Page 161 of 377
Kenmerken van uw auto
86
4
AUTOMATISCH VERWARMINGS- EN VENTILATIESYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING)
1. Aanjagertoets
2. Luchttoevoertoets
3. Toets OFF
4. Temperatuurregelknop
5. Toets AUTO 6. Toets voorruitontwaseming
7. Toets achterruitverwarming
8. Toets A/C
9. Luchtcirculatietoets
OBK049060
D240000ABH
Page 162 of 377

487
Kenmerken van uw auto
D240100ABK
Automatische verwarming en
airconditioning
Het automatisch verwarmings- en
ventilatiesysteem wordt bediend door
eenvoudigweg de gewenste temperatuurin te stellen.
De volautomatische temperatuurregeling
regelt het verwarmen en het koelen als
volgt:
1. Druk op toets AUTO. De te gebruikenuitstroomopeningen, de aanjagersnelheid, de luchtinlaat en de
airconditioning worden automatisch
geregeld op basis van de gekozen
temperatuur. 2. Stel de temperatuurtoets in op de
gewenste temperatuur. Wanneer de
laagst mogelijke temperatuur wordtingesteld, zal de airconditioning
continu blijven werken.
3. Schakel de automatische werking uit door op een willekeurige toets behalve
de temperatuurregeltoets te drukken.
Wanneer u op de toets MODE, A/C,
achterruitverwarming, luchttoevoer of
aanjager drukt, kan de gekozen
functie handmatig worden bediend. De
overige functies blijven automatisch
werken.
Voor uw gemak en om de effectiviteit van
het verwarmings- en ventilatiesysteem te
verbeteren kunt u de toets AUTO
gebruiken en de temperatuur instellen op
23°C.
✽✽ AANWIJZING
Bedek de sensor op het dashboard nooit, zodat een optimale werking van het
verwarmings- en airconditionings
-systeem gegarandeerd blijft.
OBK049062OBK049061
Page 163 of 377

Kenmerken van uw auto
88
4
D240200ABH Handmatig bediende verwarming
en airconditioning
Het verwarmings- en airconditioningssysteem kan ook
handmatig geregeld worden met
drukknoppen of met andere toetsen dan
de toets AUTO. In deze stand werkt het
systeem sequentieel, afhankelijk van de
gekozen toetsen of knoppen.
Wanneer u in de automatische stand op
één van de toetsen, behalve AUTO,
drukt, blijven de overige functies
automatisch werken. 1. Start de motor.
2. Zet de luchtcirculatietoets in de
gewenste stand.
Voor een effectieve verwarming enkoeling:
- Verwarmen:
- Koelen:
3. Stel de temperatuur in op de gewenste waarde.
4. Schakel de stand BUITENLUCHT in met de luchttoevoertoets.
5. Zet de aanjager op de gewenste snelheid.
6. Als u de uitstromende lucht gekoeld wilt hebben, kunt u het
airconditioningssysteem aanzetten.
Druk op toets AUTO om weer over te
schakelen naar de volledig automatischeregeling. D240201ABH
Luchtcirculatie
De luchtcirculatietoets regelt de circulatie
van de lucht door het ventilatiesysteem.
De lucht wordt op de volgende manier
over de uitstroomopeningen verdeeld:
OBK049063
Page 164 of 377

489
Kenmerken van uw auto
Stand FLOOR/DEFROST (A, C, D)
De meeste lucht stroomt naar de
voetenruimte en de voorruit en een kleingedeelte stroomt door de
zijruitontwaseming.
Stand FLOOR (A, C, D)
De meeste lucht stroomt naar de
voetenruimte en een klein gedeelte
stroomt naar de voorruit en de
zijruitontwaseming.
Stand BI-LEVEL (B, D, C)
De lucht stroomt naar het hoofd en naar
de voetenruimte.
Stand FACE (B, D)
De lucht stroomt naar de romp en naar
het hoofd. Daarnaast kan iedere
uitstroomopening versteld worden om de
richting van de luchtstroom te wijzigen. Stand DEFROST (A, D)
De meeste lucht stroomt naar de voorruit en een klein gedeelte stroomt door de
zijruitontwaseming
Uitstroomopeningen dashboard
De uitstroomopening kan afzonderlijk
worden geopend of gesloten met het
horizontale wieltje. Draai het wieltje
volledig omlaag om de uitstroomopening
te sluiten. Draai het wieltje omhoog omde uitstroomopening te openen in de
gewenste stand.
Met de hendel in de ventilatieroosters kunt
u de richting van de luchtstroom uit deze
ventilatieroosters afstellen, zoals in de
afbeelding is aangegeven.
OBK049065OBK049066
Page 165 of 377

Kenmerken van uw auto
90
4
D230102AUN
Temperatuurregelknop
Met de temperatuurregelknop kunt u de
temperatuur regelen van de lucht die
door het ventilatiesysteem stroomt. Draai
de knop naar rechts voor warme of hete
lucht in het passagierscompartiment en
naar links voor koelere lucht. Temperatuuraanduiding wijzigen
De temperatuureenheid zal gereset
worden naar graden Celsius wanneer deaccu ontladen is of als de accupolen zijnlosgenomen.
Dit is normaal. U kunt de temperatuur als
volgt overschakelen van Celsius naar
Fahrenheit:
1. Schakel het audiosysteem in en druk
op de toets [SETUP].
2. Selecteer de stand [TEMP] door op de toets [ TURN FILE ] of [ SEEK ] te
drukken en druk vervolgens op de toets [ENTER].
3. Selecteer de stand [CELSIUS] of [FAHRENHEIT] door op de toets [
TURN FILE ] of [ SEEK ] te
drukken en druk vervolgens op detoets [ENTER]. D240203AEN
Luchttoevoertoets
Hiermee kan de stand BUITENLUCHT of
de stand RECIRCULATIE worden
gekozen.
Druk op de desbetreffende toets om de
stand van de luchttoevoer te wijzigen.
OBK049067OBK049068
Page 166 of 377

491
Kenmerken van uw auto
Stand RECIRCULATIEIn de stand RECIRCULATIE
wordt de lucht uit het
passagierscompartimentdoor het systeemgerecirculeerd en,
afhankelijk van de gekozen
functie, gekoeld of
verwarmd.
Stand BUITENLUCHT In de stand BUITENLUCHT
stroomt de lucht van
buitenaf in het
passagierscompartiment.
Deze lucht wordt,
afhankelijk van de gekozen
functie, verwarmd of
gekoeld.
✽✽AANWIJZING
Let op: door langdurig gebruik van de
stand RECIRCULATIE kunnen deruiten beslaan en zal de lucht in hetpassagierscompartiment muf worden.Daarnaast kan de lucht in het
passagierscompartiment extreem droogworden bij langdurig gebruik van de
airconditioning in de stand
RECIRCULATIE.
D240205ABH
Aanjagerschakelaar
De aanjagersnelheid kan worden
ingesteld op de gewenste snelheid door
op de aanjagertoets te drukken.
Hoe hoger de aanjagersnelheid is, hoe
meer lucht wordt aangevoerd. Druk op detoets OFF om de aanjager uit te
schakelen.
WAARSCHUWING
Langdurig recirculeren kan leiden tot een verhoogde
luchtvochtigheid in het interieur,
waardoor de ruiten kunnen
beslaan en het uitzicht
belemmerd wordt.
Ga niet slapen in de auto wanneer het
airconditioningssysteem of de
verwarming ingeschakeld is.
Door een afname van de
zuurstofconcentratie en/of de
lichaamstemperatuur kunnen deinzittenden letsel oplopen.
Langdurig recirculeren kan slaperigheid veroorzaken,
waardoor de bestuurder de
controle over de auto kan
verliezen. Schakel daarom zo
veel mogelijk de stand
BUITENLUCHT in.
OBK049069
Page 167 of 377
Kenmerken van uw auto
92
4
D240206AUN
Airconditioning
Druk op de toets A/C om de
airconditioning in te schakelen (het
controlelampje gaat branden).
Druk nogmaals op de toets om de
airconditioning uit te schakelen. D240208AUN
Stand OFF
Druk op de toets OFF om het
verwarmings- en ventilatiesysteem uit te
schakelen. Het is in dat geval echter nogsteeds mogelijk om de luchtcirculatie en
de luchttoevoer met de toetsen te
bedienen, zolang het contact in standON staat.Werking systeem
D230501AUN
Ventilatie
1. Zet de luchtcirculatietoets in stand
() .
2. Schakel de stand BUITENLUCHT in met de luchttoevoertoets.
3. Stel de temperatuur in op de gewenste waarde.
4. Zet de aanjager op de gewenste snelheid.
OBK049070OBK049071
Page 168 of 377

493
Kenmerken van uw auto
D230502AEN
Verwarmen
1. Zet de luchtcirculatietoets in stand() .
2. Schakel de stand BUITENLUCHT in met de luchttoevoertoets.
3. Stel de temperatuur in op de gewenste waarde.
4. Zet de aanjager op de gewenste snelheid.
5. Als u de uitstromende lucht gedroogd wil hebben, kunt u het
airconditioningssysteem aanzetten
(indien van toepassing).
Schakel de stand ( ) of ( ) in wanneer de voorruit beslaat. Tips voor het gebruik
Om te voorkomen dat stof of
onaangename geuren in het interieur
van de auto terechtkomen, kan de
schakelaar voor de luchttoevoer
tijdelijk in de stand RECIRCULATIE
worden gezet. Selecteer de stand
BUITENLUCHT weer zodra de bron
van irritatie gepasseerd is om weer
frisse lucht toe te laten tot het interieur.
Frisse lucht is beter voor de fysieke
gesteldheid van de bestuurder en
bovendien aangenamer.
De lucht voor het verwarmings- en ventilatiesysteem wordt aangevoerd
via de roosters in de paravan onder de
voorruit. Zorg er daarom voor dat deze
roosters niet geblokkeerd zijn door
bladeren, sneeuw of andere objecten.
Voorkom dat de voorruit beslaat door de stand BUITENLUCHT teselecteren, de aanjager in de
gewenste stand te zetten, de
airconditioning in te schakelen en de
gewenste temperatuur in te stellen. D230503ABKAirconditioning
(indien van toepassing)
Alle HYUNDAI-airconditioningssystemen
zijn gevuld met het milieuvriendelijke
koudemiddel R-134a dat niet schadelijk
is voor de ozonlaag.
1. Start de motor. Druk op toets A/C.
2. Zet de luchtcirculatietoets in stand () .
3. Schakel de stand BUITENLUCHT of RECIRCULATIE in met de toets
luchttoevoer.
4. Stel de aanjagersnelheid en de temperatuur bij om een maximaal
comfort te bereiken.