Page 97 of 377
Kenmerken van uw auto
22
4
D080000ABK
(1) Schakelaar ruitbediening
bestuurdersportier
(2) Schakelaar ruitbediening passagiersportier
(3) Ruiten openen en sluiten
(4) Automatische ruitbediening
✽✽ AANWIJZING
In een koud en nat klimaat werken de
elektrisch bedienbare ruiten mogelijk
niet door bevriezingsverschijnselen.
RUITEN
OBK049009
Page 98 of 377

423
Kenmerken van uw auto
D080100ABK
Elektrisch bedienbare ruiten Het contact moet in stand ON staan om
de ruiten elektrisch te kunnen bedienen.
Ieder portier is voorzien van een
schakelaar voor de bediening van de
desbetreffende ruit. De ruiten kunnen
worden bediend tot ongeveer 30seconden nadat het contact in stand
ACC of LOCK is gezet of de
contactsleutel is verwijderd. Als echter
een voorportier is geopend, kunnen de
elektrisch bedienbare ruiten niet binnen
30 seconden worden bediend als de
sleutel uit het contact wordt verwijderd, of
als het contact in stand ACC of LOCK is
gezet.✽✽AANWIJZING
Wanneer tijdens het rijden het schuif- /kanteldak (gedeeltelijk) is geopend,ondervindt u mogelijk hinderlijkwindgeruis. Dit is normaal en kanworden verminderd of ongedaan
worden gemaakt door het schuif-
/kanteldak iets verder dicht te doen.
D080101AUN
Ruiten openen en sluiten
Het bestuurdersportier beschikt over een
hoofdschakelaar, waarmee alle ruiten
van de auto kunnen worden bediend.
Druk de desbetreffende schakelaar aan
de voorzijde in of trek deze omhoog om
een ruit te openen of te sluiten tot het
eerste zware punt (3).
OBK049138N
Page 99 of 377

Kenmerken van uw auto
24
4
D080103AUN
Automatische ruitbediening
Door de schakelaar kortstondig in te
drukken of omhoog te trekken tot de
tweede stand (4), wordt de ruitautomatisch helemaal geopend of
gesloten, zelfs als de schakelaar wordt
losgelaten. Om de ruitbeweging te
stoppen, kan de schakelaar kortstondig
in tegenovergestelde richting wordenbediend. Als de elektrisch bedienbare ruit niet
goed werkt, kan de elektrische
ruitbediening als volgt worden gereset:
1. Zet het contact in stand ON.
2. Open de ruit volledig door de
schakelaar in te drukken (druk het
voorste gedeelte van de schakelaar intot de eerste stand).
3. Zet het contact binnen 2 seconden in stand OFF en vervolgens in stand ON.
4. Druk binnen 5 seconden driemaal op het voorste gedeelte van de
schakelaar.
5. Sluit de ruit en houd de schakelaar van de ruitbediening nog minstens 1
seconde omhoog nadat de ruit volledigis gesloten. Klembeveiliging
Als er tijdens de opwaartse beweging
van de ruit een voorwerp of lichaamsdeel
tussen de ruit en het portier komt, wordt
de extra weerstand opgemerkt door het
systeem en zal de ruit stoppen.
Vervolgens zal de ruit ongeveer 30 cm
zakken, zodat het voorwerp kan worden
verwijderd.
Als de ruit weerstand ondervindt terwijl
de schakelaar ruitbediening
omhooggetrokken blijft, stopt de
omhooggaande beweging van de ruit en
zakt de ruit ongeveer 2,5 cm. Als de
schakelaar opnieuw omhoog getrokken
wordt binnen 5 s nadat de ruitautomatisch naar beneden is gegaan,
zal de klembeveiliging niet werken.
OBK049095
Page 100 of 377

425
Kenmerken van uw auto
✽✽AANWIJZING
De klembeveiliging voor de portierruit werkt alleen als de automatische
sluitfunctie wordt geactiveerd door de
schakelaar geheel omhoog te trekken.De klembeveiliging werkt niet als de ruit
handmatig, met de schakelaar van deruitbediening in de eerste stand, wordtbediend.
WAARSCHUWING
Controleer altijd of er niets tussen
de ruit en het portier aanwezig is
alvorens een ruit te sluiten om
letsel en schade aan de auto te
voorkomen. Als een voorwerp meteen diameter kleiner dan 4 mmtussen de ruit en de sponning
terechtkomt, wordt de extra
weerstand mogelijk niet
opgemerkt, waardoor de
klembeveiliging niet werkt.
OPMERKING
Open of sluit telkens maar één ruit tegelijk. Anders kan de
elektrische ruitbedieningbeschadigd raken. Hierdoor zalbovendien de zekering langer meegaan.
Probeer nooit tegelijkertijd de hoofdschakelaar voor deruitbediening in hetbestuurdersportier en de
afzonderlijke schakelaar voor de ruitbediening in tegengestelderichting in te drukken. In dat gevalstopt de ruit en kan deze niet
meer worden geopend of gesloten.WAARSCHUWING - Ruiten
Laat de contactsleutel NOOIT achter in de auto.
Laat een kind NOOIT zonder toezicht achter in de auto. Ook
zeer jonge kinderen kunnen per
ongeluk de auto in beweging
zetten, bekneld raken tussen de
portierruiten of zichzelf of
anderen letsel toebrengen.
Controleer altijd zorgvuldig of er zich geen armen, handen of
andere belemmeringen in de
buurt bevinden voordat een ruit
gesloten wordt.
Laat kinderen niet met de ruitbediening spelen. Het
onbedoeld bedienen van een ruit
kan vooral bij kinderen tot letselleiden.
en het gezicht niet naar buiten.
Page 101 of 377
Kenmerken van uw auto
26
4
D090100AEN
Motorkap openen van
1. Trek aan de ontgrendelknop om de
motorkap te ontgrendelen. De
motorkap komt iets omhoog. 2. Ga naar de voorzijde van de auto en til
de motorkap iets op. Trek de
veiligheidshaak (1) in het midden van
de motorkap naar u toe en til de
motorkap omhoog (2).
3. Open de motorkap. Deze zal automatisch volledig openen nadat hij
tot halverwege geopend is. D090200AEN
Sluiten van motorkap
1. Controleer de volgende punten
alvorens de motorkap te sluiten:
teruggeplaatst zijn.
andere brandbare materialen in de
motorruimte zijn achtergebleven.
2. Laat de motorkap zakken en druk deze stevig in het slot.
MOTORKAP
WAARSCHUWING
Open de motorkap nadat u de
motor uit hebt gezet terwijl de auto
op een vlakke ondergrond staat, de
selectiehendel in stand P (Park)
(automatische transmissie) of R
(achteruit) (handgeschakeldetransmissie) staat en de
parkeerrem is aangetrokken.
OBK049010OBK049011
Page 102 of 377
427
Kenmerken van uw auto
WAARSCHUWING
Controleer voor het sluiten van de motorkap of er geen zaken in de motorruimte zijn
achtergebleven die het sluiten
zouden kunnen hinderen. Als
geprobeerd wordt de motorkap tesluiten terwijl er nog iets in de
motorruimte is achtergebleven,
kan dat schade aan de motorkap
of letsel veroorzaken.
Laat geen handschoenen, doeken of andere brandbare
materialen achter in de
motorruimte. Deze zouden door
de hitte in brand kunnen vliegen.WAARSCHUWING
Controleer altijd nogmaals of de motorkap goed vergrendeld is
alvorens met de auto te gaan
rijden. Als de motorkap niet goed
vergrendeld is, zou hij tijdens hetrijden open kunnen gaan,
waardoor het zicht voor de
bestuurder belemmerd wordt en
een aanrijding het gevolg kanzijn.
Verplaats de auto niet als de motorkap omhoog staat omdat
dan het zicht belemmerd wordten de motorkap naar beneden
kan vallen of beschadigd kan
worden.
Page 103 of 377

Kenmerken van uw auto
28
4
D100100ABK
Openen van de tankdopklep
De tankdopklep moet van binnenuit
worden geopend door op de knop voor
het openen van de tankdopklep op het
bestuurdersportier te drukken.
✽✽
AANWIJZING
Tik zachtjes op de tankdopklep of druk er voorzichtig tegenaan als deze is
vastgevroren om het ijs te breken en open
daarna de tankdopklep. Wrik detankdopklep niet los. Spuit detankdopklep indien nodig in met
ruitontdooier (gebruik geen koelvloeistof)of zet de auto op een warme plaats om hetijs te laten smelten.
1. Zet de motor uit.
2. Druk op de knop om de tankdopklep te openen.
3. Open de tankdopklep (1) volledig.
4. Draai de tankdop (2) linksom om deze te verwijderen.
5. Vul de tank met brandstof. D100200AUN
Sluiten van de tankdopklep
1. Plaats de dop terug en draai hem
rechtsom totdat deze klikt. Dat geeft
aan dat de dop goed vastzit.
2. Sluit de tankdopklep en druk deze goed dicht.
D100300AEN
TANKDOPKLEP
WAARSCHUWING
-
Tanken
Als de onder druk staande brandstof naar buiten spuit, kan
deze op uw kleding of huid
terechtkomen en kan er
brandgevaar ontstaan. Verwijder
de tankdop altijd voorzichtig en
langzaam. Als er brandstof naar
buiten komt of er een sissend
geluid hoorbaar wordt, moet u
even wachten voordat u de dop
verder losdraait.
Probeer de tank niet verder te vullen nadat het vulpistool
automatisch is afgeslagen.
Controleer altijd of de tankdop goed vastgedraaid is, om morsen
van brandstof in geval van een
aanrijding te voorkomen.OBK049012OBK049013
Page 104 of 377

429
Kenmerken van uw auto
(Vervolg)
Stap niet in de auto nadat ubegonnen bent met tanken omdat
u door het aanraken van of
wrijven tegen iets (polyester,
satijn, nylon, enz.) statisch
geladen kunt zijn. Statischeelektriciteit kan brandstofdampen
doen ontbranden, wat
explosiegevaar oplevert. Als u
tijdens het tanken toch terug in
de auto moet stappen, raak ook
dan even een metalen deel aan de
voorzijde van de auto aan om
eventuele statische elektriciteitkwijt te raken.
Als u een jerrycan wilt vullen, plaats deze dan op de grond. Een
met statische elektriciteit geladen
jerrycan kan brandstofdampen
doen ontbranden. Zodra u begint
te tanken, dient u contact temaken met de auto tot het tanken
is voltooid.
Gebruik alleen jerrycans die
geschikt zijn voor brandstof.
(Vervolg)WAARSCHUWING -
Gevaren bij het tanken
Brandstof is licht ontvlambaar.
Neem bij het tanken de volgende
richtlijnen in acht. Het niet
opvolgen van deze richtlijnen kan
leiden tot ernstig persoonlijk letsel
als gevolg van brand of een
explosie.
Lees alle waarschuwingen bij het tankstation en neem ze in acht.
Kijk vóór het tanken altijd of er een noodknop voor het afsluiten
van de brandstof is bij debrandstofpomp.
Raak, voordat u de tankdop en vulopening aanraakt, altijd even
een ander metalen deel van de
auto aan, op voldoende afstand
van de vulopening, om
brandgevaar als gevolg van
statische elektriciteit te
voorkomen.
(Vervolg)(Vervolg)
Maak tijdens het tanken geengebruik van een mobiele
telefoon. Elektrische stroom
en/of elektronische storing van
mobiele telefoons kanbrandstofdampen doenontbranden.
Zet de motor uit vóór het tanken. De elektrische onderdelen van de
motor kunnen vonken
produceren die brandstofdampenkunnen doen ontbranden.
Controleer na het tanken of detankdop en de tankdopklep goed
dicht zijn voordat u de motor
start.
Gebruik GEEN lucifers of aansteker en ROOK NIET. Laat
ook geen brandende sigaret
achter in de auto terwijl u gaat
tanken. Brandstof is licht
ontvlambaar en explosief.
Als er tijdens het tanken brand uitbreekt, verlaat dan
onmiddellijk de auto en breng de
manager van het tankstation, de
politie en de brandweer op de
hoogte. Volg hunveiligheidsinstructies op.