ 206
“Smart Bag” systeem
(Meertraps frontairbags) ............... 152
Sneeuwkettingen .......................... 175
Snelheidsmeter .............................. 103
Stadslichten/dagverlichting (DRL)
– lamp vervangen ......................... 191
Stadslicht en dimlicht ..................... 38
Stadslichten/remlichten .................. 192
Standaard wielen en banden .......... 253
Start&Stop systeem ....................... 73
Stoelen .......................................... 17– Voorstoelen ............................... 17
Stopcontacten ............................... 50
Stuurinrichting ................................ 250
Stuurslot ........................................ 16
Stuurwiel ........................................ 20
Symbolen....................................... 10
Tankdop ....................................... 86
Tanken ....................................... 85-86
Technische gegevens ..................... 236
Toerenteller .................................... 103
Transmissie .................................... 247
Trip Computer ................................ 103
TRIP knop ...................................... 105
"Universeel" kinderzitje
monteren ..................................... 145
Veiligheidsgordels ......................... 138
– Gebruik ..................................... 138
Veilig kinderen vervoeren ................ 143
Velgbescherming (banden) ............. 252
Velgen
– verklaring van de velgcodes ...... 252
Vloeistoffen en smeermiddelen ....... 264
Vulinhouden ................................... 261
Welcome movement .................... 91
Wielen en banden .......................... 227
– bandenspanning ....................... 254
– een wiel vervangen .................... 179
– reservewiel ................................ 251
Wielen ............................................ 251
– velgen en banden ...................... 251
Wielophanging ............................... 249
Winterbanden ................................ 174
Zekeringen vervangen................... 196
Zijairbags (zijairbag -
hoofdairbag)................................. 156
Zijairbags (zijairbags voorin) ............ 156
Zonnekleppen ................................ 51
ALFABETISCH REGISTER