Page 25 of 464
25Overzicht
YARIS_HV_WE_52E13EBinnenspiegel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 156
Zonnekleppen
*1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 280
Make-upspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 280
Interieurverlichting/leeslampjes. . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 271, 272
Zonnescherm panoramadak
*2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 283
1
2
3
4
5
*1: Gebruik NOOIT een baby- of kinder-
zitje waarbij het kind achteruit kijkt op
een stoel met een INGESCHAKELDE
AIRBAG, omdat het KIND anders
ERNSTIG LETSEL kan oplopen als
de airbag wordt geactiveerd.
(Blz. 70)
*2: Indien aanwezig
Page 26 of 464
26Overzicht
YARIS_HV_WE_52E13E
Page 27 of 464
27
1Veiligheid en beveiliging
YARIS_HV_WE_52E13E1-1. Voor een veilig gebruik
Voordat u gaat rijden ........... 28
Veilig rijden .......................... 30
Veiligheidsgordels................ 32
SRS-airbags ........................ 39
Handmatig in-/uitschakel-
systeem airbag .................. 50
Veiligheidsinformatie
voor kinderen ..................... 52
Baby- of kinderzitjes ............ 53
Plaatsen van veiligheids-
systemen voor kinderen .... 63
Belangrijke voorschriften
in verband met
uitlaatgassen ..................... 72
1-2. Hybridesysteem
Kenmerken
hybridesysteem ................. 73
Voorzorgsmaatregelen
hybridesysteem ................. 77
1-3. Antidiefstalsysteem
Startblokkering ..................... 82
Supervergrendeling ............. 87
Page 28 of 464
281-1. Voor een veilig gebruik
YARIS_HV_WE_52E13E
Voordat u gaat rijden
Gebruik alleen vloermatten die speciaal zijn ontworpen voor auto's
van hetzelfde model en modeljaar als uw auto. Bevestig ze op de
juiste wijze op de vloerbedekking.
Steek de klemhaken (clips) in
de ringen in de vloermat.
Draai het bovenste hendeltje
van de klemhaken (clips) om de
vloermatten te bevestigen.
*: Breng de merktekens altijd in
lijn.
De vorm van de klemhaken (clips) wijkt mogelijk af van wat is aangegeven
in de afbeelding.
Vloermat
1
*
2
Page 29 of 464

291-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
YARIS_HV_WE_52E13E
WAARSCHUWING
Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen.
Als u dat niet doet, kan de vloermat van de bestuurder gaan schuiven, wat de
bediening van de pedalen tijdens het rijden kan hinderen. Hierdoor kan de
snelheid plotseling toenemen of kan het moeilijk worden de auto tot stilstand
te brengen, wat kan leiden tot een (ernstig) ongeval en mogelijk ernstig letsel.
■Wanneer u de vloermat van de bestuurder plaatst
●Gebruik geen vloermatten die zijn ontworpen voor auto's van een ander
model en/of modeljaar, zelfs niet als het gaat om originele Toyota-vloer-
matten.
●Gebruik alleen vloermatten die zijn ontworpen voor de bestuurderszijde.
●Zet de vloermat altijd vast met behulp van de meegeleverde haken (clips).
●Leg nooit twee of meer vloermatten boven op elkaar.
●Bevestig de vloermat niet met de onderzijde naar boven of in de verkeerde
richting.
■Voordat u gaat rijden
●Controleer of de vloermat stevig op de
juiste plaats is bevestigd met alle meeg-
eleverde klemhaken (clips). Voer deze
controle altijd uit nadat de vloer van de
auto is gereinigd.
●Zet het hybridesysteem UIT en de
selectiehendel in stand P en trap elk
pedaal helemaal in, om er zeker van te
zijn dat de vloermat de bediening van
de pedalen niet hindert.
Page 30 of 464

301-1. Voor een veilig gebruik
YARIS_HV_WE_52E13E
Veilig rijden
Pas de hoek van de rugleuning
zo aan dat u rechtop zit en u
niet voorover hoeft te leunen
om te kunnen sturen.
(Blz. 147)
Pas de zitting zo aan dat u de
pedalen helemaal kunt intrap-
pen en dat uw armen licht
gebogen zijn bij de elleboog
wanneer u het stuurwiel vast-
houdt. Blz. 147, 154)
Vergrendel de hoofdsteun in de stand waarin het midden van de
hoofdsteun gelijk ligt met de bovenzijde van uw oren. (Blz. 152)
Draag de veiligheidsgordel op de juiste wijze. (Blz. 32)
Controleer voordat u wegrijdt eerst of alle inzittenden de veiligheids-
gordel dragen. (Blz. 32)
Gebruik een passend baby- of kinderzitje tot het kind groot genoeg is
om de veiligheidsgordel van de auto op de juiste wijze te dragen.
(Blz. 53)
Zorg ervoor dat u goed achteruit kunt kijken door de binnen- en bui-
tenspiegels op de juiste wijze af te stellen. (Blz. 156, 158)
Om veilig te kunnen rijden, moet u vooraf de stoel in de juiste
positie zetten en de spiegels afstellen.
De juiste houding achter het stuur
1
2
Juist gebruik van de veiligheidsgordels
Verstellen van de spiegels
3
4
Page 31 of 464

311-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
YARIS_HV_WE_52E13E
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan resulteren in ern-
stig letsel.
●Verstel de bestuurdersstoel niet tijdens het rijden.
Als u dat wel doet, kunt u de controle over de auto verliezen.
●Plaats geen kussen tussen de bestuurder of voorpassagier en de rugleu-
ning.
Gebruik van een kussen kan ertoe leiden dat de zithouding niet correct is,
waardoor het effect van de veiligheidsgordel en de hoofdsteun in nega-
tieve zin kan worden beïnvloed.
●Plaats geen voorwerpen onder de voorstoelen.
Voorwerpen onder de voorstoelen kunnen klem komen te zitten in de
stoelslede, waardoor de stoelen wellicht niet goed vergrendeld worden. Dit
kan leiden tot een ongeval en ook kan het stelmechanisme beschadigd
raken.
●Neem, wanneer u lange afstanden rijdt, geregeld een pauze voordat u zich
moe begint te voelen.
Als u zich tijdens het rijden moe of slaperig voelt, moet u zichzelf niet
dwingen om verder te rijden, maar direct een pauze nemen.
Page 32 of 464
321-1. Voor een veilig gebruik
YARIS_HV_WE_52E13E
Veiligheidsgordels
●Trek het schoudergedeelte zo
ver naar buiten dat de gordel
goed tegen de schouder aan
ligt en niet van de schouder af
glijdt of tegen de nek aan ligt.
●Plaats het heupgedeelte van de
gordel zo laag mogelijk over de
heupen.
●Stel de rugleuning af. Ga zo
rechtop mogelijk in de stoel zit-
ten met uw rug stevig tegen de
leuning.
●Zorg ervoor dat de veiligheids-
gordel niet gedraaid zit.
Om de veiligheidsgordel vast te
maken, duwt u de gesp in de
gordelsluiting tot u een klik
hoort.
De veiligheidsgordel kan wor-
den losgemaakt door de ont-
grendelknop in te drukken.
Controleer voordat u wegrijdt eerst of alle inzittenden de veilig-
heidsgordel dragen.
Juist gebruik van de veiligheidsgordels
Vast- en losmaken van de veiligheidsgordel
Ontgrendel-
knop
1
2