INHOUDSOPGAVE4
YARIS_HV_WE_52E13E6-1. Gebruik van het
airconditioningsysteem en
de achterruitverwarming
Automatische
airconditioning .................260
Stoelverwarming ................269
6-2. Gebruik van de
interieurverlichting
Overzicht
interieurverlichting ...........271
• Interieurverlichting .........271
• Leeslampjes ..................272
6-3. Gebruik van de
opbergmogelijkheden
Overzicht van
opbergmogelijkheden ......273
• Dashboardkastje............274
• Bekerhouders ................275
• Fleshouders ...................276
• Extra opbergvak ............276
Voorzieningen
in de bagageruimte ..........277
6-4. Gebruik van de overige
voorzieningen in het
interieur
Overige voorzieningen
in het interieur ..................280
• Zonnekleppen ................280
• Make-upspiegels ...........280
• Uitneembare asbak .......281
• Aansteker ......................281
• Accessoireaansluiting ....282
• Armsteun .......................283
• Zonnescherm
panoramadak ................283
• Handgrepen ...................2847-1. Onderhoud en verzorging
Reinigen en beschermen
van het exterieur ............. 286
Schoonmaken en
beschermen van
het interieur ..................... 289
7-2. Onderhoud
Onderhoudsvoorschriften .. 292
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Voorzorgsmaatregelen
bij zelf uit te voeren
onderhoud en controles .. 295
Motorkap ........................... 298
Plaatsen van een
garagekrik ....................... 300
Motorruimte ....................... 302
12V-accu ........................... 309
Banden .............................. 315
Bandenspanning ............... 328
Velgen ............................... 330
Interieurfilter ...................... 333
Batterij afstandsbediening/
elektronische sleutel ....... 335
Controleren en vervangen
van zekeringen................ 339
Lampen ............................. 344
6Voorzieningen
in het interieur7Onderhoud en verzorging
15Overzicht
YARIS_HV_WE_52E13EMulti-informatiedisplay . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 98
Parkeerrem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 192
Activeren/deactiveren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 192
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter. . . . . . . . . . . . . Blz. 223
Waarschuwingszoemer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 369
Richtingaanwijzerschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 191
Lichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 193
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten . . . . . . . . . . . . Blz. 193
Mistlampen voor
*2/mistachterlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 198
Schakelaar ruitenwisser en -sproeier . . . . . . . . . . . .Blz. 200, 204
Gebruik (voor) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 200
Gebruik (achter). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 204
Bijvullen van het sproeierreservoir . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 308
Schakelaar alarmknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 360
Ontgrendelingshendel motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 298
Ontgrendelingshendel stuurverstelling . . . . . . . . . . . . . .Blz. 154
Airconditioning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 260
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 260
Achterruitverwarming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 264
Audiosysteem
*2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 226
Navigatie-/multimediasysteem
*2, 3
*1: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
*2: Indien aanwezig
*3: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
4
5
6
7
8
9
10
11
12
21Overzicht
YARIS_HV_WE_52E13EMulti-informatiedisplay . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 98
Parkeerrem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 192
Activeren/deactiveren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 192
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter. . . . . . . . . . . . . Blz. 223
Waarschuwingszoemer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 369
Richtingaanwijzerschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 191
Lichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 193
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten . . . . . . . . . . . . Blz. 193
Mistlampen voor
*2/mistachterlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 198
Schakelaar ruitenwisser en -sproeier . . . . . . . . . . . .Blz. 200, 204
Gebruik (voor) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 200
Gebruik (achter). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 204
Bijvullen van het sproeierreservoir . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 308
Schakelaar alarmknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 360
Ontgrendelingshendel motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 298
Ontgrendelingshendel stuurverstelling . . . . . . . . . . . . . .Blz. 154
Airconditioning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 260
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 260
Achterruitverwarming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 264
Audiosysteem
*2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 226
Navigatie-/multimediasysteem
*2, 3
*1: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
*2: Indien aanwezig
*3: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
4
5
6
7
8
9
10
11
12
1894-2. Rijprocedures
4
Rijden
YARIS_HV_WE_52E13E
*: Zet de selectiehendel onder normale rijomstandigheden in stand D voor
een zo laag mogelijk brandstofverbruik en een zo laag mogelijke geluids-
productie.
Geschikt voor het verminderen van het brandstofverbruik, omdat het
koppel dat correspondeert met de mate waarin het gaspedaal wordt
ingetrapt geleidelijker wordt afgegeven dan onder normale omstan-
digheden en de werking van het airconditioningsysteem (verwarmen/
koelen) wordt geminimaliseerd.
ECO-modus
Als de ECO-modus wordt inge-
schakeld, gaat het controlelampje
ECO MODE branden.
Druk nogmaals op toets ECO
MODE om de ECO-modus uit te
schakelen.
Doel van de schakelstanden
SchakelstandFunctie
PParkeren van de auto/inschakelen van het hybride-
systeem
RAchteruit
NNeutraalstand
DNormaal rijden*
BStand voor motorremwerking
Selecteren van de ECO-modus
1904-2. Rijprocedures
YARIS_HV_WE_52E13E
■Werking van de airconditioning in de ECO-modus
De ECO-modus regelt het verwarmen/koelen en de aanjagersnelheid van het
airconditioningsysteem om brandstof te besparen. (Blz. 266) Stel om de
airconditioning harder te laten werken de temperatuur of aanjagersnelheid in
of schakel de ECO-modus uit.
■Tijdens filerijden
Als de selectiehendel in stand N staat, wordt het batterijpakket (tractiebatterij)
niet opgeladen. Laat de selectiehendel niet langer dan nodig is in stand N
staan, om te voorkomen dat het batterijpakket ontladen raakt.
■Als de selectiehendel niet in een andere stand dan P gezet kan worden
Blz. 412
WAARSCHUWING
■Rijden op een glad wegdek
Niet abrupt accelereren of schakelen.
Door plotseling afremmen op de motor kan de auto in een slip raken het-
geen een ongeluk kan veroorzaken.
219
4
4-6. Rijtips
Rijden
YARIS_HV_WE_52E13E
Rijden met een hybrideauto
◆Gebruik van de ECO-modus
Bij gebruik van de ECO-modus kan het koppel dat correspondeert
met de mate waarin het gaspedaal wordt ingetrapt geleidelijker
worden afgegeven dan onder normale omstandigheden. Bovendien
wordt de werking van de airconditioning (verwarmen/koelen) gemi-
nimaliseerd zodat er minder brandstof verbruikt wordt. (Blz. 189)
◆Gebruik van de hybridesysteemindicator
Milieubewust rijden is mogelijk door de hybridesysteemindicator
binnen de Eco-zone te houden. (Blz. 97)
◆Bedienen van de selectiehendel
Zet de selectiehendel in stand D als u moet wachten bij een ver-
keerslicht of als u in druk verkeer rijdt. Selecteer stand P wanneer
de auto geparkeerd wordt. Als u stand N gebruikt, is er geen posi-
tief effect op het brandstofverbruik. In stand N werkt de benzinemo-
tor, maar kan er geen elektriciteit worden opgewekt. Ook bij gebruik
van de airconditioning, enz. wordt het vermogen van het batte-
rijpakket (tractiebatterij) verbruikt.
Besteed aandacht aan de volgende punten om zuinig en milieu-
vriendelijk te rijden:
2214-6. Rijtips
4
Rijden
YARIS_HV_WE_52E13E
◆Airconditioning
Maak alleen gebruik van de airconditioning als dat nodig is. Dit
helpt het benzineverbruik te beperken.
In de zomer: Gebruik bij hoge temperaturen de recirculatiemodus.
Dit beperkt de belasting van de airconditioning en vermindert ook
het brandstofverbruik.
In de winter: De benzinemotor wordt pas automatisch uitgescha-
keld als de benzinemotor en het interieur warm zijn en verbruikt dus
brandstof. Het brandstofverbruik kan worden verminderd door over-
matig gebruik van de verwarming te vermijden.
◆Controleren van bandenspanning
Controleer de bandenspanning regelmatig. Een onjuiste banden-
spanning kan leiden tot een hoog brandstofverbruik.
Winterbanden kunnen veel wrijving veroorzaken en kunnen, als ze
worden gebruikt op droge wegen, dus ook een hoger verbruik ver-
oorzaken. Gebruik banden die geschikt zijn voor het seizoen.
◆Bagage
Zware bagage leidt tot een hoger brandstofverbruik. Neem geen
onnodige bagage mee. Ook een groot imperiaal leidt tot een hoger
brandstofverbruik.
◆Opwarmen voor het rijden
Opwarmen van de motor is niet nodig, omdat de benzinemotor als
hij koud is automatisch start en weer wordt uitgeschakeld. Als vaak
korte afstanden worden gereden, warmt de motor herhaaldelijk op
en ook dat kan leiden tot een hoger brandstofverbruik.
2224-6. Rijtips
YARIS_HV_WE_52E13E
Rijden in de winter
●Gebruik vloeistoffen die geschikt zijn voor winterse omstandighe-
den.
• Motorolie
• Koelvloeistof motor/vermogensregeleenheid
• Ruitensproeiervloeistof
• Koelvloeistof vermogensregeleenheid (hybridesysteem)
●Laat de toestand van de 12V-accu controleren door een monteur.
●Laat winterbanden onder uw auto monteren of schaf een set
sneeuwkettingen voor de voorwielen aan.
Zorg ervoor dat alle banden dezelfde maat hebben, van hetzelfde merk
zijn en een niet veel van elkaar verschillend slijtagepatroon hebben.
Zorg er ook voor dat de sneeuwkettingen bij het formaat van de banden
passen.
Voer, afhankelijk van de omstandigheden, de volgende handelingen
uit:
●Probeer een vastgevroren ruit niet met kracht te openen en zet de
ruitenwissers niet aan als deze vastgevroren zijn. Giet warm water
over het bevroren gedeelte om het ijs te laten smelten. Veeg het
water direct weg om te voorkomen dat het bevriest.
●Verwijder de eventueel aanwezige sneeuw van de luchtinlaten voor
de voorruit om zeker te kunnen zijn van een juiste werking van de
aanjager van het airconditioningsysteem.
●Controleer of er sprake is van ijs- of sneeuwophopingen op de ver-
lichting aan de buitenzijde, op het dak, op het chassis, rond de ban-
den of op de remmen, en verwijder deze indien dat het geval is.
●Verwijder sneeuw en modder van de onderzijde van uw schoenen
voordat u in de auto stapt.
Tref voor het aanbreken van de winter de noodzakelijke voorbe-
reidingen en voer de benodigde controles uit. Pas uw rijgedrag
altijd aan de actuele weersomstandigheden aan.
Voorbereiding voor de winter
Voordat u met de auto gaat rijden