Page 177 of 464
1774-2. Rijprocedures
4
Rijden
YARIS_HV_WE_52E13E
UIT
Het stuurwiel is geblokkeerd en de
sleutel kan worden verwijderd. (De
sleutel kan alleen worden verwij-
derd als de selectiehendel in stand
P staat.)
ACC
Sommige elektrische componen-
ten zoals het audiosysteem kun-
nen worden gebruikt.
AAN
Alle elektrische componenten kun-
nen worden gebruikt.
START
Voor het starten van het hybride-
systeem.
Als het hybridesysteem wordt uitgeschakeld met de selectiehendel in
een andere stand dan P, dan wordt het contact niet UIT maar in stand
ACC gezet. Voer de volgende procedure uit om het hybridesysteem
uit te schakelen:
Controleer of de parkeerrem geactiveerd is.
Zet de selectiehendel in stand P. (Blz. 188)
Zet het contact UIT om het hybridesysteem uit te schakelen.
Wijzigen van de standen van het contact
1
2
3
4
Uitschakelen van het hybridesysteem met de selectiehendel in
een andere stand dan P
1
2
3
Page 178 of 464

1784-2. Rijprocedures
YARIS_HV_WE_52E13E
■Het contact van stand ACC naar UIT zetten
Zet de selectiehendel in stand P. (Blz. 188)
■Geluiden en trillingen die bij een hybrideauto voorkomen
Blz. 76
■Als de buitentemperatuur laag is, bijvoorbeeld bij rijden in de winter
Als het hybridesysteem gestart wordt, knippert het controlelampje READY
mogelijk lang. Bedien de auto niet totdat het controlelampje READY continu
brandt. Continu branden betekent dat de auto in beweging kan komen.
■Als het hybridesysteem niet kan worden ingeschakeld
De startblokkering is mogelijk niet uitgeschakeld. (Blz. 82)
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Als het stuurslot niet ontgrendeld kan worden
■Het controlelampje READY gaat niet branden
Neem, als het controlelampje READY niet gaat branden nadat de juiste pro-
cedure voor het starten van de auto is gevolgd, direct contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.Druk de sleutel dieper in het slot en
draai deze naar UIT.
Bij het starten van het hybridesysteem
kan de sleutel moeilijk uit UIT worden
gedraaid. Draai het stuurwiel enigszins
naar links of naar rechts om het stuurslot
te ontgrendelen.
1
2
Page 179 of 464

1794-2. Rijprocedures
4
Rijden
YARIS_HV_WE_52E13E■Wanneer er een storing in het hybridesysteem aanwezig is
Blz. 370
■Waarschuwingssysteem sleutel in contactslot
Wanneer u het bestuurdersportier opent terwijl het contact in stand ACC of
UIT staat, klinkt er een zoemer die u helpt herinneren dat u de sleutel moet
verwijderen.
WAARSCHUWING
■Starten van het hybridesysteem
Ga altijd op de bestuurdersstoel zitten wanneer u het hybridesysteem start.
Trap onder geen enkele voorwaarde het gaspedaal in bij het starten van het
hybridesysteem.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan
ontstaan.
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Zet het contact onder het rijden nooit UIT. Als het hybridesysteem in een
noodgeval moet worden uitgezet terwijl de auto nog rijdt, zet het contact
dan alleen in stand ACC om het hybridesysteem uit te schakelen. Als het
hybridesysteem tijdens het rijden wordt uitgeschakeld kan er een ongeluk
ontstaan. (Blz. 361)
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de 12V-accu
Laat het contact niet gedurende langere tijd in stand ACC of AAN staan
wanneer het hybridesysteem niet is ingeschakeld.
■Starten van het hybridesysteem
Indien het hybridesysteem moeilijk start, laat uw auto dan onmiddellijk con-
troleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Page 180 of 464
1804-2. Rijprocedures
YARIS_HV_WE_52E13E
Startknop (auto's met Smart entr y-systeem
en startknop)
Controleer of de parkeerrem geactiveerd is.
Controleer of de selectiehendel in stand P staat.
Trap het rempedaal stevig in.
Het controlelampje van het Smart entry-systeem met startknop (groen)
gaat branden.
Als het controlelampje niet gaat branden, kan het hybridesysteem niet wor-
den gestart.
Druk de startknop in.
Als het controlelampje READY
gaat branden, werkt het hybride-
systeem normaal.
Houd het rempedaal ingetrapt tot
het controlelampje READY brandt.
Het hybridesysteem kan vanuit
iedere stand van het contact wor-
den gestart.
Controleer of het controlelampje READY brandt.
Wanneer het controlelampje READY uit is, kunt u niet wegrijden.
Door de volgende handelingen wordt het hybridesysteem
gestart of wijzigt de stand van het contact wanneer u de elektro-
nische sleutel bij u draagt.
Starten van het hybridesysteem
1
2
3
4
5
Page 181 of 464

1814-2. Rijprocedures
4
Rijden
YARIS_HV_WE_52E13E
Breng de auto tot stilstand.
Zet de selectiehendel in stand P.
Activeer de parkeerrem. (Blz. 192)
Druk de startknop in.
Laat het rempedaal los en controleer of het controlelampje van het
Smart entry-systeem met startknop (groen) uit is.
De standen kunnen worden gewijzigd door op de startknop te drukken
als het rempedaal niet wordt ingetrapt. (De stand verandert iedere
keer dat op de knop wordt gedrukt.)
UIT
*
De alarmknipperlichten kunnen
worden gebruikt.
Stand ACC
Sommige elektrische componen-
ten zoals het audiosysteem kun-
nen worden gebruikt.
Het controlelampje van het Smart
entry-systeem met startknop
(groen) knippert langzaam.
Stand AAN
Alle elektrische componenten kun-
nen worden gebruikt.
Het controlelampje van het Smart
entry-systeem met startknop
(groen) knippert langzaam.
*: Als de selectiehendel niet in stand P staat en het hybridesysteem wordt
uitgezet, wordt het contact in stand ACC gezet in plaats van UIT.
Uitschakelen van het hybridesysteem
Wijzigen van de standen van het contact
1
2
3
4
5
Page 182 of 464

1824-2. Rijprocedures
YARIS_HV_WE_52E13E
Als de selectiehendel niet in stand P staat en het hybridesysteem
wordt uitgezet, wordt het contact in plaats van UIT in stand ACC
gezet. Voer de volgende procedure uit om het contact UIT te zetten:
Controleer of de parkeerrem geactiveerd is.
Zet de selectiehendel in stand P.
Controleer of het controlelampje van het Smart entry-systeem met
startknop (groen) langzaam knippert en druk de startknop vervol-
gens eenmaal in.
Controleer of het controlelampje van het Smart entry-systeem met
startknop (groen) uit is.
■Auto power off-functie
Als het contact langer dan 20 minuten in stand ACC of langer dan een uur
AAN staat (hybridesysteem niet in werking) terwijl de selectiehendel in stand
P is staat, wordt het contact automatisch UIT gezet. Deze functie kan echter
niet geheel uitsluiten dat de 12V-accu ontladen raakt. Laat de auto niet gedu-
rende langere tijd in stand ACC of AAN staan terwijl het hybridesysteem niet
in werking is.
■Geluiden en trillingen die bij een hybrideauto voorkomen
Blz. 76
■Leegraken batterij elektronische sleutel
B l z . 111
■Als de buitentemperatuur laag is, bijvoorbeeld bij rijden in de winter
Als het hybridesysteem gestart wordt, knippert het controlelampje READY
mogelijk lang. Bedien de auto niet totdat het controlelampje READY continu
brandt. Continu branden betekent dat de auto in beweging kan komen.
■Omstandigheden die de werking van het systeem kunnen beïnvloeden
Blz. 135
■Aanwijzingen voor de startfunctie
Blz. 136
Uitschakelen van het hybridesysteem met de selectiehendel in
een andere stand dan P
1
2
3
4
Page 183 of 464

1834-2. Rijprocedures
4
Rijden
YARIS_HV_WE_52E13E■Als het hybridesysteem niet kan worden ingeschakeld
●De startblokkering is mogelijk niet uitgeschakeld. (Blz. 82)
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Stuurslot
Nadat het contact UIT is gezet en de portieren zijn geopend en gesloten,
wordt het stuurwiel vergrendeld met de stuurslotfunctie. Als u nogmaals op
de startknop drukt, wordt het stuurslot automatisch weer uitgeschakeld.
■Als het stuurslot niet ontgrendeld kan worden
■Oververhitting van de stuurslotmotor voorkomen
Om te voorkomen dat de elektromotor van het stuurslot oververhit raakt, kan
de werking worden onderbroken als het hybridesysteem in korte tijd herhaal-
delijk wordt in- en uitgeschakeld. Schakel het hybridesysteem in dat geval
niet in of uit. Na ongeveer 10 seconden zal de stuurslotmotor weer functione-
ren.
■Het controlelampje READY gaat niet branden
Neem, als het controlelampje READY niet gaat branden nadat de juiste pro-
cedure voor het starten van de auto is gevolgd, direct contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Wanneer er een storing in het hybridesysteem aanwezig is
Blz. 370 ●Controleer of de selectiehendel goed in
stand P staat. Het hybridesysteem kan
niet worden gestart als de selectiehen-
del niet goed in stand P staat. Het con-
trolelampje van het Smart entry-systeem
met startknop (groen) zal snel knippe-
ren.
Het controlelampje van het Smart entry-
systeem met startknop (groen) gaat snel
knipperen.
Controleer of de selectiehendel in stand P
staat.
Druk de startknop in terwijl u het stuurwiel
naar links en rechts draait.
Page 184 of 464

1844-2. Rijprocedures
YARIS_HV_WE_52E13E■Als de batterij van de elektronische sleutel ontladen is
Blz. 335
■Bedienen van de startknop
●Eén keer kort en stevig indrukken van de startknop is voldoende om deze te
bedienen. Als de startknop niet op de juiste manier wordt ingedrukt, kan het
voorkomen dat het hybridesysteem niet start of dat de stand van het contact
niet verandert. U hoeft de startknop niet ingedrukt te houden.
●Als u probeert het hybridesysteem opnieuw te starten direct nadat het con-
tact UIT is gezet, dan start het hybridesysteem in sommige gevallen moge-
lijk niet. Wacht nadat u het contact UIT hebt gezet een paar seconden
voordat u het hybridesysteem opnieuw start.
■Als het Smart entry-systeem met startknop is uitgeschakeld via de per-
soonlijke voorkeursinstellingen
Blz. 413
WAARSCHUWING
■Starten van het hybridesysteem
Ga altijd op de bestuurdersstoel zitten wanneer u het hybridesysteem start.
Trap onder geen enkele voorwaarde het gaspedaal in bij het starten van het
hybridesysteem.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan
ontstaan.
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Als een storing aan het hybridesysteem zich voordoet terwijl de auto rijdt,
vergrendel of open de portieren dan niet totdat de auto veilig en volledig tot
stilstand gekomen is. Als onder deze omstandigheden het stuurslot wordt
geactiveerd, kan dit leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
■Uitschakelen van het hybridesysteem in noodgevallen
Als u in een noodgeval het hybridesysteem tijdens het rijden wilt stoppen,
houdt u de startknop langer dan 3 seconden ingedrukt of drukt u deze min-
stens 3 keer kort achter elkaar in. (Blz. 361)
Raak de startknop echter tijdens het rijden niet aan, behalve in geval van
nood. Door het uitschakelen van het hybridesysteem tijdens het rijden ver-
liest u niet de controle over het stuurwiel of de remmen. De stuurbekrachti-
ging werkt echter niet meer. Hierdoor zal het sturen veel zwaarder gaan dan
normaal. Zet in dat geval de auto aan de kant zodra dit veilig kan.