Page 73 of 136

71RIJDEN
-
ZIJ-AIRBAGS *
Als dit verklikkerlampje gaat
branden in combinatie met
een geluidssignaal, raad-
pleeg dan het CITROËN-
netwerk om het systeem te
laten controleren. De kans bestaat
dat de airbags bij een ernstige aanrij-
ding niet worden geactiveerd.
Storing airbags
Houd u aan de volgende
veiligheidsvoorschriften
voor een maximale effecti-
viteit van de airbags vóór
en de zij-airbags :
●
Draag altijd een correct afgestel-
de veiligheidsgordel.
●
Maak er een gewoonte van om
normaal rechtop in de voorstoe-
len te zitten.
●
Zorg dat er zich niets bevindt tus-
sen de airbag en de inzittenden
(kinderen, huisdieren, objecten,
...).
Dit kan de goede werking van de
airbag belemmeren en/of de in-
zittenden bij het opblazen van de
airbag verwonden.
●
Het is beslist niet toegestaan om
werkzaamheden uit te voeren
aan airbagsystemen, alleen het
CITROËN-netwerk heeft hiervoor
gekwalifi ceerd personeel.
●
Laat na een aanrijding of diefstal
van uw auto de airbagsystemen
controleren.
Airbags voor
●
Houd het stuurwiel niet aan de
spaken vast en laat uw handen
niet op het stuurwielkussen rus-
ten.
●
Laat aan passagierszijde uw voe-
ten niet op het dashboard rusten.
●
Tracht roken in de auto zoveel
mogelijk te vermijden. Als de air-
bag wordt opgeblazen, kunnen
brandende sigaretten of een pijp
brandwonden of ander letsel ver-
oorzaken.
●
Verwijder het stuurwiel nooit,
maak geen gaten in de stuurwiel-
bekleding en sla er niet op.
Zij-airbags *
●
Bedek de voorstoelen alleen
met goedgekeurde stoelhoezen.
Raadpleeg het CITROËN-net-
werk.
●
Bevestig nooit iets aan de rug-
leuning van de voorstoelen, dit
zou bij het afgaan van de airbags
kunnen leiden tot verwondingen
aan armen of middel.
●
Ga niet onnodig dicht tegen het
portierpaneel zitten.
De zij-airbags zijn aan de zijde van
de portieren in de rugleuningen van
de voorstoelen aangebracht.
De zij-airbags worden aan de des-
betreffende zijde opgeblazen bij een
ernstige zijdelingse aanrijding binnen
de impactzone opzij B
, loodrecht op
de lengteas van de auto en vanaf de
buitenzijde richting de binnenzijde
van de auto, die zich op een hori-
zontale ondergrond moet bevinden.
De zij-airbag wordt opgeblazen tus-
sen de inzittende vóór en het des-
betreffende portierpaneel. De kans
op borstletsel bij de voorpassagiers
wordt daardoor verminderd.
*
Volgens uitvoering.
Page 74 of 136
PRAKTISCHE INFORMATIE72 -
1.
Reservoir stuurbekrachtiging.
2.
Reservoir ruiten- en koplamp-
sproeiers.
3.
Reservoir koelvloeistof.
4.
Remvloeistofreservoir.
5.
Accu.
6.
Luchtfi lter.
7.
Motoroliepeilstok.
8.
Reservoir motorolie.
1,4 LITER BENZINEMOTOR
Page 75 of 136
73 PRAKTISCHE INFORMATIE-
1.
Reservoir stuurbekrachtiging.
2.
Reservoir ruiten- en koplamp-
sproeiers.
3.
Reservoir koelvloeistof.
4.
Reservoir remvloeistof.
5.
Accu.
6.
Luchtfi lter.
7.
Motoroliepeilstok.
8.
Reservoir motorolie.
1,6 LITER BENZINEMOTOR
Page 76 of 136
PRAKTISCHE INFORMATIE74 -
1.
Reservoir stuurbekrachtiging.
2.
Reservoir ruiten- en koplamp-
sproeiers.
3.
Reservoir koelvloeistof.
4.
Remvloeistofreservoir.
5.
Accu.
6.
Luchtfi lter.
7.
Motoroliepeilstok.
8.
Reservoir motorolie.
1,9 LITER DIESELMOTOR
Page 77 of 136
75 PRAKTISCHE INFORMATIE-
1.
Reservoir stuurbekrachtiging.
2.
Reservoir ruiten- en koplamp-
sproeiers.
3.
Reservoir koelvloeistof.
4.
Reservoir remvloeistof.
5.
Accu.
6.
Luchtfi lter.
7.
Motoroliepeilstok.
8.
Motoroliereservoir.
9.
Handopvoerpomp.
1,6 LITER HDI TURBODIESELMOTOR
Page 78 of 136
De kracht van de samenwerking tussen TOTAL
en CITROËN komt vooral tot uiting in de au-
tosport. Beide merken hebben, van de Rally
van Marokko in 1969 tot en met de fantastische
dubbele titel van wereldkampioen die in 2009 is
behaald door het duo Sébastien LOEB-Daniel
ELENA en het CITROËN TOTAL TEAM, een
indrukwekkende erelijst van legendarische
overwinningen opgebouwd. Tijdens het be-
halen van deze overwinningen zijn de smeer-
middelen van TOTAL getest onder extreme
omstandigheden en daarom staan zij garant
voor de topprestaties van elke CITROËN.
Page 79 of 136

77 PRAKTISCHE INFORMATIE-
NIVEAUS CONTROLEREN
Oliepeilstok
Olie verversen
Volgens de aanwijzingen in het on-
derhoudsboekje.
Opmerking:
vermijd langdurig huid-
contact met afgewerkte olie. Deponeer
afgewerkte olie in de daarvoor be-
stemde containers bij het CITROËN-
netwerk.
Keuze van de viscositeitgraad
De olie dient in ieder geval aan de
voorgeschreven kwaliteitsnormen te
voldoen.
Opmerking:
de koelvloeistof behoeft
niet te worden ververst.
Bij uitvoeringen voorzien van een
roetfi lter kan de motorventilateur
bij afgezet contact nog (gaan) wer-
ken, zelfs bij koude motor.
2 merktekens op de
peilstok:
A
= maxi.
Het oliepeil mag nooit
boven dit merkteken
uitkomen.
B
= mini.
Voor het behoud van de
bedrijfszekerheid van de
motoren en de emissie-
regelsystemen mogen
in geen geval additieven
aan de motorolie wor-
den toegevoegd.
Remvloeistofniveau:
De remvloeistof dient volgens de
door de constructeur voorgeschre-
ven intervallen te worden ververst.
Gebruik remvloeistof die door de
constructeur wordt aanbevolen en
aan de DOT4-normen voldoet.
Opmerking:
remvloeistof is een erg
bijtend en schadelijk middel. Vermijd
elk contact met de huid.
Koelvloeistofniveau
Gebruik uitsluitend door de construc-
teur aanbevolen koelvloeistof.
Als de motor warm is, wordt de tem-
peratuur van de koelvloeistof gere-
geld door de motorventilateur. Wacht
voor werkzaamheden aan het koel-
systeem ten minste 1 uur nadat de
motor gedraaid heeft, omdat de mo-
torventilateur nog kan (gaan) werken
als de sleutel uit het contactslot is
verwijderd en het koelsysteem onder
druk staat.
Draai de dop eerst 2 omwentelingen
los om de druk te laten dalen en te
voorkomen dat de hete koelvloeistof
uit het koelsysteem spuit. Trek, als
de druk eenmaal gedaald is, de dop
los en vul het systeem bij.
Afgewerkte producten
Gooi geen afgewerkte olie, remvloei-
stof of koelvloeistof in het riool, in het
water of op de grond.
Vloeistofniveau
stuurbekrachtiging
)
Open het reservoir bij koude mo-
tor (omgevingstemperatuur), het
vloeistofniveau dient boven het
MINI en dicht bij het MAXI merk-
teken te staan.
Vloeistofniveau ruiten- en
koplampsproeiers
Gebruik voor een optimale reiniging
en voor uw eigen veiligheid uitslui-
tend door het CITROËN-netwerk
aanbevolen producten.
Voor een optimale reiniging en om
bevriezing te voorkomen, mag het
reservoir niet met water worden bij-
gevuld.
Motorolieniveau
)
Regelmatig controleren en tus-
sen twee verversingen eventueel
olie bijvullen. (Maximum oliever-
bruik: 0,5 liter per 1000 km.)
De controle dient bij koude motor en
horizontaal geplaatste auto te ge-
schieden, met behulp van de olieni-
veaumeter in het instrumentenpaneel
of de oliepeilstok.
Page 80 of 136

PRAKTISCHE INFORMATIE78 -
CONTROLES
Oliefilter
Vervang het oliefi lterelement pe-
riodiek, volgens het onderhouds-
schema.
Gebruik uitsluitend de door
CITROËN aanbevolen pro-
ducten of gelijkwaardige kwa-
liteitsproducten.
Om de werking van belangrijke orga-
nen als de stuurbekrachtiging en het
remsysteem te optimaliseren, worden
door CITROËN specifi eke producten
geselecteerd en aangeboden.
Vermijd het schoonspuiten van de
motor om de elektrische systemen
niet te beschadigen.
BRANDSTOFTANK LEEG(DIESEL)
In het geval van een lege brandstof-
tank is het noodzakelijk het brand-
stofsysteem te ontluchten:
- Vul de brandstoftank met mini-
maal vijf liter diesel.
- Bedien de handpomp van de ont-
luchting (onder de beschermkap
in de motorruimte) tot u brandstof
in de transparante slang ziet ko-
men.
- Houd de sleutel in de stand "D"
(starten) tot de motor aanslaat.
BRANDSTOFAFSLUITER (BENZINE)
Bij een zware aanrijding wordt de
brandstoftoevoer door de brandstof-
afsluiter onderbroken.
Druk op de knop van de brandstofaf-
sluiter bij de rechter veerpoot onder
de motorkap om de brandstoftoevoer
te herstellen.
Luchtfilter en interieurfilter
Laat de fi lters periodiek vervangen.
Als de omgeving daartoe aanlei-
ding geeft, moeten de fi lters twee
keer zo vaak worden vervangen.
Remblokken
De slijtage van de remblokken is
sterk afhankelijk van de rijstijl, vooral
bij stadsverkeer en veel korte ritten.
Hierdoor kan het noodzakelijk blij-
ken om de remblokken vaker, tussen
twee onderhoudscontroles door, te
laten controleren.
Slijtage remschijven en
remtrommels
Raadpleeg voor meer informatie
over de controle van uw remschijven
en de remtrommels het CITROËN-
netwerk.
Handgeschakelde
versnellingsbak
Niet verversen. Laat het niveau con-
troleren volgens het onderhouds-
schema van de constructeur.
Raadpleeg de bladzijden in het
onderhoudsboekje die betrekking
hebben op de motoruitvoering
van uw auto voor het controleren
van de belangrijkste niveaus en
bepaalde onderdelen volgens het
onderhoudsschema van de con-
structeur.
Handrem
Als de handrem een te grote slag
heeft of als het systeem minder goed
werkt, moet de handrem zelfs tussen
twee onderhoudscontroles worden
afgesteld.
Laat het systeem controleren door
het CITROËN-netwerk.
Accu
Laat uw accu voor de winter contro-
leren door het CITROËN-netwerk.