Page 217 of 244

215
CITROËN Connect Nav
12Om gebruik te kunnen maken van online
navigatie moet het profiel "Gegevens
mobiel internet " zijn geselecteerd (indien uw
auto niet beschikt over de diensten
"Noodoproep en pechhulpoproep"), nadat u
eerst op uw smartphone het delen van de
mobiele dataverbinding hebt geactiveerd.
Selecteer één of meer profielen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Wi-Fi-verbinding
Verbinding met het netwerk via Wi-Fi van de
smartphone.
Druk op Connect-App om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Verbinding Wi-Fi-netwerk".
Selecteer het tabblad "Beveiligd", "Niet
beveiligd ", of "Opgeslagen".
Selecteer een netwerk.
Voer, via het virtuele toetsenbord, voor
het netwerk de Wi-Fi, "Sleutel" en het
"Wachtwoord" in.
Druk op "OK" om de verbinding tot stand
te brengen.
De Wi-Fi-verbinding en Wi-Fi-verbinding
delen kunnen niet tegelijkertijd worden
gebruikt.
Wi-Fi-verbinding delen
Een lokaal Wi-Fi-netwerk aanmaken via het
systeem.
Druk op Connect-App om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Wifi-verbinding delen ".
Selecteer het tabblad " Activering" om Wi-Fi-
verbinding delen in- of uit te schakelen.
En/of
Selecteer het tabblad " Instellingen" om de
netwerknaam en het wachtwoord van het
systeem te wijzigen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Het gebruik van een complex
wachtwoord of een complexe
beveiligingscode wordt aanbevolen om uzelf
te beschermen tegen niet-geautoriseerde
toegang en om uw systeem zo veilig mogelijk
te maken.
Verbindingen beheren
Druk op Connect-App om het
beginscherm weer te geven. Druk op de toets "OPTIES
" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Verbinding beheren ".
Via deze functie kunt u zien welke online
diensten u gebruikt en welke beschikbaar zijn,
en kunt u de verbindingsmethode wijzigen.
Radio
Een radiozender selecteren
Druk op Radio Media om het
beginscherm weer te geven.
Druk op "Frequentie".
Druk op een van de toetsen om
automatisch naar radiozenders te zoeken.
Of
Verplaats de schuifbalk om handmatig
naar andere frequenties te zoeken.
Of
Druk op Radio Media om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om de tweede
pagina weer te geven.
Selecteer "Zenderlijst" op het
vervolgscherm.
Druk op "Frequentie".
Voer de frequentie in via het virtuele
toetsenbord.
Voer eerst de eenheden in, en klik dan op het
veld voor decimalen om de waarden achter het
decimale punt in te voeren.
Page 218 of 244

216
CITROËN Connect Nav
Druk op "OK" om te bevestigen.
De radio-ontvangst kan worden verstoord
door het gebruik van elektrische
apparatuur die niet door het merk is
goedgekeurd, zoals een USB-lader die is
aangesloten op de 12 V-aansluiting.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden
door obstakels in de omgeving (bergen,
gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.),
ook als de RDS-functie is ingeschakeld. Dit
fenomeen is heel normaal bij de transmissie
van radiogolven, en geven in geen geval een
defect van het audiosysteem aan.
Een zender opslaan
Selecteer een zender of een frequentie.
(zie de desbetreffende rubriek)
Druk op "Geheugen".
Houd de toets waaronder u de zender wilt opslaan lang ingedrukt.
RDS inschakelen/
uitschakelen
Druk op Radio Media om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Radioinstellingen ".
Selecteer "Algemeen".
Schakel "Volgen van zenders" in of uit.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de radio steeds naar de sterkste
frequentie van een zender, zodat u ernaar
kunt blijven luisteren zonder dat u zelf de
frequentie hoeft te wijzigen. Onder bepaalde
omstandigheden zijn sommige RDS-zenders
niet in het hele land te ontvangen doordat de
zenders niet altijd het hele land dekken.
Daardoor kan de zender tijdens het rijden
wegvallen.
Tekstberichten weergeven
De functie "Radio-tekstberichten" toont
informatie die door de radiozender wordt
uitgezonden en die betrekking heeft op de
zender, of op het nummer wat op dat moment
wordt afgespeeld.
Druk op Radio Media om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Radioinstellingen ".
Selecteer "Algemeen".
Schakel "Weergeven radiotekst " in of
uit.
Druk op "OK" om te bevestigen.
TA-berichten beluisteren
De TA-functie (Traffic Announcement)
geeft voorrang aan het luisteren naar de
verkeersinformatie. Om te worden
geactiveerd moet deze functie een
radiozender die deze berichten uitzendt, goed
kunnen ontvangen. Zodra een
verkeersinformatiebericht wordt uitgezonden,
wordt de geluidsbron die op dat moment
wordt weergegeven automatisch onderbroken
voor de weergave van het
TA-verkeersinformatiebericht. Zodra dit
bericht is afgelopen, wordt de weergave van
de oorspronkelijke geluidsbron hervat.
Selecteer "Berichten".
Inschakelen / uitschakelen "Verkeersinfo ".Druk op "OK" om te bevestigen.
Digitale radio
(DAB, Digital Audio
Broadcasting)
Digitale radio
Digitale radio biedt een betere
geluidskwaliteit.
De verschillende "multiplex/bundels" bieden
keuze uit radiozenders die op alfabetische
volgorde zijn gerangschikt.
Druk op Radio Media om het
beginscherm weer te geven.
Selecteer de geluidsbron.
Druk op "Band" om het golfbereik "DAB" te
selecteren.
FM-DAB volgen
“DAB" is niet overal in het land
beschikbaar.
Als het digitale signaal niet goed is, kunt u
met "FM-DAB automatisch volgen" dezelfde
zender blijven beluisteren doordat het
systeem automatisch overschakelt op de
betreffende analoge FM-zender (indien
beschikbaar).
Druk op Radio Media om het
beginscherm weer te geven.
Page 219 of 244

217
CITROËN Connect Nav
12Digitale radio
(DAB, Digital Audio
Broadcasting)
Digitale radio
Digitale radio biedt een betere
geluidskwaliteit.
De verschillende "multiplex/bundels" bieden
keuze uit radiozenders die op alfabetische
volgorde zijn gerangschikt.
Druk op Radio Media om het
beginscherm weer te geven.
Selecteer de geluidsbron.
Druk op "Band" om het golfbereik "DAB" te
selecteren.
FM-DAB volgen
“DAB" is niet overal in het land
beschikbaar.
Als het digitale signaal niet goed is, kunt u
met "FM-DAB automatisch volgen" dezelfde
zender blijven beluisteren doordat het
systeem automatisch overschakelt op de
betreffende analoge FM-zender (indien
beschikbaar).
Druk op Radio Media om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Radioinstellingen ".
Selecteer "Algemeen".
Schakel "Volgen van zenders" in of uit.
Druk op "OK".
Als "FM-DAB automatisch volgen" is ingeschakeld, kan er een onderbreking
van een paar seconden zijn wanneer het
systeem overschakelt naar "FM"-analoge
radio, en soms kan het volume veranderen.
Wanneer de kwaliteit van het digitale
signaal weer goed is, schakelt het systeem
automatisch weer over op "DAB".
Als de "DAB"-zender waarnaar wordt geluisterd, niet beschikbaar is als
FM-zender (de optie " FM-DAB" wordt grijs
weergegeven), of als "DAB/FM automatisch
volgen" niet is ingeschakeld, wordt het geluid
onderbroken als het digitale signaal te zwak
wordt.
Media
USB-aansluiting
Steek de USB-geheugenstick in de USB-aansluiting, of sluit het USB-
apparaat via een kabel (niet meegeleverd) op de
USB-aansluiting aan.
Gebruik geen USB-verdeelstekker, om
beschadiging van het systeem te
voorkomen.
Het systeem maakt afspeellijsten aan (in het
tijdelijke geheugen). Het aanmaken van deze
lijsten kan enkele seconden of soms enkele
minuten duren nadat het apparaat voor de eerste
keer is aangesloten.
Verminder het aantal niet-muziekbestanden en
het aantal mappen om de wachttijd te verkorten.
Elke keer als het contact wordt aangezet en als
er een nieuwe verbinding via de USB-stick wordt
gemaakt, worden de afspeellijsten bijgewerkt. De
lijsten worden in het geheugen opgeslagen: als
deze niet zijn gewijzigd, is de laadtijd korter.
AUX-aansluiting (AUX)
(afhankelijk van uitvoering en uitrusting)Sluit een draagbaar apparaat (MP3-speler, enz.) met een audiokabel (niet
meegeleverd) aan op de jack-aansluiting.
Deze geluidsbron is uitsluitend beschikbaar
als "Extra ingang" in de audio-instellingen is
geselecteerd.
Page 220 of 244

218
CITROËN Connect Nav
Stel eerst het volume van het externe apparaat
af (hoog geluidsniveau). Stel vervolgens het
volume van het audiosysteem af.
De bediening vindt plaats via het draagbare
apparaat.
CD-speler
(afhankelijk van uitvoering en uitrusting)
Plaats de CD in de speler.
Geluidsbron selecteren
Druk op Radio Media om het
beginscherm weer te geven.
Selecteer "Bron".
Selecteer de geluidsbron.
Bluetooth® streaming audio
Streaming audio biedt de mogelijkheid om naar
door de smartphone verzonden audiostreams te
luisteren.
Zorg dat het Bluetooth-profiel is geactiveerd en
stel eerst het volume van het externe apparaat in
(op een hoog volume).
Stel vervolgens het volume van het
audiosysteem in.
Als de weergave niet automatisch begint, kan
het zijn dat u de audioweergave moet starten via
de telefoon.
Bediening verloopt via het externe apparaat of
via de aanraaktoetsen van het systeem.
Als de streaming audio eenmaal is gestart, wordt uw telefoon als een
geluidsbron beschouwd.
Apple®-speler aansluiten
Sluit een Apple®-speler met behulp van een
geschikte kabel (niet meegeleverd) aan op de
USB-aansluiting.
Het afspelen begint automatisch.
De bediening gebeurt via het audiosysteem in
de auto.
De beschikbare indeling is die van het
aangesloten apparaat (artiesten/albums/
genres/playlists/audiobooks/podcasts).
De standaardindeling is de indeling per
artiest. Om dit te veranderen moet u terug
naar het eerste niveau in de structuur om
vervolgens een andere indeling te selecteren
(bijvoorbeeld playlists). Bevestig uw keuze
voordat u in de structuur weer afdaalt naar de
gewenste track.
De softwareversie van de autoradio kan
incompatibel zijn met de generatie van uw
Apple
®-speler.
Informatie en tips
Het systeem is geschikt voor externe
USB-geluidsdragers, BlackBerry's® of
apparatuur van Apple® die op de
USB-aansluitingen kunnen worden
aangesloten/ De kabel is niet meegeleverd.
Het apparaatbeheer wordt uitgevoerd met
bedieningselementen van het audiosysteem.
Andere randapparatuur, die bij het aansluiten
niet door het systeem wordt herkend, moet
met een kabel (niet meegeleverd) op de jack-
plug worden aangesloten of via Bluetooth
streaming worden gekoppeld (indien
compatibel).
Gebruik geen USB-verdeelstekker om
beschadiging van het systeem te
voorkomen.
Het audiosysteem speelt bestanden af met de
extensie ".wma, .aac, .flac, .ogg en .mp3" met
een bitrate tussen 32 Kbps en 320 Kbps.
Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate)
kunnen worden afgespeeld.
Andere typen audiobestanden (.mp4, enz...)
kunnen niet worden afgespeeld.
Bestanden met de extensie ".wma" moeten van
het type WMA 9 Standaard zijn.
De ondersteunde bemonsteringsfrequenties
(sampling rates) zijn 32, 44 en 48 kHz.
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20
karakters en vermijd speciale tekens (bijv.: " "
? . ; ù) om problemen met het afspelen of de
weergave te voorkomen.
Gebruik uitsluitend USB-toetsen met de
bestandsindeling FAT32 (File Allocation Table).
Gebruik bij voorkeur de originele USB-kabels van het externe apparaat.
Om een gebrande CDR of CDRW te kunnen
afspelen moet bij het branden bij voorkeur de
standaard ISO 9660 niveau 1, 2 of Joliet zijn
geselecteerd.
Als de disc met een andere standaard is
gebrand, kan deze mogelijk niet correct worden
afgespeeld.
Gebruik bij één disc altijd dezelfde standaard
voor het branden en selecteer bij het branden
altijd de laagste snelheid (maximaal 4x) voor een
optimale geluidskwaliteit.
Gebruik bij een multisessie-CD altijd de
standaard Joliet.
Telefoon
Koppelen van een
Bluetooth
®-telefoon
Om veiligheidsredenen mag de
bestuurder handelingen die de volle
aandacht vragen, zoals het koppelen van een
Bluetooth-telefoon aan het Bluetooth-
handsfree systeem van het audiosysteem,
uitsluitend uitvoeren bij stilstaande auto en
ingeschakeld contact.
Activeer de Bluetooth-functie van uw telefoon en zorg ervoor dat deze
Page 221 of 244

219
CITROËN Connect Nav
12Gebruik bij voorkeur de originele
USB-kabels van het externe apparaat.
Om een gebrande CDR of CDRW te kunnen
afspelen moet bij het branden bij voorkeur de
standaard ISO 9660 niveau 1, 2 of Joliet zijn
geselecteerd.
Als de disc met een andere standaard is
gebrand, kan deze mogelijk niet correct worden
afgespeeld.
Gebruik bij één disc altijd dezelfde standaard
voor het branden en selecteer bij het branden
altijd de laagste snelheid (maximaal 4x) voor een
optimale geluidskwaliteit.
Gebruik bij een multisessie-CD altijd de
standaard Joliet.
Telefoon
Koppelen van een
Bluetooth
®-telefoon
Om veiligheidsredenen mag de
bestuurder handelingen die de volle
aandacht vragen, zoals het koppelen van een
Bluetooth-telefoon aan het Bluetooth-
handsfree systeem van het audiosysteem,
uitsluitend uitvoeren bij stilstaande auto en
ingeschakeld contact.
Activeer de Bluetooth-functie van uw telefoon en zorg ervoor dat deze
"zichtbaar is voor iedereen" (configuratie van
de telefoon).
Procedure via de telefoon
Selecteer de naam van het systeem in de lijst van gedetecteerde apparaten.
Accepteer op het systeem het verzoek om een
verbinding met de telefoon te maken.
Voltooien van het koppelen, ongeacht of
dit vanaf de telefoon of het systeem
wordt gedaan: controleer of de door het
telefoon en het systeem weergegeven code
identiek zijn.
Procedure via het systeem
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op "Bluetooth zoeken ".
Of
Selecteer "Zoeken".
Er wordt een lijst van de waargenomen
telefoons weergegeven.
Wanneer het koppelen niet lukt, raden wij
u aan om op de telefoon de functie
Bluetooth uit te schakelen en weer in te
schakelen.
Selecteer de naam van de telefoon in de lijst.
Verbinding delen
Het systeem stelt 3 verbindingsprofielen voor de
telefoon voor:
– "Telefoon" (handsfree-set, uitsluitend
telefoon),
– "Streaming" (streaming: draadloos afspelen
van audiobestanden van de telefoon),
– "Gegevens mobiel internet".
Selecteren van het profiel; " Gegevens
mobiel internet " is vereist voor online
navigatie, nadat u eerst op uw smartphone
het delen van de mobiele dataverbinding hebt
geactiveerd.
Selecteer één of meer profielen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Afhankelijk van het type telefoon wordt u gevraagd om de overdracht van uw
contacten en berichten wel of niet te
accepteren.
Automatisch opnieuw verbinden
Wanneer u terugkomt in uw auto met de
telefoon waarmee het laatst verbinding is
gemaakt, wordt deze automatisch herkend en
wordt er binnen ongeveer 30 seconden na het
aanzetten van het contact automatisch met
de telefoon verbinding gemaakt (indien
Bluetooth is ingeschakeld).
Page 222 of 244

220
CITROËN Connect Nav
Het verbindingsprofiel wijzigen:Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om de tweede
pagina weer te geven.
Selecteer "Bluetooth-verbinding " om
een lijst met gekoppelde apparatuur weer
te geven.
Druk op de toets "Details".
Selecteer één of meer profielen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
De mogelijkheid van het systeem om
maar één profiel te koppelen hangt af
van de telefoon.
Alle drie profielen kunnen standaard
verbinding maken.
De beschikbaarheid van de diensten is
afhankelijk van het netwerk, de simkaart
en de compatibiliteit van de gebruikte
Bluetooth-apparaten. Raadpleeg de
handleiding van uw telefoon en uw provider
om te zien welke diensten u kunt gebruiken.
Het systeem ondersteunt de volgende
profielen: HFP, OPP, PBAP, A2DP,
AVRCP, MAP en PAN.
Ga naar de website van het merk voor meer
informatie (compatibiliteit, aanvullende
instructies, enz.).
Telefoonverbindingen beheren
Met deze functie kunt u een apparaat
aansluiten of ontkoppelen, of een
koppeling verwijderen.
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om de tweede
pagina weer te geven.
Selecteer "Bluetooth-verbinding " om
een lijst met gekoppelde apparatuur weer
te geven.
Druk op de naam van de telefoon die in de lijst is geselecteerd om de koppeling
ongedaan te maken.
Druk er nogmaals op om de telefoon weer te
koppelen.
Verwijderen van een telefoon
Selecteer de prullenbak rechts boven op
het scherm om een prullenbak naast de
geselecteerde telefoon weer te geven.
Druk op de prullenbak naast de
geselecteerde telefoon om deze telefoon
te verwijderen.
Een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en
verschijnt een pop-upvenster op het scherm.
Druk kort op de toets TEL op het stuur om
het gesprek aan te nemen.
En
houd de toets
TEL op het stuurwiel langer ingedrukt om
het gesprek te weigeren
Of
Selecteer "Ophangen ".
Bellen
Gebruik de telefoon bij voorkeur niet
onder het rijden.
Parkeer de auto.
Gebruik de toetsen op het stuurwiel om te
bellen.
Een nieuw nummer bellen
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Voer het nummer in via het digitale
toetsenbord.
Druk op "Bellen" om het nummer te
bellen.
Een contact bellen
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Of houd
TEL op het stuurwiel enige tijd ingedrukt.
Selecteer "Contact".
Selecteer het gewenste contact in de getoonde
lijst.
Selecteer "Bellen".
Een recent gebruikt nummer
bellen
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Of
Houd
op het stuurwiel enige tijd ingedrukt.
Selecteer "Oproepen".
Selecteer het gewenste contact in de getoonde
lijst.
U kunt altijd rechtstreeks met uw telefoon
bellen. Zet in dat geval de auto uit
veiligheidsoverwegingen stil.
Contacten/items beheren
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Selecteer "Contact".
Selecteer "Aanmaken "om een nieuw
contact toe te voegen.
Page 223 of 244

221
CITROËN Connect Nav
12TEL op het stuurwiel enige tijd ingedrukt.
Selecteer "Contact".
Selecteer het gewenste contact in de getoonde
lijst.
Selecteer "Bellen".
Een recent gebruikt nummer
bellen
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Of
Houd
op het stuurwiel enige tijd ingedrukt.
Selecteer "Oproepen".
Selecteer het gewenste contact in de getoonde
lijst.
U kunt altijd rechtstreeks met uw telefoon
bellen. Zet in dat geval de auto uit
veiligheidsoverwegingen stil.
Contacten/items beheren
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Selecteer "Contact".
Selecteer "Aanmaken "om een nieuw
contact toe te voegen.
Voer op het tabblad " Telefoon" de
telefoonnummers van het contact in.
Voer op het tabblad " Adres" de adresgegevens
van het contact in.
Voer op het tabblad " Email" de e-mailadressen
van het contact in.
Met de functie "Email" kunt u
e-mailadressen van uw contacten
invoeren, maar u kunt met het systeem geen
e-mailberichten versturen.
Berichten beheren
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om de tweede
pagina weer te geven.
Selecteer "Berichten" om de berichtenlijst
weer te geven.
Selecteer het tabblad "Alle",
"Ontvangen" of "".
Selecteer de details van het bericht dat u in een van deze lijsten hebt geselecteerd.
Druk op "Beantwoorden" om een in het
systeem opgeslagen snelbericht te
versturen.
Druk op "Bellen" om een nummer te
bellen.
Druk op "Beluisteren" om het bericht te
beluisteren.
De toegang tot "Berichten" is afhankelijk
van de compatibiliteit van de smartphone
met het systeem in de auto.
De benodigde tijd voor het ophalen van uw
berichten of e-mailberichten is afhankelijk van
de smartphone.
De beschikbaarheid van de diensten is
afhankelijk van het netwerk, de simkaart
en de compatibiliteit van de gebruikte
Bluetooth-apparaten.
Raadpleeg de handleiding van uw telefoon en
uw provider om te zien welke diensten voor u
beschikbaar zijn.
Snelberichten beheren
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om de tweede
pagina weer te geven.
Selecteer "SMS-berichten" om de
berichtenlijst weer te geven.
Selecteer het tabblad "Te laat",
"Aangekomen", "Niet beschikbaar", of
"Overig"om nieuwe berichten aan te maken.
Druk op "Aanmaken " om een nieuw
bericht te schrijven.
Selecteer het bericht dat u in een van deze lijsten hebt geselecteerd.Druk op "Overbrengen" om een of
meerdere ontvangers te selecteren.
Page 224 of 244

222
CITROËN Connect Nav
Druk op "Beluisteren" om het bericht af
te spelen.
E-mailberichten beheren
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om de tweede
pagina weer te geven.
Selecteer "Email" om de berichtenlijst
weer te geven.
Selecteer het tabblad "Ontvangen",
"Verzonden" of "Ongelezen”.
Selecteer het bericht dat u in een van deze
lijsten hebt geselecteerd.
Druk op "Beluisteren" om het bericht af
te spelen.
De toegang tot "Email" is afhankelijk van
de compatibiliteit van de smartphone met
het systeem in de auto.
Configuratie
Audio-instellingen
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Selecteer "Audio-instellingen ".
Selecteer "Equalizer".
Of
"Verdeling".
Of
"Geluid ".
Of
"Spraak".
Of
"Beltonen".
Druk op "OK" om de instellingen op te
slaan.
De balans/verdeling (of spatialisatie met
het Arkamys©-systeem) verwerkt audio
zodanig dat de geluidskwaliteit wordt
afgestemd op het aantal personen in de auto.
Uitsluitend beschikbaar in de configuratie met
luidsprekers voor en achter.
De instelling voor Equalizer (keus uit 6
sferen) en ook voor Bass , Medium en
Treble zijn verschillend en apart in te stellen
voor elke geluidsbron.
Schakel "Loudness" in of uit.
De instellingen " Verdeling" (Alle passagiers,
Bestuurder en Alleen vóór) zijn gelijk voor alle
bronnen.
Schakel "Geluiden touchscreen ",
"Snelheidsafhankelijke volumeregeling ",
en "Extra ingang" in of uit.
Audio in de auto: Arkamys Sound Staging© optimaliseert de balans/
verdeling van geluid in het interieur.
Profielen configureren
Het configureren van de profielen mag,
om veiligheidsredenen en vanwege het
feit dat deze handeling volledige aandacht
van de bestuurder vraagt, uitsluitend worden
uitgevoerd als de auto stilstaat.
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Configuratie van de
profielen".
Selecteer "Profiel 1", "Profiel 2", "Profiel 3", of
"Gemeenschappelijk profiel ".
Druk op deze toets om een profielnaam in te voeren via het virtuele toetsenbord.Druk op "OK" om te bevestigen.
Druk op deze toets om een profielfoto toe te voegen.Plaats een USB-stick met daarop de foto
in de USB-aansluiting.
Selecteer de foto.
Druk op "OK" om toestemming te geven
voor de overdracht van de foto.
Druk nogmaals op "OK" om de
instellingen op te slaan.
Het kader voor de foto heeft een
vierkante vorm, het systeem past de
oorspronkelijke vorm van de foto aan dit
vierkant aan.
Druk op deze toets om het geselecteerde profiel te resetten.
Wanneer het geselecteerde profiel wordt
gereset, wordt standaard het Engels
geactiveerd.
Selecteer een " Profiel" (1, 2 of 3) om de "Audio-
instellingen " aan te koppelen.
Selecteer "Audio-instellingen ".
Selecteer "Equalizer".
Of
"Verdeling".
Of
"Geluid ".
Of
"Spraak".
Of
"Beltonen".
Druk op "OK" om de instellingen op te
slaan.
Systeeminstellingen
wijzigen
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Schermconfiguratie".
Selecteer "Animatie".