Page 457 of 758

455
6 6-4. Overige voorzieningen in het interieur
Voorzieningen in het interieur
■De draadloze lader kan worden bediend
als
Het contact in stand ACC of AAN staat.
■Draagbare apparaten die kunnen wor-
den geladen
●Draagbare apparaten die compatibel zijn
met de Qi draadloze-laadstandaard kun-
nen worden geladen met de draadloze
lader. Compatibiliteit met alle apparaten
die aan de Qi draadloze-laadstandaard
voldoen is echter niet gegarandeerd.
●De draadloze lader is ontworpen voor het
leveren van een laag vermogen (5 W of
lager) aan een mobiele telefoon, smart-
phone of ander draagbaar apparaat.
■Wanneer er een hoesje om het draag-
bare apparaat zit of wanneer er een
accessoire aan is bevestigd
Laad het draagbare apparaat niet wanneer er
een hoesje om het draagbare apparaat zit of
wanneer er een accessoire aan is bevestigd
die niet Qi-compatibel is. Afhankelijk van het
type hoesje en/of accessoire kan het zijn dat
het laden van het draagbare apparaat niet
mogelijk is. Als het draagbare apparaat op
het laadgebied is geplaatst en niet wordt
geladen, verwijder dan het hoesje en/of het
accessoire.
■Als er tijdens het laden ruis is te horen
bij AM-radio-uitzendingen
Schakel de draadloze lader uit en controleer
of de ruis is afgenomen. Als de ruis is afge-
nomen, druk dan gedurende 2 seconden op
de voedingsschakelaar van de draadloze
lader. De frequentie van de draadloze lader
wordt gewijzigd en de ruis neemt mogelijk af.
Wanneer de frequentie wordt gewijzigd, knip-
pert de werkingsindicator (oranje) 2 maal.
■Voorzorgsmaatregelen bij opladen
●Als de elektronische sleutel niet in het inte-
rieur kan worden gesignaleerd, kan er niet
worden geladen. Wanneer een portier
wordt geopend en gesloten, wordt het
laden mogelijk tijdelijk onderbroken.
●Tijdens het laden worden de draadloze
lader en het draagbare apparaat warm.
Dit duidt niet op een storing. Wanneer een
draagbaar apparaat tijdens het laden warm
wordt en het laden stopt als gevolg van de
beschermingsfunctie van het draagbare
apparaat, wacht dan tot het draagbare
apparaat is afgekoeld en laad dan opnieuw.
■Geluid gegenereerd tijdens de bediening
Wanneer de voedingsschakelaar wordt inge-
schakeld of tijdens het identificeren van een
draagbaar apparaat, zijn er mogelijk werkings-
geluiden te horen. Dit duidt niet op een storing.
■Schoonmaken van de draadloze lader
Blz. 463
WAARSCHUWING
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Wanneer een draagbaar apparaat wordt
opgeladen, dient de bestuurder uit veilig-
heidsoverwegingen het draagbare appa-
raat niet te bedienen tijdens het rijden.
■Waarschuwing met betrekking tot
beïnvloeding van elektronische appa-
ratuur
Mensen met geïmplanteerde pacemakers,
CRT-pacemakers, geïmplanteerde hartdefi-
brillatoren of andere elektrische medische
apparaten dienen hun arts te raadplegen
m.b.t. het gebruik van de draadloze lader.
De werking van de draadloze lader heeft
mogelijk invloed op de medische apparaten.
■Voorkomen van schade en brand-
wonden
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Anders kan er brand of een storing of
schade ontstaan in de apparatuur en kun-
nen brandwonden ontstaan als gevolg van
hitte.
●Plaats tijdens het laden geen metalen
voorwerpen tussen het laadgebied en
het draagbare apparaat.
●Breng geen metaalhoudende voorwer-
pen, zoals aluminium stickers, aan op
het laadgebied.
●Dek de draadloze lader tijdens het laden
niet af met een doek of ander voorwerp.
●Probeer draagbare apparaten die niet
compatibel zijn met de Qi draadloze-
laadstandaard niet op te laden.
●Breng geen wijzigingen aan de draad-
loze lader aan en wijzig of verwijder
hem niet.
●Stel de draadloze lader niet bloot aan
stoten en oefen er geen kracht op uit.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 455 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 458 of 758

4566-4. Overige voorzieningen in het interieur
OPMERKING
■Omstandigheden waaronder de
draadloze lader mogelijk niet goed
werkt
In de volgende situaties werkt de draad-
loze lader mogelijk niet goed:
●Wanneer een draagbaar apparaat volle-
dig is geladen
●Wanneer zich verontreinigingen bevin-
den tussen het laadgebied en het
draagbare apparaat
●Wanneer een draagbaar apparaat tij-
dens het laden heet wordt
●Wanneer een draagbaar apparaat op
het laadgebied is geplaatst met het
laadoppervlak naar boven gericht
●Wanneer een draagbaar apparaat niet
in het midden van het laadgebied is
geplaatst
●Wanneer de auto zich in de buurt
bevindt van een televisiezendmast,
elektriciteitscentrale, tankstation, radio-
zender, videowall, luchthaven of andere
locatie waar sterke radiogolven of elek-
tromagnetische velden aanwezig zijn
●Wanneer het draagbare apparaat tegen
een van de volgende metalen voorwer-
pen wordt gehouden of erdoor wordt
bedekt:
• Kaarten met aluminiumfolie
• Sigarettenpakjes met aluminiumfolie
erin
• Metalen portemonnees of tassen
• Muntgeld
• Metalen handwarmers
• Media zoals CD's en DVD's
●Als er andere sleutels met afstandsbe-
diening (die radiogolven uitzenden) dan
die van uw auto in de buurt gebruikt
worden.
Als in andere dan de hierboven genoemde
situaties de draadloze lader niet goed
werkt of als de werkingsindicator knippert,
is de draadloze lader mogelijk defect.
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
■Voorkomen van storingen of schade
aan gegevens
●Houd tijdens het laden geen magneti-
sche kaarten (zoals creditcards) of mag-
netische opslagmedia in de buurt van
de draadloze lader. Anders kunnen
onder invloed van magnetisme gege-
vens verloren gaan.
Houd ook precisie-onderdelen zoals
polshorloges uit de buurt van de draad-
loze lader, aangezien deze voorwerpen
defect kunnen raken.
●Laat draagbare apparaten niet in de
auto achter. De temperatuur in de auto
kan in de zon hoog oplopen, waardoor
het apparaat beschadigd kan raken.
■Voorkomen van ontlading van de
accu
Gebruik de draadloze lader niet gedu-
rende lange tijd wanneer de motor is uitge-
schakeld.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 456 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 459 of 758
457
6 6-4. Overige voorzieningen in het interieur
Voorzieningen in het interieur
1Klap de zonneklep omlaag om deze
in de vooruitgerichte stand te zetten.
2Klap de zonneklep omlaag, maak
de klep los en draai deze naar de
zijkant om de zonneklep in de zijde-
lingse stand te zetten.Verschuif het klepje om de spiegel te
openen.
Het make-upverlichting gaat branden.
(indien aanwezig)
■Voorkomen van ontlading van de accu
Als de make-upverlichting aan wordt gelaten
wanneer het contact UIT wordt gezet, gaat de
verlichting na 20 minuten automatisch uit.
ZonnekleppenMake-upspiegels
OPMERKING
■Voorkomen dat de accu te ver ontla-
den raakt
Laat de make-upverlichting niet langer
branden dan noodzakelijk is als de motor
niet draait.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 457 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 460 of 758

4586-4. Overige voorzieningen in het interieur
Klap de armsteun omlaag om deze te
kunnen gebruiken.
Een handgreep aan het dak kan ter
ondersteuning van uw lichaam worden
gebruikt wanneer u zit.De handgrepen achter zijn voorzien
van kledinghaakjes.
Armsteun (indien aanwezig)
OPMERKING
■Voorkomen van beschadiging van de
armsteun
Plaats geen al te zware last op de arm-
steun.
Handgrepen
WAARSCHUWING
■Handgreep
Gebruik de handgreep niet bij het in- of uit-
stappen of bij het opstaan vanaf uw zit-
plaats.
OPMERKING
■Voorkomen van beschadiging van de
handgreep
Hang geen zware voorwerpen aan de
handgreep en belast de greep niet over-
matig.
Kledinghaakjes
WAARSCHUWING
■Zaken die niet aan het kledinghaakje
mogen worden gehangen
Hang geen kleerhangers, harde voorwer-
pen of voorwerpen met scherpe punten
aan het kledinghaakje. Als de curtain air-
bags geactiveerd worden, kunnen deze
voorwerpen projectielen worden en dode-
lijk of ernstig letsel veroorzaken.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 458 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 461 of 758
7
459
7
Onderhoud en verzorging
Onderhoud en
verzorging
.7-1. Onderhoud en verzorging
Reinigen en beschermen van
het exterieur van uw auto ....460
Reinigen en beschermen van
het interieur van uw auto .....463
7-2. Onderhoud
Onderhoud en reparatie ........466
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Voorzorgsmaatregelen bij zelf
uit te voeren onderhoud ......468
Motorkap................................470
Plaatsen van een garagekrik ..471
Motorruimte ...........................472
Banden ..................................479
Bandenspanning....................485
Velgen....................................487
Interieurfilter...........................489
Batterij afstandsbediening/
elektronische sleutel............490
Controleren en vervangen
van zekeringen ....................494
Lampen..................................497
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 459 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 462 of 758

4607-1. Onderhoud en verzorging
7-1.Onderhoud en verzorging
Spoel de auto van boven naar bene-
den af met veel water en verwijder
zo vuil en stof van de carrosserie, uit
de wielkasten en van de onderkant
van de auto.
Was de auto met een spons of een
zachte doek (bijv. een zeemlap).
Verwijder hardnekkige vlekken met
een autowasmiddel en spoel grondig
af met water.
Veeg overtollig water weg.
Wanneer het water niet meer in
druppels op de lak blijft liggen, moet
de auto opnieuw in de was worden
gezet.
Zet de auto alleen in de was als de carrosse-
rie is afgekoeld.
■Wassen in de wasstraat
●Voordat u de wasstraat inrijdt:
• Klap de spiegels weg.
• Schakel de elektrisch bedienbare achter-
klep uit. (indien aanwezig)
Begin met wassen vanaf de voorzijde van de
auto. Klap de spiegels weer uit voordat u
gaat rijden.
●Sommige borstels in wasstraten kunnen
krassen veroorzaken op de carrosserie en
andere onderdelen (velgen, enz.), waar-
door de lak van uw auto wordt beschadigd.
●In bepaalde automatische wasstraten kan
de werking van de wasstraat nadelig wor-
den beïnvloed door de achterspoiler. Hier-
door kan het gebeuren dat de auto niet
goed wordt gewassen of de achterspoiler
beschadigd raakt.
■Hogedrukreinigers
Spuit niet van dichtbij op de randen van de
portieren of de ruiten en blijf er niet langdurig
op spuiten, omdat er anders water in het inte-
rieur terecht kan komen.
■Bij gebruik van een wasstraat (auto's
met Smart entry-systeem en startknop)
Als de portiergreep nat wordt terwijl de elek-
tronische sleutel zich binnen het werkzame
gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk
worden vergrendeld en ontgrendeld. Volg in
dat geval de correctieprocedure hieronder bij
het wassen van de auto:
●Leg de sleutel op een afstand van ten min-
ste 2 m van de auto als u de auto wast.
(Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen
wordt.)
●Schakel de energiebespaarmodus van de
elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. (Blz. 138)
■Velgen en wieldoppen
●Verwijder vuil onmiddellijk met een neu-
traal reinigingsmiddel.
●Spoel het reinigingsmiddel direct na het
gebruik weg met water.
●Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht om de lak tegen beschadiging te
beschermen.
• Gebruik geen zuurhoudende of alkalische
middelen of schuurmiddelen
• Gebruik geen harde borstels
• Reinig de velgen niet met reinigingsmidde-
len als de velgen, bijvoorbeeld na het rij-
den of stilstaan bij warm weer, nog warm
zijn
■Remblokken en -klauwen
Als de auto geparkeerd wordt met vochtige
remblokken of remschijven, kan er roest ont-
staan waardoor de remblokken of remschij-
ven vast kunnen komen te zitten. (Alvorens
de auto na een wasbeurt te parkeren is het
raadzaam langzaam te rijden en het rempe-
daal een aantal keren in te trappen om de
onderdelen te drogen.)
Reinigen en beschermen
van het exterieur van uw
auto
Reinig de onderdelen en materia-
len op de daarvoor juiste wijze.
Reinigingsinstructies
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 460 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 463 of 758

461
7 7-1. Onderhoud en verzorging
Onderhoud en verzorging
■Bumpers
Gebruik geen schuurmiddelen.
■Verchroomde delen
Als het vuil niet kan worden verwijderd, reinig
de onderdelen dan als volgt:
●Gebruik een zachte doek en sop met
ongeveer 5% neutraal reinigingsmiddel om
het vuil te verwijderen.
●Veeg daarna het resterende vocht van het
leder af met een droge, schone doek.
●Gebruik met alcohol natgemaakte doekjes
o.i.d. om olieresten te verwijderen.
WAARSCHUWING
■Bij het wassen van de auto
Zorg dat er geen water in de motorruimte
komt. Anders kunnen de elektrische com-
ponenten, enz. vlam vatten.
■Bij het wassen van de voorruit
(auto's met ruitenwissers met regen-
sensor)
Zet de ruitenwisserschakelaar in de stand
OFF. Als de ruitenwisserschakelaar in de
stand AUTO staat, kunnen de ruitenwis-
sers in de volgende gevallen onverwacht
in werking treden. Hierdoor kunnen uw
handen bekneld raken en kunt u ernstig
letsel oplopen, en hierdoor kunnen de rui-
tenwisserbladen beschadigd raken.
Uit
AUTO
●Wanneer het bovenste deel van de
voorruit waar de regensensor is
geplaatst met de hand wordt aangeraakt
●Wanneer een natte doek of iets derge-
lijks in de buurt van de regensensor
wordt gehouden
●Als iets tegen de voorruit stoot
●Als u het regensensorhuis aanraakt of
als iets in aanraking komt met de regen-
sensor
■Voorzorgsmaatregelen met betrek-
king tot de uitlaatpijp
Uitlaatgassen zorgen ervoor dat de uitlaat-
pijp tamelijk heet wordt.
Raak wanneer u de auto wast de uitlaat-
pijp niet aan totdat deze voldoende is
afgekoeld, aangezien het aanraken van
een hete uitlaatpijp brandwonden kan ver-
oorzaken.
■Voorzorgsmaatregelen met betrek-
king tot de achterbumper met de
Blind Spot Monitor (indien aanwezig)
Als de lak van de achterbumper is geschil-
ferd of bekrast, kan een storing optreden
in het systeem. Neem, als dit gebeurt, con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 461 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 464 of 758

4627-1. Onderhoud en verzorging
OPMERKING
■Aantasting van de lak en corrosie
van de carrosserie en onderdelen
(lichtmetalen velgen, enz.) voorko-
men
●Was de auto zo spoedig mogelijk:
• Na het rijden in een kustgebied
• Na het rijden over gepekelde wegen
• Als er zich teer of boomsappen op de
lak bevinden
• Als er zich dode insecten, insecten- of
vogelpoep op de lak bevinden
• Na het rijden in gebieden waar sprake is
van veel rook, stof, ijzerdeeltjes of che-
mische stoffen
• Als de auto erg vuil is geworden van stof
of modder
• Als er brandstof op de lak is gemorst
●Als de lak is geschilferd of bekrast, laat
deze dan direct herstellen.
●Verwijder vuil van de velgen en berg ze
op een droge plaats op om te voorko-
men dat de velgen tijdens de opslag
gaan corroderen.
■Schoonmaken van de verlichting aan
de buitenzijde
●Was deze met de nodige voorzichtig-
heid. Gebruik geen organische oplos-
middelen en borstel ze ook niet af met
een harde borstel.
Dit kan het oppervlak van de lampen
beschadigen.
●Breng geen was aan op de lenzen.
Was kan het lampglas beschadigen.
■Voorkomen van beschadiging van de
ruitenwisserarmen voor
Trek eerst de ruitenwisserarm aan de
bestuurderszijde omhoog en daarna die
aan de passagierszijde. Begin, als u de
ruitenwisserarmen weer in hun oorspron-
kelijke stand terugzet, aan de passagiers-
zijde.
■Wassen in een wasstraat (auto's met
ruitenwissers met regensensor)
Zet de ruitenwisserschakelaar in stand
OFF. Als de ruitenwisserschakelaar in
stand AUTO staat, kunnen de ruitenwis-
sers in werking treden waardoor de ruiten-
wisserbladen beschadigd kunnen raken.
■Reinigen met een hogedrukreiniger
●Auto's met Rear View Monitor-systeem:
Stel de camera of de omgeving ervan tij-
dens het wassen van de auto niet bloot
aan sterke waterstralen uit een hoge-
drukreiniger. Door de kracht van de
waterstralen werkt het apparaat moge-
lijk niet goed meer.
●Houd de sproeierkop uit de buurt van
hoezen (rubberen of kunststof afdekkin-
gen), stekkers of de volgende onderde-
len. Wanneer onderdelen in aanraking
komen met sterke waterstralen, kunnen
ze beschadigd raken.
• Aan tractie gerelateerde onderdelen
• Onderdelen stuurinrichting
• Onderdelen wielophanging
• Onderdelen remsysteem
●Houd de sproeierkop op ten minste 30
cm van de carrosserie. Anders kunnen
kunststof delen, zoals lijsten en bum-
pers, vervormd of beschadigd raken.
Houd de sproeierkop ook niet de hele
tijd op dezelfde plek.
●Spuit niet continu met water op het
onderste gedeelte van de voorruit. Daar
bevindt zich de luchtinlaatopening voor
de airconditioning en als daar water
doorheen komt, werkt de airconditioning
mogelijk niet goed.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 462 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM