Page 217 of 512

2174-4. Tanken
4
Rijden
YARIS_F_WE_52D53E
WAARSCHUWING
■Bij het tanken
Neem bij het tanken de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet in
acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
●Raak na het verlaten van de auto en voor het openen van de tankdop een
ongeverfd metalen oppervlak aan om eventuele statische elektriciteit af te
voeren. Het is belangrijk om statische elektriciteit af te voeren voordat u
gaat tanken, omdat vonken als gevolg van statische elektriciteit brandstof-
dampen tot ontbranding kunnen brengen.
●Pak de tankdop bij de greep vast en draai hem langzaam los.
Tijdens het losdraaien van de tankdop kan er een sissend geluid hoorbaar
zijn. Wacht tot het geluid verdwenen is alvorens de tankdop te verwijde-
ren. Bij hoge buitentemperaturen kan er brandstof uit de vulpijp spuiten.
●Zorg ervoor dat er niemand die de eventueel aanwezige statische elektrici-
teit van zijn lichaam niet heeft afgevoerd, in de buurt van een niet afgeslo-
ten brandstoftank komt.
●Adem de brandstofdampen niet in.
Brandstof bevat stoffen die schadelijk zijn als ze ingeademd worden.
●Rook niet tijdens het tanken.
Als u dat wel doet, kan er brand ontstaan.
●Keer niet naar de auto terug als u statisch geladen bent.
Statische elektriciteit kan vonkvorming en daarmee brand veroorzaken.
■Bij het tanken
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om te voorkomen dat de
brandstoftank overstroomt:
●Plaats het vulpistool nauwkeurig in de vulpijp.
●Stop met het vullen van de tank wanneer het vulpistool automatisch uit
klikt.
●Vul de brandstoftank niet tot de rand.
Page 218 of 512
2184-4. Tanken
YARIS_F_WE_52D53E
Trek de ontgrendeling van de
tankdopklep omhoog.
Draai de tankdop langzaam
open.
OPMERKING
■Tanken
Mors geen brandstof tijdens het tanken.
Anders kan schade aan de auto ontstaan, zoals het slecht functioneren van
het emissieregelsysteem of beschadiging van de onderdelen van het brand-
stofsysteem of van de lak.
Openen van de tankdop
1
2
Page 219 of 512
2194-4. Tanken
4
Rijden
YARIS_F_WE_52D53E
Draai na het tanken van brandstof
de tankdop tot u een klik hoort.
Als u de dop loslaat, zal hij iets in
de andere richting draaien.
Sluiten van de tankdop
WAARSCHUWING
■Vervangen van de tankdop
Gebruik alleen de originele Toyota-tankdop voor uw auto. Anders kan er
brand ontstaan of kunnen zich andere ongevallen voordoen, wat kan leiden
tot ernstig letsel.
Page 220 of 512
2204-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
YARIS_F_WE_52D53E
Cruise control
Met de cruise control kan een ingestelde snelheid worden vastgehou-
den zonder dat hiervoor het gaspedaal hoeft te worden ingetrapt.
Controlelampjes
Cruise control-schakelaar
Druk op de toets ON-OFF om
de cruise control in te schake-
len.
Het controlelampje cruise control
(groen) gaat branden.
Druk nogmaals op de toets om de
cruise control uit te schakelen.
Accelereer of decelereer naar
de gewenste snelheid en druk
de hendel naar beneden om de
snelheid in te stellen.
Het controlelampje SET zal gaan
branden.
De rijsnelheid op het moment dat
de schakelaar wordt losgelaten,
wordt de ingestelde snelheid.
: Indien aanwezig
Overzicht van functies
1
2
Instellen van de rijsnelheid
1
2
Page 221 of 512

2214-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
YARIS_F_WE_52D53E
Bedien, om de ingestelde snelheid te wijzigen, de hendel totdat de
gewenste snelheid wordt weergegeven.
Verhogen van de snelheid
Verlagen van de snelheid
Fijne afstelling: Beweeg de hendel
kort in de gewenste richting.
Ruime afstelling: Houd de hendel
in de gewenste richting gedrukt.
De ingestelde snelheid wordt als volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: Ongeveer 1,6 km/h, telkens als de hendel bediend wordt.
Ruime afstelling: De ingestelde snelheid wordt continu verhoogd of ver-
laagd totdat de hendel wordt losgelaten
Door de hendel naar u toe te
trekken wordt de constante-
snelheidsregeling uitgescha-
keld.
De snelheidsregeling wordt ook uit-
geschakeld als het rempedaal of
het koppelingspedaal (alleen hand-
geschakelde transmissie) wordt
ingetrapt.
Door de hendel omhoog te
drukken wordt de constante-
snelheidsregeling hervat.
Hervatten van de cruise control is mogelijk vanaf een rijsnelheid van onge-
veer 40 km/h of meer.
Wijzigen van de ingestelde snelheid
1
2
Uitschakelen en hervatten van de constante-snelheidsregeling
1
2
Page 222 of 512

2224-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
YARIS_F_WE_52D53E
■De cruise control kan worden gebruikt als
Auto's met Multidrive CVT
●De selectiehendel in stand D of in stand 4 of hoger van M staat.
●Stand 4 of hoger is geselecteerd met de paddle shift.
●De rijsnelheid hoger is dan ongeveer 40 km/h.
Auto's met handgeschakelde transmissie
●De rijsnelheid hoger is dan ongeveer 40 km/h.
■Accelereren na het instellen van de rijsnelheid
●Er kan normaal met de auto geaccelereerd worden. Na de acceleratie gaat
de auto weer rijden met de ingestelde snelheid.
●De ingestelde snelheid kan zelfs worden verhoogd zonder de cruise control
uit te schakelen, door eerst naar de gewenste snelheid te accelereren en
vervolgens de hendel omlaag te drukken om de nieuwe snelheid in te stel-
len.
■Automatisch uitschakelen van cruise control
De cruise control stopt onder de volgende omstandigheden met het in stand
houden van de rijsnelheid:
●De werkelijke rijsnelheid zakt tot meer dan 16 km/h onder de geprogram-
meerde rijsnelheid.
In dit geval blijft de geprogrammeerde snelheid niet bewaard.
●Actuele rijsnelheid is lager dan ongeveer 40 km/h.
●De VSC is geactiveerd (indien aanwezig).
●Snelheidsbegrenzer is geactiveerd (indien aanwezig).
■Als het controlelampje cruise control geel gaat branden
Druk eenmaal op de toets ON-OFF om het systeem uit te schakelen en druk
vervolgens opnieuw op de toets om het systeem in te schakelen.
Als er geen snelheid kan worden geprogrammeerd of de cruise control direct
na het activeren weer wordt uitgeschakeld, is er mogelijk een defect in het
cruise control-systeem aanwezig. Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Page 223 of 512
2234-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
YARIS_F_WE_52D53E
WAARSCHUWING
■Onbedoeld inschakelen van de cruise control voorkomen
Schakel de cruise control uit met de toets ON-OFF als deze niet wordt
gebruikt.
■Situaties die niet geschikt zijn voor gebruik van de cruise control
Gebruik de cruise control niet in de volgende situaties.
Als u dat wel doet kunt u de macht over het stuur verliezen, waardoor ern-
stig letsel kan ontstaan.
●In druk verkeer
●Op wegen met scherpe bochten
●Op slingerende wegen
●Op wegen die door regen, ijs of sneeuw glad zijn
●Op steile hellingen
Bij het afdalen van een steile helling kan de rijsnelheid de ingestelde snel-
heid overschrijden.
●Tijdens het slepen in een noodgeval
Page 224 of 512
2244-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
YARIS_F_WE_52D53E
Snelheidsbegrenzer
Er kan een gewenste maximumsnelheid worden ingesteld met de
cruise control-schakelaar. De snelheidsbegrenzer voorkomt dat de
auto de ingestelde snelheid overschrijdt.
Display
Controlelampje (groen)
Schakelaar snelheidsbegrenzer
Druk op de schakelaar om de
snelheidsbegrenzer in te scha-
kelen.
Het controlelampje van de snel-
heidsbegrenzer (groen) gaat bran-
den.
Druk opnieuw op de schakelaar
om de snelheidsbegrenzer uit te
schakelen.
: Indien aanwezig
Overzicht van de functie
1
2
13
Instellen van de rijsnelheid
1