Page 185 of 227

6EENVOUDIG ONDERHOUD
22VLOEISTOF VOOR DE KOPPE- LINGBEDIENING CONTROLEREN
ZG130B2-AX Vloeistof verversen Gebruik uitsluitend remvloeistof overeenkomstig de DOT 3 of DOT 4 specificatie. Zet de dop van het res-ervoir goed vast zodat wordt voorkomen dat vuil het reservoir binnendringt. N.B.: Let erop dat remvloeistof niet met minerale producten wordt vermengd. Dit heeft defecte afdichtingen tot gevolg.
WAARSCHUWING:
Ga voorzichtig te werk metremvloeistof. Vermijd contact metde ogen aangezien dit ernstige gevolgen kan hebben. Verwijder gemorste remvloeistof directomdat dit het lakwerk van de wagen aantast.
!
SG120E1-FX Remvloeistof bijvullen
WAARSCHUWING:
Ga voorzichtig te werk met
remvloeistof. Vermijd contact met de ogen aangezien dit ernstige gevolgen kan hebben. Gebruik uitsluitend remvloeistof overeen-komstig de DOT 3 of DOT 4 specificatie uit een gesloten blik. Laat het blik of het reservoir nietlanger dan nodig onafgesloten. Hierdoor wordt voorkomen dat vuil of vocht door de remvloeistofwordt opgenomen, hetgeen een nadelige invloed op de werking heeft.
Als remvloeistof wordt bijgevuld, moet
het vuil rond de dop worden weggeveegd. Draai de dop los en vul het reservoir langzaam metremvloeistof. Vul niet te veel bij. Breng de dop hierna weer aan.
!
ZG130A1-HX Vloeistofpeil controleren Het peil in het hoofdreservoir van de koppeling moet worden gecontroleerd bij werkzaamheden onder de motorkap.Controleer het systeem hierbij tegelijkertijd op lekkage. Controleer of het vloeistofpeil zich tussen het "MAX"en het "MIN" merkteken op het vloeistofreservoir bevindt. Vul eventueel vloeistof bij. Het dalen vanhet vloeistofpeil duidt op een lekkage in het systeem. Laat in dit geval het koppelingsysteem door uw dealer controleren en repareren.
HLC5036
Page 186 of 227

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
23ONDERHOUD AIRCONDITIONING
SG140C1-FX Controle van de werking van de
Airconditioning
1. Start de motor en laat deze enkele minuten versneld stationair draaien met de airconditioning ingesteld op max. koude situatie.
2. Als de uit de dashboardopeningen stromende lucht niet koud is, moet de installatie door de HYUNDAIdealer gecontroleerd worden. SG140D1-FX Smering Voor de smering van de compressor en de afdichtingen in het systeem moet de airconditioning elke weektenminste 10 minuten draaien. Dit is vooral van belang bij koude weersomstandigheden als hetairconditioningsysteem niet wordt gebruikt.
SG140A1-FXCondensor schoonhouden De condensor van de airconditioning en de radiateur moeten regelmatig worden gecontroleerd op vuil, dodeinsecten, bladeren enz. Dit kan de koelcapaciteit nadelig beinvloeden. Verwijder aangekoekt vuil enz. Ga bijhet verwijderen van vuil voorzichtig te werk om schade aan de ventilator te voorkomen.
LET OP:
Als het airconditioning systeem gedurende langere tijd werkt met een te laag koelmiddelniveau, zalbeschadiging van de compressor plaatsvinden.
! G140D01A-GXT Aandrijfriem van compressor
controleren Bij regelmatig gebruik van de airconditioning moet de spanning van de aandrijfriem van de compressor tenminste één maal per maandworden gecontroleerd. Controleer de spanning door de riem in het midden tussen de krukas en de compressorpoelie met een vinger naarbeneden te drukken. De speling mag niet meer dan 8mm bedragen. Als u over het juiste gereedschap beschikt mag despeling onder een druk van 98N niet meer bedragen dan 8 mm. Is de riem niet strak genoeg gespannen, laat hem dandoor uw Hyundai dealer afstellen.
Krukaspoelie G140D01A
Spanpoelie 8mm (0,315 in.)
A/C
Page 187 of 227
6EENVOUDIG ONDERHOUD
24
B145A01A-GXT (Voor verdamper-/aanjagereen-
heid) (Indien gemonteerd)
Het luchtfilter bevindt zich vóór de
verdamper achter het dashboard-kastje. Het dient om vervuilde lucht buiten de auto te houden en om delucht te filteren.
!
4. Vervang de twee filters.
5. Inbouwen in omgekeerde volgorde
van uitbouwen.
LET OP:
Plaats het filter in de pijlrichting.
Als het filter niet correct wordt geplaatst, kan het filter beschadigdraken of bijgeluiden veroorzaken.
1. Open het dashboardkastje
gedeeltelijk en verwijder deafstelpennen aan beide zijden. 2. Verwijder de kabel en de bedrading
van het filterdeksel.
3. Druk de bovenzijde van de filterafdekking in en verwijder deafdekking.
VERVANGEN VAN HET LUCHTFILTER
HLC2096
HLC2097
HLC2098
HLC2099
Page 188 of 227

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
25
HXGS508
SPELING VAN HET STUURWIEL CONTROLEREN
HLC5008
30 mm (1,18 in.)
SG150A1-FX Plaats de wagen met de wielen in de rechtuit stand en draai het stuurwiel iets naar links en naar rechts. Oefenhierbij niet teveel kracht uit en let op verandering in de weerstand bij het draaien. van het stuur. Als de speling meer bedraagt dan aangegeven in de afbeelding, laat de stuurinrichting dan door uw Hyundai dealer controleren en zonodigrepareren. SG160A1-FX VRIJE SLAG VAN KOPPELINGPEDAALCONTROLEREN Druk het koppelingpedaal bij afgezette
motor zover in tot weerstand voelbaar wordt. Dit is de vrije slag. De vrijeslag moet binnen de specificatie liggen.
Is dit niet het geval, dan moet de
koppeling door uw Hyundai dealer worden afgesteld en zonodig gerepareerd worden.
G160A01E
6 ~ 13 mm (0,24 ~ 0,51 in.) SG170A1-FX VRIJE SLAG VAN REMPEDAAL CONTROLEREN Druk het rempedaal bij afgezette motor enkele malen in zodat het vacuüm in de rembekrachtiger wordt opgeheven. Druk met de hand het rempedaal langzaam in tot weerstand voelbaar wordt. Dit is de vrije slag van het rempedaal. De vrije slag moet binnende specificaties liggen. Is dit niet het geval, dan moet het remsysteem door uw Hyundai dealer worden afgestelden zonodig worden gerepareerd. 3 ~ 8 mm(0,12 ~ 0,31 in.)
Page 189 of 227

6EENVOUDIG ONDERHOUD
26V-RIEMEN CONTROLEREN
G180A01L G190B01TB-GXT AANDRIJFRIEMEN CONTROLEREN (Dieselmotor) Bij het geplande onderhoud moeten
de riemen gecontroleerd worden op scheurtjes, slijtage, rafels of andere sporen van slijtage. Indien nodigmoeten ze worden vervangen. De uitlijning van de riemen moet ook
worden gecontroleerd om er zeker van te zijn dat de riemen en andere onderdelen van de motor elkaar nietraken.
SG190A1-FX (Benzinemotor)
De spanning van de V-riemen moet regelmatig worden gecontroleerd en zonodig afgesteld. Tegelijkertijd moeten de riemen wordengecontroleerd op scheurtjes, rafels of overmatige slijtage. Vervang de riemen zonodig. Tevens moet wordengecontroleerd of de V-riemen vrij kunnen draaien. Na het vervangen van een riem moet de nieuwe riem na 2 of 3 wekenopnieuw op spanning worden gebracht. Krukaspoelie
Poelie wisselstroom-dynamo
SG180A1-FX Hierbij heeft u hulp nodig. Laat uw
assistent bij draaiende motor het rempedaal enkele malen indrukken om het vervolgens met een krachtvan 50 kg (490 N) ingedrukt te houden. De werkslag van het rempedaal is de afstand tussen debovenzijde van het pedaal en de wagenbodem.
Deze waarde moet binnen de
specificaties liggen. Is dit niet het geval, dan moet het remsysteem door uw Hyundai dealer worden afgesteld en zonodig gerepareerd. 45,1 mm (1,78 in.)
WERKSLAG REMPEDAAL CON- TROLEREN
Waterpomppoelie
5,1~6 mm (0,2~0,24 in.
HTB186
G190B01A
KrukaspoelieWaterpomppoelie
Poelie wisselstroom- dynamo
Compressor poelie
Page 190 of 227

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
27ZEKERINGEN CONTROLEREN EN VERVANGEN
SG200A1-FX Een zekering vervangen Een zekering smelt zodra het circuit vanaf de accu overbelast raakt, waardoor schade aan de bedrading wordt voorkomen (dit kan wordenveroorzaakt door een kortsluiting in het systeem). In dit geval moet de storing door een Hyundai dealerworden opgespoord, het systeem worden gerepareerd en de zekering worden vervangen. De zekeringenbevinden zich in een houder naast de accu. LET OP:
Gebruik bij het vervangen van een
zekering altijd een nieuwe zekering met hetzelfde amperage. Gebruik nooit een stuk draad of een zekering met een hoger amper-age. Dit kan ernstige schade en brand tot gevolg hebben.
!
G200A01A
Goed
Doorge- brand G200B02A-AXT Zekeringen vervangen
De zekeringhouder voor de verlichting en de overige elektrische accessoires is onder het dashboard aan de bestuurderszijde aangebracht. In dezekeringhouder zijn het amperage en de beveiligde circuits aangegeven. Als de verlichting of andere elektrischeaccessoires uitvallen, moet de zekering worden gecontroleerd. De zekering is doorgebrand wanneer demetalen strip in de zekering is gesmolten. Ga in dit geval als volgt te werk:HLC4002
Page 191 of 227

6EENVOUDIG ONDERHOUD
28
LET OP:
Een doorgebrande zekering is een indicatie van een storing in een elektrisch circuit. Als de zekering na het vervangen direct weerdoorbrandt, moet de storing door een Hyundai dealer worden opgespoord en verholpen. Eenzekering mag nooit door een zekering met een hoger amperage worden vervangen. De montagevan een zwaardere zekering kan beschadigingen of brand tot gevolg hebben.
!
N.B.: Zie bladzijde 6-41 voor de
beschrijving van de zekeringhouder.
4. Druk de nieuwe zekering met
hetzelfde amperage op zijn plaats. De zekering moet goed worden aangebracht. Als u niet in het bezit bent van een extra zekering, gebruikdan een zekering van hetzelfde of een lager amperage van een verbruiker die u tijdelijk buitenwerking kunt stellen. Bijvoorbeeld de radio of de sigarettenaansteker. Vergeet niet deze zekering tevervangen.
1. Zet de ontsteking en alle andere
verbruikers uit.
2. Open de zekeringhouder en controleer de zekering. Verwijderelke zekering door hem naar u toete trekken. In de zekeringhouder bevindt zich een "zekeringtrekker" om het verwijderen te vergemak-kelijken.
3. Na het vinden van de doorgebran- de zekering moeten ook de overige zekeringen worden gecontroleerd.
HLC4003 G200B02L
Goed Doorgebrand
Page 192 of 227

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
29ACCU CONTROLEREN
D010B01A
SG210A1-FX
WAARSCHUWING:
Accu's kunnen gevaarlijk zijn! Let bij het omgaan met accu's oponderstaande voorzorgsmaatre- gelen teneinde verwondingen te voorkomen. o Als accuzuur op de huid terecht
komt moet de desbetreffendeplaats gedurende tenminste 15 minuten met water worden afgespoeld. Raadpleeg een arts.
o Als accuzuur in uw ogen mocht komen, moet er direct een artsworden geraadpleegd.
o Als accuzuur wordt ingeslikt moet
direct een grote hoeveelheid waterof melk worden gedronken. Neem vervolgens magnesia, een rauw ei of plantaardige olie. Bezoek directeen arts.
Bij het laden van een accu (met een
acculader of in de wagen met eendynamo) produceert de accu eenexplosief gas. Let op de volgende voorzorgsmaatregelen:
o Laad de accu alleen in een goed
geventileerde ruimte.
o Let erop dat in de desbetreffende ruimte geen open vuur of vonken aanwezig zijn en ook dat er niet wordt gerookt.
o Houd kinderen uit de buurt van een accu.
De vloeistof in de accu bevat een sterk zwavelzuur dat giftig en in hoge mate corrosief is. Let erop dataccuzuur niet met de huid of met de ogen in aanraking komen, handel dan als volgt:
!
SG210B1-FX Accu controleren Houd de accu schoon. Verwijder eventuele corrosie bij de accupolen of-klemmen direct met water waaraansoda is toegevoegd. Smeer de accupolen na het drogen in met wat zuurvrij vet.