5
1
7
8 6 5
4
3
2
9
YARIS_HV_WE_52E13E8-1. Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten ...........360
Als uw auto in geval van
nood tot stilstand
moet worden gebracht .....361
8-2. Stappen die genomen moeten
worden in noodgevallen
Als uw auto moet worden
gesleept ...........................363
Als u denkt dat er iets
mis is ...............................368
Als een waarschuwingslampje
gaat branden of een
waarschuwingszoemer
klinkt ................................369
Als de auto een lekke band
heeft (auto's met
reservewiel) .....................379
Als de auto een lekke band
heeft (auto's met
bandenreparatieset) ........394
Als het hybridesysteem niet
kan worden gestart ..........410
Als de selectiehendel niet
in een andere stand dan
P kan worden gezet .........412
Als de elektronische sleutel
niet goed werkt
(auto's met Smart entry-
systeem en startknop) .....413
Als de 12V-accu van
de auto ontladen is ..........415
Als de motor oververhit
raakt.................................420
Als de auto vast komt
te zitten ............................4259-1. Specificaties
Onderhoudsgegevens
(brandstof, oliepeil,
enz.) ................................ 428
Informatie over brandstof .. 438
9-2. Persoonlijke
voorkeursinstellingen
Systemen met mogelijkheden
voor persoonlijke
voorkeursinstellingen ...... 439
9-3. Te initialiseren onderdelen
Systemen die geïnitialiseerd
moeten worden ............... 443
Wat moet u doen als...
(Problemen oplossen) ............. 446
Alfabetische index...................... 450
8Bij problemen9Specificaties
Trefwoordenlijst
15Overzicht
YARIS_HV_WE_52E13EMulti-informatiedisplay . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 98
Parkeerrem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 192
Activeren/deactiveren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 192
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter. . . . . . . . . . . . . Blz. 223
Waarschuwingszoemer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 369
Richtingaanwijzerschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 191
Lichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 193
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten . . . . . . . . . . . . Blz. 193
Mistlampen voor
*2/mistachterlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 198
Schakelaar ruitenwisser en -sproeier . . . . . . . . . . . .Blz. 200, 204
Gebruik (voor) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 200
Gebruik (achter). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 204
Bijvullen van het sproeierreservoir . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 308
Schakelaar alarmknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 360
Ontgrendelingshendel motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 298
Ontgrendelingshendel stuurverstelling . . . . . . . . . . . . . .Blz. 154
Airconditioning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 260
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 260
Achterruitverwarming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 264
Audiosysteem
*2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 226
Navigatie-/multimediasysteem
*2, 3
*1: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
*2: Indien aanwezig
*3: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
4
5
6
7
8
9
10
11
12
21Overzicht
YARIS_HV_WE_52E13EMulti-informatiedisplay . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 98
Parkeerrem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 192
Activeren/deactiveren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 192
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter. . . . . . . . . . . . . Blz. 223
Waarschuwingszoemer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 369
Richtingaanwijzerschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 191
Lichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 193
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten . . . . . . . . . . . . Blz. 193
Mistlampen voor
*2/mistachterlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 198
Schakelaar ruitenwisser en -sproeier . . . . . . . . . . . .Blz. 200, 204
Gebruik (voor) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 200
Gebruik (achter). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 204
Bijvullen van het sproeierreservoir . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 308
Schakelaar alarmknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 360
Ontgrendelingshendel motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 298
Ontgrendelingshendel stuurverstelling . . . . . . . . . . . . . .Blz. 154
Airconditioning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 260
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 260
Achterruitverwarming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 264
Audiosysteem
*2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 226
Navigatie-/multimediasysteem
*2, 3
*1: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
*2: Indien aanwezig
*3: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
4
5
6
7
8
9
10
11
12
1223-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
YARIS_HV_WE_52E13E■
Voorpassagiersportier (auto's met slotcilinder)
Vergrendelen van het portier
Ontgrendelen van het portier
■Bedieningssignalen (auto's met instapfunctie of afstandsbediening)
De alarmknipperlichten knipperen om aan te geven dat de portieren zijn ver-
grendeld/ontgrendeld. (Vergrendeld: eenmaal; ontgrendeld: tweemaal)
■Beveiligingsfunctie
Auto's zonder Smart Entry-systeem en startknop
Als er niet binnen 30 seconden na het ontgrendelen van de auto een portier
wordt geopend, zorgt de beveiligingsfunctie ervoor dat de auto weer automa-
tisch wordt vergrendeld.
Auto's met Smart Entry-systeem en startknop
Als er niet binnen 30 seconden na het ontgrendelen van de auto een portier
wordt geopend, zorgt de beveiligingsfunctie ervoor dat de auto weer automa-
tisch wordt vergrendeld. (Afhankelijk van de locatie van de elektronische
sleutel wordt echter mogelijk vastgesteld dat de sleutel in de auto is. In dit
geval blijft de auto mogelijk ontgrendeld.)
■Wanneer het portier niet kan worden vergrendeld met de vergrendelsen-
sor (auto's met Smart entry-systeem, startknop en instapfunctie)
1
2
Raak de vergrendelsensor aan met uw
duim.
1333-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
YARIS_HV_WE_52E13E■Bereik (gebieden waarin de elektronische sleutel wordt gesignaleerd)
Bij het starten van het hybridesysteem of veranderen van de standen
van het contact
Het systeem werkt als de elektronische sleutel zich in de auto bevindt.
■Alarmsignalen en waarschuwingen
Een combinatie van in en buiten de auto hoorbare alarmsignalen en waar-
schuwingslampjes zorgen ervoor dat diefstal van de auto en ongelukken door
een onjuiste bediening worden voorkomen. Neem afhankelijk van het waar-
schuwingslampje dat gaat branden de juiste maatregelen. (Blz. 377)
In onderstaande tabel worden de omstandigheden en de correctieprocedures
beschreven in de gevallen waarin alleen het alarm klinkt.Bij het vergrendelen of ontgrendelen
van de portieren (auto's met instap-
functie)
Het systeem kan worden bediend
als de elektronische sleutel zich bin-
nen ongeveer 0,7 m van een van de
portiergrepen van de voorportieren
of de achterklep bevindt. (Alleen de
portieren die de sleutel detecteren,
kunnen worden geopend of geslo-
ten.)
AlarmSituatie/actie
Buiten de auto hoor-
baar alarm klinkt één
keer gedurende 5 se-
conden
• Er is geprobeerd de portieren te vergrendelen
met het Smart entry-systeem met startknop ter-
wijl de elektronische sleutel zich nog in de auto
bevond.
Neem de elektronische sleutel uit de auto
en vergrendel de portieren opnieuw.
• Er is geprobeerd de auto te vergrendelen terwijl
er nog een portier geopend was.
Sluit alle portieren en vergrendel ze op-
nieuw.
Het alarm in de auto
klinkt 1 keer en het bui-
ten de auto hoorbare
alarm klinkt 1 keer ge-
durende 5 seconden
Er is geprobeerd een van de voorportieren te ver-
grendelen door een portier te openen en de ver-
grendelknop aan de binnenzijde in de vergrendel-
stand te zetten, en het portier vervolgens te slui-
ten door aan de buitenportiergreep te trekken
terwijl de elektronische sleutel zich nog steeds in
de auto bevond.
Neem de elektronische sleutel uit de auto
en vergrendel de portieren opnieuw.
1343-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
YARIS_HV_WE_52E13E■Energiebesparende functie (auto's met instapfunctie)
De energiebesparende functie wordt geactiveerd om te voorkomen dat de
batterij van de elektronische sleutel en de accu leegraken wanneer de auto
gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.
●In de volgende situaties kan het enige tijd duren voordat de portieren met
het Smart entry-systeem met startknop ontgrendeld kunnen worden.
• De elektronische sleutel bevindt zich gedurende 10 minuten of langer op
een afstand van ongeveer 2 m van de auto.
• Het Smart entry-systeem met startknop is gedurende 5 dagen of langer
niet gebruikt.
●Als het Smart entry-systeem met startknop gedurende 14 dagen of langer
niet gebruikt is, kunnen de portieren alleen via het bestuurdersportier wor-
den ontgrendeld.
Pak in dat geval de greep van het bestuurdersportier vast of gebruik de
afstandsbediening of de mechanische sleutel om de portieren te ontgrende-
len.
Het alarm in de auto
klinkt 1 keer en het bui-
ten de auto hoorbare
alarm klinkt 1 keer ge-
durende 5 seconden
(bij sommige uitvoerin-
gen)Er is geprobeerd de portieren te vergrendelen
zonder gebruik van het Smart entry-systeem met
startknop terwijl de elektronische sleutel zich nog
in de auto bevond.
Neem de elektronische sleutel uit de auto
en vergrendel de portieren opnieuw.
Het alarm in de auto
klinkt continu
Het contact werd in stand ACC gezet terwijl het
bestuurdersportier was geopend (of het bestuur-
dersportier werd geopend terwijl het contact in
stand ACC stond).
Zet het contact UIT en sluit het bestuurders-
portier.
Het alarm in de auto
klinkt continu
Het bestuurdersportier werd geopend terwijl de
selectiehendel in een andere stand dan P stond
zonder dat het contact UIT werd gezet.
Zet de selectiehendel in stand P.
AlarmSituatie/actie
1373-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
YARIS_HV_WE_52E13E■Aanwijzingen voor het vergrendelen van de portieren (auto's met instap-
functie)
●Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt terwijl u handschoenen draagt,
kan de reactie van het systeem trager zijn of worden de portieren mogelijk
niet ontgrendeld. Trek de handschoenen uit en raak de vergrendelsensor
opnieuw aan.
●Wanneer is vergrendeld met de vergrendelsensor, worden maximaal twee-
maal achter elkaar een identificatiesignaal getoond. Vervolgens worden
geen identificatiesignalen gegeven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden vergrendeld
en ontgrendeld. Leg de sleutel op een afstand van ten minste 2 m van de
auto als u de auto wast. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
●Als de elektronische sleutel zich in de auto bevindt en een portiergreep tij-
dens het wassen van de auto nat wordt, klinkt er buiten de auto een zoemer.
Vergrendel alle portieren om het alarm uit te schakelen.
●De vergrendelsensor werkt mogelijk niet goed wanneer deze in contact
komt met ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de vergrendelsensor schoon en
probeer deze nogmaals te bedienen.
■Aanwijzingen voor de ontgrendelfunctie (auto's met instapfunctie)
●Bij een plotselinge nadering van het detectiegebied of de portiergreep kan
het voorkomen dat de portieren niet ontgrendeld worden. Laat in dat geval
de portiergreep los en controleer of de portieren worden ontgrendeld voor-
dat u opnieuw aan de portiergreep trekt.
●Als u de portiergreep vastpakt terwijl u handschoenen draagt, worden de
portieren mogelijk niet ontgrendeld. Trek uw handschoenen uit en raak de
sensor aan de achterzijde van de greep opnieuw aan.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden vergrendeld
en ontgrendeld. Leg de sleutel op een afstand van ten minste 2 m van de
auto als u de auto wast. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
●Als er zich een andere elektronische sleutel binnen het detectiegebied
bevindt, is de reactietijd voor het ontgrendelen van de portieren nadat een
portiergreep is vastgepakt, mogelijk langer.
■Als er gedurende langere tijd niet met de auto wordt gereden
●Bewaar, om diefstal van de auto te voorkomen, de elektronische sleutel niet
binnen een afstand van 2 meter van de auto.
●Het Smart entry-systeem met startknop kan vooraf worden uitgeschakeld.
(Blz. 439)
1383-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
YARIS_HV_WE_52E13E■Voor een juiste bediening van het systeem
Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij u hebt als u het systeem
bedient. Houd de elektronische sleutel niet te dicht bij de auto als u het sys-
teem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie waarin de elektronische sleutel
wordt bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet door het systeem gesignaleerd,
waardoor het systeem wellicht niet juist functioneert. (Het alarm kan per
ongeluk afgaan of de functie die voorkomt dat de portieren per ongeluk wor-
den vergrendeld, werkt wellicht niet.)
■Als het Smart entry-systeem met startknop niet goed werkt
●Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren: gebruik de mechanische
sleutel. (Blz. 413)
●Starten van het hybridesysteem: Blz. 414
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (van bijvoorbeeld het Smart entry-systeem met startknop)
kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen:
Blz. 439)
■Als het Smart entry-systeem met startknop is uitgeschakeld via de per-
soonlijke voorkeursinstellingen
●Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren:
Gebruik de afstandsbediening of de mechanische sleutel. Blz. 110, 413)
●Starten van het hybridesysteem en wijzigen van de standen van het contact:
Blz. 414
●Uitschakelen van het hybridesysteem: Blz. 181