4INHOUDSOPGAVE
5-7. Menu SETUP (instellingen)
Gebruik van het menu SETUP
(instellingen)
(“Bluetooth”-menu) ................397
Gebruik van het menu SETUP
(instellingen) (menu TEL) ......400
5-8. Bluetooth
®-audio
Bedienen van een
Bluetooth
® compatibele
draagbare speler ...................404
5-9. Bluetooth
®-telefoon
Bellen .......................................406
Een telefoongesprek
ontvangen ..............................407
Voeren van een
telefoongesprek .....................407
5-10. Bluetooth
®
Bluetooth®................................409
6-1. Gebruik van de
airconditioning en de
achterruitverwarming
Handmatig bediende
airconditioning .......................422
Automatische airconditioning ...427
Stuurwielverwarming/
stoelverwarming ....................434
6-2. Gebruik van de
interieurverlichting
Overzicht interieurverlichting....436
6-3. Gebruik van de
opbergmogelijkheden
Overzicht van
opbergmogelijkheden ............439
Voorzieningen in de
bagageruimte.........................4426-4. Overige voorzieningen in
het interieur
Overige voorzieningen in
het interieur ............................451
7-1. Onderhoud en verzorging
Reinigen en beschermen van
het exterieur van uw auto ......460
Reinigen en beschermen van
het interieur van uw auto .......463
7-2. Onderhoud
Onderhoud en reparatie ...........466
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Voorzorgsmaatregelen bij zelf
uit te voeren onderhoud .........468
Motorkap ..................................470
Plaatsen van een garagekrik....471
Motorruimte ..............................472
Banden .....................................479
Bandenspanning ......................485
Velgen ......................................487
Interieurfilter .............................489
Batterij afstandsbediening/
elektronische sleutel ..............490
Controleren en vervangen
van zekeringen ......................494
Lampen ....................................497
6Voorzieningen in
het interieur
7Onderhoud en verzorging
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 4 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
357
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
2Sportmodus
Regelt de transmissie en de motor voor een
snelle en krachtige acceleratie. In deze
modus wordt ook het stuurgevoel gewijzigd,
waardoor deze modus geschikt is voor wan-
neer wendbaarheid is gewenst, bijvoorbeeld
bij het rijden op zeer bochtige wegen.
Wanneer de sportmodus geselecteerd wordt,
gaat de sportmodusindicator branden.
Auto's met handgeschakelde transmissie:
Wanneer de sportmodus wordt geselec-
teerd, wordt de iMT ingeschakeld.
(Blz. 187)
3ECO-rijmodus
Helpt de bestuurder op milieuvriendelijke
wijze te accelereren en het brandstofver-
bruik te verlagen door een gematigde afstel-
ling van de smoorklep en door het regelen
van de werking van de airconditioning (ver-
warmen/koelen).
Wanneer de ECO-rijmodus geselecteerd
wordt, gaat de ECO-rijmodusindicator bran-
den.
■Werking van de airconditioning in de
ECO-rijmodus
De ECO-rijmodus regelt het verwarmen/koe-
len en de aanjagersnelheid van het airconditi-
oningsysteem om brandstof te besparen.
Doe het volgende om de prestaties van de
airconditioning te verbeteren:
●Schakel de ECO-rijmodus van de aircondi-
tioning uit (auto's met automatische aircon-
ditioning) (Blz. 430)
●Wijzig de aanjagersnelheid (Blz. 423,
428)
●Schakel de ECO-rijmodus uit
■Automatisch uitschakelen van de sport-
modus
Als het contact UIT wordt gezet nadat is
gereden in de sportmodus, wijzigt de rijmo-
dus in de normale modus.
*: Indien aanwezig
Uitlaatgasfiltersysteem*
Het uitlaatgasfiltersysteem is
ontworpen om roetdeeltjes in de
uitlaatgassen te verzamelen met
behulp van een uitlaatgasfilter dat
in de uitlaatpijpen is geplaatst.
OPMERKING
■Om storingen in het uitlaatgasfilter-
systeem te voorkomen
●Gebruik geen andere brandstof dan het
voorgeschreven type brandstof
●Breng geen wijzigingen aan de uitlaat-
pijp aan
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 357 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
425
6 6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
De achterruit- en buitenspiegelverwarming
wordt na een tijdje automatisch uitgeschakeld.
■Beslaan van de ruiten
●Auto's met aircoschakelaar: De ruiten zul-
len gemakkelijk beslaan als de luchtvoch-
tigheid in de auto hoog is. Als u de airco-
schakelaar inschakelt, wordt de lucht die
via de uitstroomopeningen stroomt, ont-
vochtigd en wordt de voorruit efficiënt ont-
wasemd.
●Auto's met aircoschakelaar: Als u de airco-
schakelaar uitschakelt, zullen de ruiten
mogelijk sneller beslaan.
●De ruiten zullen mogelijk beslaan als de
recirculatiemodus is ingeschakeld.
■Bij het rijden op stoffige wegen
Sluit alle ruiten. Als er na het sluiten van de
ruiten nog altijd stof wordt aangezogen, zet
dan de luchttoevoerregeling in de buiten-
luchtmodus en schakel de aanjager in.
■Buitenlucht-/recirculatiemodus
●Het wordt aangeraden om de recirculatie-
modus tijdelijk in te schakelen om te voor-
komen dat er vuile lucht wordt aangevoerd.
●Auto's met aircoschakelaar: Wanneer tij-
dens het koelen de recirculatiemodus
wordt ingeschakeld, wordt ook het interieur
van de auto effectief gekoeld.
■Wanneer de buitentemperatuur tot bijna
0°C daalt (auto's met aircoschakelaar)
De ontvochtigingsfunctie werkt mogelijk niet,
zelfs niet wanneer de aircoschakelaar wordt
ingedrukt.
■Geuren ventilatie en airconditioning
●Zet de airconditioning in de buitenluchtmo-
dus om frisse lucht binnen te laten.
●Tijdens het gebruik kunnen verschillende
geuren van binnen en buiten de auto in het
airconditioningsysteem terechtkomen. Dit
kan tot gevolg hebben dat de lucht die uit de
uitstroomopeningen komt niet lekker ruikt.
●We raden u aan het airconditioningsys-
teem in de buitenluchtmodus te zetten
voordat u de motor uitschakelt.
●Bij het parkeren schakelt het systeem
automatisch de buitenluchtmodus in voor
een betere luchtcirculatie in de auto, wat
helpt om geuren bij het starten van de auto
te verminderen.
■Interieurfilter
Blz. 489
■Plaats van uitstroomopeningen
De uitstroomopeningen en luchthoe-
veelheid veranderen overeenkomstig
de geselecteerde luchtcirculatiemodus.
: Indien aanwezig
WAARSCHUWING
■Voorkomen dat de voorruit beslaat
Gebruik de schakelaar voor de voorruitont-
waseming niet in combinatie met koele
lucht bij zeer vochtig weer. Het verschil
tussen de buitentemperatuur en de tempe-
ratuur van de voorruit zorgt ervoor dat de
buitenkant van de voorruit beslaat, waar-
door het zicht wordt belemmerd.
■Als de buitenspiegelverwarming
ingeschakeld is
Raak het oppervlak van de buitenspiegels
niet aan, omdat dit heet kan worden en
brandwonden kan veroorzaken.
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
accu
Laat, als de motor niet draait, de airconditi-
oning niet langer ingeschakeld dan nood-
zakelijk is.
Overzicht en bediening
uitstroomopeningen
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 425 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
431
6 6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
■Geuren ventilatie en airconditioning
●Zet de airconditioning in de buitenluchtmo-
dus om frisse lucht binnen te laten.
●Tijdens het gebruik kunnen verschillende
geuren van binnen en buiten de auto in het
airconditioningsysteem terechtkomen. Dit
kan tot gevolg hebben dat de lucht die uit
de uitstroomopeningen komt niet lekker
ruikt.
●Het voorkomen van mogelijke geuren:
• We raden u aan het airconditioningsys-
teem in de buitenluchtmodus te zetten
voordat u de motor uitschakelt.
• Mogelijk wordt het inschakelen van de
aanjager direct nadat de airconditioning in
de automatische modus wordt ingescha-
keld even vertraagd.
●Bij het parkeren schakelt het systeem
automatisch de buitenluchtmodus in voor
een betere luchtcirculatie in de auto, wat
helpt om geuren bij het starten van de auto
te verminderen.
■Interieurfilter
Blz. 489
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. (Blz. 577)
1Druk op de schakelaar voor de
automatische modus.
2Wijzig de ingestelde temperatuur.
3Druk op de schakelaar OFF om de
procedure te beëindigen.
Als de instelling van de aanjagersnel-
heid of de luchtcirculatiemodi worden
bediend, dooft het controlelampje van
de automatische modus. De automati-
sche modus blijft echter ingeschakeld
voor de andere functies dan die worden
bediend.
■Gebruik van de automatische modus
De aanjagersnelheid wordt automatisch
geregeld op basis van de gekozen tempera-
tuur en de omgevingscondities.
Direct na het indrukken van de schakelaar
voor de automatische modus kan de aanja-
ger even worden uitgeschakeld tot er vol-
doende warme of koude lucht voorhanden is.
Voorkomen van ijsvorming op de voor-
ruit en de ruitenwisserbladen.
Als de schakelaar voorruitverwarming is
ingeschakeld, brandt het controlelampje op
de schakelaar voorruitverwarming.
WAARSCHUWING
■Voorkomen dat de voorruit beslaat
Gebruik de schakelaar voor de voorruitont-
waseming niet in combinatie met koele
lucht bij zeer vochtig weer. Het verschil
tussen de buitentemperatuur en de tempe-
ratuur van de voorruit zorgt ervoor dat de
buitenkant van de voorruit beslaat, waar-
door het zicht wordt belemmerd.
■Als de buitenspiegelverwarming
ingeschakeld is
Raak het oppervlak van de buitenspiegels
niet aan, omdat dit heet kan worden en
brandwonden kan veroorzaken.
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
accu
Laat, als de motor niet draait, de airconditi-
oning niet langer ingeschakeld dan nood-
zakelijk is.
Gebruik van de automatische
modus
Voorruitverwarming (indien
aanwezig)
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 431 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
469
7 7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
WAARSCHUWING
●Rook niet, veroorzaak geen vonken en
voorkom open vuur in de buurt van
brandstof of de accu. De brandstof- en
accudampen zijn licht ontvlambaar.
●Wees uiterst voorzichtig als u aan de
accu werkt. De accu bevat namelijk het
giftige en corrosieve zwavelzuur.
●Wees voorzichtig, want remvloeistof is
gevaarlijk voor uw handen en ogen en
kan gelakte oppervlakken beschadigen.
Als u remvloeistof op uw handen of in
uw ogen krijgt, spoel ze dan onmiddellijk
met schoon water.
Raadpleeg een arts als u last blijft hou-
den.
■Werkzaamheden bij de elektrische
koelventilatoren of de radiateur
Zorg ervoor dat het contact UIT staat.
Wanneer het contact AAN staat, kunnen
de elektrische koelventilatoren automa-
tisch worden ingeschakeld als de aircondi-
tioning wordt ingeschakeld en/of als de
koelvloeistoftemperatuur hoog is.
(Blz. 476)
■Veiligheidsbril
Draag een veiligheidsbril om uw ogen te
beschermen tegen rondvliegend of vallend
materiaal, een straal vloeistof, enz.
OPMERKING
■Wanneer u het luchtfilter verwijdert
Rijden zonder luchtfilter kan leiden tot
overmatige motorslijtage door vuil in de
inlaatlucht.
■Als het vloeistofniveau te laag of te
hoog is
Het is normaal dat het remvloeistofniveau
iets lager wordt door slijtage van de rem-
blokken of door een hoog vloeistofniveau
in de accumulator.
Als het reservoir regelmatig moet worden
bijgevuld, kan dit duiden op een serieus
probleem.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 469 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
489
7 7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
1Zet het contact UIT.
2Open het dashboardkastje. Maak
de demper los.
3Duw het dashboardkastje aan de
zijde die zich het dichtst bij het por-
tier bevindt naar binnen om de klau-
wen vrij te maken. Trek vervolgens
het dashboardkastje naar buiten en
maak de onderste klauwen vrij.4Ontgrendel de afdekkap van het fil-
ter ( ), haal de afdekkap van het
filter uit de klauwen ( ) en verwij-
der de afdekkap van het filter.
5Verwijder de filterhouder.
6Verwijder het interieurfilter uit de fil-
terhouder en vervang het.
Plaats het filter en de filterhouder met de
aanduiding UP naar boven gericht.
Interieurfilter
Het interieurfilter moet regelmatig
worden vervangen om de optimale
werking van de airconditioning te
behouden.
Verwijderen van het interieurfil-
ter
AB
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 489 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
4907-3. Zelf uit te voeren onderhoud
■Controle-interval
Vervang het interieurfilter volgens het onder-
houdsschema. In gebieden met veel stof of
met veel verkeer moet vervanging vaker
plaatsvinden. (Zie het onderhoudsboekje of
het garantieboekje voor het onderhouds-
schema.)
■Als er te weinig lucht uit de ventilatie-
roosters stroomt
Het filter kan verstopt zitten. Controleer het
filter en vervang het indien nodig.
■Als de sleutelbatterij ontladen is
De volgende verschijnselen kunnen zich
voordoen:
●Het Smart entry-systeem met startknop
(indien aanwezig) en de afstandsbediening
werken niet goed.
●Het bereik van de afstandsbediening zal
kleiner worden.
Sleufkopschroevendraaier
Kleine sleufkopschroevendraaier
Lithiumbatterij CR2032
■Gebruik een CR2032 lithiumbatterij
●Batterijen zijn verkrijgbaar bij een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige, plaatselijke
elektrozaken of fotospeciaalzaken.
●Vervang de batterij alleen door het door de
fabrikant aanbevolen type.
●Gooi batterijen niet weg, maar lever ze in
als KCA.
OPMERKING
■Bij het gebruik van de airconditioning
Controleer of het interieurfilter aanwezig is.
Als de airconditioning zonder filter gebruikt
wordt, kan het systeem beschadigd raken.
■Voorkomen van schade aan de afdek-
kap van het filter
Oefen bij het bewegen van de afdekkap
van het filter in de richting van de pijl om
de bevestiging los te nemen, geen over-
matige kracht uit op de klauwen. Anders
kunnen de klauwen beschadigd raken.
Batterij afstandsbediening/
elektronische sleutel
Vervang de batterij door een nieuw
exemplaar als deze ontladen raakt.
Mogelijk raakt de sleutel bescha-
digd als de onderstaande proce-
dure niet goed wordt uitgevoerd.
Het verdient daarom aanbeveling
om de sleutelbatterij te laten ver-
vangen door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige.
Zaken die u dient klaar te
leggen
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 490 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
593Alfabetische index
Alfabetische index
A
Aan audiosysteem
gekoppelde weergave ....................... 103
Aan navigatiesysteem
gekoppelde weergave ............... 103, 106
Aan/uit-schakelaar airbag...................... 45
ABS (antiblokkeersysteem) ................. 358
Waarschuwingslampje ...................... 513
ACA (Active Cornering Assist) ............ 358
Accessoireaansluiting ......................... 452
Accu
Accu controleren ............................... 476
Als de accu ontladen is ..................... 557
Voorbereidingen en controles
bij rijden in de winter ....................... 363
Waarschuwingslampje ...................... 512
Achterklep ............................................. 124
Achterlichten
Lampen vervangen ........................... 497
Lichtschakelaar ................................. 195
Achterruitenwisser ............................... 208
Achterruitverwarming .................. 424, 430
Achterruit ................................... 424, 430
Buitenspiegels ........................... 424, 430
Voorruit ...................................... 424, 429
Achterstoelen ....................................... 143
Hoofdsteunen .................................... 145
Stoelverwarming ............................... 434
Achteruitrijlicht
Lampen vervangen ........................... 497
Actieradius .................................... 101, 102
Active Cornering Assist (ACA)............ 358
Actueel brandstofverbruik................... 101
Adaptive High Beam-systeem ............. 201
Afdekplaat ............................................. 443
Afmetingen............................................ 566
Afstand .................................................. 104
Afstand tot de motorolie moet
worden ververst ............................. 90, 96
Afstandsbediening
Batterij vervangen ............................. 490
Energiebesparende functie ............... 138
Vergrendelen/ontgrendelen ............... 116Airbags
Aan/uit-schakelaar airbag ................... 45
Airbags................................................ 36
Algemene voorzorgsmaatregelen
airbags ............................................. 41
De juiste houding achter het stuur ...... 31
Plaats van airbags .............................. 36
Voorwaarden voor activering
curtain airbags .................................. 38
Voorwaarden voor activering
side airbags ...................................... 38
Voorwaarden voor activering
van airbags ....................................... 38
Voorwaarden voor activering van
de side airbags en curtain airbags ... 38
Voorzorgsmaatregelen airbag
voor kinderen ................................... 41
Voorzorgsmaatregelen curtain
airbags ............................................. 41
Voorzorgsmaatregelen side airbags ... 41
Voorzorgsmaatregelen side
airbags en curtain airbags ................ 41
Waarschuwingslampje SRS.............. 512
Wijzigingen aan en afvoeren
van airbags ....................................... 43
Airconditioning
Automatische airconditioning ............ 427
Geconcentreerde luchtcirculatiemodus
voorstoel (S-FLOW-modus) ........... 432
Handmatig bediende airconditioning .. 422
Interieurfilter ...................................... 489
Alarm
Alarm .................................................. 81
Waarschuwingszoemer..................... 511
Alarmknipperlichten ............................ 502
Antennes (Smart entry-systeem
met startknop) ................................... 137
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 593 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM