Page 129 of 288

Wat het betekent Wat te doen
geelREINIGING DPF (roetfilter) bezig (alleen
dieselversies met DPF)
Wanneer de contactsleutel naar MAR wordt
gedraaid, gaat het lampje branden, maar dit moet
na enkele seconden doven. Het lampje gaat
continu branden om te waarschuwen dat het
DPF-systeem bezig is met het verwijderen van de
opgehoopte vervuilende deeltjes (roet) middels
regeneratie.
Het lampje zal niet bij elk DPF-regeneratieproces
branden, maar alleen als de rijomstandigheden
van die aard zijn dat de bestuurder hiervan op de
hoogte moet zijn. De auto moet tot aan het einde
van het regeneratieproces in beweging blijven
opdat het lampje dooft.
Een regeneratieproces duurt gemiddeld 15
minuten. De optimale omstandigheden om het
proces te voltooien worden bereikt door de
voertuigsnelheid op 60 km/h te houden met een
toerental van meer dan 2000 tpm.
Als dit lampje gaat branden, wijst dit niet op een
storing en hoeft de auto dus niet naar een
werkplaats te worden gebracht. Bij sommige
versies verschijnt er, als het lampje gaat branden,
ook een bericht op het display.
69)
125
Waarschuwingslampjesop
instrumentenpaneel
Page 130 of 288
BELANGRIJK
69) Rijd altijd met een snelheid die is afgestemd op de verkeerssituatie, de weersomstandigheden en de
wegenverkeerswetgeving. De motor afzetten terwijl het DPF-lampje brandt is toegestaan, maar het meermaals
onderbreken van het regeneratieproces kan leiden tot voortijdig kwaliteitsverlies van de motorolie. Daarom wordt
aanbevolen altijd te wachten tot het lampje is gedoofd alvorens de motor af te zetten, zoals hierboven is beschreven.
Het wordt sterk afgeraden de DPF-generatie bij stilstaand voertuig te voltooien.
126
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 131 of 288

Wat het betekent Wat te doen
geeliTPMS-SYSTEEM
Als de contactsleutel naar de stand MAR wordt
gedraaid, gaat dit lampje branden. Na enkele
seconden moet het doven.WAARSCHUWING Rijd niet verder met een of
meerdere lege banden, dit kan de
bestuurbaarheid van de auto in gevaar brengen.
Breng de auto tot stilstand, voorkom bruusk
remmen en sturen. Repareer de band(en)
onmiddellijk met behulp van de speciale kit (zie
de paragraaf "Een wiel verwisselen" in het
hoofdstuk "Noodgevallen") en neem zo snel
mogelijk contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
Storing iTPMS/iTPMS tijdelijk uitgeschakeld
Het waarschuwingslampje knippert gedurende
ongeveer 75 seconden en blijft daarna permanent
branden (er verschijnt ook een bericht op het
display) (zie paragraaf “Bedrijfsomstandigheden”)
om aan te geven dat het systeem tijdelijk
uitgeschakeld of defect is.
Het systeem gaat weer normaal werken zodra de
bedrijfsomstandigheden dat toelaten. Als dat niet
het geval is de Resetprocedure uitvoeren na het
herstellen van de normale bedrijfsomstandigheden.Als de storing blijft voortduren, zo snel mogelijk
contact opnemen met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
127
Waarschuwingslampjesop
instrumentenpaneel
Page 132 of 288

Wat het betekent Wat te doen
geelLage bandenspanning
Het waarschuwingslampje gaat continu branden
om aan te geven dat de bandenspanning gezakt is
onder de aanbevolen waarde die een lange
levensduur van de band en een zuinig
brandstofverbruik garandeert, of om aan te geven
dat er spanningsverlies is.
Zo wordt de bestuurder door het iTPMS
gewaarschuwd dat er sprake is van lage
bandenspanning en het risico op een lekke band.
In dit geval is het raadzaam de juiste
bandenspanning te herstellen (zie paragraaf
"Wielen" in het hoofdstuk "Technische gegevens").
Zodra de normale bedrijfsomstandigheden van het
voertuig hersteld zijn, de Resetprocedure uitvoeren.In elke situatie waarin op het display het bericht
"Raadpleeg handleiding" wordt weergegeven, is
het VERPLICHT om de inhoud van de paragraaf
"Wielen" in het hoofdstuk "Technische
gegevens" te raadplegen, en moeten de
aanwijzingen die u daarin vindt strikt worden
opgevolgd.
WAARSCHUWING Rijd niet verder met een of
meerdere lege banden, dit kan de
bestuurbaarheid van de auto in gevaar brengen.
Breng de auto tot stilstand, voorkom bruusk
remmen en sturen.
128
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Waarschuwingslampjesop
instrumentenpaneel
Page 133 of 288
Wat het betekent Wat te doen
geelELEKTRONISCHE STABILITEITSREGELING
(ESC)
Wanneer de contactsleutel naar MAR wordt
gedraaid, gaat het lampje branden maar het moet
doven zodra de motor is gestart.
Inwerkingtreding van het systeem wordt
aangegeven door het knipperen van het
waarschuwingslampje: dit geeft aan dat de
stabiliteit en de grip van de auto in kritieke
toestand verkeren.
Als het waarschuwingslampje (of het symbool op
het display) niet dooft, of als het blijft branden als
de motor draait, betekent dit dat er een storing in
het ESC-systeem is gedetecteerd.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal
bericht op het display.Neem zo snel mogelijk contact op met het Alfa
Romeo Servicenetwerk om het probleem te laten
diagnosticeren en oplossen.
129
Waarschuwingslampjesop
instrumentenpaneel
Page 134 of 288
Wat het betekent Wat te doen
geelELEKTRONISCHE STABILITEITSREGELING
(ESC)
Storing ASR-systeem
Wanneer de contactsleutel naar MAR wordt
gedraaid, gaat het lampje branden maar het moet
doven zodra de motor is gestart.
Het lampje gaat tijdens het rijden knipperen om
aan te geven dat het ASR-systeem in werking is
getreden.
Als het waarschuwingslampje niet dooft, of als
het blijft branden als de motor loopt, betekent dit
dat er een storing in het ASR-systeem is
gedetecteerd.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal
bericht op het display.Neem in dit geval zo snel mogelijk contact op met
het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Storing Hill Holdersysteem
Het waarschuwingslampje gaat tegelijk branden
met het symbool
en het bijbehorende bericht
verschijnt op het display om een storing in het Hill
Holdersysteem aan te geven.Neem in dit geval zo snel mogelijk contact op met
het Alfa Romeo Servicenetwerk.
130
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Waarschuwingslampjesop
instrumentenpaneel
Page 135 of 288
Wat het betekent Wat te doen
groenCRUISE CONTROL (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Wanneer de contactsleutel naar de stand MAR
wordt gedraaid, gaat dit lampje branden, maar
moet na enkele seconden doven als de cruise
control uitgeschakeld is. Het lampje gaat branden
wanneer de draaiknop van de cruise control in de
stand ON wordt gedraaid (zie de paragraaf
“Cruise Control” in het hoofdstuk "Kennismaking
met de auto").
Op het display verschijnt een speciaal bericht.
groenSTADSLICHT
Het lampje gaan branden wanneer het stadslicht
wordt ingeschakeld.
FOLLOW ME HOME
Dit lampje gaat branden (en er verschijnt ook een
melding op het display) wanneer deze functie in
gebruik is (zie de paragraaf “Buitenverlichting” in
het hoofdstuk "Kennismaking met de auto").
2
groenDIMLICHT
Het lampje gaan branden wanneer het dimlicht
wordt ingeschakeld.
131
Waarschuwingslampjesop
instrumentenpaneel
Page 136 of 288
Wat het betekent Wat te doen
groenMISTLAMPEN VOOR
Dit lampje gaat branden wanneer de mistlampen
voor worden ingeschakeld.
groenLINKER RICHTINGAANWIJZER
Het lampje gaat branden wanneer de
richtingaanwijzerhendel omlaag wordt gebracht
of, samen met de rechter richtingaanwijzer,
wanneer de knop voor de alarmknipperlichten
wordt ingedrukt.
groenRECHTER RICHTINGAANWIJZER
Het lampje gaat branden wanneer de
richtingaanwijzerhendel omhoog wordt gebracht
of, samen met de linker richtingaanwijzer,
wanneer de knop voor de alarmknipperlichten
wordt ingedrukt.
Wat het betekent Wat te doen
blauwGROOTLICHT
Het lampje gaan branden wanneer het grootlicht
wordt ingeschakeld.
132
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Waarschuwingslampjesop
instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjesop
instrumentenpaneel