2006 Hyundai Accent Handleiding (in Dutch)

10
INHOUD
3
EN VERVERSEN ................................................. 6-12
KOPLAMPAFSTELLING ..... ....................................1-65
KOPLAMPEN AFSTELLEN ...................................6-32
M MOTORKAPONTGRENDELING .............................1-78
MOTORNUMMER .................................................... 8-2
MOTOROLIE VERVERSEN EN OLIEFILTER VERVANGEN ............................ 6-9
MOTORRUIMTE ............................................ 6-2 ~ 6-4
MULTIBOX ............................................................. 1-74
N NADAT EEN WIEL IS VERWISSELD ...................3-12
NEERKLAPBARE ACHTERBANK .........................1-18
NORMALE STARTPROCEDURE ............................ 2-6
O OLIEPEIL CONT ROLEREN.................................... 6-6
OLIEPEIL IN VERSNELLINGSBAK CONTROLEREN ................................................... 6-18
OLIEVERBRUIK VAN DE MOTOR ........................ 6-8
ONDERHOUD AIRCONDITIONING ........................6-23
ONDERHOUD ONDER EXTREME
BEDRIJFSOMSTANDIGHEDEN ............................ 5-7
ONDERHOUDSVOORSCHRIFTEN ............... 5-1 ~ 5-7
ONDERHOUD VAN DE CAROSSERIE .................. 4-4
ONDERHOUD VAN DE CASSETTETAPES ......... 1-95
ONDERLING VERWISSELEN VAN DE WIELEN .. 8-4
H
HANDELINGEN BIJ EEN LEKKE BAND ............... 3-7
HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK ......... 2-7
HANDREM .............................................................. 1-77
HET REMSYSTEEM CONTROLEREN ..................6-19
HET RIJDEN MET HOGE SNELHEDEN ..............2-20
HET RIJDEN MET UW HYUNDAI ......................... 2-1
HET STARTEN VAN DE MOTOR ......................... 2-5
HOEDENPLANK ..................................................... 1-19
HOEDENPLANK (3-/5-DEURS UITVOERING) .......1-81
HOOGGEPLAATST (DERDE)
ACHTERREMLICHT ............................................. 1-78
I INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR .................... 8-1
IN HOOGTE VERSTELBARE VEILIGHEIDSGORDELS, VOOR .........................1-21
INSTAP ACHTERIN (VOOR 3-DEURSMODELLEN) ............................................................................. 1-16
INSTRUMENTENPANEEL EN
CONTROLELAMPEN ............................................ 1-48
INTERIEURLUCHTFILTER (VOOR VERDAMPER-/AANJAGEREENHEI D) ....1-91
INTERIEURVERLICHTING .....................................1-73
K KATALYSATOR ...................................................... 7-3
KINDERSLOTEN ALLEEN ACHTERPORTIEREN .. 1-8 KOELVLOEISTOF CONTROLEREN

10INHOUD
4
ONTGRENDELING KLEP VOOR TANKDOP ........1-79
OPMERKINGEN MET BETREKKING
TOT DE REMMEN ............................................... 2-13
OPMERKINGEN MET BETREKKING TOT DE
VEILIGHEIDSGORDELS ......................................1-19
OVERDRIVE SCHAKELAAR .................................2-12
P PERIODIEK ONDERHOUD ..................................... 5-4
PORTIERSLOTEN ................................................... 1-6
R REGELMATIG ONDERHOUD ................................. 5-3
REINIGEN VAN HET INTERIEUR ......................... 4-6
RESERVEWIEL ....................................................... 3-6
RESERVEWIEL EN GEREEDSCHAP .................... 8-6
RIJDEN MET AANHANGER OF SLEPEN ............2-20
RIJDEN ONDER WINTERSE
OMSTANDIGHEDEN ............................................ 2-17
RUITENSPROEIERRESERVOIR BIJVULLEN .......6-18
RUITENWISSER/-SPROEIER ACHTER ................1-64
RUITENWISSER-/SPROEIERSCHAKELAAR ........1-63
RUITENWISSERS RUITENWISSERBLADEN ........6-17
S SCHAKELAAR ACHTERRUITVERWARMING .......1-66
SCHAKELAAR AIRCONDITIONING .......................1-89
SCHAKELAAR M ISTACHTERLICHT .....................1-67SCHAKELAAR MISTLAMPEN
VOOR ...................1-66
SCHAKELAAR ONTGRENDELING KLEP VOOR TANKDOP ................................................ 1-79
SLANGEN VAN STUURBEKRACHTIGING ...........6-30
SLEPEN ................................................................. 3-12
SLEPEN IN NOODGEVALLEN ..............................3-14
SLEUTELS .............................................................. 1-4
SMEERMIDDELEN .................................................. 9-4
SNEEUWKETTINGEN ............................................. 8-4
SNELHEIDSMETER ............................................... 1-57
SPELING VAN HET STUURWIEL
CONTROLEREN ................................................... 6-25
START-/CONTACTSLOT MET STUURSLOT ......... 2-3
STARTBLOKKERING .............................................. 1-4
STARTEN MET HULPSTARTKABELS .................. 3-3
STEREO GELUIDSI NSTALLATIE .......................... 1-92
STOELVAK ............................................................ 1-75
STOELVERWARMING ........................................... 1-16
STUURKOLOMVERSTELLING ...............................1-82
T TECHNISCHE GEGEVENS .................................... 9-1
TEMPERATUURREGELING ...................................1-87
TOERENTELLER ................................................... 1-57
BOORD COMPUTER ............................................. 1-59
TWEETRAPS AANVULLEND (AIRBAG) VEILIGHEIDSSYSTEEM (SRS) ...........................1-40

10
INHOUD
5
U UITSTOOT BEHEERSSYSTEEM ........................... 7-2
V VEILIGHEIDSGORDEL (3-PUNTS) ..............1-21, 1-22
VEILIGHEIDSGORDEL MET
GORDELSPANNER .................................... 1-32, 1-37
VEILIGHEIDSSYSTEEM VOOR KINDEREN ........1-24
VLOEISTOF VOOR DE KOPPELINGBEDIENING CONTROLEREN ................................................... 6-22
VOERTUIGIDENTIFICATIENUMMER (VIN) ............ 8-2
VOORSTOELEN ..................................................... 1-13
V-RIEMEN CONTROLEREN ..................................6-26
VRIJE SLAG VAN KOPPELINGPEDAAL CONTROLEREN ................................................... 6-25
W WAARSCHUWINGSKNIPPERLICHTINSTALLIE ....1-65
WERKING VAN ELEKTRISCHE
KOELVENTILATOR CONTROLEREN ..................6-30
WIELDOP ................................................................ 3-7WIEL VERWISSELEN ............................................ 3-7
WINTERBANDEN .................................................... 8-4
Z ZEKERINGEN CONTROLEREN EN
VERVANGEN ....................................................... 6-27
ZONNEDAK ............................................................ 1-71
ZONNEKLEP .......................................................... 1-81
ZONWERING .......................................................... 1-70