Page 457 of 512

4578-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
YARIS_F_WE_52D53E
WAARSCHUWING
■Voorkomen van brand en explosie
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om te voorkomen dat het
licht ontvlambare gas dat uit de accu kan komen, per ongeluk tot ontbran-
ding komt:
●Zorg ervoor dat de startkabel aangesloten wordt op de juiste accupool en
niet per ongeluk in aanraking komt met een ander onderdeel dan de
bedoelde accupool.
●Laat de “+” en “-” klemmen van de startkabels niet in contact komen met
elkaar.
●Rook niet en gebruik geen lucifers, aanstekers en open vuur in de buurt
van de accu.
■Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de accu
De accu bevat giftige en corrosieve elektrolyt en de onderdelen van de accu
bevatten lood en loodhoudende samenstellingen. Neem bij het omgaan met
de accu de volgende voorzorgsmaatregelen in acht:
●Draag bij het werken met de accu altijd een veiligheidsbril en zorg ervoor
dat de vloeistof uit de accu niet in contact komt met de huid, kleding of de
carrosserie van de auto.
●Leun niet over de accu heen.
●Was accuvloeistof, die op de huid of in de ogen terecht is gekomen, direct
weg met water en raadpleeg een arts.
Bedek de plaats waar de accuvloeistof op terechtgekomen is met een
natte spons of doek totdat er medische hulp kan worden verkregen.
●Was altijd uw handen nadat u de accudrager, de accupolen en andere
accu-gerelateerde onderdelen hebt aangeraakt.
●Houd kinderen uit de buurt van de accu.
■Voorkomen van beschadigingen aan de auto
Probeer de auto niet aan te duwen of aan te slepen, omdat hierdoor de drie-
wegkatalysator (benzinemotor) of de katalysator (dieselmotor) te heet kan
worden en er brand kan ontstaan.
OPMERKING
■Bij het omgaan met startkabels
Zorg er bij het aansluiten van de startkabels voor dat deze niet verstrikt
raken in de koelventilatoren of in de aandrijfriem van de motor.
Page 458 of 512

4588-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
YARIS_F_WE_52D53E
Als de motor over verhit raakt
●Het waarschuwingslampje hoge koelvloeistoftemperatuur
(Blz. 406) gaat branden of knipperen, of u merkt een verlies aan
trekkracht. (De auto accelereert bijvoorbeeld niet als het gaspedaal
wordt ingetrapt.)
●Er komt stoom onder de motorkap uit.
Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand, schakel de aircon-
ditioning uit en zet vervolgens de motor af.
Als er stoom te zien is:
Open, nadat de stoom is verdwenen, voorzichtig de motorkap.
Als er geen stoom te zien is:
Open voorzichtig de motorkap.
Controleer nadat de motor voldoende is afgekoeld de slangen en
het radiateurblok (radiateur) op sporen van lekkage.
Neem bij lekkage van een grote hoeveelheid koelvloeistof onmiddellijk
contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Het volgende kan erop duiden dat de motor oververhit raakt:
Correctieprocedures
1
2
3
BenzinemotorDieselmotor
Radiateur
KoelventilatorRadiateur
Koelventilator
1
2
1
2
Page 459 of 512
4598-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
YARIS_F_WE_52D53E
Het koelvloeistofniveau is correct als het zich tussen de streepjes
FULL en LOW bevindt.
Vul indien nodig koelvloeistof bij.
In noodgevallen mag ook water gebruikt worden als u geen koelvloeistof
bij de hand hebt.
4
BenzinemotorDieselmotor
Reservoir
FULL (maximaal)
LOW (minimaal)Reservoir
FULL (maximaal)
LOW (minimaal)
1
2
3
1
2
3
5
BenzinemotorDieselmotor
Page 460 of 512

4608-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
YARIS_F_WE_52D53E
Start de motor, schakel de airconditioning in en controleer of de
koelventilator van de radiateur draait en of er geen koelvloeistof lekt
uit de radiateur of de slangen.
De koelventilator gaat draaien als de airconditioning wordt ingeschakeld
direct na een koude start. Controleer of de ventilator draait door ernaar te
luisteren en te voelen of er luchtstroom is. Schakel als u hier niet zeker van
bent de airconditioning nog een aantal keer in en uit.
(De ventilator werkt mogelijk niet bij temperaturen beneden het vriespunt.)
Als de koelventilator niet draait:
Schakel onmiddellijk de motor uit en neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als de koelventilator draait:
Laat de auto nakijken door de dichtstbijzijnde erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
6
7
Page 461 of 512

4618-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
YARIS_F_WE_52D53E
WAARSCHUWING
■Een ongeval of letsel voorkomen bij controles in de motorruimte van
uw auto
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel,
zoals brandwonden, tot gevolg hebben.
●Als er stoom onder de motorkap vandaan komt, open de motorkap dan
niet voordat de stoom is verdwenen. De motorruimte kan zeer heet zijn.
●Houd uw handen en kleding (met name stropdassen, sjaals en dassen) uit
de buurt van de ventilator en aandrijfriemen wanneer de motor draait.
●Draai de radiateurdop of de dop van het koelvloeistofreservoir niet los als
de motor en de radiateur heet zijn.
OPMERKING
■Bij het bijvullen van koelvloeistof
Vul langzaam koelvloeistof bij nadat de motor voldoende is afgekoeld. Het
te snel bijvullen van koude koelvloeistof bij een hete motor kan schade aan
de motor veroorzaken.
■Voorkomen van beschadigingen aan het koelsysteem
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
●Zorg dat de koelvloeistof niet verontreinigd raakt (bijvoorbeeld met zand of
stof)
●Gebruik geen koelvloeistofadditief.
Page 462 of 512
4628-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
YARIS_F_WE_52D53E
Als u zonder brandstof komt te staan en de
motor afslaat (alleen dieselmotor)
Vul de brandstoftank van uw auto.
Trek aan de rand van de rubberen strip om hem los te maken van
het deksel, druk de borglippen in en verwijder het deksel.
Bedien om het brandstofsys-
teem te ontluchten de ontluch-
tingspomp totdat u meer
weerstand voelt.
Als u zonder brandstof komt te staan en de motor afslaat
1
2
Auto's met linkse besturingAuto's met rechtse besturing
3
Page 463 of 512

4638-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
YARIS_F_WE_52D53E
Plaats het deksel en haak de groef van de rubberen strip aan het
deksel.
Start de motor. (Blz. 182, 185)
Als de motor niet aanslaat nadat de bovenstaande stappen zijn uitgevoerd,
wacht dan 10 seconden en voer stap 3 en 5 vervolgens opnieuw uit. Raad-
pleeg een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als de motor nog
steeds niet gestart kan worden.
Trap nadat de motor is aangeslagen het gaspedaal iets in tot de motor
soepel ronddraait.
4
Auto's met linkse besturingAuto's met rechtse besturing
OPMERKING
■Als de motor herstart wordt
●Start de motor niet als er nog geen brandstof is bijgevuld en het brandstof-
systeem nog niet ontlucht is met de ontluchtingspomp. Hierdoor kan
schade aan de motor en het brandstofsysteem ontstaan.
●Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Laat de startmotor niet
langer dan 30 seconden onafgebroken werken. Anders kunnen de start-
motor en de bedrading oververhit raken.
5
Page 464 of 512

4648-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
YARIS_F_WE_52D53E
Als de auto vast komt te zitten
Zet de motor af. Activeer de parkeerrem en zet de selectiehendel in
stand P (Multidrive CVT) of N (handgeschakelde transmissie).
Verwijder modder, sneeuw of zand rond de voorwielen.
Leg een stuk hout, stenen of ander materiaal onder de voorwielen
om de wielen grip te geven.
Start de motor opnieuw.
Zet de selectiehendel in stand D of R (Multidrive CVT) of in de 1e
versnelling of de achteruit (handgeschakelde transmissie) en deac-
tiveer de parkeerrem. Trap vervolgens voorzichtig het gaspedaal in.
■Wanneer u de auto moeilijk los kunt krijgen
■Sleephaken
Voer de volgende procedures uit als de banden doorslippen of
als de auto vastzit in modder, sneeuw, enz.:
Druk op de schakelaar om de TRC uit te
schakelen.
Als uw auto komt vast te zitten, kunt u de
sleephaken gebruiken om deze in nood-
gevallen door een andere auto los te laten
trekken.
Uw auto is niet ontworpen voor het slepen
van een andere auto.
1
2
3
4
5