Page 25 of 244

23
Instruments de bord
1(minuten/seconden of uren/minuten)
Een teller registreert hoe lang de STOP-stand
tijdens een traject is geactiveerd.
De teller wordt elke keer als u het contact aanzet
weer op nul gezet.
Dimmer
dashboardverlichting
U kunt de lichtsterkte van de verlichting van
het dashboard en het touchscreen handmatig
aanpassen aan het omgevingslicht.
Werkt alleen als de verlichting van de auto is
ingeschakeld (dagrijverlichting uitgezonderd) en
in nachtstand.
Twee knoppen
Druk, terwijl de verlichting brandt, op knop A om
de dashboardverlichting en de sfeerverlichting
sterker te laten branden of op de knop B om de
verlichting te dimmen.
Laat de knop los zodra de gewenste lichtsterkte
is bereikt.
Touchscreen
► Selecteer in het menu Instellingen de optie
"Lichtsterkte".
► Stel de helderheid af door op de pijlen te drukken of de cursor te bewegen.
De helderheid kan verschillend worden
ingesteld voor de dag en de nacht.
Datum en tijd instellen
Zonder audiosysteem
Stel de datum en tijd in via het display van het
instrumentenpaneel.
► Houd deze toets ingedrukt.
► Druk op een van deze toetsen om de instelling te selecteren die u wilt wijzigen.► Druk kort op deze toets om te bevestigen.► Druk op een van deze toetsen om de instelling te wijzigen en bevestig dit
nogmaals om de nieuwe instelling op te slaan.
Met audiosysteem
► Druk op de toets MENU om het hoofdmenu
weer te geven.
► Druk op de knop "7" of "8" om het menu
"Persoonlijke instelling - configuratie" weer te
geven en druk vervolgens op OK.
► Druk op de knop "5" of "6" om het menu
"Configuratie display" weer te geven en druk
vervolgens op OK.
► Druk op de knop "5" of "6" om de regel
"Datum en tijd instellen" te selecteren en druk
vervolgens op OK.
Page 26 of 244
24
Instruments de bord
► Druk op de knop "7" of "8" om de te
wijzigen instelling te selecteren. Bevestig met de
knop OK.
► Pas de instellingen één voor één aan en bevestig met de knop OK.► Druk op de knop "5" of "6” en vervolgens
op de knop OK om het vakje OK te selecteren
en bevestig of druk op de knop Terug om te
annuleren.
Page 27 of 244

25
Toegang tot de auto
2Afstandsbediening
Algemeen
De sleutel kunt u gebruiken om de centrale
vergrendeling via het slot te bedienen om de
auto te ontgrendelen of vergrendelen.
Het biedt u ook de mogelijkheid om de motor te
starten of te stoppen.
Afhankelijk van de uitvoering heeft de
afstandsbediening de volgende functies:
– ontgrendelen/vergrendelen/supervergrendelen van de auto,– vergrendelen/ontgrendelen van de achterklep,– vergrendelen/ontgrendelen van de brandstofvulklep– op afstand inschakelen van de verlichting,– inklappen/uitklappen van de buitenspiegels
– inschakelen/uitschakelen van het alarmsysteem,– lokaliseren van de auto,– startbeveiliging van de auto.
Gebruik onder normale omstandigheden bij
voorkeur de afstandsbediening.
Afhankelijk van de uitvoering kan met de in de
afstandsbediening geïntegreerde sleutel het
volgende worden gedaan:
– ontgrendelen/vergrendelen/supervergrendelen van de auto,– inschakelen/uitschakelen van het mechanische kinderslot,– inschakelen/uitschakelen van de airbag vóór aan passagierszijde,– vergrendelen van de portieren (noodprocedure),– aanzetten van het contact en starten/afzetten van de motor.
De auto kan met behulp van noodprocedures
worden vergrendeld/ontgrendeld als
bijvoorbeeld de afstandsbediening of de centrale
vergrendeling defect is, of als de accu leeg is.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de Noodprocedures.
Uitklappen van de sleutel
Uitvoering zonder Keyless entry and start► Druk op deze knop; de sleutel wordt uitgeklapt.
Druk om de sleutel in te klappen eerst op deze
knop; zo voorkomt u beschadiging van het
mechanisme.
Uitvoering met Keyless entry and start► Trek aan deze knop terwijl u de sleutel uit de houder haalt.
Houd deze knop aangetrokken voordat u de
sleutel weer terugplaatst.
Page 28 of 244

26
Toegang tot de auto
Ontgrendelen van de auto
► Als u de elektronische sleutel op zak hebt binnen de detectiezone A, kunt u de
auto ontgrendelen door uw hand op de
achterzijde van de portiergreep van een van de
voorportieren te leggen of door de schakelaar
voor het openen van de achterklep in te drukken.
Het gedurende enkele seconden
knipperen van de richtingaanwijzers
geeft aan dat:
– de auto is ontgrendeld (uitvoeringen zonder alarmsysteem);– het alarmsysteem is uitgeschakeld (overige uitvoeringen).
Laat omwille van de veiligheid en ter
voorkoming van diefstal de elektronische
Ontgrendelen van de auto
► Druk op deze knop om de auto te ontgrendelen.
De eerste keer dat op de ontgrendelknop wordt
gedrukt, knipperen de richtingaanwijzers enkele
seconden om aan te geven dat:
– de auto is ontgrendeld (uitvoeringen zonder alarmsysteem);– het alarmsysteem is uitgeschakeld (overige uitvoeringen).
Vergrendelen van de auto
Normale vergrendeling
► Druk op deze toets.
De eerste keer dat op de ontgrendelknop wordt
gedrukt, knipperen de richtingaanwijzers enkele
seconden om aan te geven dat:
– de auto is vergrendeld (uitvoeringen zonder alarmsysteem),– het alarmsysteem is ingeschakeld (overige
uitvoeringen).
Als een van de portieren of de achterklep niet goed is gesloten, wordt de auto niet
vergrendeld. Als uw auto echter is uitgerust
met het alarmsysteem, wordt dit na ongeveer
45 seconden volledig ingeschakeld.
Als de auto per ongeluk wordt ontgrendeld
en de portieren en de achterklep gesloten
blijven, wordt de auto na ongeveer 30
seconden automatisch weer vergrendeld. Als
het alarmsysteem ingeschakeld was, wordt dit
automatisch weer opnieuw ingeschakeld.
De vergrendelfunctie deactiveert ook de
toets van de centrale vergrendeling op het
dashboard.
Supervergrendeling
► Druk één keer op deze knop om de auto te vergrendelen.► Druk binnen vijf seconden nogmaals op deze knop om de supervergrendeling van de auto in
te schakelen.
Bij uitvoeringen zonder alarmsysteem geeft het
gedurende enkele seconden branden van de
richtingaanwijzers tijdens het de tweede keer
indrukken van de vergrendelknop aan dat de
supervergrendeling is ingeschakeld.
Als de supervergrendeling is ingeschakeld, werken de
binnenportiergrepen niet.
Ook de knop van de centrale vergrendeling
op het dashboard werkt dan niet meer.
Schakel nooit de supervergrendeling in als er
zich iemand in de auto bevindt.
Lokaliseren van de auto
Met deze functie kunt u uw auto op afstand
lokaliseren, wat vooral praktisch is bij weinig
licht.
► Druk op deze toets.
De parkeerlichten en het dimlicht gaan
gedurende 30 seconden branden.
Door de toets nogmaals in te drukken terwijl
de verlichting nog brandt, wordt de verlichting
onmiddellijk uitgeschakeld.
Keyless entry and start
Systeem dat het ontgrendelen, vergrendelen en
starten van de auto mogelijk maakt terwijl u de
elektronische sleutel gewoon op zak houdt.
De elektronische sleutel kan ook worden
gebruikt als afstandsbediening.
Zie de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de afstandsbediening .
Page 29 of 244

27
Toegang tot de auto
2Ontgrendelen van de auto
► Als u de elektronische sleutel op zak hebt binnen de detectiezone A, kunt u de
auto ontgrendelen door uw hand op de
achterzijde van de portiergreep van een van de
voorportieren te leggen of door de schakelaar
voor het openen van de achterklep in te drukken.
Het gedurende enkele seconden
knipperen van de richtingaanwijzers
geeft aan dat:
– de auto is ontgrendeld (uitvoeringen zonder alarmsysteem);– het alarmsysteem is uitgeschakeld (overige uitvoeringen).
Laat omwille van de veiligheid en ter
voorkoming van diefstal de elektronische
sleutel nooit in de auto achter, ook niet
wanneer u in de buurt bent.
Het is raadzaam de sleutel bij u te houden.
Vuil (vocht, stof, modder, zout...) op de
binnenzijde van de portiergreep kan de
detectie negatief beïnvloeden.
Als na het reinigen van de binnenzijde van
de portiergreep met een doek de detectie
niet verbetert, raadpleeg dan het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Plotseling contact met water (waterstraal,
hogedrukspuit...) kan door het systeem
worden beschouwd als een verzoek de auto
te ontgrendelen.
Als een van de deuren of de bagageruimte nog open is of als de
elektronische sleutel voor het Keyless entry
and start-systeem nog in de auto is
achtergebleven, dan wordt de centrale
vergrendeling uitgeschakeld.
Als de auto echter is uitgerust met een
alarmsysteem, dan wordt dit na ongeveer 45
seconden ingeschakeld.
Als de auto is ontgrendeld, maar de deuren of de bagageruimte daarna niet
worden geopend, dan wordt de auto
automatisch na ongeveer 30 seconden weer
vergrendeld. Als de auto is uitgerust met een
alarmsysteem, dan wordt dit automatisch
weer ingeschakeld.
Laat de auto uit veiligheidsoverwegingen
nooit onbeheerd achter, zelfs niet voor
korte tijd, zonder de elektronische sleutel van
het Keyless entry and start-systeem mee te
nemen.
Vergeet niet dat de auto kan worden gestolen
als de sleutel nog in een van de aangegeven
gebieden aanwezig is terwijl de auto niet is
vergrendeld.
De handsfree functies worden in de
ruststand gezet als ze 21 dagen niet
worden gebruikt, zodat de batterij in de
elektronische sleutel en de accu van de auto
niet leeg lopen. Druk op een van de toetsen
van de afstandsbediening of plaats de
elektronische sleutel in de lezer en start de
motor om het systeem weer te activeren.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het Keyless entry and
start-systeem.
Elektrische storingen
De elektronische sleutel werkt in
sommige gevallen niet goed in de nabijheid
van elektronische apparatuur zoals telefoon
(ingeschakeld of in stand-by), laptop en
sterke magnetische velden.
Page 30 of 244

28
Toegang tot de auto
Om de accu in de elektronische sleutel en in de auto opgeladen te houden:– Alle handsfree-functies gaan, wanneer deze 21 dagen niet worden gebruikt, in
de modus uitgebreide stand-by. Om deze
functies weer in te schakelen, ontgrendelt u
de auto met de afstandsbediening en start u
de motor.
Elektrische storingen
De elektronische sleutel werkt in
sommige gevallen niet goed in de nabijheid
van elektronische apparatuur zoals telefoon
(ingeschakeld of in stand-by), laptop en
sterke magnetische velden.
Gooi batterijen van de afstandsbediening niet weg: ze
bevatten metalen die schadelijk zijn voor het
milieu. Lever ze in bij een speciaal
inzamelpunt.
Noodprocedure
Sleutels, afstandsbediening
of elektronische sleutel
verloren
Ga met het kentekenbewijs van de auto, uw
legitimatiebewijs en indien mogelijk het label met
de sleutelcode naar het CITROËN-netwerk.
Vergrendelen van de auto
Normale vergrendeling
► Druk, terwijl de elektronische sleutel zich in de detectiezone A bevindt, met een vinger
op een van de voorportierhandgrepen (bij de
markeringen) om de auto te vergrendelen.
De auto kan niet worden vergrendeld als een
van de sleutels is achtergebleven in het interieur
van de auto.
Het gedurende enkele seconden
knipperen van de richtingaanwijzers
geeft aan dat:
– de auto is ontgrendeld bij uitvoeringen zonder alarmsysteem;– het alarmsysteem is uitgeschakeld bij de andere uitvoeringen.
Supervergrendeling
Als de supervergrendeling is ingeschakeld, werken de
binnenportiergrepen niet. Ook wordt de toets
van de centrale vergrendeling in het interieur
uitgeschakeld.
De claxon blijft werken.
Schakel nooit de supervergrendeling in als er
zich iemand in de auto bevindt.
► Als de elektronische sleutel zich in de detectiezone ( A) bevindt, drukt u met uw vinger
of duim op de handgreep van een van de
voorportieren om de auto te vergrendelen.
► Druk binnen vijf seconden nogmaals op de portiergreep om de supervergrendeling in te
schakelen.
Advies
Afstandsbediening
De afstandsbediening is een gevoelig
apparaat dat met hoge frequentie werkt; zit
niet aan de afstandsbediening terwijl u deze
in uw zak hebt, omdat u dan per ongeluk de
auto kunt ontgrendelen.
Druk niet op de toetsen van de
afstandsbediening wanneer u buiten het
bereik van de auto bent, omdat dat ervoor
kan zorgen dat de afstandsbediening
niet meer werkt. In dat geval moet de
afstandsbediening worden gereset.
De afstandsbediening werkt niet als de sleutel
in het contactslot zit, zelfs niet als het contact
is uitgeschakeld.
Diefstalbeveiliging
Was de elektronische startblokkering
niet aan, omdat er dan storingen kunnen
ontstaan.
Vergeet bij uitvoeringen met contactslot
niet om de sleutel te verwijderen en aan
het stuurwiel te draaien om het stuurslot te
activeren.
Vergrendelen van de auto
Wanneer de deuren onder het rijden
zijn vergrendeld, kunnen hulpdiensten in
noodgevallen lastig in de auto komen.
Neem uit veiligheidsoverwegingen de sleutel
of de elektronische sleutel mee als u de auto
verlaat, zelfs al is dit voor korte duur.
Bij het aanschaffen van een gebruikte
auto
Laat uw sleutels door een CITROËN-dealer
in het elektronische geheugen van de auto
opslaan, zodat u zeker weet dat de sleutels
in uw bezit de enige sleutels zijn waarmee de
auto kan worden gestart.
Page 31 of 244

29
Toegang tot de auto
2Om de accu in de elektronische sleutel
en in de auto opgeladen te houden:
– Alle handsfree-functies gaan, wanneer deze 21 dagen niet worden gebruikt, in
de modus uitgebreide stand-by. Om deze
functies weer in te schakelen, ontgrendelt u
de auto met de afstandsbediening en start u
de motor.
Elektrische storingen
De elektronische sleutel werkt in
sommige gevallen niet goed in de nabijheid
van elektronische apparatuur zoals telefoon
(ingeschakeld of in stand-by), laptop en
sterke magnetische velden.
Gooi batterijen van de afstandsbediening niet weg: ze
bevatten metalen die schadelijk zijn voor het
milieu. Lever ze in bij een speciaal
inzamelpunt.
Noodprocedure
Sleutels, afstandsbediening
of elektronische sleutel
verloren
Ga met het kentekenbewijs van de auto, uw
legitimatiebewijs en indien mogelijk het label met
de sleutelcode naar het CITROËN-netwerk. Het CITROËN-netwerk kan de speciale code van
de sleutel en de transponder opzoeken en een
nieuwe bestellen.
De auto volledig
ontgrendelen / vergrendelen
met de sleutel
Volg deze procedures in de volgende gevallen:– batterij afstandsbediening leeg,– storing van de afstandsbediening,– in een gebied met sterke elektromagnetische straling.
In het eerste geval moet u ook de batterij van de
afstandsbediening vervangen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek.
In het tweede geval kunt u het probleem mogelijk
verhelpen door de afstandsbediening te resetten.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek.
► Steek de sleutel in het portierslot.► Draai de sleutel in de richting van de voorzijde van de auto om deze te ontgrendelen,
of in de richting van de achterzijde om de auto te
vergrendelen.
► Draai binnen 5 seconden de sleutel nogmaals richting de achterzijde van de auto
om de supervergrendeling van de auto in te
schakelen.
Bij uitvoeringen zonder alarmsysteem geeft het
gedurende enkele seconden knipperen van de
richtingaanwijzers aan dat de procedure goed is
uitgevoerd.
Als het alarmsysteem is ingeschakeld,
klinkt de sirene bij het openen van het
portier. De sirene stopt als het contact wordt
aangezet.
Als uw auto is uitgerust met het alarmsysteem, wordt het alarm niet
ingeschakeld bij het vergrendelen met de
sleutel.
Zonder centrale
vergrendeling
Volg deze procedures in de volgende gevallen:
– storing van de centrale vergrendeling;– accu losgekoppeld of ontladen.
Als de centrale vergrendeling niet werkt, moet de accu worden losgekoppeld om
de achterklep te kunnen vergrendelen zodat
de auto volledig is vergrendeld.
Page 32 of 244

30
Toegang tot de auto
Zonder Keyless entry and start
► Schakel het contact uit.► Zet de sleutel in de stand 2 (contact aan).► Druk direct gedurende enkele seconden op de toets met het gesloten hangslot.► Zet het contact uit en verwijder de sleutel uit het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer volledig.
Met Keyless entry and start
Bestuurdersportier
► Draai de sleutel in de richting van de achterzijde van de auto om deze te
vergrendelen, of in de richting van de voorzijde
om de auto te ontgrendelen.
Overige portieren
Ontgrendelen van een portier► Trek aan de binnenportiergreep van het portier.
Vergrendelen
► Open de portieren.► Controleer of de kinderbeveiliging van de achterportieren niet geactiveerd is.
Zie de desbetreffende rubriek.
► Verwijder de zwarte dop op de zijkant van het portier met behulp van de sleutel.► Steek de sleutel zonder te forceren in het gat
en beweeg, zonder de sleutel te draaien, de pal
zijwaarts richting de binnenzijde van het portier.
► Verwijder de sleutel en breng de zwarte dop aan.► Sluit de portieren en controleer van buitenaf of de auto goed is vergrendeld.
De batterij vervangen
Er wordt een melding op het instrumentenpaneel
weergegeven zodra de batterij moet worden
vervangen.
Zonder Keyless entry and start ‒ Batterijtype: CR2032 / 3 V.
Met Keyless entry and start ‒ Batterijtype: CR2032 / 3 V.
► Wip het deksel met een kleine schroevendraaier bij de uitsparing los en zet de
deksel omhoog.
► Verwijder de lege batterij uit de behuizing.► Plaats de nieuwe batterij op de juiste manier (polariteit) en klik het klepje op de behuizing.► Synchroniseer de afstandsbediening.Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het synchroniseren van de
afstandsbediening .
Synchroniseren van de
afstandsbediening
Na het vervangen van de batterij of bij een
storing in de afstandsbediening moet deze
gesynchroniseerd worden.