
179
4 4-2. Rijprocedures
Rijden
●Als het stuurslot niet kan worden ontgren-
deld, wordt “Push ENGINE Switch while 
Turning The Steering Wheel in Either 
Direction” (druk de startknop in en draai 
het stuurwiel in een willekeurige richting) 
weergegeven op het multi-informatiedis-
play. 
Druk kort en krachtig op de startknop ter-
wijl u het stuurwiel naar links en rechts 
draait.
●Om te voorkomen dat de elektromotor van 
het stuurslot oververhit raakt, kan het voor-
komen dat de werking van de elektromotor 
wordt onderbroken als de motor in korte 
tijd herhaaldelijk wordt gestart en uitgezet. 
Wacht in dat geval met het bedienen van 
de startknop. Na ongeveer 10 seconden 
zal de elektromotor van het stuurslot weer 
functioneren.
■Batterij elektronische sleutel
Blz. 490
■Bediening van de startknop
●Als de knop niet kort en krachtig wordt 
ingedrukt, wijzigt de stand van het contact 
mogelijk niet of wordt de motor niet gestart.
●Als u probeert de motor te herstarten direct 
nadat het contact UIT is gezet, dan start de 
motor in sommige gevallen niet. Wacht 
nadat u het contact UIT hebt gezet een 
paar seconden voordat u de motor her-
start.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Raadpleeg Blz. 555 als het Smart entry-sys-
teem met startknop is uitgeschakeld via de 
persoonlijke voorkeursinstellingen.
WAARSCHUWING
■Bij het starten van de motor
Start de motor altijd terwijl u in de bestuur-
dersstoel zit. Trap nooit het gaspedaal in 
terwijl u de motor start.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een 
ongeval met dodelijk of ernstig letsel tot 
gevolg.
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Als zich een storing voordoet in de motor 
terwijl de auto rijdt, vergrendel of open de 
portieren dan niet totdat de auto veilig en 
volledig tot stilstand is gekomen. Als onder 
deze omstandigheden het stuurslot wordt 
geactiveerd, kan dit leiden tot een ongeval 
met dodelijk of ernstig letsel tot gevolg.
OPMERKING
■Bij het starten van de motor
●Jaag een nog koude motor nooit op toe-
ren.
●Indien de motor moeilijk aanslaat of 
vaak afslaat, laat uw auto dan onmiddel-
lijk controleren door een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of 
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Symptomen die kunnen duiden op 
een probleem met de startknop
Wanneer u merkt dat de bediening van de 
startknop niet helemaal gaat zoals u 
gewend bent, bijvoorbeeld als de start-
knop bij het indrukken iets blijft hangen, 
kan dit duiden op een defect. Neem 
onmiddellijk contact op met een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of 
een andere naar behoren gekwalificeerde 
en uitgeruste deskundige.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 179  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM 

349
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
“Unavailable” (niet beschikbaar)
De S-IPA-schakelaar wordt bediend in een gebied 
waar geen obstakels aanwezig zijn vóór de auto of 
waar obstakels aanwezig zijn naast de auto en de 
auto kan niet wegrijden van de parkeerplaats na het 
fileparkeren.
De ondersteuningsregeling kan niet worden 
gebruikt bij het wegrijden, aangezien er obsta-
kels aanwezig zijn naast de auto of het wegrij-
den kan eenvoudig handmatig worden 
uitgevoerd. Controleer vóór het wegrijden of 
de omgeving veilig is.
“Pressure Applied to Steering Wheel” 
(stuurwiel wordt vastgehouden)
De ondersteuningsregeling wordt gestart terwijl het 
stuurwiel wordt vastgehouden.
Laat uw handen op het stuurwiel rusten zonder 
druk uit te oefenen. De ondersteuningsregeling 
treedt in werking.
“Stop the Vehicle” (breng de auto tot 
stilstand)
De auto rijdt en de ondersteuningsregeling wordt 
gestart terwijl het stuurwiel wordt vastgehouden.
Breng de auto tot stilstand en volg de aanwij-
zingen van het systeem om de ondersteu-
ningsregeling te starten.
MeldingSituatie/oplossing
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 349  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM 

351
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Wanneer de bediening tijdelijk wordt onderbroken
MeldingSituatie/oplossing
“Steering Wheel Turned” (stuurwiel 
gedraaid)
De bestuurder houdt het stuurwiel vast tijdens de 
ondersteuningsregeling.
Breng de auto tot stilstand en laat uw handen 
op het stuurwiel rusten zonder druk uit te oefe-
nen. Druk vervolgens op de S-IPA-schakelaar 
om de ondersteuningsregeling weer te starten.
“Excessive Speed” (snelheid te hoog)
De rijsnelheid wordt tijdens de ondersteuningsrege-
ling hoger dan 7 km/h
Breng de auto tot stilstand en laat uw handen 
op het stuurwiel rusten zonder druk uit te oefe-
nen. Druk vervolgens op de S-IPA-schakelaar 
om de ondersteuningsregeling weer te starten.
“Pressure Applied to Steering Wheel” 
(stuurwiel wordt vastgehouden)
De S-IPA-schakelaar wordt ingedrukt terwijl de onder-
steuningsregeling tijdelijk is onderbroken en het 
stuurwiel stevig wordt vastgehouden.
Laat uw handen op het stuurwiel rusten zonder 
druk uit te oefenen. Breng vervolgens de auto 
tot stilstand om de ondersteuningsregeling 
weer te starten.
“Stop the Vehicle” (breng de auto tot 
stilstand)
De S-IPA-schakelaar wordt ingedrukt terwijl de 
ondersteuningsregeling tijdelijk is onderbroken en 
de auto rijdt.
Laat uw handen op het stuurwiel rusten zonder 
druk uit te oefenen. Breng vervolgens de auto 
tot stilstand om de ondersteuningsregeling 
weer te starten.
“Resume” (hervatten)
De ondersteuningsregeling wordt tijdelijk onderbro-
ken (kan opnieuw worden gestart)
Breng de auto tot stilstand en laat uw handen 
op het stuurwiel rusten zonder druk uit te oefe-
nen. Druk vervolgens op de S-IPA-schakelaar 
om de ondersteuningsregeling weer te starten.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 351  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM 

485
7 7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
geregistreerde wielensets is moge-
lijk. De wielensets kunnen niet wor-
den gemengd.
■Wijzigen van wielenset
1Laat de gewenste wielenset onder 
de auto monteren.
2Druk op   of   van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel om   te selecteren.
3Druk op   of   om “Vehicle Set-
tings” (voertuiginstellingen) te selec-
teren en druk vervolgens op  .
4Druk op   of   om TPWS te 
selecteren en druk vervolgens op 
.
5Druk op  of  om “Change 
Wheel” (wielen wijzigen) te selecte-
ren. Houd vervolgens   inge-
drukt tot het waarschuwingslampje 
lage bandenspanning 3 keer lang-
zaam knippert.
6Initialiseer het bandenspannings-
waarschuwingssysteem. 
(Blz. 483)De bandenspanning staat vermeld op 
het label op de portiersponning aan 
bestuurderszijde, zoals aangegeven.
■Gevolgen van een onjuiste banden-
spanning
Het rijden met een onjuiste bandenspanning 
kan de volgende gevolgen hebben:
●Hoger brandstofverbruik
●Verminderd rijcomfort en een slechte 
handling
●Kortere levensduur van de banden als 
gevolg van slijtage
●Een onveilige auto
●Beschadiging van de aandrijflijn
Als een band vaak moet worden opgepompt, 
laat deze dan controleren door een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Bandenspanning
Zorg ervoor dat de banden de 
juiste spanning hebben. De ban-
denspanning moet ten minste een-
maal per maand gecontroleerd 
worden. Toyota beveelt u echter 
aan de bandenspanning eens per 
twee weken te controleren. 
(Blz. 573)
Informatielabel 
bandenspanning
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 485  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM