Page 169 of 464

1694-1. Voor het rijden
4
Rijden
YARIS_HV_WE_52E13E
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
■Rijden op een glad wegdek
●Door plotseling remmen, accelereren en sturen kunnen de banden hun
grip verliezen, met controleverlies tot gevolg.
●Door plotseling accelereren, afremmen op de motor als gevolg van scha-
kelen of wijzigingen in het motortoerental kan de auto in een slip raken.
●Trap na het rijden door een plas het rempedaal lichtjes in om ervoor te zor-
gen dat de remmen goed werken. Door natte remblokken kan de remwer-
king afnemen. Remmen die aan één kant van de auto nat zijn en niet goed
werken, kunnen de besturing bemoeilijken.
■Bedienen van de selectiehendel
●Laat de auto niet achteruit rollen als de vooruitversnelling is ingeschakeld
of vooruit rollen terwijl de selectiehendel in stand R staat.
Als u dit toch doet, kan een ongeval of schade aan de auto het gevolg zijn.
●Zet de selectiehendel tijdens het rijden niet in stand P.
Als u dat wel doet, kan er schade aan de transmissie ontstaan waardoor u
de controle over de auto kunt verliezen.
●Zet de selectiehendel tijdens het vooruitrijden niet in stand R.
Als u dat wel doet, kan er schade aan de transmissie ontstaan waardoor u
de controle over de auto kunt verliezen.
●Zet de selectiehendel tijdens het achteruitrijden niet in stand D.
Als u dat wel doet, kan er schade aan de transmissie ontstaan waardoor u
de controle over de auto kunt verliezen.
●Wanneer u de selectiehendel tijdens het rijden in stand N zet, wordt het
hybridesysteem losgekoppeld. Als de transmissie in stand N staat, is
afremmen op de motor niet mogelijk.
●Zet de selectiehendel niet in een andere stand als het gaspedaal is inge-
trapt. Als de selectiehendel in een andere stand dan P of N wordt gezet,
kan de auto onverwacht snel accelereren, waardoor een aanrijding en ern-
stig letsel kunnen ontstaan.
Page 170 of 464

1704-1. Voor het rijden
YARIS_HV_WE_52E13E
WAARSCHUWING
■Als u een piepend of krassend geluid hoort (remblokslijtage-indicato-
ren)
Laat de remblokken zo snel mogelijk nakijken en indien nodig vervangen
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
De remschijven kunnen beschadigd raken als de remblokken niet op tijd
vervangen worden.
Het rijden met een auto waarvan de remblokken en/of de remschijven de
slijtagelimiet overschreden hebben, is gevaarlijk.
■Bij stilstaande auto
●Trap het gaspedaal niet onnodig in.
Als de selectiehendel in een andere stand dan P of N staat, kan de auto
onverwacht in beweging komen, waardoor er een ongeval kan ontstaan.
●Voorkom het ontstaan van ongelukken door het wegrollen van de auto,
houd altijd het rempedaal ingetrapt zolang het controlelampje READY
brandt en activeer de parkeerrem indien nodig.
●Voorkom voor- of achteruit wegrijden van de auto bij stoppen op een hel-
ling: trap altijd het rempedaal in en activeer de parkeerrem indien nodig.
●Voorkom dat de motor met een te hoog toerental draait.
Als de motor met een hoog toerental draait terwijl de auto stilstaat, kan het
uitlaatsysteem oververhit raken, hetgeen brand kan veroorzaken als er
brandbaar materiaal aanwezig is.
Page 171 of 464

1714-1. Voor het rijden
4
Rijden
YARIS_HV_WE_52E13E
WAARSCHUWING
■Als de auto geparkeerd is
●Laat geen brillen, aanstekers, spuitbussen of blikken frisdrank in de auto
liggen als deze in de zon geparkeerd staat.
Dit kan resulteren in het volgende:
• Een aansteker of spuitbus kan gas gaan lekken, waardoor brand kan
ontstaan.
• De temperatuur in de auto kan zo hoog oplopen dat kunststof brillengla-
zen en kunststof monturen kunnen vervormen of barsten.
• Blikjes frisdrank kunnen openbarsten, waardoor de inhoud in het interi-
eur terechtkomt. Bovendien kan de vloeistof kortsluiting in de elektri-
sche componenten veroorzaken.
• Laat geen aanstekers achter in de auto. Als een aansteker in het dash-
boardkastje of op de vloer ligt, kan deze per ongeluk gaan branden als
er bagage wordt geplaatst of een stoel wordt afgesteld en brand veroor-
zaken.
●Plak geen parkeerschijven op de voorruit of andere ruiten. Plaats geen
reservoirs zoals luchtverfrissers op het instrumentenpaneel of dashboard.
Deze parkeerschijven of reservoirs kunnen als een lens werken en brand
veroorzaken in de auto.
●Laat geen portier of ruit open als het gebogen glas van naastliggende
gebouwen voorzien is van een gemetalliseerde film, bijvoorbeeld een zil-
verkleurige folie. Weerkaatst zonlicht kan van het glas een lens maken en
brand veroorzaken.
●Activeer altijd de parkeerrem, zet de selectiehendel in stand P, schakel het
hybridesysteem uit en vergrendel de auto.
Laat de auto niet onbeheerd achter als het controlelampje READY brandt.
●Raak de uitlaatpijp niet aan als het controlelampje READY brandt of direct
na het uitschakelen van het hybridesysteem.
Anders kunt u brandwonden oplopen.
■Als u even gaat slapen in de auto
Schakel altijd het hybridesysteem uit. Anders zou u per ongeluk de selectie-
hendel kunnen verplaatsen of het gaspedaal in kunnen trappen, waardoor
een ongeluk veroorzaakt zou kunnen worden of het hybridesysteem over-
verhit zou kunnen raken, waardoor brand kan ontstaan. Verder kunnen uit-
laatgassen in een slecht geventileerde omgeving in de auto terechtkomen,
hetgeen zeer schadelijk kan zijn voor de gezondheid.
Page 172 of 464

1724-1. Voor het rijden
YARIS_HV_WE_52E13E
WAARSCHUWING
■Bij het remmen
●Rijd voorzichtiger wanneer de remmen nat zijn.
De remweg neemt toe als de remmen nat zijn en bovendien kan vocht
ertoe leiden dat de ene kant van de auto sterker afgeremd wordt dan de
andere kant. Ook de werking van de parkeerrem kan door vocht in nega-
tieve zin beïnvloed worden.
●Rijd niet te dicht achter een andere auto als het elektronisch geregelde
remsysteem niet werkt en vermijd afdalingen en scherpe bochten die
afremmen noodzakelijk maken.
In dat geval kan de auto nog wel worden afgeremd maar er moet meer
kracht op het rempedaal worden uitgeoefend. De remweg zal ook langer
zijn. Laat uw remmen onmiddellijk repareren.
●Het remsysteem bestaat uit 2 of meer afzonderlijke hydraulische syste-
men: als een van de systemen uitvalt, werkt het andere systeem/werken
de andere systemen nog wel. In dat geval moet het rempedaal krachtiger
worden ingetrapt dan gewoonlijk en neemt ook de remweg toe.
Laat uw remmen onmiddellijk repareren.
OPMERKING
■Tijdens het rijden
●Trap tijdens het rijden niet tegelijkertijd het gaspedaal en het rempedaal in,
anders neemt het vermogen van het hybridesysteem mogelijk af.
●Gebruik het gaspedaal niet om de auto op een helling op zijn plaats te
houden en trap daartoe ook niet het rempedaal en het gaspedaal gelijktij-
dig in.
■Bij het parkeren
Zet de selectiehendel altijd in stand P. Als u dit niet doet, kan de auto onver-
wachts accelereren als het gaspedaal per ongeluk wordt ingetrapt.
Page 173 of 464

1734-1. Voor het rijden
4
Rijden
YARIS_HV_WE_52E13E
OPMERKING
■Vermijd schade aan onderdelen van de auto
●Draai het stuurwiel niet gedurende langere tijd in een van beide richtingen
tegen de aanslag aan.
Hierdoor kan schade aan de stuurbekrachtigingsmotor ontstaan.
●Rijd zo langzaam mogelijk over oneffenheden in de weg om schade aan
de wielen, de onderzijde van de auto, enz. te vermijden.
■Als u tijdens het rijden een lekke band krijgt
Een lekke of beschadigde band kan leiden tot de onderstaande situaties.
Houd het stuurwiel stevig vast en trap het rempedaal geleidelijk in om de
auto tot stilstand te brengen.
●Het kan moeilijk zijn om de auto onder controle te houden.
●De auto kan abnormale geluiden maken of trillen.
●De auto kan abnormaal gaan overhellen.
Informatie over wat u moet doen in het geval van een lekke band
(Blz. 379, 394)
■Overstroomde wegen
Rijd niet op wegen die na zware regenval e.d. zijn overstroomd. Indien u dat
toch doet, kan de auto hierdoor ernstig beschadigd raken:
●Motor slaat af
●Kortsluiting in elektrische componenten
●Motorschade door onderdompeling in water
Na het rijden op een overstroomde weg moet het volgende worden nageke-
ken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige:
●Remwerking
●Veranderingen in het peil en de kwaliteit van olie en vloeistoffen die wor-
den gebruikt voor de motor, transmissie, enz.
●Smering van de lagers en de wielophanging (indien mogelijk) en de wer-
king van alle koppelingen, lagers, enz.
Page 174 of 464

1744-1. Voor het rijden
YARIS_HV_WE_52E13E
Lading en bagage
Lees onderstaande informatie over voorzorgsmaatregelen, laad-
vermogen en belading zorgvuldig door:
WAARSCHUWING
■Zaken die niet in de bagageruimte vervoerd mogen worden
De volgende zaken kunnen brand veroorzaken als ze in de bagageruimte
vervoerd worden:
●Jerrycans met benzine
●Spuitbussen
■Voorzorgsmaatregelen bij het vervoer van goederen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ertoe leiden dat
de pedalen niet goed kunnen worden ingetrapt, dat het zicht van de
bestuurder wordt gehinderd of dat de bestuurder of passagiers door voor-
werpen geraakt worden, wat een ongeval kan veroorzaken.
●Vervoer lading en bagage indien mogelijk altijd in de bagageruimte.
●Stapel bagage in de bagageruimte nooit hoger dan de rugleuningen.
●Leg geen lading of bagage op de volgende plaatsen:
• In de voetenruimte bij de bestuurder
• Op de voorpassagiersstoel of de achterstoelen (als er goederen op
elkaar gestapeld worden)
• Op de bagageafdekking
• Op het instrumentenpaneel
• Op het dashboard
●Berg alle voorwerpen op in het passagierscompartiment.
●Plaats als u de achterstoelen neerklapt geen lange voorwerpen direct ach-
ter de voorstoelen.
●Sta nooit toe dat er personen in de bagageruimte meerijden. De bagage-
ruimte is niet ontworpen om personen te vervoeren. Personen dienen
plaats te nemen op een zitplaats en een gordel op de juiste manier om te
doen. Anders neemt de kans op ernstig letsel bij plotseling remmen of uit-
wijken en bij een ongeval sterk toe.
■Lading en gewichtsverdeling
●Overlaad uw auto niet.
●Verdeel de belading altijd gelijkmatig. Een onjuiste belading kan de bestu-
ring en de remwerking in negatieve zin beïnvloeden, waardoor een onge-
val met ernstig letsel zou kunnen ontstaan.
Page 175 of 464
175
4
4-1. Voor het rijden
Rijden
YARIS_HV_WE_52E13E
Rijden met een aanhangwagen
Toyota adviseert u geen aanhangwagen met uw auto te trekken.
Toyota adviseert u bovendien geen trekhaak te laten monteren
voor het gebruik van bijvoorbeeld een fietsendrager. Uw Toyota
is niet ontworpen voor het rijden met een aanhangwagen of het
gebruik van op de trekhaak bevestigde fietsendragers en derge-
lijke.
Page 176 of 464
1764-2. Rijprocedures
YARIS_HV_WE_52E13E
Contactslot (auto's zonder Smart entr y-
systeem en startknop)
Controleer of de parkeerrem geactiveerd is.
Controleer of de selectiehendel in stand P staat.
Trap het rempedaal stevig in.
Zet het contact in stand START om het hybridesysteem te starten.
Als het controlelampje READY gaat branden, werkt het hybridesysteem
normaal.
Houd het rempedaal ingetrapt tot het controlelampje READY brandt.
Controleer of het controlelampje READY brandt.
Wanneer het controlelampje READY uit is, kunt u niet wegrijden.
Breng de auto tot stilstand.
Zet de selectiehendel in stand P. (Blz. 188)
Activeer de parkeerrem. (Blz. 192)
Zet het contact UIT om het hybridesysteem uit te schakelen.
Laat het rempedaal los en controleer of het controlelampje READY
uit is.
Starten van het hybridesysteem
Uitschakelen van het hybridesysteem
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5