Page 9 of 282

8
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
SLEUTEL MET
AFSTANDSBEDIENING fig. 4
De metalen baard Abevindt zich in de
handgreep en dient voor:
❒het start-/contactslot;
❒de sloten van de portieren;
❒het ont-/vergrendelen van de tankdop.
Druk op het knopje Bvoor het uitklap-
pen van de metalen baard.
Ga voor het inklappen als volgt te werk:
❒houd het knopje Bingedrukt en ver-
plaats de metalen baard A;
❒laat het knopje Blos en draai de me-
talen baard Atotdat hij op de juiste
wijze is ingeklapt en vergrendeld.
DE SLEUTELS
CODE-CARD fig. 3
Bij de auto worden twee sleutels geleverd
en de CODE-card waarop staat aange-
geven:
Ade elektronische code;
Bde mechanische code van de sleutels
die bij aanvraag van duplicaatsleutels
aan de Fiat-dealer moet worden
overhandigd.
BELANGRIJK Om schade aan de elektro-
nische schakelingen in de sleutels te voor-
komen, mogen de sleutels niet aan directe
zonnestraling worden blootgesteld.Als de auto wordt verkocht,
moeten alle sleutels en de
CODE-card overhandigd wor-
den aan de nieuwe eigenaar.
fig. 3F0N0003mfig. 4F0N0004m
Page 10 of 282

9
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Knop Ædient voor het ontgrendelen van
de voorportieren.
Knop Ødient voor het vergrendelen van
alle portieren/deuren.
Knop Ëdient voor het ontgrendelen van
de deuren van de laadruimte.
Als de portieren worden ontgrendeld,
wordt de interieurverlichting een bepaal-
de tijd ingeschakeld.
Druk het knopje B alleen in
als de sleutel ver genoeg van
het lichaam (speciaal de ogen) en van
voorwerpen die snel beschadigen (bij-
voorbeeld kledingstukken) is verwij-
derd. Laat de sleutel nooit onbeheerd
achter. Hiermee voorkomt u dat
iemand (dit geldt in het bijzonder
voor kinderen) per ongeluk op de
knop drukt.
ATTENTIE
fig. 5F0N0145m
Enkele uitvoeringen zijn voorzien van een
sleutel met afstandsbediening met 2 knop-
pen Áen
Ëfig. 5.
Knop Ádient voor het vergrendelen
van alle portieren/deuren.
Knop Ëdient voor het ontgrendelen
van alle portieren/deuren.
Page 11 of 282

10
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Batterij van de sleutel met
afstandsbediening vervangen fig. 7
Ga voor het vervangen van de batterij als
volgt te werk:
❒druk op het knopje Aen klap de me-
talen baard Buit;
❒draai de schroef Cin stand :: met
een kleine schroevendraaier;
❒trek de batterijhouder Dnaar buiten
en vervang de batterij E; let daarbij
goed op de polariteit;
❒plaats de batterijhouder Din de sleu-
tel en draai de schroef Cin stand
Á
fig. 7F0N0005m
Extra afstandsbedieningen
bestellen
Het systeem kan maximaal 8 afstandsbe-
dieningen herkennen. Als u in de loop der
tijd een nieuwe afstandsbediening nodig
hebt, kunt u zich tot een Fiat-dealer wen-
den. Neem dan de CODE-card, een iden-
titeitsbewijs en het kentekenbewijs mee.
Informatie van het lampje op het
dashboard
Als de portieren worden vergrendeld, gaat
het bewakingslampje A-fig. 6ongeveer
3 seconden branden en daarna knipperen
(bewakingsfunctie).
Als u de portieren/deuren vergrendelt en
een of meer portieren/deuren zijn niet
goed gesloten, dan gaan het lampje en de
richtingaanwijzers snel knipperen.
fig. 6F0N0114m
Page 12 of 282
11
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
MECHANISCHE SLEUTEL fig. 8
De metalen baard Azit vast aan de sleutel.
De sleutel dient voor:
❒het start-/contactslot;
❒de sloten van de portieren;
❒het ont-/vergrendelen van de tankdop.
fig. 8F0N0337m
Lege batterijen zijn schadelijk
voor het milieu. Ze moeten in
daarvoor bestemde contai-
ners worden gedeponeerd of
kunnen worden ingeleverd bij de Fiat-
dealer, die voor de verwerking zorgt.
Page 13 of 282

12
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Hieronder worden alle met de sleutel in te schakelen functies samengevat (met en zonder afstandsbediening):
Type sleutel
Mechanische sleutel
Sleutel met afstandsbediening
Knipperen
richtingaanwijzers(alleen met
sleutel met afstandsbediening)
Bewakingslampje
Ontgrendelen
sloten
Sleutel linksom
draaien
(bestuurderszijde)
Sleutel linksom
draaien
(bestuurderszijde)
Knop
Æ
kort indrukken
2 x knipperen
DovenSloten van
buitenaf
vergrendelen
Sleutel rechtsom
draaien
(bestuurderszijde)
Sleutel rechtsom
draaien
(bestuurderszijde)
Knop
Ø
kort indrukken
1 x knipperen
3 seconden conti-
nu branden en ver-
volgens knipperen
bewakingslampjeDead lock
inschakelen
(indien aanwezig)
–
–
Knop
Ø
twee keer
indrukken
3 x knipperen
2 x knipperen
en vervolgens
knipperen
bewakingslampjeOntgrendelen
achterdeurslot
–
–
Knop
∞
kort indrukken
2 x knipperen
Knipperen
bewakingslampje
BELANGRIJK Het openen van de ruiten is gekoppeld aan het commando voor portierontgrendeling; het sluiten van de ruiten is gekoppeld aan het commando voor
portiervergrendeling.
Ruiten sluiten
(indien van
toepassing)
–
–
Knop
Ølanger dan 2
seconden indruk-
ken
1 x knipperen
Knipperen
bewakingslampje
Ruiten openen
(indien van toe-
passing)
–
–
Knop Æ
langer dan 2
seconden indruk-
ken
2 x knipperen
Doven
Page 14 of 282

13
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
DIEFSTALALARM
(indien aanwezig)
Het diefstalalarm, een aanvulling op alle
reeds beschreven functies van de af-
standsbediening, wordt bediend door de
ontvanger die onder het dashboard nabij
het zekeringenkastje is geplaatst.
WANNEER GAAT HET ALARM
AF
Het diefstalalarm wordt in de volgende ge-
vallen geactiveerd:
❒als een van de portieren/deuren of de
motorkap ongeoorloofd wordt ge-
opend (omtrekbeveiliging);
❒bij een startpoging (contactsleutel in
stand MAR);
❒als de kabels van de accu worden on-
derbroken;
❒bij het optillen/kantelen van de auto.
Als het alarm in werking treedt, wordt, af-
hankelijk van het land, de sirene geacti-
veerd en gaan de richtingaanwijzers knip-
peren (ongeveer 26 seconden). De wijze
waarop het systeem werkt en het aantal
cycli kunnen per land verschillen.Toch is een maximum aantal cycli voor-
zien voor de akoestische en zichtbare sig-
nalen. Na een alarmsignalering schakelt het
systeem over naar de normale bewa-
kingsfunctie.
De kantelsensor kan worden uitgescha-
keld met de betreffende toets (zie de pa-
ragraaf “Kantelsensor” op de volgende pa-
gina’s).
BELANGRIJK De startblokkering wordt
uitgevoerd door de Fiat CODE en wordt
automatisch ingeschakeld als de contact-
sleutel uit het start-/contactslot wordt ge-
nomen.
ALARM INSCHAKELEN
Richt bij gesloten portieren, laadruimte en
motorkap en contactslot in stand STOP
of met uitgenomen sleutel, de sleutel met
afstandsbediening in de richting van de au-
to. Druk op de knop “vergrendelen” en
laat de knop weer los.
U hoort een akoestisch signaal (“BIEP”)
(behalve bij uitvoeringen voor bepaalde
markten) en de portieren worden ver-
grendeld.
Het inschakelen van het alarm wordt
voorafgegaan door een zelfdiagnose: als
het systeem een storing vindt, dan klinkt
nogmaals een akoestisch signaal.
Schakel in dat geval het alarm uit door op
de knop “ontgrendelen portieren/ont-
grendelen laadruimte” te drukken en con-troleer of de portieren en de motorkap
gesloten zijn en schakel vervolgens het sys-
teem weer in door op de knop “vergren-
delen” te drukken.
Als de portieren en de motorkap niet
goed gesloten zijn, worden ze niet door
het diefstalalarm gecontroleerd.
Als bij goed gesloten portieren, motorkap
en laadruimte het akoestisch signaal wordt
herhaald, dan is er een storing gesignal-
eerd in de werking van het systeem.
Wendt u in dat geval tot de Fiat-dealer.
BELANGRIJK Als de portieren met de
metalen baard van de sleutel centraal wor-
den vergrendeld, schakelt het alarm niet
in.
BELANGRIJK De werking van het dief-
stalalarm verschilt per land.
DIEFSTALALARM
UITSCHAKELEN
Druk op de knop “ontgrendelen portie-
ren/ontgrendelen laadruimte” van de sleu-
tel met afstandsbediening.
Het volgende gebeurt (met uitzondering
van bepaalde markten):
❒de richtingaanwijzers knipperen twee
keer kort;
❒u hoort twee korte akoestische sig-
nalen (“BIEP’s”);
❒de portieren worden ontgrendeld.
Page 15 of 282

14
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
BELANGRIJK Als de portieren met de
metalen baard van de sleutel centraal wor-
den ontgrendeld, schakelt het alarm niet
uit.
KANTELSENSOR
De kantelsensor meet iedere verandering
in de hellingshoek van de auto en signa-
leert daardoor het geheel of gedeeltelijk
optillen van de auto (bijv. bij het verwij-
deren van een wiel).
De kantelsensor signaleert een minimale
verandering in de hellingshoek van de au-
to, zowel langs de lengte- als de dwarsas.Beveiliging uitschakelen
Voor het uitschakelen van de kantelsen-
sor (bijvoorbeeld bij het slepen van de au-
to met ingeschakeld diefstalalarm) moet u
de knop A-fig.8aop het schakelaarpaneel
indrukken. De sensor blijft uitgeschakeld
totdat de portieren centraal worden ont-
grendeld.MELDINGEN VAN
INBRAAKPOGINGEN
Iedere inbraakpoging wordt aangegeven
door het branden van het controlelamp-
je
Yop het instrumentenpaneel en het
tegelijk verschijnen van een bericht op het
display (indien aanwezig) (zie het hoofd-
stuk “Lampjes en berichten”).
ALARM BUITEN GEBRUIK
STELLEN
Als u het diefstalalarm buiten gebruik wilt
stellen (bijv. als de auto langere tijd niet
wordt gebruikt), dan hoeft u slechts de au-
to af te sluiten door de metalen baard van
de sleutel met afstandsbediening in het
portierslot te draaien.
BELANGRIJK Als de batterijen van de
sleutels met afstandsbediening leeg zijn, of
als er een storing is in het diefstalalarm,
dan kunt u het systeem buiten werking
stellen door de contactsleutel in het con-
tactslot te steken en deze in stand MAR
te draaien.
fig. 8aF0N0232m
Page 16 of 282

15
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
START-/CONTACTSLOT
De sleutel kan in 4 standen worden
gedraaid fig. 9:
❒STOP: motor uit, sleutel uitneem-
baar, stuurslot ingeschakeld. Enkele
elektrische installaties werken (bijv. au-
toradio, centrale portiervergrende-
ling).
❒MAR: contact aan. Alle elektrische
installaties werken.
❒AVV: motor starten (stand zonder
vergrendeling).
❒PARK: motor uit, parkeerverlichting
aan, stuur geblokkeerd. Druk om de
sleutel in stand PARKte kunnen
draaien, op de knop A.
Het contactslot is voorzien van een her-
startbeveiliging. Als de motor bij de eer-
ste poging niet aanslaat, moet u de sleu-
tel terugdraaien in stand STOPen nog-
maals starten.STUURSLOT
Inschakelen
Zet de sleutel in stand STOP, trek de
sleutel uit het start-/contactslot en draai
het stuur totdat het vergrendelt.
Uitschakelen
Draai het stuur iets heen en weer, terwijl
u de sleutel in stand MARdraait.
Als het start-/contactslot is
geforceerd (bijv. bij een po-
ging tot diefstal) moet u, voordat u
weer met de auto gaat rijden, de wer-
king van het slot laten controleren bij
de Fiat-dealer.
ATTENTIE
Neem altijd de sleutel uit het
contactslot als de auto
wordt verlaten, om onvoorzichtig ge-
bruik van de bedieningsknoppen/-
hendels te voorkomen. Vergeet niet
de handrem aan te trekken. Schakel
de eerste versnelling in als de auto op
een helling omhoog staat en de ach-
teruit bij een helling omlaag (gezien
vanuit de rijrichting). Laat kinderen
nooit alleen achter in de auto.
ATTENTIE
fig. 9F0N0007m
Verwijder de sleutel nooit uit
het contactslot als de auto
nog in beweging is. Bij de eerste stuur-
uitslag blokkeert het stuur automa-
tisch. Dit geldt in alle gevallen, ook
als de auto gesleept wordt.
ATTENTIE
Het is streng verboden om
de-/montagewerkzaamhe-
den uit te voeren, waarvoor wijzigin-
gen in de stuurinrichting of de stuur-
kolom vereist zijn (bijv. bij montage
van een diefstalbeveiliging). Hierdoor
kunnen de prestaties van het systeem,
de garantie en de veiligheid in gevaar
worden gebracht en voldoet de auto
niet meer aan de typegoedkeuring.
ATTENTIE