Page 97 of 602

Druk als het instellen is voltooid opom terug te keren naar het vorige
scherm.
Auto's met navigatiesysteem of
multimediasysteem
Raadpleeg de handleiding voor het
navigatie- en multimediasysteem of de
handleiding voor het multimediasysteem.
2.1.4 Multi-informatiedisplay
Het multi-informatiedisplay wordt
gebruikt om informatie met betrekking
tot het brandstofverbruik en
verschillende soorten rijgerelateerde
informatie weer te geven. Het
multi-informatiedisplay kan ook worden
gebruikt voor het wijzigen van de
display-instellingen en andere
instellingen.
Informatie op display
De onderstaande informatie wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
Auto's met 4,2 inch display
AInformatie ondersteunend systeem
Geeft herkende verkeersborden weer
terwijl het RSA-systeem (indien
aanwezig) in werking is. (→Blz. 230)
Geeft een afbeelding weer wanneer
de onderstaande systemen in
werking zijn en een ander
menu-icoon dan
wordt
geselecteerd:
• LTA (Lane Tracing Assist) (indien
aanwezig) (→blz. 220)• Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik (indien
aanwezig) (→blz. 234)
• Cruise control (indien aanwezig)
(→blz. 245)
• Snelheidsbegrenzer (indien
aanwezig) (→blz. 247)
BMenu-iconen (→blz. 97)
CInformatiedisplayzone
Er kunnen verschillende soorten
informatie worden weergegeven door
een menu-icoon te selecteren.
Daarnaast kunnen in bepaalde
situaties pop-updisplays met
waarschuwingen of suggesties/tips
worden weergegeven.
Auto's met 7 inch display
AInformatie ondersteunend systeem
Geeft herkende verkeersborden weer
terwijl het RSA-systeem (indien
aanwezig) in werking is. (→Blz. 230)
Geeft een afbeelding weer wanneer
de onderstaande systemen in
werking zijn en een ander
menu-icoon dan
wordt
geselecteerd:
• LTA (Lane Tracing Assist) (indien
aanwezig) (→blz. 220)
• Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik (indien
aanwezig) (→blz. 234)
• Cruise control (indien aanwezig)
(→blz. 245)
2.1 Instrumentenpaneel
95
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 98 of 602

• Snelheidsbegrenzer (indien
aanwezig) (→blz. 247)
BInformatiedisplayzone
Er kunnen verschillende soorten
informatie worden weergegeven door
een menu-icoon te selecteren.
Daarnaast kunnen in bepaalde
situaties pop-updisplays met
waarschuwingen of suggesties/tips
worden weergegeven.
CMenu-iconen (→blz. 97)
Het multi-informatiedisplay wordt
weergegeven wanneer
Het contact staat AAN.
Bij het wijzigen van de rijmodus
• De achtergrondkleur van het
multi-informatiedisplay wijzigt
overeenkomstig de geselecteerde
rijmodus. (→Blz. 286)
• AWD-uitvoeringen: De
achtergrondkleur van het
multi-informatiedisplay wijzigt
overeenkomstig de geselecteerde
rijmodus of wanneer de Trail-modus
wordt ingeschakeld. (→Blz. 286,
blz. 288)
LCD-scherm
Op het scherm kunnen kleine vlekjes of
lichte puntjes verschijnen. Dit
verschijnsel is kenmerkend voor
LCD-schermen en u kunt het scherm
zonder problemen blijven gebruiken.
De weergave wijzigen
Het multi-informatiedisplay wordt
bediend met de bedieningstoetsen van
het instrumentenpaneel.AScrol door het scherm*/wijzig het
scherm*/beweeg de cursor
BIndrukken: Invoeren/instellen
Ingedrukt houden: Resetten/
weergeven van de aan de
persoonlijke voorkeur aanpasbaar
items
CTerugkeren naar het vorige scherm
DWeergeven van verzonden/
ontvangen oproepen en
oproepgeschiedenis (indien
aanwezig)
Wanneer het handsfree-systeem is
aangesloten, worden de verzonden en
ontvangen oproepen weergegeven.
Raadpleeg de handleiding voor het
navigatie- en multimediasysteem of
de handleiding voor het
multimediasysteem voor meer
informatie over het handsfree-
systeem.
*Op schermen waar doorheen kan
worden gescrold en waarvan de weergave
kan worden veranderd, wordt een
scrollbar of een rond icoon met het aantal
geregistreerde schermen weergegeven.
WAARSCHUWING!
Waarschuwingen voor het gebruik
tijdens het rijden
Probeer uit veiligheidsoverwegingen
tijdens het rijden de bedieningstoets
van het instrumentenpaneel zo min
mogelijk te bedienen en blijf tijdens het
rijden niet continu naar het
multi-informatiedisplay kijken. Breng
de auto tot stilstand en bedien de
2.1 Instrumentenpaneel
96
Page 99 of 602

WAARSCHUWING!(Vervolgd)
bedieningstoets van het
instrumentenpaneel. Als u dat niet
doet, kunt u een stuurfout maken,
waardoor een ongeval kan ontstaan.
Menu-iconen
Informatie met betrekking tot elk icoon
kan worden weergegeven door met de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel het icoon te
selecteren.
Afhankelijk van de situatie wordt
bepaalde informatie mogelijk
automatisch weergegeven.
Icoon Weergave
Weergave rij-
informatie
(→blz. 96)
Weergave informa-
tie ondersteunend
systeem
(→blz. 100)
Aan audiosysteem
gekoppelde weer-
gave (indien aan-
wezig) (→blz. 100)
Weergave rij-
informatie
(→blz. 100)
Weergave instellin-
gen (→blz. 101)
Weergave waar-
schuwingsmelding
(→blz. 105)
Weergave rij-informatie
Hiermee kunt u de verbruiksgegevens op
verschillende manieren weergeven.Weergave snelheidsmeter/actieradius
(4,2 inch display)
AWeergave snelheidsmeter
Geeft de rijsnelheid aan.
BActieradius
Geeft de actieradius weer met de
resterende hoeveelheid brandstof.
(→Blz. 99)
Brandstofverbruik
De volgende informatie wordt
weergegeven.
AActieradius
Geeft de actieradius weer met de
resterende hoeveelheid brandstof.
(→Blz. 99)
BActueel brandstofverbruik
Geeft het actuele brandstofverbruik
weer.
CGemiddeld brandstofverbruik
Geeft het gemiddelde
brandstofverbruik weer sinds de
functie is gereset of het gemiddelde
brandstofverbruik sinds starten of
tanken.
*1, 2, 3
2.1 Instrumentenpaneel
97
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 100 of 602

Het gemiddelde brandstofverbruik
dat wordt geselecteerd via “Fuel
Economy” (brandstofverbruik) op het
scherm
wordt weergegeven.
(→Blz. 101)
*1Gebruik het weergegeven
brandstofverbruik slechts ter referentie.
*2Het gemiddelde brandstofverbruik
sinds het resetten van de functie kan
worden gereset door
ingedrukt te
houden.
*3Het gemiddelde brandstofverbruik
sinds starten wordt telkens wanneer het
hybridesysteem wordt uitgeschakeld
gereset.
Begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal/“Eco Score”
Geeft een referentiewerkingsgebied weer
voor het gebruiken van het gaspedaal
overeenkomstig de rijomstandigheden,
en een score die een evaluatie geeft van
de huidige rijstatus.
ABegeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal
B“Eco Score”Begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal
AECO-gebied
Laat zien dat er milieuvriendelijk
wordt gereden.
BPower-gebied
Laat zien dat de grens van een bereik
voor milieuvriendelijk rijden wordt
overschreden (bij rijden op vol
vermogen en dergelijke).
CHuidige acceleratie
DReferentiewerkingsgebied
In het ECO-gebied wordt een blauwe
zone weergegeven die kan worden
gebruikt als
referentiewerkingsgebied voor het
gebruiken van het gaspedaal
overeenkomstig de
rijomstandigheden, zoals bij
wegrijden en rijden met constante
snelheid.
Het display voor begeleiding
milieubewust bedienen gaspedaal
verandert overeenkomstig de
rijomstandigheden, zoals bij
wegrijden en rijden met constante
snelheid.
Het is gemakkelijker om
milieuvriendelijk te rijden door te
rijden overeenkomstig het display dat
de bedieningen van het gaspedaal
toont en binnen het
referentiewerkingsbereik te blijven.
2.1 Instrumentenpaneel
98
Page 101 of 602

“Eco Score”
De rijstatus voor de volgende 3 situaties
wordt geëvalueerd op 5 niveaus: soepel
accelereren bij wegrijden (“Start”), rijden
zonder plotseling accelereren (“Cruise”
(Constant)) en soepel stoppen (“Stop”).
Elke keer dat de auto tot stilstand wordt
gebracht, wordt een score weergegeven
op basis van een perfecte score van
100 punten.
AScore
B“Start”
C“Cruise” (constant)
D“Stop”
De 3 situaties worden tijdens het
rijden met de iconen weergegeven.
Lezen van het staafdisplay:
Score Staafdisplay
Niet beoor-
deeld
Laag
Hoog
Na het wegrijden wordt de “Eco Score”
pas weergegeven als de rijsnelheid hoger
wordt dan ongeveer 20 km/h.
Telkens als de auto wegrijdt, wordt de
“Eco Score” gereset en wordt een nieuwe
evaluatie gestart.
Als het hybridesysteem stopt, wordt de
huidige totaalscore weergegeven.
**
De score wordt alleen weergegeven
wanneer “Eco Score” wordt geselecteerd
voor “Trip Summary” (overzicht rit).
(→Blz. 101)
EV-verhouding/EV-rijverhouding
AVerstreken tijd sinds starten
Weergave van de verstreken tijd sinds
het starten van het hybridesysteem.
*
BEV-rijverhouding sinds starten
Weergave van het percentage dat
elektrisch is gereden sinds het
starten van het hybridesysteem.
*
*
Telkens als het hybridesysteem stopt,
wordt dit gereset.
Actieradius
• Deze afstand wordt berekend op basis
van het gemiddelde
brandstofverbruik. Hierdoor kan de
werkelijke afstand die nog kan worden
gereden, afwijken van de
weergegeven afstand.
• Als er een kleine hoeveelheid
brandstof wordt getankt, wordt de
weergave mogelijk niet bijgewerkt.
Zet bij het tanken het contact UIT. Als
brandstof wordt getankt terwijl het
contact niet UIT staat, wordt de
weergave mogelijk niet bijgewerkt.
• Wanneer “Refuel” (tanken) wordt
weergegeven, kunnen de resterende
hoeveelheid brandstof en de afstand
die met de resterende brandstof kan
worden gereden niet worden
berekend. Ga direct tanken.
2.1 Instrumentenpaneel
99
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 102 of 602

Begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal/“Eco Score” werkt niet
wanneer
In de volgende gevallen werkt
begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal/“Eco Score” niet:
• De hybridesysteemindicator werkt
niet.
• Er wordt met de auto gereden terwijl
de Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik is
ingeschakeld.
Weergave informatie ondersteunend
systeem
Weergave informatie ondersteunend
systeem
Hiermee kan de werkingsstatus van de
volgende systemen worden
weergegeven:
• LTA (Lane Tracing Assist)
*(→blz. 220)
• Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik
*(→blz. 234)
• Cruise control*(→blz. 245)
• Snelheidsbegrenzer*(→blz. 247)
*Indien aanwezig
Aan navigatiesysteem gekoppelde
weergave (indien aanwezig)
Hiermee kan de volgende aan het
navigatiesysteem gekoppelde informatie
worden weergegeven.
• Routebegeleiding
• Kompasdisplay
Aan audiosysteem gekoppelde
weergave (indien aanwezig)
Hiermee kunt u een audiobron of
nummer selecteren op het display.Weergave voertuiginformatie
Rij-informatie
2 items die worden geselecteerd met
behulp van de instelling van de “Drive
Info Items” (rij-informatie-items)
(gemiddelde rijsnelheid, afstand en totale
tijd) kunnen verticaal worden
weergegeven. De weergegeven
informatie wijzigt overeenkomstig de
instelling van “Drive Info Type” (rij-info
type) (sinds het starten van het systeem
of tussen resets). (→Blz. 101)
Gebruik de weergegeven informatie
slechts ter referentie.
De volgende items worden weergegeven.
• “Trip” (rit)
– “Average Speed” (gemiddelde
rijsnelheid): Geeft de gemiddelde
rijsnelheid sinds het starten van het
hybridesysteem weer
*
– “Distance” (afstand): Geeft de
gereden afstand sinds het starten
van het hybridesysteem weer
*
– “Total Time” (totale tijd): Geeft de
verstreken tijd sinds het starten van
het hybridesysteem weer
*
*
Deze items worden telkens wanneer
het hybridesysteem wordt
uitgeschakeld gereset.
• “Total” (totaal)
– “Average Speed” (gemiddelde
rijsnelheid): Geeft de gemiddelde
rijsnelheid sinds het resetten van de
weergave weer
*
– “Distance” (afstand): Geeft de
afgelegde afstand sinds het
resetten van het display weer
*
– “Total Time” (totale tijd): Geeft de
verstreken tijd sinds het resetten
van het display weer
*
*
Geef om te resetten het gewenste item
weer en houdingedrukt.
Energiemonitor
→Blz. 106
2.1 Instrumentenpaneel
100
Page 103 of 602

Weergave AWD-systeem (AWD-
uitvoeringen)
AWeergave richting voorwielen
Geeft de mate van bediening van het
stuurwiel en de bedieningsrichting
van het stuurwiel weer via
wijzigingen aan de voorwielen op het
display.
BWeergave koppelverdeling
Geeft de status van de aandrijving
van elk wiel weer in 6 stappen van
0 tot 5.
CWeergave G-krachten*
Geeft de G-krachten op de auto en de
richting ervan weer via wijzigingen
aan de positie van de bal op het
display.
DKoers maximale G-kracht*
Dit item is gekoppeld aan de
weergave van de G-krachten; de
koers van de vorige beweging van de
bal wordt weergegeven.
Houd
ingedrukt om de registratie
te resetten.
EWeergave doorslippen van
aangedreven wielen
Wanneer een band doorslipt, wijzigt
het icoon ervan op het display van
kleur en gaat het knipperen.
*Dit item wordt alleen weergegeven
wanneer de rijmodus is ingesteld op de
sportmodus.Weergave instellingen
De voertuiginstellingen en de op het
scherm weergegeven informatie kunnen
worden gewijzigd met behulp van de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel.
Instellen
1. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel en selecteer
.
2. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel en selecteer het
gewenste item.
• Als de functie wordt in- en
uitgeschakeld of als het volume, enz.
wordt gewijzigd op het instelscherm,
wordt de instelling, telkens wanneer
op
wordt gedrukt, gewijzigd.
• Het instelscherm wordt
weergegeven door
ingedrukt te
houden en wordt weergegeven voor
functies waarvoor informatie over
de werking, de informatie op het
display, enz. van een functie kan
worden geselecteerd. Selecteer, als
het instelscherm wordt
weergegeven, de instelling of de
gewenste waarde (tijd, enz.) met
behulp van
.
3. Druk na het wijzigen van de
instellingen op
van de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel.
“Clock :00” (klok :00) (indien aanwezig)
(→blz. 88, blz. 94)
Hiermee kunt u de klok instellen.
LTA (Lane Tracing Assist) (indien
aanwezig) (→blz. 220)
Hiermee kunt u de volgende zaken
instellen.
• “Lane Center” (mid. rijstrook)
Hiermee kunt u de Lane
Centering-functie in- of uitschakelen.
2.1 Instrumentenpaneel
101
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 104 of 602

• “Steering Assist” (stuurhulp)
Hiermee kunt u de stuurassistentie in-
of uitschakelen.
• “Sensitivity” (gevoeligh.)
Hiermee kunt u de gevoeligheid van
de Lane Departure Alert instellen.
• “Sway Warning” (uitzw. waarsch.)
Hiermee kunt u de waarschuwing voor
slingeren in- of uitschakelen.
• “Sway Sensitivity” (gevoel. uitzw.)
Hiermee kunt u de gevoeligheid van
de waarschuwing voor slingeren
instellen.
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
(indien aanwezig) (→blz. 212)
Hiermee kunt u de volgende zaken
instellen.
• PCS aan/uit
Hiermee kunt u het Pre-Collision-
systeem in- of uitschakelen.
• “Sensitivity” (gevoeligh.)
Hiermee kunt u het
waarschuwingstijdstip van het
Pre-Crash Safety-systeem wijzigen.
BSM (Blind Spot Monitor) (indien
aanwezig) (→blz. 249)
Hiermee kunt u de volgende zaken
instellen.
• BSM (Blind Spot Monitor) aan/uit
Hiermee kunt u het BSM-systeem in-
of uitschakelen.
• “Brightness” (helderheid)
Hiermee kunt u de helderheid van de
indicatoren in de buitenspiegels
wijzigen. (→Blz. 250)
• “Sensitivity” (gevoeligh.)Hiermee kunt u de timing van de
waarschuwing voor een naderend
voertuig wijzigen.
(Toyota Parking Assist-sensor)
(indien aanwezig) (→blz. 268)
Hiermee kunt u de volgende zaken
instellen.
• Toyota Parking Assist-sensor aan/uit
Hiermee kan de Toyota Parking
Assist-sensor worden in- of
uitgeschakeld.
• “Volume”
Hiermee kunt u het volume van de
zoemer die bij het bedienen van de
Toyota Parking Assist-sensor klinkt
instellen.
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert) (indien
aanwezig) (→blz. 249)
• RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)
aan/uit
Hiermee kunt u het RCTA-systeem in-
of uitschakelen.
• “Volume”
Hiermee kunt u het volume van de
RCTA-zoemer wijzigen.
PKSB (Parking Support Brake
System) (indien aanwezig) (→blz. 277)
Hiermee kunt u de Parking Support
Brake-functie in- of uitschakelen.
RSA (Road Sign Assist) (indien
aanwezig) (→blz. 230)
Hiermee kunt u de volgende zaken
instellen.
• Road Sign Assist aan/uit
Hiermee kunt u het RSA-systeem in-
of uitschakelen.
• “Notification method”
(meldingsmethode)
Hiermee kunt u elke
meldingsmethode die wordt gebruikt
om de bestuurder te waarschuwen
wanneer het systeem een te hoge
snelheid, een verkeersbord voor een
2.1 Instrumentenpaneel
102