Page 553 of 758

551
8 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van het normale reserve-
wiel
●Vervang het reservewiel zo snel moge-
lijk door een wiel met een standaard-
band.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
■Bij gebruik van het compacte reser-
vewiel
●Houd er rekening mee dat het reserve-
wiel speciaal ontworpen is voor gebruik
onder uw auto. Gebruik uw reservewiel
daarom niet onder een andere auto.
●Monteer niet gelijktijdig meer dan één
compact reservewiel onder uw auto.
●Vervang het reservewiel zo snel moge-
lijk door een wiel met een standaard-
band.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
■Bij gebruik van het compacte reser-
vewiel
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet
goed wordt weergegeven en dat de vol-
gende systemen niet goed werken:
• ABS en Brake Assist
• VSC
•TRC
• Automatic High Beam-systeem (indien
aanwezig)
• AHS (Adaptive High Beam-systeem)
(indien aanwezig)
• Cruise control (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control met vol-
ledig snelheidsbereik (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control (indien
aanwezig)
• EPS
• Trailer Sway Control (indien aanwezig)
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
(indien aanwezig)
• LTA (Lane Tracing Assist) (indien aan-
wezig)
• LDA (Lane Departure Alert met stuurre-
geling) (indien aanwezig)
• Bandenspanningswaarschuwingssys-
teem (indien aanwezig)
• Toyota Parking Assist-sensor (indien
aanwezig)
• PKSB (Parking Support Brake) (indien
aanwezig)
• BSM (Blind Spot Monitor) (indien aan-
wezig)
• Rear View Monitor-systeem (indien aan-
wezig)
• S-IPA (Simple Intelligent Parking Assist-
systeem) (indien aanwezig)
• Navigatiesysteem (indien aanwezig)
■Snelheidsbeperking bij gebruik van
het compacte reservewiel
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een
compact reservewiel onder de auto is
gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontwor-
pen voor gebruik bij hoge snelheden. Het
niet opvolgen van deze voorzorgsmaatre-
gel kan leiden tot een ongeval en dodelijk
of ernstig letsel.
■Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereed-
schap en de krik weer goed zijn opgebor-
gen en bevestigd. Dit om te voorkomen
dat een van deze voorwerpen bij een aan-
rijding of bij hard remmen letsel veroor-
zaakt.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 551 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 554 of 758

5528-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Een van de onderstaande punten kan
het probleem veroorzaken:
Er is mogelijk onvoldoende brand-
stof aanwezig in de tank. Vul de
brandstoftank.
De motor kan verzopen zijn. Probeer
nogmaals de motor te starten en
volg daarbij de juiste startprocedu-
res. (Blz. 176, 178)
Er kan een storing aanwezig zijn in
de startblokkering. (Blz. 79)
Een van de onderstaande punten kan
het probleem veroorzaken:
De accu kan te ver ontladen zijn.
(Blz. 557)
De accuklemmen kunnen loszitten of
gecorrodeerd zijn. (Blz. 476)
OPMERKING
■Rijd voorzichtig over oneffenheden
in het wegdek heen als het compacte
reservewiel onder de auto gemon-
teerd is.
De auto ligt lager op de weg als het com-
pacte reservewiel is gemonteerd dan wan-
neer er gereden wordt met de standaard-
banden. Wees voorzichtig bij het rijden
over slechte wegen.
■Rijden met sneeuwkettingen en het
compacte reservewiel
Monteer geen sneeuwketting op het com-
pacte reservewiel. De sneeuwketting kan
de carrosserie beschadigen en het rijge-
drag in negatieve zin beïnvloeden.
■Bij het vervangen van banden (auto's
met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Neem voor het verwijderen en plaatsen
van wielen, banden of bandenspannings-
sensoren en -zenders contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige, omdat
de bandenspanningssensoren en -zen-
ders beschadigd kunnen raken als er niet
voorzichtig mee wordt omgegaan.
■Voorkomen van schade aan de ban-
denspanningssensoren en -zenders
(auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
Als een band is gerepareerd met banden-
reparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet
goed. Neem wanneer bandenreparatie-
vloeistof is gebruikt zo snel mogelijk con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Vervang bij het vervangen
van de band de bandenspanningssensor
en -zender. (Blz. 482)
Als de motor niet wil
aanslaan
Als de motor niet wil aanslaan ter-
wijl wel de juiste startprocedures
zijn gevolgd (Blz. 176, 178), kan
dat de volgende oorzaken hebben:
De motor slaat niet aan
terwijl de startmotor wel
normaal werkt.
De startmotor draait langzaam
rond, de interieurverlichting en
de koplampen gaan zwakker
branden of de claxon maakt
geen of weinig geluid.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 552 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 555 of 758

553
8 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Het startsysteem van de motor is
mogelijk defect als gevolg van een
elektrische storing, zoals een ontladen
batterij van de elektronische sleutel of
een defecte zekering. Er bestaat echter
een tijdelijke maatregel om de motor te
starten. (Blz. 554)
Een van de onderstaande punten kan
het probleem veroorzaken:
De accu kan te ver ontladen zijn.
(Blz. 557)
Een of beide accuklemmen zit(ten)
los. (Blz. 476)
Er kan een storing aanwezig zijn in
het stuurslotsysteem.
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als het probleem niet verholpen
kan worden of als de reparatieprocedure niet
bekend is.
Als de motor niet start maar de start-
knop normaal werkt, kan de motor aan
de hand van de volgende stappen voor-
lopig worden gestart.
Gebruik deze startprocedure alleen in
noodgevallen.
1Trek aan de parkeerremschakelaar
om te controleren of de parkeerrem
is geactiveerd. (Blz. 190)
Het waarschuwingslampje van de parkeer-
rem gaat branden.
2Controleer of de selectiehendel in
stand P (Multidrive CVT) of de neu-
traalstand (handgeschakelde trans-
missie) staat.
3Zet het contact in stand ACC.
4Houd de startknop ongeveer 15
seconden ingedrukt terwijl u het
rempedaal (Multidrive CVT) of het
koppelingspedaal (handgescha-
kelde transmissie) stevig ingetrapt
houdt.
Ook als de auto aan de hand van deze stap-
pen kan worden gestart, kan er een storing
in het systeem zijn. Laat de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
De startmotor draait niet
(auto's met Smart entry-
systeem en startknop)
De startmotor draait niet,
de interieurverlichting en de
koplampen gaan niet aan of
de claxon maakt geen geluid.
Noodstartfunctie (auto's
met Smart entry-systeem
en startknop)
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 553 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 556 of 758

5548-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
■Als de elektronische sleutel niet goed
werkt
●Controleer of het Smart entry-systeem met
startknop niet is uitgeschakeld via de per-
soonlijke voorkeursinstellingen. Is de func-
tie uitgeschakeld, schakel hem dan in.
(Systemen met mogelijkheden voor per-
soonlijke voorkeursinstellingen:
Blz. 577)
●Controleer of de energiebespaarmodus is
ingeschakeld. Is de functie ingeschakeld,
schakel hem dan uit. (Blz. 139)
Als u uw sleutels verliest
Een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige kan nieuwe
originele sleutels maken met
behulp van de andere sleutel
(auto's zonder Smart entry-sys-
teem en startknop) of de mechani-
sche sleutel (auto's met Smart
entry-systeem en startknop) en
het sleutelnummer op uw plaatje
met sleutelnummer.
Bewaar het plaatje met het sleutel-
nummer op een veilige plaats bui-
ten de auto, bijvoorbeeld in uw
portemonnee.
OPMERKING
■Bij verlies van een elektronische
sleutel (auto's met Smart entry-sys-
teem en startknop)
Als de elektronische sleutel zoek blijft,
wordt het risico aanzienlijk groter dat de
auto wordt gestolen. Ga onmiddellijk met
alle overgebleven elektronische sleutels
die bij uw auto zijn geleverd naar een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
Als de elektronische
sleutel niet goed werkt
(auto's met Smart entr y-
systeem en startknop)
Als de communicatie tussen de
elektronische sleutel en de auto is
verbroken (
Blz. 139) of de elek-
tronische sleutel niet kan worden
gebruikt omdat de batterij leeg is,
werken het Smart entry-systeem
met startknop en de afstandsbedie-
ning niet. In dat geval kunnen de
portieren worden geopend of kan
de motor worden gestart door de
onderstaande procedure te volgen.
OPMERKING
■In geval van storingen in het Smart
entry-systeem met startknop of
andere problemen met de sleutel
Breng uw auto, inclusief alle elektronische
sleutels die bij uw auto zijn geleverd, naar
een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 554 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 557 of 758

555
8 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Gebruik de mechanische sleutel
(Blz. 118) om de volgende handelin-
gen uit te voeren:
1Vergrendelen van alle portieren
2Ontgrendelen van alle portieren
■Aan de sleutel gekoppelde functies
1Sluiten van de ruiten en het panorama-
dak
*1 (draaien en vasthouden)*2
2Openen van de ruiten en het panorama-
dak*1 (draaien en vasthouden)*2
*1
: Indien aanwezig
*2: Deze instellingen moeten aan de per-
soonlijke voorkeur worden aangepast
door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
1Multidrive CVT: Zorg ervoor dat de
selectiehendel in stand P staat en
trap het rempedaal in.
Auto's met handgeschakelde trans-
missie: Zet de selectiehendel in
stand N en trap het koppelingspe-
daal in.
2Houd de zijde van de elektronische
sleutel met het Toyota-logo tegen
de startknop.
Wanneer de elektronische sleutel wordt
gesignaleerd, klinkt er een zoemer en wordt
het contact AAN gezet.
Wanneer het Smart entry-systeem met start-
knop is uitgeschakeld via de persoonlijke
voorkeursinstellingen, wordt het contact in
stand ACC gezet.
Vergrendelen en ontgrendelen
van de portierenWAARSCHUWING
■Bij het gebruik van de mechanische
sleutel en het bedienen van de elek-
trisch bedienbare ruiten of het pano-
ramadak (indien aanwezig)
Bedien de elektrisch bedienbare ruiten of
het panoramadak nadat u hebt gecontro-
leerd of er geen risico is dat een passagier
met een lichaamsdeel bekneld kan raken
tussen de ruit of het schuifdak.
Laat tevens de mechanische sleutel niet
bedienen door kinderen. Het kan gebeu-
ren dat een lichaamsdeel van een kind of
een andere passagier klem komt te zitten
tussen de elektrisch bedienbare ruiten of
het panoramadak.
Starten van de motor
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 555 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 558 of 758

5568-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
3Trap het rempedaal (Multidrive
CVT) of koppelingspedaal (handge-
schakelde transmissie) stevig in en
controleer of op het multi-informa-
tiedisplay verschijnt.
4Druk kort en krachtig op de start-
knop.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als de
motor nog steeds niet kan worden
gestart.
■Uitzetten van de motor
Zet de selectiehendel in stand P (Multidrive
CVT) of N (handgeschakelde transmissie) en
druk op de startknop, zoals u normaliter doet
bij het afzetten van de motor.
■Batterij elektronische sleutel
Omdat deze procedure een noodmaatregel
is, wordt geadviseerd de batterij van de elek-
tronische sleutel zo snel mogelijk te laten ver-
vangen als deze ontladen is. (Blz. 490)
■Alarm (indien aanwezig)
Het alarmsysteem wordt niet ingeschakeld
als de mechanische sleutel wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen.
Het alarm kan worden geactiveerd als een
portier met de mechanische sleutel wordt
ontgrendeld terwijl het alarmsysteem is inge-
schakeld. (Blz. 81)
■Wijzigen van de stand van het contact
Laat het rempedaal (Multidrive CVT) of het
koppelingspedaal (handgeschakelde trans-
missie) los en druk tijdens stap 3 hierboven
op de startknop.
De motor wordt niet gestart en de stand ver-
andert iedere keer dat de knop wordt inge-
drukt. (Blz. 181)
Als de accu ontladen is
U kunt de volgende procedures
gebruiken om de motor te starten
als de accu leeg is.
U kunt ook contact opnemen met
een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 556 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 559 of 758

557
8 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Als u de beschikking hebt over een set
startkabels en een tweede voertuig met
een 12V-accu, kunt u uw auto starten
met behulp van de onderstaande hulp-
startprocedure.
1Auto's met een alarm (Blz. 81):
Controleer of u de sleutel bij u hebt.
Als u de startkabels aansluit, kan het alarm
afgaan of kunnen de portieren worden ver-
grendeld, afhankelijk van de situatie. (Blz. 82)
2Open de motorkap. (Blz. 470)
3Sluit de positieve startkabelklem aan op van uw auto en sluit de klem aan de
andere zijde van de positieve startkabel aan op van de tweede auto. Sluit
vervolgens de negatieve kabelklem aan op van de tweede auto en sluit de
klem aan de andere zijde van de negatieve startkabel aan op .
Pluspool (+) accu (uw auto)
Pluspool (+) accu (tweede auto)
Minpool (-) accu (tweede auto)
Stevig, niet-bewegend, niet-gelakt metalen punt, ver weg van de accu en bewe-
gende delen, zoals aangegeven in de afbeelding.
4Start de motor van de tweede auto.
Verhoog het motortoerental iets en
laat de motor gedurende ongeveer
5 minuten met het verhoogde toe-rental draaien om de accu van uw
auto op te laden.
Opnieuw starten van de motor
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 557 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 560 of 758

5588-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
5Auto's met Smart entry-systeem en
startknop: Open en sluit een van de
portieren terwijl het contact UIT
staat.
6Houd het motortoerental van de
tweede auto constant en start de
motor van uw auto door het contact
AAN te zetten.
7Verwijder de startkabels in exact de
omgekeerde volgorde van aanslui-
ten als de motor van uw auto aan-
geslagen is.
Laat, nadat de motor van uw auto aan-
geslagen is, de auto zo snel mogelijk
nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
■Starten van de motor als de accu leeg is
De motor kan niet worden gestart door de
auto aan te duwen.
■Voorkomen van ontlading van de accu
●Zet de koplampen en het audiosysteem uit
als de motor is uitgeschakeld. (Auto's met
Stop & Start-systeem: Behalve wanneer de
motor is uitgezet door het Stop & Start-sys-
teem.)
●Schakel niet-noodzakelijke elektrische ver-
bruikers uit als er gedurende langere tijd
met lage snelheden gereden wordt, bij-
voorbeeld in een file.
■Als de accu verwijderd of ontladen is
●De in de ECU opgeslagen informatie wordt
gewist. Laat wanneer de accu volledig is
ontladen de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Sommige systemen moeten mogelijk wor-
den geïnitialiseerd. (Blz. 588)
■Verwijderen van de accuklemmen
Wanneer de accuklemmen worden verwij-
derd, wordt de in de ECU opgeslagen infor-
matie gewist. Neem voordat u de accuklem-
men losneemt contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
■Laden van de accu
De accu zal geleidelijk aan ontladen, zelfs
wanneer de auto niet in gebruik is. Dit wordt
veroorzaakt door natuurlijke ontlading en het
effect van bepaalde elektrische apparatuur.
Als de auto langere tijd niet gebruikt wordt,
kan de accu ontladen en kan de auto moge-
lijk niet meer worden gestart. (De accu laadt
automatisch op tijdens het rijden.)
■Bij het bijladen of vervangen van de
accu
●Auto's met Smart entry-systeem en start-
knop: Wanneer de accu ontladen is, is het
in sommige gevallen niet mogelijk om de
portieren te ontgrendelen met het Smart
entry-systeem met startknop. Gebruik de
afstandsbediening of de mechanische
sleutel om de portieren te vergrendelen of
te ontgrendelen.
●Auto's met Smart entry-systeem en start-
knop: Mogelijk start de motor niet bij de
eerste poging nadat de accu weer is opge-
laden, maar start hij wel normaal bij de
tweede poging. Dit duidt niet op een sto-
ring.
●Auto's met Smart entry-systeem en start-
knop: De stand van het contact wordt door
de auto opgeslagen. Wanneer de accu
weer wordt aangesloten, keert het systeem
terug naar de stand die was geselecteerd
voordat de accu ontladen raakte. Zet vóór
het losnemen van de accu het contact UIT.
Wees extra voorzichtig bij het aansluiten
van de accu wanneer u niet zeker weet in
welke stand het contact stond voordat de
accu ontladen raakte.
●Auto's met Stop & Start-systeem: Na het
losnemen en weer aansluiten van de accu-
klemmen of nadat de accu is vervangen,
schakelt het Stop & Start-systeem gedu-
rende ongeveer 5 tot 60 minuten de motor
mogelijk niet automatisch uit.
■Vervangen van de accu
●Gebruik een accu die voldoet aan de Euro-
pese wetgeving.
●Auto's met Stop & Start-systeem: Gebruik een originele accu die speciaal ontworpen
is voor gebruik met het Stop & Start-sys-
teem of een accu met gelijkwaardige spe-
cificaties. Wanneer een niet-ondersteunde
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 558 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM