Page 185 of 464

1854-2. Rijprocedures
4
Rijden
YARIS_HV_WE_52E13E
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de 12V-accu
●Laat het contact niet gedurende een langere periode in stand ACC of AAN
staan terwijl het hybridesysteem niet is ingeschakeld.
●Als het controlelampje van het Smart entry-systeem met startknop (groen)
brandt, is het contact niet UIT. Verlaat de auto nadat u het contact UIT hebt
gezet.
●Schakel het hybridesysteem niet uit als de selectiehendel in een andere
stand dan P staat. Als het hybridesysteem wordt uitgeschakeld met de
selectiehendel in een andere stand wordt het contact niet UIT maar in
stand ACC gezet. Als de auto wordt achtergelaten met het contact in stand
ACC, kan de 12V-accu ontladen raken.
■Starten van het hybridesysteem
Indien het hybridesysteem moeilijk start, laat uw auto dan onmiddellijk con-
troleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Symptomen die kunnen duiden op een defect in de startknop
Als de startknop anders lijkt te werken dan normaal, bijvoorbeeld als de
knop iets blijft hangen, kan de startknop defect zijn.
Neem direct contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Page 186 of 464

1864-2. Rijprocedures
YARIS_HV_WE_52E13E
EV-modus
Schakelt EV-modus in/uit
Als de EV-modus wordt ingescha-
keld, gaat het controlelampje EV-
modus branden. Door in de EV-
modus de schakelaar in te druk-
ken, wordt teruggekeerd naar nor-
maal rijden (aandrijving door de
benzinemotor en de elektromotor
[tractiemotor]).
■Omstandigheden waarin de EV-modus niet kan worden ingeschakeld
In de volgende gevallen kan de EV-modus mogelijk niet worden ingescha-
keld. Als de modus niet ingeschakeld kan worden, klinkt er een zoemer.
●De temperatuur van het hybridesysteem is te hoog.
De auto heeft lang in de zon gestaan of na het oprijden van een helling, het
rijden met hoge snelheid, enz.
●De temperatuur van het hybridesysteem is te laag.
De auto heeft bijvoorbeeld lang in een omgeving met een temperatuur lager
dan 0°C gestaan, enz.
●De benzinemotor is aan het opwarmen.
●Het batterijpakket (tractiebatterij) is (bijna) ontladen.
• Het waarschuwingslampje tractiebatterij ontladen in het instrumentenpa-
neel gaat branden. (Blz. 372)
• De resterende capaciteit van het batterijpakket die op de energiemonitor
wordt aangegeven, is laag. (Blz. 102)
●Rijsnelheid is hoog.
●Het gaspedaal wordt stevig ingetrapt of de auto rijdt op een helling, enz.
●De voorruitverwarming is ingeschakeld.
In de EV-modus wordt de auto aangedreven door de elektromo-
tor (tractiemotor), die zijn energie uit het batterijpakket (tractie-
batterij) haalt.
Deze modus is geschikt voor het 's nachts of in de vroege mor-
gen door woonwijken rijden of het rijden in een parkeergarage,
enz. zonder dat u zich zorgen hoeft te maken over geluidsover-
last of uitlaatgassen.
Page 187 of 464

1874-2. Rijprocedures
4
Rijden
YARIS_HV_WE_52E13E■De EV-modus inschakelen wanneer de benzinemotor koud is
Als de benzinemotor nog koud is en het hybridesysteem wordt gestart, wordt
na korte tijd automatisch de benzinemotor gestart, zodat deze op tempera-
tuur kan komen. In dat geval kan de EV-modus niet worden ingeschakeld.
Druk zodra het hybridesysteem is gestart en het controlelampje READY
brandt en voordat de benzinemotor start op de schakelaar EV MODE om de
EV-modus in te schakelen.
■Automatische uitschakeling van de EV-modus
Tijdens het rijden in de EV-modus, kan in de volgende gevallen automatisch
de benzinemotor worden gestart. Als de EV-modus wordt uitgeschakeld,
klinkt een zoemer en knippert het controlelampje EV-modus, waarna het uit-
gaat.
●Het batterijpakket (tractiebatterij) raakt leeg.
• Het waarschuwingslampje tractiebatterij ontladen in het instrumentenpa-
neel gaat branden. (Blz. 372)
• De resterende capaciteit van het batterijpakket die op de energiemonitor
wordt aangegeven, is laag. (Blz. 102)
●Rijsnelheid is hoog.
●Het gaspedaal wordt stevig ingetrapt of de auto rijdt op een helling, enz.
■Maximale rijafstand in EV-modus
De maximale rijafstand in de EV-modus varieert van een paar honderd meter
tot ongeveer 1 km. Er zijn afhankelijk van de omstandigheden van de auto
echter situaties waarbij de EV-modus niet kan worden gebruikt.
(De maximale rijafstand is afhankelijk van de laadtoestand van het batte-
rijpakket [tractiebatterij] en de rijomstandigheden.)
■Brandstofverbruik
Het hybridesysteem is ontworpen voor een zo laag mogelijk brandstofver-
bruik onder normale rijomstandigheden (aandrijving door benzinemotor en
elektromotor [tractiemotor]). Als de EV-modus vaker wordt gebruikt dan nodig
is, zal het brandstofverbruik hoger zijn.
WAARSCHUWING
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Controleer tijdens het rijden in de EV-modus zorgvuldig de omgeving van
de auto. Omdat er geen motorgeluiden zijn, merken voetgangers, fietsers of
andere verkeersdeelnemers en voertuigen in de omgeving mogelijk niet dat
de auto wegrijdt of hen nadert. Wees dus tijdens het rijden extra alert.
Page 188 of 464
1884-2. Rijprocedures
YARIS_HV_WE_52E13E
Hybridetransmissie
Auto's zonder Smart Entry-systeem en startknop
Trap, terwijl het contact AAN staat, het rempedaal in en zet de
selectiehendel in een andere stand.
Schakelen van P naar een andere stand; van D naar R of P; of van R
naar P, D of B: zorg ervoor dat het rempedaal is ingetrapt en de auto
stilstaat.
Auto's met Smart Entry-systeem en startknop
Trap, terwijl het contact AAN staat, het rempedaal in en ver-
plaats de selectiehendel.
Schakelen van P naar een andere stand; van D naar R of P; of van R
naar P, D of B: zorg ervoor dat het rempedaal is ingetrapt en de auto
stilstaat.
Bedienen van de selectiehendel
Page 189 of 464
1894-2. Rijprocedures
4
Rijden
YARIS_HV_WE_52E13E
*: Zet de selectiehendel onder normale rijomstandigheden in stand D voor
een zo laag mogelijk brandstofverbruik en een zo laag mogelijke geluids-
productie.
Geschikt voor het verminderen van het brandstofverbruik, omdat het
koppel dat correspondeert met de mate waarin het gaspedaal wordt
ingetrapt geleidelijker wordt afgegeven dan onder normale omstan-
digheden en de werking van het airconditioningsysteem (verwarmen/
koelen) wordt geminimaliseerd.
ECO-modus
Als de ECO-modus wordt inge-
schakeld, gaat het controlelampje
ECO MODE branden.
Druk nogmaals op toets ECO
MODE om de ECO-modus uit te
schakelen.
Doel van de schakelstanden
SchakelstandFunctie
PParkeren van de auto/inschakelen van het hybride-
systeem
RAchteruit
NNeutraalstand
DNormaal rijden*
BStand voor motorremwerking
Selecteren van de ECO-modus
Page 190 of 464
1904-2. Rijprocedures
YARIS_HV_WE_52E13E
■Werking van de airconditioning in de ECO-modus
De ECO-modus regelt het verwarmen/koelen en de aanjagersnelheid van het
airconditioningsysteem om brandstof te besparen. (Blz. 266) Stel om de
airconditioning harder te laten werken de temperatuur of aanjagersnelheid in
of schakel de ECO-modus uit.
■Tijdens filerijden
Als de selectiehendel in stand N staat, wordt het batterijpakket (tractiebatterij)
niet opgeladen. Laat de selectiehendel niet langer dan nodig is in stand N
staan, om te voorkomen dat het batterijpakket ontladen raakt.
■Als de selectiehendel niet in een andere stand dan P gezet kan worden
Blz. 412
WAARSCHUWING
■Rijden op een glad wegdek
Niet abrupt accelereren of schakelen.
Door plotseling afremmen op de motor kan de auto in een slip raken het-
geen een ongeluk kan veroorzaken.
Page 191 of 464
191
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
YARIS_HV_WE_52E13E
Richtingaanwijzerschakelaar
Rechtsaf slaan
Rijstrookwisseling naar rechts
(houd schakelaar halverwege
ingedrukt)
De richtingaanwijzers rechts blijven
knipperen totdat u de hendel weer
loslaat.
Rijstrookwisseling naar links
(houd schakelaar halverwege
ingedrukt)
De richtingaanwijzers links blijven
knipperen totdat u de hendel weer
loslaat.
Links afslaan
■De richtingaanwijzers kunnen bediend worden als
Auto's zonder Smart Entry-systeem en startknop
Het contact AAN staat.
Auto's met Smart Entry-systeem en startknop
Het contact AAN staat.
■Als het controlelampje sneller knippert dan normaal
Controleer of er een lamp van de richtingaanwijzer voor of achter is doorge-
brand.
Bedieningsinstructies
1
2
3
4
Page 192 of 464
1924-2. Rijprocedures
YARIS_HV_WE_52E13E
Par keer rem
Activeer de parkeerrem door de
parkeerremhendel helemaal
aan te trekken terwijl u het rem-
pedaal intrapt.
Deactiveer de parkeerrem door
de hendel iets omhoog te trek-
ken en deze dan volledig naar
beneden te drukken terwijl u de
knop op de hendel ingedrukt
houdt.
■Waarschuwingszoemer geactiveerde parkeerrem
Blz. 369
■Gebruik in de winter
Blz. 223
Bedieningsinstructies
1
2
OPMERKING
■Voor het rijden
Deactiveer de parkeerrem.
Als u gaat rijden terwijl de parkeerrem is geactiveerd, kunnen de onderde-
len van het remsysteem oververhit raken, waardoor de remprestaties in
negatieve zin kunnen worden beïnvloed en het remsysteem sneller slijt.