Page 41 of 758

39
1 1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
■Omstandigheden waarbij de airbags
geactiveerd kunnen worden, anders
dan bij een aanrijding
De airbags voor, de side airbags en de cur-
tain airbags kunnen ook geactiveerd worden
bij zware stoten tegen de onderkant van de
auto. Zie de afbeelding voor een aantal voor-
beelden.
●Raken van een stoeprand of een ander
hard voorwerp
●In of over een diepe kuil rijden
●Hard neerkomen
■Soorten aanrijdingen waarbij de airbags
soms niet geactiveerd worden (airbags
voor)
De airbags voor worden over het algemeen
niet geactiveerd bij aanrijdingen van opzij of
van achteren, als de auto over de kop slaat of
bij een frontale aanrijding op lage snelheid.
Maar wanneer een aanrijding voldoende
voorwaartse deceleratie veroorzaakt, wor-
den de airbags voor mogelijk geactiveerd.
●Aanrijding van opzij
●Aanrijding van achteren
●Over de kop slaan
■Soorten aanrijdingen waarbij de side
airbags en de curtain airbags mogelijk
niet worden geactiveerd
De side airbags en curtain airbags treden
mogelijk niet in werking bij aanrijdingen van
opzij onder een bepaalde hoek of bij aanrij-
dingen van opzij waarbij het passagierscom-
partiment niet wordt geraakt.
●Aanrijding van opzij waarbij het passa-
gierscompartiment niet wordt geraakt
●Aanrijding van opzij onder een hoek
De side airbags treden over het algemeen
niet in werking bij aanrijdingen van voren of
van achteren, als de auto over de kop slaat of
bij een aanrijding van opzij op lage snelheid.
●Aanrijding van voren
●Aanrijding van achteren
●Over de kop slaan
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 39 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 42 of 758

401-1. Voor een veilig gebruik
De curtain airbags treden over het algemeen
niet in werking bij aanrijdingen van achteren,
als de auto over de kop slaat of bij een aanrij-
ding van opzij of bij een frontale aanrijding op
lage snelheid.
●Aanrijding van achteren
●Over de kop slaan
■Wanneer moet u contact opnemen met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige
In de volgende gevallen zal controle en/of
reparatie van de auto nodig zijn. Neem zo
snel mogelijk contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
●Nadat een of meer airbags zijn geactiveerd.
●De voorzijde van de auto is beschadigd of
vervormd of de auto was betrokken bij een
ongeval dat niet van zodanige aard was
dat de airbags vóór werden geactiveerd.
●Bij beschadiging of vervorming van een
gedeelte van een portier of het omliggende
gebied, wanneer er een gat in is gemaakt
of bij een ongeval dat niet van zodanige
aard was dat de side airbags en curtain air-
bags werden geactiveerd.
●Bij krassen, scheuren of andere beschadi-
gingen aan het stuurwielkussen of het
dashboard bij de voorpassagiersairbag of
het onderste gedeelte van het instrumen-
tenpaneel.
●Bij krassen, scheuren of andere beschadi-
gingen aan de zijkant van de leuning van
een voorstoel met een side airbag.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 40 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 43 of 758

41
1 1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
●Bij krassen, scheuren of andere beschadi-
gingen in het deel van de voor- en achter-
stijl en de daklijstbekleding met de curtain
airbags.
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen airbags
Neem met betrekking tot de airbags de
volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan dodelijk of ernstig letsel
tot gevolg hebben.
●Alle inzittenden dienen hun veiligheids-
gordel op de juiste manier te dragen.
De airbags zijn aanvullende middelen
die samen met de veiligheidsgordels
gebruikt moeten worden.
●De bestuurdersairbag wordt met een
aanzienlijke kracht geactiveerd, wat
dodelijk of ernstig letsel tot gevolg kan
hebben, vooral wanneer de bestuurder
zich erg dicht bij de airbag bevindt.
Het gevaarlijkst bij de activering van de
airbag zijn de eerste 50 - 75 mm; door een
afstand van minimaal 250 mm tot het
stuurwiel aan te houden, hanteert u een
veilige marge. Dit is de afstand gemeten
vanaf het midden van het stuurwiel tot aan
uw borstbeen. Als u nu minder dan 250
mm van de airbag zit, kunt u uw zitpositie
op verschillende manieren wijzigen:
• Plaats uw stoel zo ver mogelijk naar
achteren terwijl de pedalen nog goed
kunnen worden bediend.
• Zet de rugleuning iets achterover.
Hoewel auto's verschillen, verkrijgen
veel bestuurders, zelfs met de bestuur-
dersstoel helemaal naar voren, de
afstand van 250 mm door simpelweg de
rugleuning iets achterover te zetten. Als
u door het achterover zetten van uw
stoel de weg niet goed meer kunt zien,
kunt u een stevig, niet-glad kussen
gebruiken om hoger te zitten, of uw
stoel hoger zetten wanneer uw auto
deze mogelijkheid biedt.
• Als het stuurwiel verstelbaar is, kantel
het dan naar beneden. Hierdoor wijst de
airbag naar uw borst in plaats van naar
uw hoofd en nek.
De stoel dient te worden afgesteld zoals
hierboven aanbevolen, terwijl de pedalen
en het stuurwiel nog steeds goed bediend
kunnen worden en u het instrumentenpa-
neel nog goed kunt zien.
●De voorpassagiersairbag wordt ook met
een aanzienlijke kracht geactiveerd, wat
dodelijk of ernstig letsel tot gevolg kan
hebben, vooral wanneer de voorpassa-
gier zich erg dicht bij de airbag bevindt.
De voorpassagiersstoel dient zo ver
mogelijk van de airbag af te staan, met
de rugleuning rechtop.
●Kinderen die niet goed op de stoel zitten
en/of niet goed vastzitten, kunnen ern-
stig letsel oplopen door een geacti-
veerde airbag. Gebruik de veiligheids-
gordels nooit voor baby's of kleine kin-
deren, maar zet hen goed vast in een
baby- of kinderzitje. Toyota beveelt ten
zeerste aan dat alle kinderen op de ach-
terstoelen plaatsnemen en op de juiste
wijze vastzitten. Achterin zitten kinderen
veiliger dan op de voorpassagiersstoel.
(Blz. 47)
●Ga niet op het puntje van de stoel zitten
en leun niet op het dashboard.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 41 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 44 of 758

421-1. Voor een veilig gebruik
WAARSCHUWING
●Laat een kind niet op de voorpassa-
giersstoel staan of bij een voorpassagier
op schoot zitten.
●Sta niet toe dat voorpassagiers voorwer-
pen op hun knieën vasthouden.
●Leun niet tegen het portier, de dakzijrail
en de voor-, midden- en achterstijl.
●Laat niemand knielen op de passagiers-
stoel in de richting van het portier of
hoofd en handen buiten de auto steken.
●Bevestig niets aan en laat niets rusten
tegen componenten als het dashboard,
het stuurwielkussen of het onderste
deel van het dashboard.
Dergelijke voorwerpen kunnen als een
projectiel worden gelanceerd als de
bestuurdersairbag, de voorpassagiers-
airbag en de knie-airbags worden geac-
tiveerd.
●Bevestig niets aan het portier, de voor-
ruit, de zijruiten, de voor- en achterstijl,
de dakzijrail of de handgreep. (Behalve
het label voor de snelheidsbeperking
Blz. 526)
●Auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop: Bevestig geen zware,
scherpe of harde voorwerpen zoals
sleutels of accessoires aan de contacts-
leutel. De voorwerpen kunnen het acti-
veren van de knie-airbag hinderen, of
weggeslingerd worden in de richting van
de bestuurdersstoel door de kracht
waarmee de airbag wordt geactiveerd.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 42 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 45 of 758

43
1 1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
WAARSCHUWING
●Hang geen kleerhangers of andere
harde voorwerpen aan de kledinghaak-
jes. Al deze voorwerpen kunnen projec-
tielen worden en dodelijk of ernstig let-
sel veroorzaken als de curtain airbags
worden geactiveerd.
●Zorg ervoor dat de knie-airbag voor de
bestuurder niet door iets wordt afgedekt.
●Gebruik geen accessoires op de stoelen
die het gedeelte van de stoel waarin de
side airbags aanwezig zijn afdekken
omdat dat een negatieve invloed kan
hebben op een juiste werking van de
side airbags. Dergelijke accessoires
kunnen tot resultaat hebben dat de side
airbags niet op de juiste wijze geacti-
veerd worden, helemaal niet geacti-
veerd worden of per ongeluk geacti-
veerd worden, waardoor dodelijk of ern-
stig letsel kan ontstaan.
●Oefen geen overmatige kracht uit op
delen waarin onderdelen van het air-
bagsysteem aanwezig zijn of op de
voorportieren.
Als dat wel gebeurt, kunnen er storingen
aan de airbags ontstaan.
●Raak onderdelen van het airbagsysteem
niet aan direct nadat de airbags geacti-
veerd zijn, omdat deze heet kunnen zijn.
●Als u na het activeren van de airbags
moeilijkheden met de ademhaling
ondervindt, open dan een portier of
zijruit om frisse lucht binnen te laten of
verlaat de auto als u dat op een veilige
manier kunt doen. Als er poederdeeltjes
op uw huid zijn terechtgekomen, was
deze er dan zo snel mogelijk af om huid-
irritatie te voorkomen.
●Als de delen van de auto waarin airbags
ondergebracht zijn, zoals het stuurwiel-
kussen en de bekleding van de voor- en
achterstijlen, beschadigd of gescheurd
zijn, laat deze dan vervangen door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
■Wijzigingen aan en afvoeren van
onderdelen van het airbagsysteem
Voer uw auto niet af en voer geen van
onderstaande veranderingen uit zonder
eerst een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige te raadplegen. De airbags
kunnen defect raken of per ongeluk wor-
den geactiveerd, wat dodelijk of ernstig let-
sel tot gevolg kan hebben.
●Plaatsen, verwijderen, demonteren en
repareren van de airbags
●Reparatie, aanpassing, verwijdering of
vervanging van stuurwiel, instrumenten-
paneel, dashboard, stoelen of stoelbe-
kleding, voor-, midden- en achterstijlen,
dakzijrails, voorportierpanelen, voorpor-
tierbekleding of luidsprekers in de voor-
portieren
●Aanpassing van het voorportierpaneel
(bijvoorbeeld een gat erin maken)
●Reparaties of wijzigingen aan het voor-
spatbord, de voorbumper of de zijkant
van het passagierscompartiment
●Plaatsen van een bullbar, sneeuwploeg
of lier
●Wijzigingen aan de wielophanging van
de auto
●Plaatsen van elektronische apparatuur
als een mobiele tweewegradio (zend-/
ontvanginstallatie) of CD-speler
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 43 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 46 of 758

441-1. Voor een veilig gebruik
Belangrijke voorzorgs-
maatregelen in verband
met uitlaatgassen
Uitlaatgassen bevatten stoffen die
schadelijk zijn bij inademing.
WAARSCHUWING
Uitlaatgassen bevatten het schadelijke
koolmonoxide (CO). Dit is een kleurloos
en reukloos gas. Neem de volgende voor-
zorgsmaatregelen in acht.
Als u deze voorzorgsmaatregelen niet in
acht neemt, kunnen er uitlaatgassen in de
auto terechtkomen waardoor de bestuur-
der duizelig kan worden en een ongeval
kan veroorzaken, of wat kan leiden tot de
dood of zeer schadelijk kan zijn voor de
gezondheid.
■Belangrijke punten tijdens het rijden
●Zorg ervoor dat de achterklep gesloten
is.
●Als u uitlaatgassen ruikt in de auto, zelfs
als de achterklep gesloten is, moet u de
ruiten openzetten en de auto zo snel
mogelijk laten nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
■Tijdens het parkeren
●Als de auto zich in een slecht geventi-
leerde omgeving of een afgesloten
ruimte bevindt, zoals een garage, moet
u de motor uitschakelen.
●Laat de motor niet langdurig stationair
draaien.
Als dat niet anders kan, parkeer de auto
dan op een open plek en zorg ervoor
dat er geen uitlaatgassen in het interieur
terecht kunnen komen.
●Laat de motor niet draaien op een plaats
waar sneeuw de afvoer van de uitlaat-
gassen zou kunnen hinderen. Als zich
sneeuw rond de auto ophoopt terwijl de
motor draait, kunnen uitlaatgassen zich
verzamelen en in de auto terechtkomen.
■Uitlaatpijp
Het uitlaatsysteem dient regelmatig te wor-
den gecontroleerd. Laat uw auto nakijken
en repareren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige bij gaten of scheu-
ren als gevolg van corrosie of beschadi-
gingen aan verbindingsstukken, of bij een
abnormaal geluid aan het uitlaatsysteem.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 44 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 47 of 758

45
1 1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
1-2.Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Controlelampje PASSENGER AIR
BAG
De controlelampjes PASSENGER AIR BAG
en ON gaan branden als het airbagsysteem
is ingeschakeld en gaan na ongeveer 60
seconden uit. (Alleen als het contact AAN
staat.)
Aan/uit-schakelaar airbag
Auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop: Steek de sleutel in de slotci-
linder en zet de slotcilinder in stand OFF.
Het controlelampje OFF gaat branden
(alleen als het contact AAN staat).
Auto's met Smart entry-systeem en
startknop: Steek de mechanische sleu-
tel in de slotcilinder en zet de slotcilin-
der in stand OFF.
Het controlelampje OFF gaat branden
(alleen als het contact AAN staat).
■Informatie over controlelampje PAS-
SENGER AIR BAG
Als een van de onderstaande problemen
optreedt, is er mogelijk een storing in het sys-
teem aanwezig. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Het controlelampje OFF gaat niet branden
als de aan/uit-schakelaar van de airbag in
stand OFF wordt gezet.
●Het controlelampje reageert niet wanneer
de aan/uit-schakelaar van de airbag van
ON naar OFF wordt gezet.
Aan/uit-schakelaar airbag
Met dit systeem kan de voorpassa-
giersairbag worden uitgeschakeld.
Schakel deze airbag alleen uit als
er een baby- of kinderzitje op de
voorpassagiersstoel wordt
gebruikt.
Systeemonderdelen
Uitschakelen van de
voorpassagiersairbag
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 45 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 48 of 758

461-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Plaats vanwege veiligheidsredenen het
baby- of kinderzitje altijd op een achter-
stoel. Als de achterstoel niet kan worden
gebruikt, mag de voorstoel worden
gebruikt zo lang de aan/uit-schakelaar van
de airbag in stand OFF wordt gezet.
Als de airbag niet handmatig is uitgescha-
keld, kan de kracht die met het activeren
(opblazen) van de airbag gepaard gaat,
dodelijk of ernstig letsel veroorzaken.
■Als er geen baby- of kinderzitje op de
voorpassagiersstoel is geplaatst
Controleer of de aan/uit-schakelaar van de
airbag in stand ON staat.
Als de schakelaar in stand OFF staat, zal
de airbag in geval van een ongeval niet
worden geactiveerd, wat dodelijk of ernstig
letsel tot gevolg kan hebben.
Rijden met kinderen in de
auto
Neem de volgende voorzorgs-
maatregelen in acht als er kinde-
ren in de auto aanwezig zijn.
Gebruik een passend baby- of kin-
derzitje tot het kind groot genoeg
is om de veiligheidsgordel van de
auto op de juiste wijze te dragen.
U wordt aangeraden om kinderen
op de achterstoelen te vervoeren
om te voorkomen dat ze per onge-
luk tegen onderdelen aankomen,
zoals de selectiehendel en de rui-
tenwisserschakelaar.
Gebruik het kinderslot van het ach-
terportier of de blokkeerschake-
laar van de ruitbediening om te
voorkomen dat kinderen het portier
openen tijdens het rijden of per
ongeluk de elektrisch bedienbare
ruit bedienen. (
Blz. 123, 154)
Laat kleine kinderen geen onder-
delen bedienen waarbij lichaams-
delen vast kunnen komen te zitten
of bekneld kunnen raken, zoals de
elektrisch bedienbare ruiten, de
motorkap, de achterklep en de
stoelen.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 46 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM