
2INHOUDSOPGAVE
Ter informatie ..........................................6
Over deze handleiding............................9
Zoekmethoden......................................10
Overzicht ..............................................11
1-1. Voor een veilig gebruik
Voordat u gaat rijden ...................30
Veilig rijden..................................31
Veiligheidsgordels .......................32
Airbags ........................................36
Belangrijke 
voorzorgsmaatregelen in 
verband met uitlaatgassen .......44
1-2. Veiligheidsvoorzieningen 
voor kinderen
Aan/uit-schakelaar airbag ...........45
Rijden met kinderen in de auto ...46
Baby- en kinderzitjes...................47
1-3. Noodoproep
eCall ............................................69
1-4. Antidiefstalsysteem
Startblokkering ............................79
Supervergrendeling.....................80
Alarm...........................................81
2-1. Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjes 
en controlelampjes ...................84
Meters en tellers 
(4,2 inch display) ......................89
Meters en tellers 
(7 inch display) .........................93
Multi-informatiedisplay ................99
Head-up display .......................106
Informatie over 
brandstofverbruik ...................1113-1. Informatie over sleutels
Sleutels ....................................114
3-2. Openen, sluiten en 
vergrendelen van de portieren
Portieren...................................119
Achterklep ................................124
Smart entry-systeem 
met startknop
...............................................137
3-3. Verstellen van de stoelen
Voorstoelen ..............................142
Achterstoelen ...........................143
Hoofdsteunen ...........................145
3-4. Verstellen van het 
stuurwiel en de spiegels
Stuurwiel ..................................147
Binnenspiegel...........................148
Buitenspiegels ..........................150
3-5. Openen en sluiten van 
de ruiten
Elektrisch bedienbare ruiten.....152
Panoramadak ...........................155
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto ...................160
Lading en bagage ....................167
Rijden met een 
aanhangwagen ......................168
4-2. Rijprocedures
Contactslot (auto's zonder 
Smart entry-systeem 
en startknop) ..........................176
Startknop (auto's met 
Smart entry-systeem 
en startknop) ..........................178
1Veiligheid en beveiliging
2Voertuigstatusinformatie 
en controlelampjes
3Voordat u gaat rijden
4Rijden
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 2  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM 

5INHOUDSOPGAVE
1
6 5
4
3
2
9
8
7
8-1. Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten .................502
Als uw auto in geval van nood 
tot stilstand moet worden 
gebracht.................................502
Als de auto onder water staat 
of het water op de weg stijgt ..503
8-2. Stappen die genomen moeten 
worden in noodgevallen
Als uw auto moet worden 
gesleept .................................505
Als u denkt dat er iets mis is ....509
Uitschakelsysteem 
brandstofpomp.......................510
Als een waarschuwingslampje 
gaat branden of een 
waarschuwingszoemer 
klinkt ......................................511
Als er een 
waarschuwingsmelding 
wordt weergegeven ...............520
Als uw auto een lekke band 
heeft (auto's met een 
bandenreparatieset) ..............522
Als uw auto een lekke band 
heeft (auto's met een 
reservewiel) ...........................540
Als de motor niet wil aanslaan...553
Als u uw sleutels verliest ..........555
Als de elektronische sleutel 
niet goed werkt ......................555
Als de accu ontladen is ............557
Als uw auto oververhit raakt.....561
Als de auto vast komt te zitten ..5649-1. Specificaties
Onderhoudsgegevens 
(brandstof, oliepeil, enz.) .......566
Informatie over brandstof .........576
9-2. Persoonlijke 
voorkeursinstellingen
Systemen met mogelijkheden 
voor persoonlijke 
voorkeursinstellingen .............577
9-3. Initialisatie
Te initialiseren onderdelen .......588
Wat moet u doen als... 
(Problemen oplossen)............590
Alfabetische index ....................593
8Bij problemen9Voertuigspecificaties
Index
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 5  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM 

16Overzicht
Wanneer een waarschuwingsmelding wordt weergegeven ...................... Blz. 520
Richtingaanwijzerschakelaar ................................................................. Blz. 189
Lichtschakelaar ....................................................................................... Blz. 195
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten/dagrijverlichting ................. Blz. 195
Mistlampen voor
*4/mistachterlicht ............................................................. Blz. 204
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers................................................ Blz. 205
Schakelaar achterruitenwisser en -sproeier ......................................... Blz. 208
Gebruik .............................................................................................. Blz. 205, 208
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof .......................................................... Blz. 478
Schakelaar alarmknipperlichten ............................................................ Blz. 502
Ontgrendelingshendel motorkap ........................................................... Blz. 470
Ontgrendelingshendel stuurverstelling ................................................ Blz. 147
Airconditioning ................................................................................ Blz. 422, 427
Gebruik .............................................................................................. Blz. 422, 427
Achterruitverwarming ........................................................................ Blz. 424, 430
Audiosysteem
*4, 5.................................................................................... Blz. 368
*1: Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
*2: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
*3: Auto's met Multidrive CVT
*4: Indien aanwezig
*5: Raadpleeg bij auto's met een navigatie-/multimediasysteem de handleiding voor het 
navigatie- en multimediasysteem.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 16  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM 

23Overzicht
Wanneer een waarschuwingsmelding wordt weergegeven ...................... Blz. 520
Richtingaanwijzerschakelaar ................................................................. Blz. 189
Lichtschakelaar ....................................................................................... Blz. 195
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten/dagrijverlichting ................. Blz. 195
Mistlampen voor
*4/mistachterlicht ............................................................. Blz. 204
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers................................................ Blz. 205
Schakelaar achterruitenwisser en -sproeier ......................................... Blz. 208
Gebruik .............................................................................................. Blz. 205, 208
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof .......................................................... Blz. 478
Schakelaar alarmknipperlichten ............................................................ Blz. 502
Ontgrendelingshendel motorkap ........................................................... Blz. 470
Ontgrendelingshendel stuurverstelling ................................................ Blz. 147
Airconditioning ................................................................................ Blz. 422, 427
Gebruik .............................................................................................. Blz. 422, 427
Achterruitverwarming ........................................................................ Blz. 424, 430
Audiosysteem
*4, 5.................................................................................... Blz. 368
*1: Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
*2: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
*3: Auto's met Multidrive CVT
*4: Indien aanwezig
*5: Raadpleeg bij auto's met een navigatie-/multimediasysteem de handleiding voor het 
navigatie- en multimediasysteem.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 23  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM 

1
29
Veiligheid en beveiliging
1
Veiligheid en beveiliging
.1-1. Voor een veilig gebruik
Voordat u gaat rijden ................30
Veilig rijden ...............................31
Veiligheidsgordels.....................32
Airbags .....................................36
Belangrijke 
voorzorgsmaatregelen in 
verband met uitlaatgassen .....44
1-2. Veiligheidsvoorzieningen 
voor kinderen
Aan/uit-schakelaar airbag .........45
Rijden met kinderen in 
de auto ...................................46
Baby- en kinderzitjes ................47
1-3. Noodoproep
eCall .........................................69
1-4. Antidiefstalsysteem
Startblokkering..........................79
Supervergrendeling ..................80
Alarm ........................................81
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 29  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM 

381-1. Voor een veilig gebruik
■Als de airbags worden geactiveerd
●U kunt lichte schaafplekken, brandwonden, 
kneuzingen, e.d. oplopen als gevolg van de 
zeer hoge snelheid waarmee de airbags 
worden geactiveerd door hete gassen.
●Er is een luide knal hoorbaar en er komt 
wit poeder vrij.
●Gedurende enkele minuten na het active-
ren van de airbags kunnen de onderdelen 
van de airbagmodule (stuurwielnaaf, 
afdekkap airbag en ontstekingsmecha-
nisme) evenals de voorstoelen, delen van 
de voor- en achterstijlen en de daklijstbe-
kleding nog heet zijn. De airbag zelf kan 
ook heet zijn.
●De voorruit kan barsten.
●Het remsysteem en de remlichten worden 
automatisch aangestuurd. (Blz. 359)
●De interieurverlichting gaat automatisch 
branden. (Blz. 438)
●De alarmknipperlichten worden automa-
tisch ingeschakeld. (Blz. 502)
●De brandstoftoevoer naar de motor wordt 
gestopt. (Blz. 510)
●Auto's met eCall: Als een van de volgende 
situaties zich voordoet, verstuurt het sys-
teem automatisch een noodoproep
* naar 
het eCall-controlecentrum. De locatie van 
de auto wordt doorgegeven (zonder dat de 
toets SOS hoeft te worden ingedrukt) en 
een medewerker zal proberen om met de 
inzittenden te praten om de ernst van de 
situatie vast te stellen en te bepalen of hulp 
nodig is. Als de inzittenden niet in staat zijn 
om te communiceren, behandelt de mede-
werker de oproep automatisch als een 
noodgeval en schakelt hij of zij de noodza-
kelijke hulpdiensten in. (Blz. 69)
• Een airbag is geactiveerd.
• Een gordelspanner is geactiveerd.
• De auto is betrokken bij een ernstige aan-
rijding van achteren.
*: In sommige gevallen kan er geen oproep 
worden verzonden. (Blz. 70)
■Voorwaarden voor activering van de air-
bags (airbags voor)
●De airbags voor worden geactiveerd als 
een bepaalde drempelwaarde wordt over-
schreden (vergelijkbaar met een frontale 
aanrijding met een snelheid van ongeveer 
20 - 30 km/h tegen een muur die niet kan 
bewegen of vervormen).
Deze drempelsnelheid kan in de volgende 
situaties echter veel hoger liggen:
• Wanneer de auto iets raakt dat kan bewe-
gen en/of vervormen, zoals een gepar-
keerde auto of lantaarnpaal
• Wanneer de auto betrokken raakt bij een 
ongeval waarbij de neus van de auto onder 
een vrachtwagen terechtkomt
■Voorwaarden voor activering van de air-
bags (side airbags en curtain airbags)
●De side airbags en curtain airbags worden 
geactiveerd als een bepaalde drempel-
waarde wordt overschreden (vergelijkbaar 
met ter plaatse van het passagierscompar-
timent aangereden worden met een snel-
heid van ongeveer 20 - 30 km/h door een 
ongeveer 1.500 kg wegend voertuig, 
komend vanuit een richting die haaks staat 
op de positie van de auto).
●Beide curtain airbags worden mogelijk ook 
geactiveerd bij een zware aanrijding van 
opzij.
●Beide curtain airbags worden mogelijk ook 
geactiveerd bij een zware frontale aanrij-
ding.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 38  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM 

73
1 1-3. Noodoproep
Veiligheid en beveiliging
2.1.
Elke verwerking van persoonsgegevens die via het in 
het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde eCall-
systeem zijn verzameld, moet voldoen aan de regelge-
ving met betrekking tot persoonsgegevens zoals vast-
gelegd in richtlijn 95/46/EG en 2002/58/EG, en moet 
met name zijn gebaseerd op de noodzaak om de vitale 
belangen van personen te beschermen, conform artikel 
7(d) van richtlijn 95/46/EG.
O
2.2.
De verwerking van dergelijke gegevens dient strikt 
beperkt te blijven tot het doel van het behandelen van 
de eCall-noodoproep naar het Europese alarmnummer 
112.
O
2.3. Soorten gegevens en hun ontvangers
2.3.1.
Het in het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde 
eCall-systeem kan alleen de volgende gegevens ver-
zamelen en verwerken: voertuigidentificatienummer, 
type voertuig (personenauto of lichte bestelwagen), 
type brandstof/aandrijving van het voertuig (benzine/
diesel/aardgas/LPG/elektriciteit/waterstof), laatste drie 
locaties en rijrichting van het voertuig, logbestand van 
de automatische activering van het systeem inclusief 
tijdstip van activering
O
2.3.2.
De ontvangers van de door het in het voertuig geïnte-
greerde op 112 gebaseerde eCall-systeem verwerkte 
gegevens zijn de relevante openbare alarmcentrales 
die zijn aangewezen door de publieke autoriteiten van 
het land waarin deze centrales zijn gevestigd om als 
eerste eCall-oproepen naar het Europese alarmnum-
mer 112 te ontvangen en te verwerken.
O
Gebruikersinformatie uitvoering regelgeving, bijlage 1, DEEL 3Conformiteit
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 73  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM 

801-4. Antidiefstalsysteem
*: Indien aanwezig
■Zaken die gecontroleerd moeten 
worden alvorens de auto te ver-
grendelen
Controleer onderstaande zaken om 
ongewild activeren van het alarm en 
diefstal te voorkomen:
Er is niemand in de auto.
De ruiten en het panoramadak 
(indien aanwezig) zijn gesloten voor-
dat het alarm wordt ingeschakeld.
Er zijn geen waardevolle spullen of 
persoonlijke zaken in de auto achter-
gebleven.
■Inschakelen
Sluit de portieren, de achterklep en de 
motorkap en vergrendel alle portieren 
met de instapfunctie (indien aanwezig) 
of de afstandsbediening. Na 30 secon-
den wordt het systeem automatisch 
ingeschakeld.
Het systeem is ingeschakeld zodra het con-
trolelampje niet meer constant brandt maar 
knippert.
■Deactiveren of uitschakelen
Voer een van de onderstaande hande-
lingen uit om het alarm te deactiveren 
of uit te schakelen:
Ontgrendel de portieren met de 
instapfunctie (indien aanwezig) of de 
afstandsbediening.
Start de motor. (Het alarm wordt na 
enkele seconden gedeactiveerd of 
uitgeschakeld.)
Alarm*
Met licht en geluid worden alarm-
signalen gegeven wanneer er een 
inbraakpoging wordt gedetecteerd. 
Wanneer het alarmsysteem is inge-
schakeld, wordt het alarm onder de 
volgende omstandigheden geacti-
veerd:
Als een vergrendeld portier wordt 
ontgrendeld of geopend zonder 
gebruik te maken van de instap-
functie (indien aanwezig) of de 
afstandsbediening. (De portieren 
zullen automatisch opnieuw wor-
den vergrendeld.)
Als de motorkap wordt geopend.
Inschakelen/uitschakelen/
uitzetten van het alarmsysteem
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 80  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM