Page 345 of 758

343
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
2De automatische bediening van het
stuurwiel begint wanneer de auto
begint te rijden.
3Er is een geluid te horen en er wordt
een display weergegeven om u te
laten weten wanneer de auto de
positie bereikt van waaruit achteruit
kan worden gereden.
Als de gesignaleerde parkeerplaats of de
weg (afstand tot de rand van de weg tegen-
over de parkeerplaats) smal is of als er zich
obstakels voor de auto bevinden, wordt er
geen begeleiding gegeven.
4Het parkeren is voltooid.
Hiermee is de ondersteuningsmodus vol-
tooid.
Afhankelijk van de conditie van de parkeer-
plaats worden de begeleiding voor de begin-
punten voor naar voren rijden en achteruitrij-
den en de automatische bediening van het
stuurwiel telkens wanneer meerdere keer-
manoeuvres nodig zijn, herhaald. Hierbij
wordt stap 3 gevolgd vanaf het moment dat
de auto achteruit begint te rijden totdat het
parkeren is voltooid.
■Parkeren
1Stop op het punt waarbij het midden
van de beoogde parkeerplaats vrij-
wel haaks op de auto staat. Druk
vervolgens 2 keer op de S-IPA-
schakelaar en controleer of het dis-
play op het multi-informatiedisplay
terugkeert naar “Reverse-in Par-
king” (achteruit inparkeren).
1 m
Controleer het gebied in de richting
van de pijl die de richting van de
automatische bediening van het
stuurwiel en de beoogde parkeer-
plaats op het display aangeeft visu-
eel.
Iedere keer dat er op de S-IPA-scha-
kelaar wordt gedrukt, wijzigt de
modus. (Blz. 330)
Als de selectiehendel niet in D of M
staat of als de rijsnelheid te hoog is,
zal door het indrukken van de S-IPA-
schakelaar het scherm niet wijzigen
naar het scherm “Reverse-in Par-
king” (achteruit inparkeren).
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 343 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 346 of 758

3444-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
De richtingaanwijzerschakelaar
(Blz. 189) kan worden bediend om
te selecteren of u linksaf of rechtsaf
wilt parkeren.
Het systeem kan niet worden
gebruikt wanneer de parkeerplaats
smal is of wanneer de ondersteu-
ningsregeling onvoldoende ruimte
heeft om te werken. Raadpleeg de
informatie op het multi-informatiedis-
play om naar een andere parkeer-
plaats te gaan.
2Neem een normale zithouding aan,
laat uw handen lichtjes en zonder
kracht te gebruiken op het stuurwiel
rusten, controleer of het gebied voor
en rondom de auto veilig is en rijd
langzaam vooruit terwijl u de rijsnel-
heid regelt met het rempedaal. Ver-
volgens klinkt een hoog piepsignaal
en gaat tegelijkertijd een indicator
op het instrumentenpaneel bran-
den, waarna de ondersteuningsre-
geling start.
Wanneer de automatische bediening
van het stuurwiel begint, worden de
weergave van de automatische
bediening van het stuurwiel en de
indicator die de mate van assistentie
aangeeft (Blz. 330) op de display-
zone weergegeven.Druk op de S-IPA-schakelaar om de
ondersteuningsregeling te stoppen.
Wanneer de rijsnelheid te hoog is,
klinkt er een schril piepsignaal en
stopt de ondersteuningsregeling.
(Blz. 331)
Als na het starten van de ondersteu-
ningsregeling de ruimte te smal blijkt
te zijn, klinkt er een schril piepsig-
naal en stopt de ondersteuningsre-
geling.
3Breng de auto tot stilstand wanneer
een gelijkmatig piepsignaal te horen
is en de stopweergave (Blz. 330)
op het display wordt weergegeven.
4Zet de selectiehendel in stand R.
5Neem een normale zithouding voor
achteruitrijden aan, laat uw handen
lichtjes en zonder kracht te gebrui-
ken op het stuurwiel rusten, contro-
leer of het gebied achter en rondom
de auto veilig is, controleer of er
zich geen obstakels bevinden op de
parkeerplaats en rijd langzaam ach-
teruit terwijl u de rijsnelheid regelt
met het rempedaal.
Wanneer de auto niet netjes in één
keer de beoogde parkeerplaats kan
worden ingereden en er meerdere
keermanoeuvres nodig zijn, ga dan
naar stap 6.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 344 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 347 of 758

345
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Wanneer er niet meerdere keerma-
noeuvres nodig zijn, ga dan naar
stap 12.
6Breng de auto tot stilstand wanneer
een gelijkmatig piepsignaal te horen
is en de stopweergave (Blz. 330)
op het display wordt weergegeven.
7Zet de selectiehendel in stand D of
M.
Wanneer u de ondersteuningsregeling wilt
beëindigen op uw huidige positie, zet dan de
selectiehendel in stand P.
8Neem een normale zithouding aan,
laat uw handen lichtjes en zonder
kracht te gebruiken op het stuurwiel
rusten, controleer of het gebied voor
en rondom de auto veilig is en rijd
langzaam vooruit terwijl u de rijsnel-
heid regelt met het rempedaal.
9Breng de auto tot stilstand wanneer
een gelijkmatig piepsignaal te horen
is en de stopweergave (Blz. 330)
op het display wordt weergegeven.10Zet de selectiehendel in stand R.
11Neem een normale zithouding voor
achteruitrijden aan, laat uw handen
lichtjes en zonder kracht te gebrui-
ken op het stuurwiel rusten, contro-
leer of het gebied achter en rondom
de auto veilig is en rijd langzaam
achteruit terwijl u de rijsnelheid
regelt met het rempedaal.
Afhankelijk van de conditie van de parkeer-
plaats moeten de stappen 6 tot 11 mogelijk
worden herhaald.
12Wanneer de auto zich bijna geheel
binnen de beoogde parkeerplaats
bevindt, klinkt er een hoog piepsig-
naal en wordt de stopweergave op
het display (Blz. 330) weergege-
ven. Breng de auto tot stilstand.
Hiermee is de modus automatisch achteruit
inparkeren voltooid.
Uit veiligheidsoverwegingen klinkt
de zoemer net voordat de auto volle-
dig op de beoogde parkeerplaats
staat. Bovendien wordt op dat
moment de werking van het systeem
ook beëindigd. Houd, om op de
gewenste parkeerplaats te komen,
het stuurwiel stevig vast en rijd lang-
zaam achteruit terwijl u de rijsnel-
heid regelt met het rempedaal.
Houd bij het achteruitrijden de
omgeving voor en achter de auto in
de gaten. Controleer de omgeving
ook via de (buiten)spiegels.
■Werkingsvoorwaarden modus automa-
tisch achteruit inparkeren
●Rijd langzaam (met een snelheid waarbij
de auto snel tot stilstand kan worden
gebracht) om de functie goed te laten wer-
ken. Breng de auto volledig tot stilstand op
het punt waarbij het midden van de par-
keerplaats vrijwel haaks op de auto staat
en druk op de S-IPA-schakelaar.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 345 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 348 of 758

3464-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
●De functie kan niet worden gebruikt wan-
neer de rijsnelheid ongeveer 30 km/h of
hoger is.
●De zijsensoren voor en zijsensoren achter
worden gebruikt om geparkeerde auto's te
signaleren en de parkeerplaats te bepalen.
Daarom wordt er geen begeleiding gege-
ven wanneer signalering niet mogelijk is
(Blz. 354).
●Als er geen geparkeerde auto's zijn, kan
de parkeerplaats niet worden bepaald.
Daardoor kan de modus automatisch ach-
teruit inparkeren niet worden bediend.
●Wanneer de omgeving van de parkeer-
plaats niet kan worden gesignaleerd, werkt
de modus automatisch achteruit inparke-
ren mogelijk niet.
●Als er, afhankelijk van de conditie van de
parkeerplaats, onvoldoende ruimte is vóór
de auto om de parkeerprocedure uit te
voeren, kan de beoogde parkeerplaats
mogelijk niet worden bereikt.
Beoogde parkeerplaats
Muur
■Tips voor het gebruik van de modus
automatisch achteruit inparkeren
1Laat een ruimte van ongeveer 1 m tussen
uw auto en de geparkeerde auto's en rijd
richting de beoogde parkeerplaats. Als de
ruimte tussen uw auto en de geparkeerde
auto's te groot is, kunnen de zijsensoren
voor en zijsensoren achter de gepar-
keerde auto's mogelijk niet signaleren.
1 m
2Stop op het punt waarbij het midden van
de beoogde parkeerplaats vrijwel haaks
op de auto staat. Druk bovendien pas op
de S-IPA-schakelaar wanneer de auto
volledig tot stilstand is gebracht.
OPMERKING
■Tips voor het gebruik van de modus
automatisch achteruit inparkeren
●Als er kuilen of hellingen in de weg zit-
ten, kan de beoogde parkeerplaats niet
goed worden ingesteld. Daardoor wordt
de auto mogelijk schuin of deels buiten
de parkeerplaats geparkeerd. Gebruik in
deze gevallen de modus automatisch
achteruit inparkeren niet.
●Bij het parkeren in een smalle ruimte
komt de auto dicht bij nabij geparkeerde
auto's. Als het lijkt alsof de auto mogelijk
iets zal raken, breng de auto dan tot stil-
stand door het rempedaal in te trappen.
●Mogelijk kunnen objecten die zich dicht
bij de grond bevinden niet worden
gesignaleerd. Controleer of het gebied
rondom uw auto veilig is en breng de
auto tot stilstand door het rempedaal in
te trappen als het lijkt alsof de auto
mogelijk iets zal raken.
●Afhankelijk van de omgeving, zoals
andere geparkeerde auto's, wordt de
auto mogelijk schuin of deels buiten de
parkeerplaats geparkeerd. Pas de positie
van de auto indien nodig handmatig aan.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 346 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 349 of 758

347
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Wanneer het Simple Intelligent Parking Assist-systeem niet kan worden bediend of
wanneer de werking is beëindigd, het systeem is uitgeschakeld, enz., wordt een van
de onderstaande meldingen weergegeven op het multi-informatiedisplay. Neem de
juiste maatregelen overeenkomstig de weergave op het display.
■Wanneer bediening niet mogelijk is
Meldingen multi-informatiedisplay
MeldingSituatie/oplossing
“IPA System Check Visit Your Dealer”
(IPA-systeemcontrole. Ga naar uw
dealer.)
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig.
Zet het contact UIT en start vervolgens de
motor.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als de melding opnieuw
wordt weergegeven.
“Currently Unavailable”
(momenteel niet beschikbaar)
Er zit mogelijk een storing in het systeem.
De stuurbekrachtiging is tijdelijk oververhit.
Zet het contact UIT, wacht enige tijd en start
vervolgens de motor opnieuw.
De motor draait niet.
Start de motor.
Er zit mogelijk ijs, sneeuw, vuil, o.i.d. op een sensor.
Verwijder het ijs, de sneeuw, het vuil, enz.
Verwijder het ijs, de sneeuw, het vuil, enz.
De sensor is bevroren.
Zodra de sensor ontdooit, zal het systeem
weer normaal werken.
De accu is verwijderd en weer geplaatst.
Rijd gedurende ten minste 5 seconden recht
vooruit met een snelheid van ongeveer 35 km/h
of hoger.
“Excessive Speed” (snelheid te hoog)
De S-IPA-schakelaar wordt bediend wanneer de rij-
snelheid hoger is dan 30 km/h.
Bedien de schakelaar wanneer de rijsnelheid
ongeveer 30 km/h of lager is.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 347 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 350 of 758

3484-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
“Unavailable” (niet beschikbaar)
“Try Another Location” (probeer
andere locatie)
De S-IPA-schakelaar wordt bediend in een gebied
zonder parkeerplaatsen of in een gebied waar de
ruimte om te parkeren smal is.
De ondersteuningsregeling kan niet worden
gebruikt, aangezien er geen parkeerplaatsen
zijn. Rijd door naar een parkeerplaats waarvan
de breedte ongeveer 2,6 m of meer is.
De ondersteuningsregeling kan niet worden
gebruikt, aangezien de weg te smal is. Rijd
door naar een parkeerplaats waar de breedte
van de weg ongeveer 4,5 m of meer is.
“Narrow Space” (smalle ruimte)
“Try Another Location” (probeer
andere locatie)
De S-IPA-schakelaar wordt bediend wanneer er
onvoldoende ruimte voor en achter de auto is bij het
wegrijden van een parkeerplaats na het fileparkeren.
De ondersteuningsregeling kan niet worden
gebruikt, aangezien er geen parkeerplaatsen
zijn. Rijd door naar een parkeerplaats die
ongeveer 2,6 m of breder is.
“Obstruction” (obstructie)
“Try Another Location” (probeer
andere locatie)
De S-IPA-schakelaar wordt bediend in een gebied
waar obstakels aanwezig zijn vóór de auto en de auto
kan niet naar voren rijden tot het beginpunt voor ach-
teruitrijden.
De ondersteuningsregeling kan niet worden
gebruikt, aangezien er obstakels aanwezig zijn
vóór de auto. Gebruik parkeerplaatsen waar
zich geen obstakels voor bevinden.
“Narrow Space” (smalle ruimte)
De S-IPA-schakelaar wordt bediend wanneer er
onvoldoende ruimte voor en achter de auto is bij het
wegrijden van een parkeerplaats na het fileparkeren.
De auto kan niet wegrijden met behulp van de
ondersteuningsregeling, aangezien er onvol-
doende ruimte voor en achter de auto is.
Controleer vóór het wegrijden of de omgeving
veilig is.
MeldingSituatie/oplossing
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 348 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 351 of 758

349
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
“Unavailable” (niet beschikbaar)
De S-IPA-schakelaar wordt bediend in een gebied
waar geen obstakels aanwezig zijn vóór de auto of
waar obstakels aanwezig zijn naast de auto en de
auto kan niet wegrijden van de parkeerplaats na het
fileparkeren.
De ondersteuningsregeling kan niet worden
gebruikt bij het wegrijden, aangezien er obsta-
kels aanwezig zijn naast de auto of het wegrij-
den kan eenvoudig handmatig worden
uitgevoerd. Controleer vóór het wegrijden of
de omgeving veilig is.
“Pressure Applied to Steering Wheel”
(stuurwiel wordt vastgehouden)
De ondersteuningsregeling wordt gestart terwijl het
stuurwiel wordt vastgehouden.
Laat uw handen op het stuurwiel rusten zonder
druk uit te oefenen. De ondersteuningsregeling
treedt in werking.
“Stop the Vehicle” (breng de auto tot
stilstand)
De auto rijdt en de ondersteuningsregeling wordt
gestart terwijl het stuurwiel wordt vastgehouden.
Breng de auto tot stilstand en volg de aanwij-
zingen van het systeem om de ondersteu-
ningsregeling te starten.
MeldingSituatie/oplossing
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 349 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 352 of 758

3504-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Wanneer de bediening wordt geannuleerd
MeldingSituatie/oplossing
“Park Assist Cancelled” (Parking
Assist-systeem uitgeschakeld)De bestuurder zet de selectiehendel in stand P of
bedient de S-IPA-schakelaar terwijl de ondersteu-
ningsregeling in werking is.
“Excessive Speed” (snelheid te hoog)
De rijsnelheid wordt tijdens het zoeken van een
parkeerplaats in de modus fileparkeren hoger dan
30 km/h.
“Narrow Space” (smalle ruimte)De ondersteuningsregeling wordt gestart in een
gebied met smalle parkeerplaatsen.
“No Exit Direction Specified” (geen
wegrijrichting geselecteerd)
De schakelstand wordt gewijzigd zonder dat de rich-
tingaanwijzerschakelaar is gebruikt om een wegrij-
richting te selecteren terwijl de modus parkeerplaats
fileparkeren verlaten wordt gebruikt.
Volg de aanwijzingen van het systeem.
“Wrong Direction” (onjuiste richting)
Wanneer de ondersteuningsregeling start, rijdt de
auto in een richting die tegenovergesteld is aan de
begeleiding.
Volg de aanwijzingen van het systeem om naar
voren te rijden.
“Cannot Reach Desired Position” (kan
gewenste positie niet bereiken)
Het maximale aantal manoeuvres voor meerdere
keermanoeuvres wordt bereikt tijdens de ondersteu-
ningsregeling of de beoogde parkeerplaats kan niet
worden bereikt doordat de regeling wordt gebruikt op
een weg met een steile helling.
Volg de aanwijzingen van de ondersteunings-
regeling en gebruik het systeem op een brede
plaats waar geen steile hellingen zijn.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 350 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM