7 IN EEN OOGOPSLAG
-
RUITENWISSERS
SCHAKELAARS OP
STUURKOLOM
VERLICHTING Mistlampen vóór (ring 1 stand naar
voren
).
Mistlampen vóór en mistachterlicht
(ring 2 standen naar voren
).
Uitschakelen: draai de ring naar ach-
teren. Lichten uit
Parkeerlichten
Dimlicht / Grootlicht
Auto's met
mistachterlicht
(ring B)
Draai de ring 1 stand naar voren.
Auto's met
mistlampen vóór
en mistachterlicht
(ring B)
Uit
Ruitensproeier
Interval
Achter
54
55
Verlichting vóór en achter (ring A)
Vóór
2
Hoge snelheid (zware neerslag).
1
Normale snelheid (normale neer-
slag).
I
Intervalstand.
0
Uit.
È
Eén keer wissen.
Ruitensproeier: Trek de hendel naar
u toe.