Page 25 of 276

23
Instrumentenpaneel
1Deze systemen kunnen worden gebruikt:
– Als de auto niet wordt opgeladen, wanneer het
lampje READY brandt.
–
Als de auto wordt opgeladen, wanneer het contact is
aangezet (stand "Lounge").
Wanneer de ECO-modus is geselecteerd, worden
de prestaties van bepaalde uitrustingselementen
beperkt. De naald of cursor van de verbruiksmeter van
de thermisch-comfortfuncties gaat dan naar de zone
" ECO".
Als u het interieur snel wilt verwarmen of
koelen, dan kunt u tijdelijk de maximale stand
van de verwarming of airconditioning selecteren.
Wanneer de verwarming op de hoogste stand
staat, bevindt de verbruiksmeter van de thermisch-
comfortfuncties zich in de zone MAX. Wanneer de
airconditioning op de hoogste stand staat, blijft de
meter in de zone ECO.
Bij overmatig gebruik van de thermisch-
comfortfuncties, vooral bij lage snelheden, kan de
actieradius van de auto aanzienlijk afnemen.
Optimaliseer de instellingen van de
uitrustingselementen zodra het gewenste
comfortniveau is bereikt en stel ze indien nodig af
wanneer u de auto start.
Wanneer de verwarming langere tijd niet is gebruikt,
kunt u een bepaalde geur ruiken gedurende
de eerste minuten dat de verwarming weer is
ingeschakeld.
Handmatige controle
Met deze functie kunnen bepaalde indicatoren worden
gecontroleerd en kan het logboek met waarschuwingen
worden weergegeven.
Deze is toegankelijk via de toets "Check" in het menu Rijverlichting / Auto
van het
touchscreen.
De volgende gegevens worden op het
instrumentenpaneel weergegeven:
–
Motorolieniveau.
–
Onderhoudsinterval.
–
Bandenspanning.
–
Actieradius met de
AdBlue® voor het SCR-systeem
(BlueHDi-dieselmotor).
–
Actuele waarschuwingen.
Deze informatie verschijnt ook automatisch elke keer wanneer u het contact aanzet.
Kilometerteller
De kilometerteller geeft de totale kilometerstand van de
auto aan.
Als het contact is aangezet, wordt altijd de totale
afstand weergegeven. Deze waarde wordt nog
30 seconden na het afzetten van het contact
weergegeven. Ook wordt deze waarde weergegeven
als het bestuurdersportier wordt geopend, en als de
auto wordt vergrendeld of ontgrendeld.
Voor reizen in het buitenland kan de eenheid van de afstand (km of mijl) worden aangepast:
de snelheid moet namelijk worden weergegeven in
de officiële eenheid van het land (km/h of mph).
U kunt bij stilstaande auto deze eenheid wijzigen via
het configuratiemenu van het scherm.
Dimmer verlichting
Met dit systeem kunt u de lichtsterkte van de
dashboardverlichting handmatig aanpassen aan het
licht van de omgeving.
Met touchscreen met
Bluetooth-audiosysteem
► Druk op het menu Instellingen.
► Selecteer "Display".
► Stel de helderheid in met de
toetsen.
U kunt ook het scherm uitschakelen:
► Selecteer " Scherm uit".
Het scherm wordt volledig uitgeschakeld.
►
Druk nog een keer op het scherm (op een
willekeurig gedeelte) om het weer in te schakelen.
Met PEUGEOT Connect Radio
► Druk op deze toets om het menu
" Instellingen" te selecteren.
► Selecteer " Lichtsterkte".
Page 26 of 276

24
Instrumentenpaneel
Na het tanken van minimaal 5 liter brandstof wordt de
actieradius opnieuw berekend en weergegeven als
deze meer dan 100 km bedraagt.
Wanneer tijdens het rijden permanent streepjes worden
weergegeven in plaats van cijfers, duidt dit op een
storing.
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
Huidig verbruik
(l/100 km, km/l of mijl/gallon)
(kWh/100 km, km/kWh of mijl/kWh) (Elektrisch)
/ Berekend over de laatste seconden.
Deze functie wordt alleen weergegeven bij snelheden
vanaf 30 km/h (benzine of diesel).
Gemiddeld verbruik
(l/100 km, km/l of mijl/gallon)
(kWh/100 km, km/kWh of mijl/kWh) (Elektrisch)
/ Berekend sinds de laatste nulstelling van de trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mijl/h)Berekend sinds de laatste nulstelling van de trajectgegevens.
Afgelegde afstand
(km of mijl)Berekend sinds de laatste nulstelling van de trajectgegevens.
► Stel de lichtsterkte af door op de pijlen te
drukken of de cursor te verplaatsen.
De instellingen worden direct toegepast.
►
Druk buiten het instellingenvenster op het scherm
om af te sluiten.
U kunt ook het scherm uitschakelen:
► Druk op deze toets om het menu
" Instellingen" te selecteren.
► Selecteer " Dark".
Het scherm wordt volledig uitgeschakeld.
►
Druk nog een keer op het scherm (op een
willekeurig gedeelte) om het weer in te schakelen.
Met PEUGEOT Connect Nav
Met de lichten ingeschakeld:► Druk op deze toets om het menu
" Instellingen" te selecteren.
►
Selecteer "
OPTIES".
► Selecteer " Schermconfig.".
►
Selecteer het tabblad "
Lichtsterkte".
► Stel de lichtsterkte van het
instrumentenpaneel en het scherm af door op
de pijlen te drukken of de cursor te verplaatsen.
► Druk op deze toets om op te slaan en af te
sluiten.
U kunt ook het scherm uitschakelen:
► Druk op deze toets om het menu
" Instellingen" te selecteren.
► Selecteer " Scherm uit".
Het scherm wordt volledig uitgeschakeld. ►
Druk nog een keer op het scherm (op een
willekeurig gedeelte) om het weer in te schakelen.
Boordcomputer
Toont informatie over de huidige rit (actieradius, brandstofverbruik, gemiddelde snelheid, enz.).
Weergave van informatie op het
instrumentenpaneel
Bij instrumentenpaneel met meters
Wanneer u op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar drukt, worden de gegevens van
de boordcomputer weergegeven.
Met digitaal instrumentenpaneel
De gegevens van de boordcomputer worden
permanent weergegeven als de weergavemodus
" Persoonlijk" is geselecteerd.
Druk bij alle andere weergavemodi op het uiteinde van
de ruitenwisserschakelaar om deze informatie tijdelijk
op een specifiek scherm weer te geven.
Weergave van de verschillende tabbladen
► Wanneer u op de toets op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar drukt, worden de volgende
tabbladen na elkaar weergegeven:
–
Actuele informatie:•
Actieradius (benzine of diesel).
•
Huidig brandstofverbruik.
•
T
ijdteller Stop & Start-systeem (benzine of diesel).
–
T
raject "1 " en daarna "2 ":
•
Gemiddelde snelheid.
•
Gemiddeld brandstofverbruik.
•
Afgelegde afstand.
Traject resetten
► Druk langer dan 2 seconden op de knop op
het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar
wanneer het gewenste traject wordt weergegeven.
Traject "1 " en "2" zijn onafhankelijk en ze worden op
dezelfde manier gebruikt.
Begrippen
De actieradius
(km of mijl)
Afstand die u nog met de resterende hoeveelheid brandstof kunt afleggen
(gebaseerd op het gemiddelde verbruik over de laatste
afgelegde kilometers).
Deze waarde kan schommelen door een verandering in
rijstijl of van het reliëf op de route, waardoor het actuele
brandstofverbruik aanzienlijk kan wijzigen.
Als de actieradius minder dan 30
km bedraagt, worden
streepjes weergegeven.
Page 27 of 276

25
Instrumentenpaneel
1Na het tanken van minimaal 5 liter brandstof wordt de
actieradius opnieuw berekend en weergegeven als
deze meer dan 100 km bedraagt.
Wanneer tijdens het rijden permanent streepjes worden
weergegeven in plaats van cijfers, duidt dit op een
storing.
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
Huidig verbruik
(l/100 km, km/l of mijl/gallon)
(kWh/100 km, km/kWh of mijl/kWh) (Elektrisch)
/ Berekend over de laatste seconden.
Deze functie wordt alleen weergegeven bij snelheden
vanaf 30
km/h (benzine of diesel).
Gemiddeld verbruik
(l/100 km, km/l of mijl/gallon)
(kWh/100 km, km/kWh of mijl/kWh) (Elektrisch)
/ Berekend sinds de laatste nulstelling van de trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mijl/h)Berekend sinds de laatste nulstelling van de trajectgegevens.
Afgelegde afstand
(km of mijl)Berekend sinds de laatste nulstelling van de trajectgegevens.
Tijdteller Stop & Start-systeem
(minuten/seconden of uren/minuten)
Als uw auto is uitgerust met Stop & Start, registreert
een teller hoe lang de STOP-stand tijdens een traject
is geactiveerd.
De tijdteller wordt gereset telkens wanneer het contact
wordt aangezet.
5 inch touchscreen
Dit systeem heeft de volgende functies:
– Bediening van het audiosysteem en de
telefoonfuncties, en weergave van de bijbehorende
informatie.
–
T
oegang tot de configuratiemenu's van de functies
en systemen van de auto.
–
Bediening van het airconditioningssysteem
(afhankelijk van de uitvoering).
Zet de auto uit veiligheidsoverwegingen altijd stil voordat u handelingen uitvoert die
uw volledige aandacht vragen.
Bepaalde functies zijn niet beschikbaar als de auto
rijdt.
Adviezen
Houd geen puntige voorwerpen tegen het touchscreen.
Raak het touchscreen niet aan met vochtige vingers.
Gebruik een schone en zachte doek om het
touchscreen te reinigen.
Belangrijkste
bedieningselementen
Met het contact uit: inschakelen van het systeem
Bij draaiende motor: geluid onderbreken
Draaiknop links: geluidsvolume aanpassen (draaien)/directe toegang tot het menu Media
(drukken)
Draaiknop rechts: luchtopbrengst aanpassen (draaien)/
directe toegang tot het menu Airconditioning
(drukken)
Toegang tot de menu's
Terug naar het vorige scherm of bevestigen
Als u enkele seconden niets op de tweede
pagina doet, wordt automatisch de eerste
pagina weer weergegeven.
Menu's
Radio
Media
Page 28 of 276

26
Instrumentenpaneel
Zie het betreffende deel voor meer informatie over de
handbediende airconditioning of de automatische
airconditioning.
Met 7 inch touchscreen
Gebruik de toetsen rondom het touchscreen om
de menu's te openen en druk vervolgens op de
aanraaktoetsen op het touchscreen.
Met 10 inch touchscreen
Gebruik de toetsen onder het touchscreen om
de menu's te openen en druk vervolgens op de
aanraaktoetsen op het touchscreen.
Airconditioning Instellingen voor de temperatuur, luchtstroom
enz.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie over
de handbediende airconditioning.
Telefoon
Rijverlichting
Activering, deactivering en instellingen van
bepaalde functies.
Instellingen Belangrijkste systeeminstellingen.
Zie de hoofdstukken over de audio- en telematicasystemen voor meer informatie over
de menu's.
7 of 10 inch touchscreen
Dit systeem heeft de volgende functies:
– Permanente weergave van de tijd en de
buitentemperatuur (er brandt een blauw lampje bij kans
op gladheid).
–
Bediening verwarming/airconditioning.
–
T
oegang tot de configuratiemenu's van de functies
en systemen van de auto.
–
Bediening van het audiosysteem en de
telefoonfuncties, en weergave van de bijbehorende
informatie.
–
W
eergave van de informatie van de
parkeerhulpsystemen (grafische weergave van de
parkeerhulp, Park Assist
enz.).
– Toegang tot de internetdiensten en weergave van de
bijbehorende informatie.
–
Bediening van het navigatiesysteem en weergave
van de bijbehorende informatie (afhankelijk van de
uitvoering).
Zet de auto uit veiligheidsoverwegingen altijd stil voordat u handelingen uitvoert die
uw volledige aandacht vragen.
Bepaalde functies zijn niet beschikbaar als de auto
rijdt.
Adviezen
Het touchscreen is een capacitief scherm.
– Houd geen puntige voorwerpen tegen het
touchscreen.
–
Raak het touchscreen niet aan met vochtige vingers.
–
Gebruik een schone, zachte doek om het
touchscreen te reinigen.
Belangrijkste
bedieningselementen
Met Alles-In-Een
Audiosysteem aan/uit.
Volumeregeling/onderbreken van het
geluid.
Zie het deel "Audio en telematica".
Toegang tot de menucarrousel.
►
Druk op deze toets aan de zijkant van het
touchscreen en druk daarna op de aanraaktoetsen op
het touchscreen.
Toegang tot de instellingen van de airconditioning.
►
Druk op deze toets onder het touchscreen.
Page 29 of 276

27
Instrumentenpaneel
1Zie het betreffende deel voor meer informatie over de
handbediende airconditioning of de automatische
airconditioning.
Met 7 inch touchscreen
Gebruik de toetsen rondom het touchscreen om
de menu's te openen en druk vervolgens op de
aanraaktoetsen op het touchscreen.
Met 10 inch touchscreen
Gebruik de toetsen onder het touchscreen om
de menu's te openen en druk vervolgens op de
aanraaktoetsen op het touchscreen.
Werkingsprincipes
Bepaalde menu's worden op twee pagina's
weergegeven: druk op de toets "OPTIES" om de
tweede pagina te bekijken.
Als u niets op de tweede pagina doet, wordt automatisch de eerste pagina weer
weergegeven.
Druk op "ON" of "OFF" om een functie in of uit te
schakelen.
Een functie configureren.
Toegang tot aanvullende informatie over de
functie.
Bevestigen.
Terug naar de vorige pagina of bevestigen.
Menu's
Druk met drie vingers op het touchscreen om
alle menutoetsen weer te geven.
Zie de hoofdstukken over de audio- en telematicasystemen voor meer informatie over
de menu's.
Radio/Media
Airconditioning Instellingen voor de temperatuur, luchtstroom
enz. Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie
over de handbediende airconditioning of de
automatische airconditioning.
Navigatie (Afhankelijk van de
uitrusting)
Rijverlichting of Auto (afhankelijk van uitvoering)
Activering, deactivering en instellingen van bepaalde
functies.
De functies staan op 2 tabbladen: "Snelkoppelingen"
en "Overige instellingen".
Telefoon
Connect-App Toegang tot bepaalde te configureren
functies.
Energie Toegang tot de specifieke elektrische functies
(energiestroom, verbruiksstatistieken, geprogrammeerd
laden), verdeeld over 3 overeenkomstige tabbladen.
of
Instellingen Belangrijkste instellingen van het
audiosysteem, het touchscreen en het digitale
instrumentenpaneel.
Instellen van het volume/onderbreken van het geluid
Informatiebalk(en)
Bepaalde informatie wordt permanent weergegeven in
de informatiebalk(en) van het touchscreen.
Page 30 of 276

28
Instrumentenpaneel
– Aflezen van de laadtoestand en de actieradius van
de auto.
Installatieprocedure
► Download de app MYPEUGEOT APP vanaf de voor
uw smartphone geschikte online store.
► Maak een account aan.
► Voer het VIN van de auto in (het nummer op het
kentekenbewijs van de auto dat begint met "VF").
Zie het betreffende deel voor meer informatie over de
identificatie.
Netwerkbereik Zorg ervoor dat uw auto zich bevindt in
een gebied met dekking van een mobiel netwerk
wanneer u op afstand bedienbare functies wilt
gebruiken.
Wanneer deze dekking er niet is, kan uw
smartphone niet met de auto communiceren
(bijvoorbeeld in een ondergrondse parkeergarage).
De app geeft dan een melding dat er geen
verbinding met de auto kan worden gemaakt.
Bovenste balk van het 7 inch touchscreen
– Tijd en buitentemperatuur (er gaat een blauw
waarschuwingslampje branden bij kans op gladheid).
–
Informatie over de airconditioning en rechtstreekse
toegang tot het betreffende menu.
–
Informatie over de menu's
Radio Media en
Telefoon.
–
Berichten.
–
T
oegang tot de Instellingen voor het touchscreen
en het digitale instrumentenpaneel (datum/tijd, taal,
eenheden enz.).
Zijbalken van het 10 inch touchscreen
– Buitentemperatuur (er gaat een blauw
waarschuwingslampje branden bij kans op gladheid).
–
T
oegang tot de Instellingen voor het touchscreen
en het digitale instrumentenpaneel (datum/tijd, taal,
eenheden enz.).
–
Berichten.
–
Informatie over de airconditioning en rechtstreekse
toegang tot het betreffende menu.
–
Tijd.
Menu Energie
Dit menu is alleen beschikbaar met PEUGEOT
Connect Nav .
Afhankelijk van de uitvoering is dit als volgt
toegankelijk:
– direct, door op de toets bij het touchscreen te
drukken (bij het touchscreen van 10").
– via het menu Applicaties.
Stroom
De pagina geeft in real time de werking van de
elektrische aandrijflijn weer.
1.Actieve rijstand
2. Elektromotor
3. Schatting laadniveau tractiebatterij
4. Energiestromen
De kleur van de energiestromen is afhankelijk van de
manier van rijden:
A. Blauw: energieverbruik
B. Groen: terugwinning van energie
Statistieken
Op deze pagina worden de statistieken over het
verbruik van elektrische energie weergegeven.
– Blauwe staven: direct verbruikte energie die door de
tractiebatterij is geleverd.
– Groene staven: tijdens het vaart minderen en
remmen teruggewonnen energie die wordt gebruikt om
de tractiebatterij op te laden.
Het gemiddelde resultaat voor de huidige rit wordt
weergegeven in kWh/100 km.
►
U kunt de schaal van de weergegeven tijd
veranderen met de toetsen
- en + .
Een huidige rit is elke rit die langer dan 20
minuten duurt zonder dat het contact wordt
afgezet.
Laden
Op deze pagina kunt u het laden programmeren.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie over
het laden van de tractiebatterij (elektrisch).
Extra op afstand bedienbare
functies (elektrische auto)
(Afhankelijk van het land waar de auto is verkocht)
De volgende functies zijn
beschikbaar in de app MYPEUGEOT
APP, die toegankelijk is vanaf een
smartphone:
–
Aansturen van het laden van de tractiebatterij
(geprogrammeerd laden).
–
Aansturen van de voorverwarming / -koeling.
–
Aflezen van statistieken (waar beschikbaar).
Page 31 of 276
29
Instrumentenpaneel
1– Aflezen van de laadtoestand en de actieradius van
de auto.
Installatieprocedure
► Download de app MYPEUGEOT APP vanaf de voor
uw smartphone geschikte online store.
►
Maak een account aan.
►
V
oer het VIN van de auto in (het nummer op het
kentekenbewijs van de auto dat begint met "VF").
Zie het betreffende deel voor meer informatie over de
identificatie.
Netwerkbereik Zorg ervoor dat uw auto zich bevindt in
een gebied met dekking van een mobiel netwerk
wanneer u op afstand bedienbare functies wilt
gebruiken.
Wanneer deze dekking er niet is, kan uw
smartphone niet met de auto communiceren
(bijvoorbeeld in een ondergrondse parkeergarage).
De app geeft dan een melding dat er geen
verbinding met de auto kan worden gemaakt.
Page 32 of 276

30
Toegang
Afstandsbediening/sleutel
Functies van de
afstandsbediening
Afhankelijk van de uitvoering, De afstandsbediening
kan worden gebruikt om de volgende functies op
afstand te regelen:
–
Ontgrendelen / vergrendelen / supervergrendelen
van de auto.
–
Bedienen van verlichting op afstand.
–
Inklappen / uitklappen van de buitenspiegels.
–
Inschakelen / uitschakelen van het alarmsysteem.
–
Lokaliseren van de auto.
–
Sluiten van de ruiten.
–
Activeren van de elektrische startonderbreker van
de auto.
De auto kan met behulp van noodprocedures worden
vergrendeld / ontgrendeld, bijvoorbeeld als de
afstandsbediening of de centrale vergrendeling defect is, of als de accu leeg is. Zie het betreffende deel voor
meer informatie over de Noodprocedures.
Geïntegreerde sleutel
De sleutel in de afstandsbediening kan voor het
volgende worden gebruikt, afhankelijk van de
uitvoering:
–
De auto ontgrendelen/vergrendelen/
supervergrendelen.
–
De handmatige kinderbeveiliging inschakelen/
uitschakelen.
–
De airbag vóór aan passagierszijde inschakelen/
uitschakelen.
–
De portieren met de reservefunctie ontgrendelen/
vergrendelen.
–
Contact inschakelen en de motor starten/afzetten.
Zonder Elektronische sleutel
► Druk op de knop om de sleutel uit of in te klappen.
Met Elektronische sleutel
► Houd de knop uitgetrokken om de sleutel te
verwijderen of terug te plaatsen.
Wanneer de ingebouwde sleutel is uitgenomen, dient u deze altijd bij u te houden
om de betreffende noodprocedures uit te kunnen
voeren.
Ontgrendelen van de auto
De selectieve ontgrendeling kan worden ingesteld in het menu
Rijverlichting / Auto
van het touchscreen.
Volledige ontgrendeling
► Druk op de ontgrendelknop.
Selectieve ontgrendeling
Bestuurdersportier en brandstofvulklep / klep van
de laadaansluiting
►
Druk op de ontgrendeltoets.
►
Druk
nogmaals op de toets om de andere portieren
en de achterklep te ontgrendelen.
De laadstekker kan bij de tweede keer drukken worden
losgekoppeld.
De volledige of selectieve ontgrendeling en de
uitschakeling van het alarm worden bevestigd
door het knipperen van de parkeerlichten en / of
dagrijverlichting.
Afhankelijk van de uitvoering worden de buitenspiegels
uitgeklapt.
De auto vergrendelen
Normale vergrendeling
► Druk op de vergrendeltoets.
De vergrendeling en, afhankelijk van de uitvoering, de
inschakeling van het alarm worden bevestigd door het
branden van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering worden de buitenspiegels
ingeklapt.
Als een van de portieren of de achterklep niet goed is gesloten, kan de auto niet worden
vergrendeld. Als de auto echter is uitgerust met een
alarmsysteem, dan wordt dit na ongeveer 45
seconden ingeschakeld.
Als de auto wordt ontgrendeld maar de portieren
of de achterklep worden vervolgens niet geopend,
dan wordt de auto automatisch na ongeveer 30
seconden weer vergrendeld. Als de auto is uitgerust
met een alarmsysteem, dan wordt dit automatisch
weer ingeschakeld.