Page 25 of 282

24
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Volumeregeling buzzer (bUZZ)
Met deze functie kan het volume van het
akoestische signaal (buzzer), dat klinkt bij
de weergave van een storing/waarschu-
wing, worden ingesteld.
Ga voor het instellen van het gewenste
volume als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op het
display verschijnt het opschrift (bUZZ);– druk op de knop ▲of ▼om het ge-
wenste volume in te stellen (instelling mo-
gelijk op 8 niveaus).
– druk kort op de knop MODEom terug
te keren naar het menuscherm of houd de
knop even ingedrukt om terug te keren
naar het beginscherm zonder op te slaan.Meeteenheid (Unit) instellen
Met deze functie kunt u de meeteenheid
instellen.
Ga voor het instellen als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op het
display verschijnt het opschrift (Unit) en
de ingestelde meeteenheid (km) of (mijl);
– druk op de knop ▲of ▼om de ge-
wenste meeteenheid in te stellen.
– druk kort op de knop MODEom terug
te keren naar het menuscherm of houd de
knop even ingedrukt om terug te keren
naar het beginscherm zonder op te slaan.
Page 26 of 282

25
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
MODE
MODE
MODE
▼ ▲
▼ ▲
▼ ▲
▼ ▲
F0N1001i
F0N1003iF0N1002i F0N1005i
F0N1006i F0N1002i
F0N1003i
Inschakeling/Uitschakeling van de
frontairbag aan passagierszijde en
de zij-airbag voor de bescherming
van borstkas (sidebag) (indien
aanwezig) (BAG P)
Met deze functie kan de airbag aan passa-
gierszijde worden in- en uitgeschakeld.
Ga als volgt te werk:
❒druk op de knop MODEen druk, na-
dat op het display het bericht (BAG P
OFF) (voor uitschakeling) of het be-
richt (BAG P On) (voor inschakeling)
is verschenen door het indrukken van
de knop ▲of ▼, opnieuw op de knop
MODE;
❒op het display verschijnt het bericht
om de instelling te bevestigen;
❒selecteer door het indrukken van de
knop ▲of ▼(YES) (voor bevestiging
van de inschakeling/uitschakeling) of
(no) (om te annuleren);
❒druk kort op de knop MODE; er ver-
schijnt een bevestiging van de gekozen
instelling en er wordt teruggekeerd
naar het menuscherm of, wanneer de
knop even ingedrukt wordt gehouden,
naar het beginscherm zonder op te
slaan.
Page 27 of 282

BEDIENINGSKNOPPEN fig. 20
▲Om het scherm en de keuzemoge-
lijkheden naar boven te doorlopen of
de weergegeven waarde te verhogen.
MODEKort indrukken voor toegang
tot het menu en/of naar het vol-
gende scherm te gaan of de keu-
ze te bevestigen.
Even ingedrukt houden om te-
rug te keren naar het begin-
scherm.
▼Om het scherm en de keuzemogelijk-
heden naar beneden te doorlopen of
de weergegeven waarde te verlagen.
MULTIFUNCTIONEEL
DISPLAY (indien
aanwezig)
Het multifunctionele display kan alle nut-
tige en noodzakelijke informatie tijdens de
rit weergeven:
BEGINSCHERM fig. 19
Op het beginscherm kan het volgende
worden weergegeven:
ADatum.
BKilometerteller (weergave kilometer/
mijltotaalteller).
CTijd (altijd weergegeven, ook bij uit-
genomen contactsleutel en gesloten
voorportieren).
DBuitentemperatuur.
EStand koplampverstelling (alleen als
het dimlicht is ingeschakeld).
OpmerkingBij het openen van een
voorportier wordt het display verlicht en
wordt enkele seconden de tijd en de
kilometer-/mijltotaalteller weergegeven.
fig. 19F0N0018m
OpmerkingBij de knoppen ▲en ▼
hangt de werking van het volgende af:
Lichtsterkte interieur autoregelen
– als de buitenverlichting is ingeschakeld
en het beginscherm wordt weergegeven,
dan kunt u hiermee de lichtsterkte in het
interieur regelen.
Setup-menu
– binnen het menu kunt u het menu naar
boven of beneden doorlopen;
– tijdens het instellen kunt u de waarde ver-
hogen of verlagen.
fig. 20F0N0017m
26
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Page 28 of 282

27
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
SETUP-MENU fig. 21
Het menu bestaat uit een aantal functies
dat “cyclisch” wordt weergegeven. De
functies kunnen met de knoppen ▲en ▼
worden gekozen, waarna u de volgende
keuzemogelijkheden kunt selecteren of in-
stellingen (setup) kunt uitvoeren. Bij en-
kele onderdelen (Klokje en Meeteenheid
instellen) is er een submenu.
Het setup-menu kan worden geactiveerd
door de knop MODEkort in te drukken.
Door de knop ▲of ▼telkens in te druk-
ken, kunt u de lijst van het setup-menu
doorlopen.
De werking is afhankelijk van het geselec-
teerde menupunt.
Een menupunt selecteren in het hoofdmenu
zonder submenu:
– als u de knop MODEkort indrukt, kunt
u in het hoofdmenu de instelling selecte-
ren die u wilt wijzigen;
– met de knop ▲of ▼(door de knop tel-
kens in te drukken) kan de nieuwe instel-
ling worden geselecteerd;
– als u de knop MODEkort indrukt, kunt
u de instelling opslaan en tegelijkertijd
terugkeren naar het eerder geselecteerde
menupunt in het hoofdmenu.“Datum” en “Klokje instellen” selecteren:
– als u de knop MODEkort indrukt, kunt
u de instelling selecteren die u wilt wijzi-
gen (bijv. uren/minuten of jaar/maand/
dag);
– met de knop ▲of ▼(door de knop tel-
kens in te drukken) kan de nieuwe instel-
ling worden geselecteerd;
– als u de knop MODEkort indrukt, kunt
u de instelling opslaan en tegelijkertijd door-
gaan naar het volgende menupunt. Als dit
menupunt het laatste is, dan wordt terug-
gekeerd naar het daarvoor geselecteerde
menupunt.
Als u de knop MODE even ingedrukt houdt:
– als u zich in het hoofdmenu bevindt, dan
verlaat u het setup-menu;
– als u zich op een ander punt in het menu
bevindt (instellen van een onderdeel in een
submenu, in een submenu of instellen van
een onderdeel in het hoofdmenu), dan
keert u terug naar het hoofdmenu;
– worden alleen de reeds opgeslagen in-
stellingen bewaard (reeds bevestigd door
het indrukken van de knop MODE).
Het setup-menu heeft een tijdregeling; als
het menu na een bepaalde tijd wordt af-
gesloten, dan worden alleen de reeds op-
geslagen instellingen bewaard (reeds be-
vestigd door het kort indrukken van de
knop MODE). Een menupunt selecteren in het hoofdmenu
met submenu:
– als u de knop MODE kort indrukt,
wordt het eerste menupunt van het sub-
menu weergegeven;
– met de knop ▲of ▼(door de knop tel-
kens in te drukken) kunt u alle menupun-
ten van het submenu doorlopen;
– als u de knop MODEkort indrukt, kunt
u het weergegeven menupunt van het sub-
menu selecteren en verschijnt het be-
treffende setup-menu;
– met de knop ▲of ▼(door de knop tel-
kens in te drukken) kan de nieuwe instel-
ling van dit menupunt in het submenu
worden geselecteerd;
– als u de knop MODEkort indrukt, kunt
u de instelling opslaan en tegelijkertijd te-
rugkeren naar het eerder geselecteerde
menupunt in het submenu.
Page 29 of 282
Dag
JaarMaand
Deutsch
Français
English
Español
Italiano
Nederlands
Português Bijvoorbeeld:
fig. 21 Bijvoorbeeld:
Druk kort op de knop MODEom vanuit het beginscherm
te navigeren. Druk op de knop ▲of ▼om in het menu
te navigeren.
OpmerkingAls de auto rijdt, is om veiligheidsredenen
alleen een beperkt menu (“Beep Snelheid” instellen) toe-
gankelijk. Als de auto stilstaat is het uitgebreide menu
toegankelijk.
F0N1000i
Knop MODE
kort indruk-
ken
▲
▼
MENU VERLATENBEEP SNELHEIDSCHEMERSENSOR
TIJD INSTELLEN
DATUM INSTELLEN
ZIE RADIO
AUTOCLOSE
MEETEENHEID
TAAL VOLUME WAARSCHUWINGEN VOL. TOETSEN BUZZ. GORDELS (
*) SERVICEBAG PASSAGIER
(*) Functie wordt alleen weergegeven als het SBR-systeem door de Fiat-dealer is uitgeschakeld.
GEGEVENS TRIP B
Knop MODE
kort indrukken
28
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
▲
▼▲
▼▲
▼
▲
▼
▲ ▼
▲ ▼ ▲
▼
▲
▼
▲
▼
▲▼
▲▼
▲▼
▲▼▼
▲
Page 30 of 282

29
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
– druk kort op de knop MODEom terug
te keren naar het menuscherm of houd de
knop even ingedrukt om terug te keren
naar het beginscherm zonder op te slaan.
Ga als volgt te werk als u de instelling wilt
annuleren:
– druk kort op de knop MODE; op het
display knippert (On);
– druk op de knop ▼; op het display knip-
pert (Off);
– druk kort op de knop MODE om terug
te keren naar het menuscherm of houd de
knop even ingedrukt om terug te keren
naar het beginscherm zonder op te slaan.
Gevoeligheid schemersensor
instellen (indien aanwezig)
Met deze functie kan de gevoeligheid van
de schemersensor worden ingesteld op
3 niveaus.
Ga voor het instellen van het niveau als
volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op het
display knippert het “niveau” van de in-
gestelde gevoeligheid; Snelheidslimiet (Beep Snelheid)
Met deze functie kan de snelheidslimiet
van de auto (km/h of mph) worden inge-
steld. Als deze limiet wordt overschreden,
wordt de bestuurder gewaarschuwd (zie
hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
Ga voor het instellen van de snelheids-
limiet als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op het
display verschijnt het opschrift (Beep
Snelh.);
– druk op knop ▲of ▼om de snelheids-
limiet in te schakelen (On) of uit te scha-
kelen (Off);
– als de functie al was ingeschakeld (On),
kan met de knop ▲of ▼de gewenste
snelheidslimiet worden ingesteld en wor-
den bevestigd door het indrukken van de
knop MODE;
Opmerking De waarde kan worden inge-
steld tussen 30 en 200 km/h of tussen 20
en 125 mph, afhankelijk van de ingestelde
meeteenheid (zie de paragraaf “Meeteen-
heid instellen” (Meeteenheid) hierna).
Elke keer als u de knop ▲
/ ▼indrukt,
wordt de waarde 5 eenheden verhoogd of
verlaagd. Als u de knop ▲
/ ▼ingedrukt
houdt, lopen de cijfers automatisch snel
door of terug. Als u dicht bij de juiste
waarde bent, stelt u de exacte waarde in
door de knop telkens in te drukken en los
te laten.– druk op de knop ▲
of ▼om de instel-
ling uit te voeren;
– druk kort op de knop MODEom terug
te keren naar het menuscherm of houd de
knop even ingedrukt om terug te keren
naar het beginscherm zonder op te slaan.
Trip B (Gegevens trip B)
Met deze functie kan de weergave van
Trip B (dagteller) worden ingeschakeld
(On) of uitgeschakeld (Off).
Zie voor meer informatie de paragraaf
“Trip computer”.
Ga voor het in-/uitschakelen als volgt te
werk:
– druk kort op de knop MODE; op het
display knippert (On) of (Off), afhankelijk
van de instelling;
– druk op de knop ▲of ▼om de keuze
uit te voeren;
– druk kort op de knop MODE om terug
te keren naar het menuscherm of houd de
knop even ingedrukt om terug te keren
naar het beginscherm zonder op te slaan.
Page 31 of 282

– als u in het submenu “Formaat” zit: druk
kort op de knop MODE; op het display
knippert de tijdsaanduiding;
– druk op de knop ▲of ▼voor weerga-
ve van de tijd in "24h" of "12h".
Druk na het uitvoeren van de instelling
kort op de knop MODEom terug te ke-
ren naar het menuscherm of houd de
knop even ingedrukt om terug te keren
naar het beginscherm zonder op te slaan.
– druk nogmaals lang op de knop
MODEom terug te keren naar het be-
ginscherm of het hoofdmenu, afhankelijk
van waar u zich in het menu bevindt. Klokje instellen
(Tijd instellen)
Met deze functie kan het klokje worden
ingesteld in twee submenu’s: “Tijd” en
“Formaat”.
Ga voor het instellen als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op het
display verschijnen de twee submenu’s
“Tijd” en “Formaat”;
– druk op de knop ▲of ▼om tussen de
submenu's te navigeren;
– druk na het selecteren van het submenu
dat u wilt wijzigen, kort op de knop
MODE;
–als u in het submenu “Tijd” zit: druk kort
op de knop MODE; op het display knip-
peren de “uren”;
– druk op de knop ▲of ▼om de instel-
ling uit te voeren;
– druk kort op de knop MODE; op het
display knipperen de "minuten";
– druk op de knop ▲of ▼om de instel-
ling uit te voeren;Datum instellen (Datum instellen)
Met deze functie kan de datum worden
ingesteld (dag - maand - jaar).
Ga voor het instellen als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op het
display knippert de “dag” (dd);
– druk op de knop ▲of ▼om de instel-
ling uit te voeren;
– druk kort op de knop MODE; op het
display knippert de "maand" (mm);
– druk op de knop ▲of ▼om de instel-
ling uit te voeren;
– druk kort op de knop MODE; op het
display knippert het "jaar" (jjjj);
– druk op de knop ▲of ▼om de instel-
ling uit te voeren.
Opmerking Elke keer als u de knop ▲of
▼ indrukt, wordt de waarde een eenheid
verhoogd of verlaagd. Als u de knop
zingedrukt houdt, lopen de cijfers auto-
matisch snel door of terug. Als u dicht bij
de juiste waarde bent, stelt u de exacte
waarde in door de knop telkens in te
drukken en los te laten.
– druk kort op de knop MODEom terug
te keren naar het menuscherm of houd de
knop even ingedrukt om terug te keren
naar het beginscherm zonder op te slaan.
30
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Page 32 of 282

31
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Centrale portiervergrendeling bij
rijdende auto (Autoclose)
Als deze functie is ingeschakeld (On), wor-
den de portieren automatisch vergrendeld
als de auto sneller rijdt dan 20 km/h.
Ga voor het inschakelen (On) of uitscha-
kelen (Off) van deze functie als volgt te
werk:
– druk kort op de knop MODE; op het
display verschijnt een submenu;
– druk kort op de knop MODE; op het
display knippert (On) of (Off), afhankelijk
van de instelling;
– druk op de knop ▲of ▼om de keuze
uit te voeren;
– druk kort op de knop MODEom terug
te keren naar het scherm van het submenu
of houd de knop even ingedrukt om terug
te keren naar het scherm van het hoofd-
menu zonder op te slaan;
– druk nogmaals lang op de knop
MODEom terug te keren naar het be-
ginscherm of het hoofdmenu, afhankelijk
van waar u zich in het menu bevindt. Herhaling informatie
audiosysteem (Zie radio)
Met deze functie kan op het display de in-
formatie over de autoradio worden weer-
gegeven.
– Radio: frequentie of RDS-bericht van het
geselecteerde radiostation, automatisch
zoeken of AutoSTore inschakelen;
– audio-CD, MP3-CD: nummer van het
muziekstuk;
– CD-wisselaar: CD-nummer en nummer
muziekstuk;
Ga voor het inschakelen (On) of uitscha-
kelen (Off) van de informatie van het
audiosysteem op het display als volgt te
werk:
– druk kort op de knop MODE; op het
display knippert (On) of (Off), afhankelijk
van de instelling;
– druk op de knop ▲of ▼om de keuze
uit te voeren;
– druk kort op de knop MODEom terug
te keren naar het menuscherm of houd de
knop even ingedrukt om terug te keren
naar het beginscherm zonder op te slaan.Meeteenheid instellen
(Meeteenheid)
Met deze functie kunnen de meeteenheden
worden ingesteld in drie submenu’s: “Af-
stand”, “Verbruik” en “Temperatuur”.
Ga voor het instellen van de gewenste mee-
teenheid als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op het dis-
play verschijnen de drie submenu’s;
– druk op de knop ▲of ▼om tussen de
drie submenu's te navigeren;
– druk na het selecteren van het submenu
dat u wilt wijzigen, kort op de knop
MODE;
– als u in het submenu “Afstand”zit: – druk
kort op de knop MODE; op het display
wordt “km” of “mijl” weergegeven, afhan-
kelijk van de instelling;
– druk op de knop ▲of ▼om de keuze
uit te voeren;
– als u in het submenu “Verbruik”zit: druk
kort op de knop MODE; op het display
wordt “km/l”, “l/100km” of “mpg” weer-
gegeven, afhankelijk van de instelling;