Page 433 of 758

431
6 6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
■Geuren ventilatie en airconditioning
●Zet de airconditioning in de buitenluchtmo-
dus om frisse lucht binnen te laten.
●Tijdens het gebruik kunnen verschillende
geuren van binnen en buiten de auto in het
airconditioningsysteem terechtkomen. Dit
kan tot gevolg hebben dat de lucht die uit
de uitstroomopeningen komt niet lekker
ruikt.
●Het voorkomen van mogelijke geuren:
• We raden u aan het airconditioningsys-
teem in de buitenluchtmodus te zetten
voordat u de motor uitschakelt.
• Mogelijk wordt het inschakelen van de
aanjager direct nadat de airconditioning in
de automatische modus wordt ingescha-
keld even vertraagd.
●Bij het parkeren schakelt het systeem
automatisch de buitenluchtmodus in voor
een betere luchtcirculatie in de auto, wat
helpt om geuren bij het starten van de auto
te verminderen.
■Interieurfilter
Blz. 489
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. (Blz. 577)
1Druk op de schakelaar voor de
automatische modus.
2Wijzig de ingestelde temperatuur.
3Druk op de schakelaar OFF om de
procedure te beëindigen.
Als de instelling van de aanjagersnel-
heid of de luchtcirculatiemodi worden
bediend, dooft het controlelampje van
de automatische modus. De automati-
sche modus blijft echter ingeschakeld
voor de andere functies dan die worden
bediend.
■Gebruik van de automatische modus
De aanjagersnelheid wordt automatisch
geregeld op basis van de gekozen tempera-
tuur en de omgevingscondities.
Direct na het indrukken van de schakelaar
voor de automatische modus kan de aanja-
ger even worden uitgeschakeld tot er vol-
doende warme of koude lucht voorhanden is.
Voorkomen van ijsvorming op de voor-
ruit en de ruitenwisserbladen.
Als de schakelaar voorruitverwarming is
ingeschakeld, brandt het controlelampje op
de schakelaar voorruitverwarming.
WAARSCHUWING
■Voorkomen dat de voorruit beslaat
Gebruik de schakelaar voor de voorruitont-
waseming niet in combinatie met koele
lucht bij zeer vochtig weer. Het verschil
tussen de buitentemperatuur en de tempe-
ratuur van de voorruit zorgt ervoor dat de
buitenkant van de voorruit beslaat, waar-
door het zicht wordt belemmerd.
■Als de buitenspiegelverwarming
ingeschakeld is
Raak het oppervlak van de buitenspiegels
niet aan, omdat dit heet kan worden en
brandwonden kan veroorzaken.
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
accu
Laat, als de motor niet draait, de airconditi-
oning niet langer ingeschakeld dan nood-
zakelijk is.
Gebruik van de automatische
modus
Voorruitverwarming (indien
aanwezig)
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 431 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 434 of 758

4326-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
De voorruitverwarming wordt na een tijdje
automatisch uitgeschakeld.
Met de schakelaar kan worden inge-
steld of de lucht alleen naar de voor-
stoelen moet stromen of naar alle stoe-
len. Wanneer de voorpassagiersstoel
niet bezet is, stroomt er mogelijk alleen
lucht naar de bestuurdersstoel. Onno-
dig gebruik van de airconditioning wordt
onderdrukt, wat zorgt voor een lager
brandstofverbruik.
Druk op de schakelaar S-FLOW-modus
om de luchtcirculatie in te stellen.
Indicator brandt: luchtstroom alleen
naar de voorstoelen
Indicator is uit: luchtstroom naar alle
stoelen.
■Regeling van de luchtcirculatie
Zelfs wanneer de functie handmatig wordt
ingesteld om de luchtstroom alleen naar de
voorstoelen te leiden, wordt mogelijk automa-
tisch lucht naar alle stoelen geleid wanneer
een achterstoel bezet is.
Voer een van de volgende procedures
uit om de DUAL-modus in te schakelen:
Druk op de DUAL-schakelaar.
Wijzig de ingestelde temperatuur
aan voorpassagierszijde.
Als de DUAL-modus is ingeschakeld, gaat
het controlelampje op de DUAL-schakelaar
branden.
Wanneer u op de DUAL-schakelaar drukt
terwijl de DUAL-modus is ingeschakeld,
wordt de DUAL-modus uitgeschakeld en
wordt de temperatuurinstelling voor de voor-
passagierszijde gekoppeld aan de bestuur-
derszijde.
■Plaats van uitstroomopeningen
De uitstroomopeningen en luchthoe-
veelheid veranderen overeenkomstig
de geselecteerde luchtcirculatiemodus.
: Indien aanwezig
WAARSCHUWING
■Voorkomen van brandwonden
Raak het onderste deel van de voorruit en
de gedeeltes bij de voorstijlen niet aan
wanneer de voorruitverwarming is inge-
schakeld.
Gebruik van de
geconcentreerde
luchtcirculatiemodus
voorstoel (S-FLOW-modus)
(indien aanwezig)
Afzonderlijk instellen van
de temperatuur voor de
bestuurder en voor de
voorpassagier
Overzicht en bediening
uitstroomopeningen
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 432 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 435 of 758
433
6 6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
■Afstellen van de stand en de mate
van opening van de uitstroomope-
ningen
Midden voor
1Richt de luchtstroom naar links of
rechts, boven of beneden
2Draai de knop om de uitstroomope-
ning te openen of te sluiten
Rechts voor
1Richt de luchtstroom naar links of
rechts, boven of beneden
2De uitstroomopening openen
3De uitstroomopening sluiten
Links voor
1Richt de luchtstroom naar links of
rechts, boven of beneden
2De uitstroomopening sluiten
3De uitstroomopening openen
Midden achter (indien aanwezig)
1Richt de luchtstroom naar links of
rechts, boven of beneden
2Draai de knop om de uitstroomope-
ning te openen of te sluiten
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 433 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 436 of 758

4346-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
*: Indien aanwezig
WAARSCHUWING
■Voorkomen van onjuiste werking van
de voorruitverwarming
Plaats geen voorwerpen op het dashboard
die de uitstroomopeningen kunnen bedek-
ken. Anders raakt de luchtstroom mogelijk
geblokkeerd, waardoor de voorruitverwar-
ming de voorruit niet kan ontwasemen.
Stuurwielverwarming*/
stoelverwar ming*
Stuurwielverwarming
Verwarmt het stuurwiel
Stoelverwarming
Verwarmt de stoelbekleding
WAARSCHUWING
■Voorkomen van lichte brandwonden
Wees voorzichtig wanneer iemand uit
onderstaande categorieën in contact komt
met het stuurwiel of de stoelen wanneer
de stuurwiel- of stoelverwarming is inge-
schakeld:
●Baby's, kleine kinderen, oudere perso-
nen, zieken en gehandicapten
●Personen met een gevoelige huid
●Personen die oververmoeid zijn
●Personen die alcohol hebben gedron-
ken of personen die rustgevende medi-
cijnen (slaapmiddel, middel tegen ver-
koudheid, enz.) hebben gebruikt
OPMERKING
■Voorkomen van schade aan de stoel-
verwarming
Plaats geen zware voorwerpen met een
ongelijkmatig oppervlak op de stoel en leg
geen scherpe voorwerpen (naalden,
punaises, enz.) op de stoel.
■Voorkomen van ontlading van de
accu
Gebruik de functies niet wanneer de motor
uitgeschakeld is.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 434 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 437 of 758

435
6 6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
■Stuurwielverwarming
Schakelt de stuurwielverwarming in/uit
Wanneer de stuurwielverwarming is inge-
schakeld, gaat het controlelampje op de
schakelaar stuurwielverwarming branden.
■Stoelverwarming
Vo o r
Schakelt de stoelverwarming in/uit
1Hoge temperatuur
2Lage temperatuur
Wanneer de stoelverwarming is ingescha-
keld, brandt het controlelampje op de stoel-
verwarmingsschakelaar.
Zet de schakelaar in de neutrale stand wan-
neer de stoelverwarming niet wordt gebruikt.
Het controlelampje dooft.
Achter
Schakelt de stoelverwarming in/uit
Wanneer de stoelverwarming is ingescha-
keld, brandt het controlelampje op de stoel-
verwarmingsschakelaar.
■De stuurwielverwarming en stoelver-
warming kunnen worden gebruikt wan-
neer
Het contact AAN staat.
Bedieningsinstructies
WAARSCHUWING
■Voorkomen van oververhitting en
lichte brandwonden
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht bij het gebruik van de stoelverwar-
ming:
●Bedek de stoel niet met een kleed of
kussen als de stoelverwarming in
gebruik is.
●Gebruik de stoelverwarming niet langer
dan noodzakelijk is.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 435 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 438 of 758
4366-2. Gebruik van de interieurverlichting
6-2.Gebruik van de interieurverlichting
Verlichting achterportierbekleding (wagon) (indien aanwezig)
Interieurverlichting achter (indien aanwezig) (Blz. 437)
Leeslampje achter (indien aanwezig) (Blz. 437)
Verlichting voorportierbekleding (indien aanwezig)
Interieurverlichting voor/leeslampjes (Blz. 437, 437)
Verlichting opbergvak midden (indien aanwezig)
Verlichting bekerhouders (indien aanwezig)
Overzicht interieur verlichting
Plaats van de interieurverlichting
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 436 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 439 of 758

437
6 6-2. Gebruik van de interieurverlichting
Voorzieningen in het interieur
■Vo o r
1Schakelt de stand DOOR in/uit
Wanneer een portier wordt geopend terwijl
de stand DOOR is ingeschakeld, gaan de
lampjes branden.
2Schakelt de verlichting in/uit
■Achter (indien aanwezig)
1Schakelt de stand DOOR in
De interieurverlichting achter wordt samen
met de interieurverlichting voor in-/uitge-
schakeld.
Wanneer een portier wordt geopend terwijl
de stand DOOR van de interieurverlichting
voor en achter is ingeschakeld, gaan de
lampjes branden.
2Schakelt de verlichting in
■Vo o r
Schakelt de verlichting in/uit
■Achter (wagon) (indien aanwezig)
Schakelt de verlichting in/uit
■Instapverlichting
De verlichting wordt automatisch in-/uitge-
schakeld afhankelijk van de stand van het
contact, de aanwezigheid van de elektroni-
sche sleutel (auto's met Smart entry-systeem
en startknop), het vergrendeld/ontgrendeld
zijn van de portieren en het geopend/geslo-
ten zijn van de portieren.
■Voorkomen dat de accu te ver ontladen
raakt
Als de interieurverlichting blijft branden nadat
het contact UIT is gezet, gaat de verlichting
na 20 minuten automatisch uit.
Bedienen van de
interieurverlichtingBedienen van de leeslampjes
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 437 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 440 of 758

4386-2. Gebruik van de interieurverlichting
■De interieurverlichting kan automatisch
gaan branden als
Als een van de airbags wordt geactiveerd of
bij een harde aanrijding van achteren wordt
de interieurverlichting automatisch ingescha-
keld.
De interieurverlichting wordt na ongeveer 20
minuten automatisch uitgeschakeld.
De interieurverlichting kan handmatig worden
uitgeschakeld. Om verdere aanrijdingen te
voorkomen verdient het echter aanbeveling
de verlichting te laten branden totdat de vei-
ligheid gegarandeerd is.
(De interieurverlichting wordt mogelijk niet
automatisch ingeschakeld, afhankelijk van de
kracht en de omstandigheden van de aanrij-
ding.)
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. (Blz. 577)
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
accu
Laat de verlichting niet langer branden dan
noodzakelijk is als de motor niet draait.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 438 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM