Page 17 of 244

15
Instruments de bord
1kilometers en de verstreken tijd sinds de
laatste onderhoudsbeurt.
De waarschuwing kan ook worden
weergegeven als het einde van het
onderhoudsinterval in tijd nadert.
OnderhoudssleutelBrandt tijdelijk bij het aanzetten van het contact.
Er kan nog 1.000 tot 3.000 km worden gereden
totdat de eerstvolgende beurt moet worden
uitgevoerd.
Permanent, bij het aanzetten van het contact.
De volgende onderhoudsbeurt moet binnen
1.000 km worden uitgevoerd.
Laat zeer binnenkort een onderhoudsbeurt aan
uw auto uitvoeren.
Onderhoudssleutel knippertKnippert en brandt vervolgens permanent, bij het inschakelen van
het contact.
(Bij uitvoeringen met de BlueHDi-dieselmotor,
in combinatie met het waarschuwingslampje
Service.)
Het interval voor de onderhoudsbeurt is
overschreden.
Laat zo spoedig mogelijk een onderhoudsbeurt
aan uw auto uitvoeren.
Onderhoudsindicator resetten
Na elke onderhoudsbeurt moet de
onderhoudsindicator weer op nul gezet worden.
► Schakel het contact uit.
CHECK
► Houd deze toets ingedrukt.► Zet het contact aan; de kilometerteller begint terug te tellen.► Laat de toets los als het display =0 aangeeft;
de sleutel verdwijnt.
Als u de accu na deze handeling wilt loskoppelen, vergrendel dan de auto en
wacht minimaal 5 minuten. Anders wordt het
op nul zetten van de onderhoudsindicator niet
opgeslagen.
Opvragen van de
onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven.
► Druk op deze toets.De onderhoudsinformatie wordt enkele
seconden weergegeven en verdwijnt vervolgens
weer.
Motorolieniveaumeter
(volgens uitvoering)
Bij uitvoeringen met een motorolieniveaumeter
wordt bij het aanzetten van het contact eerst
de onderhoudsindicator weergegeven en
vervolgens gedurende enkele seconden het
motorolieniveau.
Een controle van het olieniveau is alleen
betrouwbaar als de auto op een vlakke,
horizontale ondergrond staat en de motor
minstens 30 minuten niet heeft gedraaid.
Olieniveau correct
Dit wordt op het display weergegeven door de
melding " Olieniveau correct".
Te weinig olie
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als
blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie
worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige
motorschade ontstaat.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van de
niveaus.
Storing in motorolieniveaumeter
Als de melding " Ongeldige meting
olieniveau" op het instrumentenpaneel wordt
weergegeven, duidt dit op een storing in de
motorolieniveaumeter.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Page 18 of 244

16
Instruments de bord
Als de motorolieniveaumeter niet werkt, wordt het motorolieniveau niet meer
gecontroleerd.
Zolang het systeem niet werkt, moet u het
motorolieniveau controleren met de peilstok in
de motorruimte.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van de
niveaus.
AdBlue®-
actieradiusindicatoren
(BlueHDi)
De BlueHDi- dieselmotoren zijn uitgerust
met een systeem waarbij het roetfilter
(FAP) wordt gecombineerd met het SCR-
emissieregelsysteem (Selective Catalytic
Reduction) voor de nabehandeling van de
uitlaatgassen. Deze kunnen niet functioneren
zonder AdBlue
®-vloeistof.
Zodra de reservevoorraad van het AdBlue®-
reservoir is aangesproken (tussen 2400 en
0 km), gaat bij het aanzetten van het contact
een verklikkerlampje branden en wordt een
melding weergegeven die aangeeft hoeveel
kilometer u nog ongeveer kunt rijden voordat het
opnieuw starten van de motor automatisch wordt
geblokkeerd.
Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt
automatisch geactiveerd zodra het
AdBlue®-reservoir leeg is. De motor kan weer
worden gestart nadat AdBlue® is bijgevuld tot
het minimale niveau.
De actieradius handmatig weergeven
Een actieradius van meer dan 2.400 km wordt niet automatisch weergegeven.
CHECK
► Druk op deze toets om de actieradius tijdelijk weer te geven.U kunt informatie over de actieradius weergeven door op de toets " Diagnose"
te drukken nadat u het tabblad
"Snelkoppelingen " in het menu Rijverlichting /
Auto hebt geselecteerd.
Benodigde maatregelen vanwege te
weinig AdBlue®
De volgende waarschuwingslampjes gaan
branden wanneer de hoeveelheid AdBlue®
minder is dan het reservepeil dat overeenkomt
met een actieradius van 2.400 km.
Samen met de controlelampjes waarschuwen
meldingen regelmatig voor het bijvullen, om te
voorkomen dat de motor niet meer kan worden
gestart. Zie het hoofdstuk Waarschuwings-
en controlelampjes voor informatie over de
weergegeven meldingen.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over AdBlue® (BlueHDi-
motoren), vooral over bijvullen.
Waarschuwings- of
verklikkerlampje brandtActie Actieradius
Vul bij.Tussen
2.400 km en
800 km
Vul zo snel
mogelijk bij.Tussen
800 km en
100 km
Bijvullen is
noodzakelijk
;
de kans
bestaat dat
de motor
niet meer
kan worden
gestart. Tussen 100
en 0 km
Page 19 of 244

17
Instruments de bord
1Waarschuwings- of
verklikkerlampje brandtActie Actieradius
De motor
kan pas weer
starten als er
minimaal 5
liter AdBlue
®
aan het
reservoir is
toegevoegd. 0 km
Storing in het
SCR-emissieregelsysteem
Storingsdetectie
Als er een storing wordt
gedetecteerd, gaan deze
waarschuwingslampjes
branden in combinatie met een
geluidssignaal en de melding
"Storing emissieregeling".
De waarschuwing wordt tijdens het rijden
gegeven zodra de storing voor de eerste keer
wordt gedetecteerd en vervolgens steeds bij het
inschakelen van het contact zolang de storing
niet is verholpen.
Bij een tijdelijke storing verdwijnt de
waarschuwing tijdens de volgende rit na
de zelfdiagnose van het
SCR-emissieregelsysteem.
Storing bevestigd tijdens de toegestane rijfase (tussen 1.100 en 0 km)
Als de storingsmelding na 50 km rijden nog
steeds wordt weergegeven, wordt de storing in
het SCR-systeem bevestigd.
Het AdBlue-waarschuwingslampje knippert en
de melding "Storing emissieregeling: Starten
verboden binnen X kilometer” of "NO START
INX kilometer" wordt weergegeven, dus de
actieradius in mijl of kilometer.
Tijdens het rijden wordt de melding elke 30
seconden weergegeven. De waarschuwing
wordt opnieuw weergegeven zodra het contact
wordt aangezet.
U kunt nog 1.100 km rijden voordat het systeem van de startblokkering wordt geactiveerd.
Laat het systeem zo snel mogelijk
controleren door een CITROËN-dealer of
door een gekwalificeerde werkplaats.
Starten geblokkeerd
Wanneer het contact is ingeschakeld, wordt
de melding "Storing emissieregeling: Starten
verboden" of "NO START IN" weergegeven.
Wanneer u de motor weer wilt starten,
moet u contact opnemen met een
CITROËN-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Kilometerteller en dagteller
De kilometerteller en dagteller worden
gedurende 30 seconden weergegeven bij het
afzetten van het contact, bij het openen van het
bestuurdersportier en bij het vergrendelen en
ontgrendelen van de auto.
Voor reizen in het buitenland kan de
eenheid van de afstand worden
aangepast: de snelheid moet namelijk worden
weergegeven in de officiële eenheid van het
land (km of mijl).
De eenheid kan bij stilstaande auto worden
gewijzigd via het configuratiemenu van het
display.
Kilometerteller
Deze teller geeft de totale kilometerstand van de
auto aan.
Page 20 of 244

18
Instruments de bord
Dagteller
Deze teller geeft het aantal gereden kilometers
weer sinds de bestuurder de teller op 0 heeft
gezet.
Op 0 zetten van de dagteller
► Druk bij aangezet contact op de knop tot streepjes worden weergegeven.
Configuratie van functies
bij uitvoeringen zonder
scherm
Als uw auto niet over een audiosysteem of een
touchscreen beschikt, kunt u met behulp van de
display van het LCD-instrumentenpaneel met
tekstweergave ook voorzieningen configureren.
Bedieningstoetsen
Door deze toets lang in te drukken, keert u terug naar het configuratiemenu; kort
indrukken van de toets is ter bevestiging.
Door op een van deze toetsen te drukken, kunt u in een menu of lijst
navigeren, of een waarde wijzigen.
Door op deze toets te drukken keert u terug naar het bovenliggende niveau of
wordt de huidige bewerking geannuleerd.
Displaymenu's
– VERLICHTING :• FOLLOW ME HOME (Follow me home-verlichting),• MEEDR KOPL (Bochtverlichting).– RIJHULP : • WS AANRIJDING (Automatische noodremassistentie),• WAARSCH BEST (Waarschuwing oplettendheid bestuurder),• ADVIESSNELH (Snelheidslimietherkenning),– COMFOR T : • RW A A UIT (Achterruitwisser autom. in achteruit).
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over een van deze functies.
Monochroom display C
Weergave op het display
Dit display kan de volgende informatie
weergeven:
– de tijd,– de datum,– de buitentemperatuur (de temperatuur knippert bij kans op gladheid),– de informatie van de parkeerhulp,– de audiobron waarnaar wordt geluisterd,– fe informatie over de telefoon of de handsfreeset,– de waarschuwingsmeldingen,– de configuratiemenu's van het display en de voorzieningen van de auto.
Page 21 of 244

19
Instruments de bord
1Bedieningselementen
Op het bedieningspaneel van het audiosysteem
kunt u de volgende toetsen gebruiken:
MENUOpen het hoofdmenu
5 of 6 Blader door de opties op het scherm
7 of 8 Verander de waarde van een instelling
OK Bevestigen
Vorige Huidige bewerking annuleren
Hoofdmenu
► Druk op de toets MENU om het hoofdmenu
te openen:
• "Multimedia",• "Telefoon",• "Boordcomputer",• "Verbindingen",• "Persoonlijke instelling - configuratie",► Druk op de toets "7" of "8" om het
gewenste menu te selecteren en bevestig dit
door op de toets OK te drukken.
Menu “Multimedia"
Als het audiosysteem is ingeschakeld, kunt u via
dit menu radiofuncties in- of uitschakelen (RDS,
Volgsysteem digitale zender / FM, Zenderinfo (TXT)) of instellen op welke manier de media
moeten worden afgespeeld (Normaal, Shuffle,
Shuffle uitgebreid, Herhaling).
Raadpleeg de rubriek "Audio en telematica” voor
meer informatie over de app "Multimedia”.
Menu “Telefoon"
Als het audiosysteem is ingeschakeld, kunt u via
dit menu telefoneren of de adresboeken van de
telefoon opvragen.
Raadpleeg de rubriek "Audio en telematica” voor
meer informatie over de app "Telefoon”.
Menu "Boordcomputer"
Via dit menu kunt u informatie over het
functioneren van de auto raadplegen.
Logboek waarschuw.
Deze functie geeft een overzicht van de actieve
waarschuwingsmeldingen door ze op het display
weer te geven.
Menu “Verbindingen"
Als het audiosysteem is ingeschakeld, kunt u via
dit menu een Bluetooth-apparaat aankoppelen
(telefoon, mediaspeler) en de aansluitmodus
ervan instellen (handsfree-kit, audiobestanden
afspelen).
Raadpleeg de rubriek "Audio en telematica” voor
meer informatie over de app "Verbindingen”.
Menu “Persoonlijke
instelling - configuratie"
In dit menu hebt u toegang tot de volgende
functies:
– “Parameters van de auto definiëren".– “Configuratie beeldscherm".
Parameters van de auto definiëren
In dit menu kunnen de volgende voorzieningen
worden ingeschakeld/uitgeschakeld, afhankelijk
van de uitvoering en/of het land waar de auto is
verkocht:
"Verlichting en signalering "
– "Bochtverlichting",– "Follow-me-home verlichting",– "Instapverlichting"."Comfort"– "Ruitenw. aan bij achteruit"."Hulp bij het rijden"
Page 22 of 244

20
Instruments de bord
– Autom. noodremfunctie,– Detectie verslapping aandacht,– Snelheidsadviezen.Zie de betreffende hoofdstukken voor meer
informatie over de verschillende voorzieningen.
Configuratie display
In dit menu kunt u de taal van het display uit een
lijst met talen kiezen.
In dit menu hebt u toegang tot de volgende
instellingen:
– “Keuze van eenheden".– “Datum en tijd instellen".– “Voorkeursinstellingen schermweergave".– “Taalkeuze".
Uit veiligheidsoverwegingen moet de
bestuurder handelingen die veel
aandacht vergen altijd bij stilstaande auto
uitvoeren.
Touchscreen
Het touchscreen heeft de volgende functies:– bediening van de verwarming/airconditioning,– toegang tot de configuratiemenu's van de functies en de systemen van de auto,– bediening van het audiosysteem, de telefoon en weergave van de bijbehorende informatie,
en, afhankelijk van de uitvoering:
– de weergave van de waarschuwingsmeldingen en de grafische weergave van de parkeerhulp,
– de permanente weergave van de tijd en de buitentemperatuur (er verschijnt een blauw
verklikkerlampje bij kans op gladheid),
– toegang tot de internetdiensten en bediening van het navigatiesysteem en weergave van de
bijbehorende informatie.
Uit veiligheidsoverwegingen moet de
bestuurder handelingen die veel
aandacht vergen altijd bij stilstaande auto
uitvoeren.
Bepaalde functies zijn niet beschikbaar als de
auto rijdt.
Aanbevelingen
Het touchscreen is een capacitief scherm.
Het kan bij alle temperaturen worden gebruikt.
Houd geen puntige voorwerpen tegen het
touchscreen.
Raak het touchscreen niet aan met vochtige
vingers.
Gebruik een schone en zachte doek om het
touchscreen te reinigen.
Werkingsprincipes
Gebruik de toetsen aan weerszijden van het
touchscreen om de menu's te openen en druk
vervolgens op de toetsen op het touchscreen.
Bepaalde functies kunnen op 1 pagina of op 2
pagina's worden weergegeven.
Druk op OFF/ON om een functie in of uit te
schakelen.
Druk op het pictogram van de functie om een
instelling (verlichtingsduur enz.) te wijzigen of
aanvullende informatie te bekijken.
Als gedurende enkele seconden geen handelingen op de secundaire pagina
worden uitgevoerd, wordt automatisch de
hoofdpagina weer weergegeven.
Gebruik deze toets om uw keuze te bevestigen.Gebruik deze toets om terug te keren naar de vorige pagina.
Menu's
Radio Media.Zie het gedeelte "Audio en telematica".Mirror Screen of Online navigatie
(afhankelijk van de uitvoering) .
Zie het gedeelte "Audio en telematica".
Airconditioning.Hiermee kunnen onder andere de
temperatuur en de aanjagersnelheid worden
ingesteld.
Page 23 of 244

21
Instruments de bord
1Raadpleeg de desbetreffende gedeeltes
voor meer informatie over de Verwarming,
Handbediende airconditioning en
Automatische airconditioning .
Telefoon.Zie het gedeelte "Audio en telematica".Apps.
Hiermee kunnen de beschikbare online
diensten worden weergegeven.
Zie het gedeelte "Audio en telematica".
Auto of Rijden (afhankelijk van de
uitvoering) .
Hiermee kunnen bepaalde functies worden
geactiveerd, gedeactiveerd en geconfigureerd.
De via dit menu beschikbare functies zijn
verdeeld onder twee tabbladen: " Overige
instellingen " en "Snelkoppelingen ".
Volumeregeling/onderbreken van het geluid.
Zie het gedeelte "Audio en telematica".
Druk met drie vingers op het touchscreen
om toegang te krijgen tot de
menucarrousel.
Bovenste balk
Bepaalde informatie wordt permanent
weergegeven in de bovenste balk van het
touchscreen:
– Basisinformatie van de airconditioning en toegang tot een snelmenu (uitsluitend instellen
van de temperatuur en de aanjagersnelheid).
– Basisinformatie van de menu's RadioMedia en Telefoon en navigatie-
aanwijzingen (afhankelijk van de uitvoering).
– Gedeelte met berichten (sms en e-mail) (afhankelijk van de uitvoering).– Toegang tot de Instellingen .
Boordcomputer
Geeft informatie over de actuele rit (actieradius,
brandstofverbruik, gemiddelde snelheid enz.).
Informatiedisplay
Informatie wordt na elkaar weergegeven.– Het tabblad "actuele informatie" met:• Afgelegde kilometers.• De actieradius.• Het actuele brandstofverbruik.• De teller van het Stop & Start-systeem.• Informatie over de snelheidslimietherkenning (afhankelijk van de uitvoering).– Traject 1met:• De gemiddelde snelheid.
• Het gemiddelde brandstofverbruik.• De afgelegde afstand tijdens het eerste traject.
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto kan
ook een 2
e traject worden weergegeven.– Traject 2met:• De gemiddelde snelheid.• Het gemiddelde brandstofverbruik.• De afgelegde afstand. tijdens het tweede traject. Traject 1 en 2 zijn onafhankelijk en kunnen op
dezelfde manier worden gebruikt.
Traject 1 kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor
een dagelijks verbruik en traject
2 voor een
maandelijks verbruik.
► Druk op de knop aan het uiteinde van de ruitenwisserhendel.
► Of, afhankelijk van de uitvoering, druk op de rolknop op het stuurwiel.
Page 24 of 244

22
Instruments de bord
Traject resetten
Met instrumentenpaneel met LCD-
tekstdisplay of matrixdisplay
► Druk de knop op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar langer dan twee
seconden in zodra het traject wordt aangegeven.
► Of druk langer dan twee seconden op de rolknop op het stuurwiel (afhankelijk van de
uitvoering).
Met instrumentenpaneel met
lcd-tekstdisplay
► Zodra het traject wordt aangegeven, moet u de resettoets van het instrumentenpaneel langer
dan twee seconden ingedrukt houden.
Enkele definities...
Actieradius
(km of mijl)Aantal kilometers dat u nog met de resterende hoeveelheid brandstof kunt
rijden (berekend op basis van het gemiddelde
verbruik over de laatste afgelegde kilometers).
Deze waarde kan schommelen door een
gewijzigde rijstijl of het rijden op een
helling, waardoor het actuele
brandstofverbruik aanzienlijk kan wijzigen.
Als de actieradius minder dan 30 km bedraagt,
verschijnen streepjes op het display.
Na het tanken van minimaal 5 liter brandstof
wordt de actieradius opnieuw berekend en
weergegeven als deze meer dan 100 km
bedraagt.
Wanneer tijdens het rijden streepjes in
plaats van waarden worden
weergegeven, dient u contact met een
CITROËN-dealer of gekwalificeerde
werkplaats op te nemen.
Actueel brandstofverbruik
(l/100 km, km/l of mpg)Berekend over de laatste seconden.
Deze functie wordt alleen weergegeven
bij snelheden vanaf 30 km/h.
Gemiddeld brandstofverbruik
(l/100 km, km/l of mpg)Berekend sinds de laatste nulstelling van de trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)Berekend sinds de laatste nulstelling van de trajectgegevens.
Afgelegde afstand
(km of miles)Berekend sinds de laatste nulstelling van de trajectgegevens.Teller van het Stop & Start-systeem